id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
12,150
MediaObject
5688439
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leuke%20sfeer%20wel
Leuke sfeer wel
Leuke sfeer wel is een lied van de Nederlandse feest-act Snollebollekes en youtuber Kalvijn. Het werd in 2020 als single uitgebracht. Achtergrond Leuke sfeer wel is geschreven door Jurjen Gofers, Kelvin Boerma en Maurice Huismans. Het lied is een carnavalskraker. In het lied wordt er door Snollebollekes aan Kalvijn uitgelegd hoe je carnaval moet vieren. In de bijbehorende videoclip zijn carnavalsvierende mensen te zien in Breda. Dit is enigszins opvallend, aangezien de muziekvideo midden januari is opgenomen. De samenwerking tussen de twee artiesten is ontstaan nadat Kalvijn de leden van Snollebollekes benaderde om een carnavalsnummer te maken. Hierop bedacht Snollebollekes dat het voor hun een tijd geleden was dat zij een echt carnavalskraker hadden gemaakt, waarop ze besloten om op het aanbod in te gaan. Hitnoteringen De artiesten hadden weinig succes met het lied in Nederland. Het kwam niet terecht in de Single Top 100 en ook de Top 40 werd niet bereikt; het lied bleef steken op de negentiende plaats van de Tipparade. Single uit 2020 Nummer van Snollebollekes Nummer van Kalvijn
Achtergrond Leuke sfeer wel is geschreven door Jurjen Gofers, Kelvin Boerma en Maurice Huismans. Het lied is een carnavalskraker. In het lied wordt er door Snollebollekes aan Kalvijn uitgelegd hoe je carnaval moet vieren. In de bijbehorende videoclip zijn carnavalsvierende mensen te zien in Breda. Dit is enigszins opvallend, aangezien de muziekvideo midden januari is opgenomen.
2
mediaobject, afbeelding, video
10,570
VideoObject
1608040
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mus%C3%A9um%20national%20d%27histoire%20naturelle
Muséum national d'histoire naturelle
Het Muséum national d'histoire naturelle (MNHN) is een natuurhistorisch museum dat gevestigd is in verschillende steden in Frankrijk. In 1793 is het museum formeel opgericht. Samen met het Natural History Museum in Londen en het National Museum of Natural History (Smithsonian Institution) in Washington D.C. behoort het tot de musea met de grootste natuurhistorische collecties in de wereld. Het museum houdt zich bezig met tentoonstellingen voor het publiek, het geven van onderwijs en het verrichtten van wetenschappelijk onderzoek op vele terreinen. Onderdelen Het Musée de l'Homme is een antropologisch museum dat valt onder het MNHN. Ook de Jardin des Plantes en de Parc Zoologique de Paris vallen onder het MNHN. Het museum organiseert permanente tentoonstellingen in de Jardin des Plantes. De volgende onderdelen maken deel uit van het MNHN: Rocquencourt (Yvelines) Arboretum de Chèvreloup Parijs Jardin des Plantes met de volgende permanente tentoonstellingen: Galerie de Minéralogie et de Géologie Galerie de Paléontologie et d'Anatomie comparée Grande Galerie de l'Évolution Ménagerie du Jardin des Plantes Musée de l'Homme Parc Zoologique de Paris Samoëns Jardin alpin La Jaÿsinia Menton Jardin botanique exotique du Val Rahmeh Concarneau Marinarium de Concarneau Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil Abri Pataud Clères Parc zoologique de Clères Obterre Réserve de la Haute-Touche Collectie Het museum beschikt over collecties met betrekking tot paleontologie, geologie, mineralogie, meteorieten, botanie, zoölogie, prehistorie, antropologie, etnobiologie en chemie. Volgens schattingen bestaat de collectie uit meer dan 60 miljoen items. Er is een microscopische collectie, waaronder micro-organismen (onder meer gisten, algenprotisten, bacteriën), schimmels, geleedpotigen (onder meer spinachtigen, kreeftachtigen, duizendpotigen), wormen, mariene ongewervelden, cellen en weefsels (van zoogdieren, vogels en andere gewervelden), zaden en stuifmeel, micropaleontologische objecten, mineralogische objecten, entomologische objecten en geologische objecten. Het museum beschikt over een collectie schimmels, waarvan de oudste specimens rond 1700 zijn verzameld door Sébastien Vaillant. De collectie bestaat uit een herbarium (500.000 specimens), een mycologische referentiecollectie (4000 levende stammen) en wasmodellen (420 exemplaren, gemaakt door André-Pierre Pinson). De collectie algen bestaat uit een herbarium (570.000 gedroogde exemplaren) en een referentiecollectie van levende exemplaren (1000 geïdentificeerde stammen). De oudste exemplaren zijn rond 1700 verzameld door Sébastien Vaillant in de omgeving van Parijs. Ook zijn er tekeningen en aquarellen met betrekking tot fycologie (studie van algen). De collectie mossen bestaat uit 900.000 herbariumspecimens. De collectie korstmossen bestaat uit 500.000 specimens die worden bewaard in het herbarium en als microscopische preparaten. De oudste exemplaren zijn verzameld in de achttiende eeuw. De collectie vaatplanten bevindt zich in het herbarium en in de vorm van levende collecties in de broeikassen en de tuinen. De levende collectie vindt haar oorsprong in de in 1635 gecreëerde Jardin du Roi. De herbariumcollectie bevat specimens die vanaf de zeventiende eeuw zijn verzameld door wetenschappers als Joseph Pitton de Tournefort, Sébastien Vaillant, de familie De Jussieu, Michel Adanson en Jean-Baptiste de Lamarck. Het herbarium van het museum heeft met ruim acht miljoen specimens het grootste aantal specimens van vaatplanten van alle herbaria in de wereld. De herbariumcollectie neemt toe met 13.000 tot 14.000 specimens per jaar. De collectie omvat 290.000 van de 320.000 bekende soorten vaatplanten. Ook is er een zaadbank. De collectie neteldieren omvat kwallen, koralen en zeeanemonen. Deze collectie vindt haar basis onder Lodewijk XIII van Frankrijk in de periode van de Cabinet du Roi. De specimens zijn gedroogd of worden bewaard in alcohol. Het museum beschikt over een collectie van circa 5 miljoen specimens van weekdieren. De collectie omvat mariene, terrestrische (op het land levende) en in zoetwater levende weekdieren. De oorsprong van deze collectie ligt in de achttiende eeuw. De collectie bevat vooral veel soorten uit de diepzee. De specimens worden in droge toestand of in alcohol bewaard. Het museum heeft een schelp van de doopvontschelp. De collectie kreeftachtigen, duizendpotigen en spinachtigen vormt een geheel en omvat de geleedpotigen die niet tot de insecten behoren. De eerste collectie werd in de negentiende eeuw gevormd. De collectie omvat onder meer spinnen (2,5 miljoen individuen, 25.000 geïdentificeerde soorten van de 40.000 die in de wereld zijn geclassificeerd), schorpioenen, bastaardschorpioenen, hooiwagens en mijten. De collectie kreeftachtigen omvat 90.000 exemplaren. De collectie duizendpotigen en fluweelwormen omvat een miljoen specimens, die 5000 soorten representeren. De collectie bestaat uit gedroogde of in alcohol bewaarde specimens. Het museum heeft een collectie insecten van circa 40 miljoen specimens. De collectie omvat kevers (17 miljoen specimens), waarvan de eerste exemplaren rond 1760 werden verzameld. De collectie vlinders (3 miljoen specimens) omvat exemplaren van twee eeuwen oud. De collectie Hemiptera omvat meer dan 7 miljoen specimens. De collectie Orthoptera omvat circa 741.800 specimens. De collectie tweevleugeligen omvat circa 6.150.000 specimens. De collectie Apterygota omvat enkele honderdduizenden specimens. De collectie vliesvleugeligen omvat bijna een miljoen specimens. De collectie omvat gedroogde insecten en insecten in alcohol. Ook zijn er insecten in barnsteen in de collectie aanwezig. Levende insecten zijn te zien in de Ménagerie du Jardin des Plantes. De collectie stekelhuidigen omvat zee-egels, zeesterren, zeekomkommers en Crinoidea. De oudste specimens werden in 1758 in de Caraïben verzameld. De collectie bestaat uit circa 490.000 exemplaren. Het museum bezit een collectie sponsdieren die bijna 10.000 soorten omvatten. De meeste soorten zijn marien. De meeste specimens worden in alcohol bewaard. Sommige specimens zijn gedroogd. De collectie wormen en andere kruipende dieren is een heterogene collectie en omvat specimens die nog door Jean-Baptiste de Lamarck (1744-1829) zijn verzameld. De collectie omvat rondwormen, ringwormen, platwormen zakpijpen, mosdiertjes, armpotigen, meiofauna en parasitaire wormen. De specimens worden bewaard in alcohol of formaldehyde en in platen. Het museum heeft een collectie zoogdieren die in de gehele wereld is verzameld. De oudste specimens dateren uit het midden van de achttiende eeuw. Sommige exemplaren komen uit de collectie van Georges Louis Leclerc de Buffon, waaronder zijn tamme chimpansee Joco. Het oudste object is een bot van een giraffe dat dateert uit de periode van Lodewijk XIII van Frankrijk. De collectie omvat 130.000 specimens en 1100 typen. Levende cellen worden bewaard door middel van cryopreservatie. Ook is er een collectie weefsels die worden bewaard in alcohol. Levende zoogdieren zijn te zien in het Ménagerie du Jardin des Plantes, de Parc zoologique de Paris, de Parc zoologique de Clères en de Réserve de la Haute-Touche. De collectie vissen omvat zoet- en zoutwatervissen. Er zijn gemummificeerde exemplaren in de collectie die tijdens het bewind van Napoleon Bonaparte uit de Egyptische piramiden zijn gehaald. De collectie vindt haar ontstaan in de achttiende eeuw, vooral door de inspanningen van Georges Cuvier. De collectie bestaat uit 400.000 niet-levende, dierlijke specimens die bijna 13.000 soorten omvatten. De collectie omvat hele vissen in alcohol, gedroogde huiden en droge exemplaren op sokkels. Levende vissen zijn te zien in het aquarium van de Marinarium de Concarneau. De collectie amfibieën vindt haar oorsprong in de periode van het Cabinet du Roi van Lodewijk XIII. De collectie omvat circa 170.000 specimens die de helft van de bekende soorten omvatten. De dieren zijn geconserveerd in alcohol of bewaard in de vorm van geprepareerde skeletten, weefsels en huiden. Levende amfibieën zijn te zien in de Ménagerie du Jardin des Plantes. De collectie reptielen bestaat uit 130.000 specimens. De oudste specimens stammen uit de periode van de Cabinet du Roi. Het oudste object is een exemplaar van de uitgestorven schildpad Cylindraspis indica die is verzameld in Réunion en in 1676 is geprepareerd. De specimens worden bewaard in alcohol, zijn opgezet of bestaan uit botten en skeletten. In de Ménagerie du Jardin des Plantes zijn levende reptielen te zien. Het begin van de collectie vogels ligt in 1795. De collectie omvat circa 130.000 vogelhuiden, waaronder 2500 typen. Ook zijn er 30.000 opgezette vogels, 6.000 skeletten, in alcohol geconserveerde vogels, vogelnesten en eieren. Circa 50% van de 10.000 bekende vogelsoorten zijn in de collectie vertegenwoordigd. Levende vogels zijn te zien in het Ménagerie du Jardin des Plantes, de Parc zoologique de Paris, de Parc zoologique de Clères en de Réserve de la Haute-Touche. De prehistorische collectie omvat antropologische specimens die vanaf het midden van de negentiende eeuw zijn verzameld. De oorsprong van de objecten omvat de periode van 2,5 miljoen tot 3.000 jaar geleden. De collectie omvat meer dan 2 miljoen items die afkomstig zijn uit archeologische opgravingen en kopieën van primitieve kunst (reproducties van tekeningen en gravures op rotswanden uit het Laat-paleolithicum en het Neolithicum). Een derde deel van de objecten komt uit Afrika, een derde komt uit Frankrijk en een derde komt uit de rest van de wereld. De collectie wordt bewaard in het Musée de l'Homme, het Institut de Paléontologie humaine en in Abri Pataud. De collectie biologische antropologie omvat fossielen uit het Europees Paleolithicum. Fossielen van de cro-magnonmens en de neanderthaler zijn in de collectie aanwezig. De eerste collectie (een aantal anatomische preparaten, pathologische weefsels en wasmodellen) maakten deel uit van het Cabinet de curiosités (rariteitenkabinet) uit 1635. De huidige collectie omvat circa 26.000 items of groepen van items die in alle continenten zijn verzameld. Een aantal Franse objecten werden gevonden tijdens bouwprojecten onder leiding van Georges Eugène Haussmann. De collectie omvat beenderen, mummies, beelden, objecten van was en anatomische preparaten. Het grootste deel van de collectie bevindt zich in het Musée de l'Homme. De paleontologische collectie omvat talloze fossielen. De collectie vindt haar oorsprong in de Cabinet de curiosités van Lodewijk XIII. Het omvat de gipsen fossielen van Montmartre die werden bestudeerd door Georges Cuvier, een groot aantal historische objecten die tijdens de achttiende eeuw werden verzameld, de eerste fossielen die in 1739 in Noord-Amerikaanse overzeese gebieden werden verzameld en de specimens die door Georges Louis Leclerc de Buffon werden beschreven in zijn Histoire de la Terre. De collectie omvat meer dan 2,7 miljoen specimens die over de hele wereld zijn verzameld. Hieronder zijn 300.000 specimens van gewervelden (zoogdieren, reptielen, vogels en vissen), 2,5 miljoen specimens van ongewervelden die vooral rijk zijn aan weekdieren uit het Tertiair in Frankrijk en de rest van Europa, de paleobotanische collectie met meer dan 200.000 plantfossielen (waaronder afdrukken van bladeren, gefossiliseerd hout en gefossiliseerde zaden) en de micropaleontologische collectie met meer dan 30.000 gecatalogiseerde platen met Foraminifera. De collectie insecten uit het Carboon omvat de twee enige bekende voorbeelden van de reuzenlibel Meganeura monyi. De collectie mineralen en edelstenen omvat specimens die in 1626 werden opgenomen in de apotheek van Lodewijk XIII in de Jardin du Roi. De collectie edelstenen omvat 3000 geslepen stenen, waaronder exemplaren die in bezit waren van het Franse koningshuis. Het museum bezit type-exemplaren uit de mineralogie. Mineralen zijn voor het eerst beschreven op basis van deze type-exemplaren. De collectie omvat tachtig grotekristallen, waaraan er ongeveer veertig een gewicht hebben tussen de 100 en 4000 kg. Er zijn perfecte grote exemplaren van rookkwarts, morion, amazoniet, aquamarijn, morganiet, mica en topaas. Daarnaast omvat de collectie onder meer goud dat is gevonden in Californië en edelstenen uit Brazilië. De collectie meteorieten is begonnen in de tweede helft van de negentiende eeuw. Er zijn 3050 samples van 1146 inslagen, waarvan er 447 door mensen zijn waargenomen. De vroegst bekende waargenomen inslag vond plaats in 1492. De grootse meteoriet weegt 625 kg. De collectie gesteenten en sedimenten werd in 1817 gestart op initiatief van Pierre-Louis-Antoine Cordier. De collectie omvat endogene gesteenten (gesteenten vanuit de aarde) en exogene gesteenten (gesteenten van het aardoppervlak en sedimenten) die zijn verzameld bij ontsluitingen en op de zeebodem (onder meer die van de Indische Oceaan). Onder meer mangaanknollen zijn in de collectie aanwezig. Het museum heeft een collectie wetenschappelijke instrumenten en chemische producten waarvan de oorsprong teruggaat tot het tijdperk van de Jardin du Roi. Het museum bezit een retort van zandsteen, waarvan er maar drie in de wereld bekend zijn. Ook glaswerk waarmee Michel Eugène Chevreul in zijn laboratorium moleculen extraheerde is in de collectie aanwezig. Andere opmerkelijke items zijn een microscoop uit 1710 die onder Lodewijk XIV van Frankrijk werd gebruikt, de fosforoscoop die Alexandre-Edmond Becquerel ontwikkelde om fosforescentie van mineralen te meten, de alcoholpercentagemeter en het apparaat dat in staat was om water te synthetiseren van Louis Gay-Lussac, een mineralogische microscoop van Alfred Lacroix en de goniometer die Carangeot gebruikte om de hoeken van kristallen te meten. Ook bevat de collectie chemische producten uit de periode van Michel Eugène Chevreul zoals origineel glaswerk met de eerste samples van geïsoleerd cholesterol, vetzuren en creatinine. Tevens zijn geïsoleerde secundaire plantenstoffen als salicine in de collectie aanwezig. De collectie omvat ook architectuur, meubels en kunstwerken. De oudste gebouwen dateren uit 1635 van de periode van de Jardin du Roi van Lodewijk XIII. De collectie omvat broeikassen, tentoonstellingsgebouwen (waarvan sommige als historisch monument zijn geregistreerd), beeldhouwwerk, tekeningen en schilderijen en historische meubels. Onder meer de monumentale klok uit 1785 van Marie Antoinette van Oostenrijk en het rariteitenkabinet van Joseph Bonnier de la Mosson zijn in het bezit van het museum. De kunstcollectie bevat werken die werden gemaakt op verzoek van Gaston d'Orléans (de broer van Lodewijk XIII) en kunstwerken van Pierre Joseph Redouté, Léon de Wailly, Jean-Charles Werner en François Pompon. In de Jardin des Plantes zijn beelden te zien van de mensen die aan het museum waren verbonden, zoals Georges Louis Leclerc de Buffon, Jean-Baptiste de Lamarck, Antoine Laurent de Jussieu en Michel Eugène Chevreul. Het museum heeft een museumbibliotheek met historische en hedendaagse documentatie, afbeeldingen, geluidsfragmenten, videobeeldfragmenten en andere gespecialiseerde media. Hoewel het museum al een collectie boeken en manuscripten van de Jardin du Roi had verworven, werd de eerste bibliotheek tijdens de Franse Revolutie op 10 juni 1793 opgericht. De bibliotheek richt zich op werken met betrekking tot anatomie, mineralogie, chemie, botanie, zoölogie en reizen die van belang zijn voor de natuurlijke historie. Naast de centrale bibliotheek in Parijs, heeft ook het Musée de l'Homme de beschikking over een bibliotheek. Wetenschappelijk onderzoek Het museum richt zich op wetenschappelijk onderzoek naar de biodiversiteit en de ecologische diversiteit. Het onderzoek spitst zich toe op evolutiebiologie (onder meer fylogenie en soortvorming), ontogenese en populatiebiologie). Ook doet het museum onderzoek naar de relaties tussen menselijke activiteiten en de biodiversiteit. Er zijn aantal onderzoeksafdelingen binnen het museum: het département milieux et peuplements aquatiques; het département écologie et gestion de la biodiversité; het département histoire de la terre; het département hommes, natures, sociétés; het département de préhistoire; het département régulations, développement et diversité moléculair en het département systématique et évolution. Het département milieux et peuplements aquatiques is een onderzoeksafdeling die zich bezighoudt met onderzoek van het aquatisch milieu in en bij oceanen, zeeën, kusten, oevers, rivieren, meren et cetera. De onderzoeksafdeling richt zich op de geschiedenis en de variaties van milieus en het functioneren van de organismen die zich in deze milieus bevinden. Het département écologie et gestion de la biodiversité houdt zich bezig met de studie naar ecologie en biodiversiteit en het beheer daarvan. De onderzoeksafdeling richt zich op het in kaart brengen van de biodiversiteit, het analyseren van de geschiedenis van de natuur binnen diverse schalen in tijd en ruimte, het bestuderen van het determinisme van de natuur en de studie van ecosystemen. Het département histoire de la terre houdt zich bezig met onderzoek naar de evolutie van het leven in relatie tot de aarde. De onderzoeksafdeling richt zich op het achterhalen van de evolutie van de biosfeer in de context van de oorsprong, de formatie en de evolutie van de planeet. Onderwerpen waarmee de onderzoeksafdeling zich mee bezighoudt, betreffen de oorsprong en samenstelling van de aarde en aardse planeten, de vorming van de aarde en de ontstaansgeschiedenis van de eerste continenten, de geschiedenis van het leven en de interacties met veranderingen in het milieu. Het département hommes, natures, sociétés houdt zich bezig met de studie van de mensheid en de menselijke diversiteit en de relaties met de natuur in tijd en ruimte vanuit biologische, culturele en sociale gezichtspunten. De onderzoeksafdeling integreert in haar onderzoek vakgebieden als biologische antropologie, genetica, prehistorie, sociale en culturele antropologie, etnobiologie, etnomusicologie, geografie en de geschiedenis en filosofie van wetenschap en techniek. Onderwerpen waarmee de onderzoeksafdeling zich mee bezighoudt, betreffen de oorsprong, evolutiebiologie en diversiteit van de mens; menselijke populaties in tijd en ruimte, natuurlijke en gefabriceerde objecten, technieken en samenlevingen en interacties tussen samenlevingen en de natuur. Het département de préhistoire houdt zich bezig met onderzoek van groepen van prehistorische mensen, hun evolutie, levenswijzen en hun omgeving. Dit doet de onderzoeksafdeling door een interdisciplinaire aanpak met veldwerk (archeologische vindplaatsen) en analyse van collecties (gereedschappen, fossielen) en sedimentaire afzettingen. Met deze activiteiten hoopt de afdeling de kennis te vergroten op het gebied van de menselijke evolutie (het geslacht Homo en zijn directe Afrikaanse voorvaders), migratie (eerste menselijke populaties in Europa, Azië en Zuid-Amerika), het in kaart brengen van chronologische en bioklimatologische referenties van het Quartair (datering, geochemie met behulp van isotopen, mineralogische karakteristieken van de omgeving, biomarkers), aanpassing aan milieus of verandering hiervan door de mens (waaronder tropische milieus, eilanden en periglaciale milieus) en menselijk gedrag in de vorm van technische toepassingen en overleving in het Paleolithicum en de neolithische revolutie. De onderzoeksafdeling is aanwezig op plaatsen waar de geschiedenis van de menselijke afstammingslijn wordt opgehelderd, waaronder Fejej (Ethiopië), Sangiran (Indonesië), Tautavel (Frankrijk), Mato Grosso (Brazilië), Georgië en China. Het département régulations, développement et diversité moléculaire houdt zich bezig met de processen die leiden tot de diversiteit in vorm en functie, van het moleculaire niveau tot het hele organisme. Hiertoe behoren modificaties in het genoom, genetische regulatie, fysiologische processen en biochemische reacties. De verklaring van moleculaire processen die hebben geleid tot de biodiversiteit wordt gezocht in de karakterisering van moleculaire structuren en de dynamische interactie tussen moleculen in vivo, in vitro en in silico; de studie van de netwerken van genetische en fysiologische reguleringsmechanismen door de simultane analyse van het niveau van expressie van een groot aantal genen en de ontwikkeling van kunstmatige reguleringsmethoden van de expressie van genen in het hele organismes met verschillend cellulair en weefsel gerelateerde context; en de vergelijking van verschillende geïntegreerde experimentele systemen die representatief zijn voor adaptieve en evolutionaire patronen. Het département systématique et évolution houdt zich bezig met het bestuderen van de biodiversiteit en het behoud daarvan. De onderzoeksafdeling richt zich op het beschrijven van dier- en plantensoorten, het verrijken van de publieke biologische collecties in Frankrijk, de deelname aan internationale netwerken die moderne taxonomische databases creëren (Global Biodiversity Information Facility, Consortium of European Taxonomic Facilities, Global Taxonomy Initiative) binnen het framework van de internationale verplichtingen van Frankrijk aan het Biodiversiteitsverdrag; en bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe methoden voor moleculaire taxonomie van planten en dieren. In samenwerking met Franse publieke onderzoeksorganisaties als Institut de recherche pour le développement (IRD) en Centre national de la recherche scientifique (CNRS) doet de afdeling onderzoek naar de mechanismen van evolutie, fylogenie en moleculaire evolutie, biogeografie en het ontstaan van soorten, evolutie van gedrag, morfometrie, cytogenetica en genomics van populaties. Tevens werkt de onderzoeksafdeling samen met meerdere universiteiten over de hele wereld, met name in Europa en in de landen met de grootste tropische biodiversiteit. Wetenschappelijke publicaties Het museum heeft een afdeling die verantwoordelijk is voor de wetenschappelijke publicaties, Service des Publications Scientifiques. Onderzoeksresultaten gebaseerd op onderzoek van de collecties van het museum hebben bij publicatie de prioriteit. Het museum is verantwoordelijk voor drie peer reviewed onderzoekstijdschriften: het botanische tijdschrift Adansonia, het aardwetenschappelijke tijdschrift Geodiversitas en het zoölogische tijdschrift Zoosystema. Tevens is het museum verantwoordelijk voor zes series van monografieën: Archives, Memoires du Museum national d'histoire naturelle, Patrimoines Naturels, Faune de Madagascar, Faune et Flore tropicales en Des Planches et des Mots. Archives bericht over de wetenschappers, de historische gebouwen en de ontwikkeling van de wetenschap bij het museum en meer in het algemeen in geheel Frankrijk. Memoires du Museum national d'histoire naturelle publiceert grote peer reviewed onderzoeksbijdragen op het gebied van natuurlijke historie en menswetenschappen, waaronder geologie, zoölogie, botanie, etnologie en antropologie. Faune de Madagascar is een co-publicatie van het museum, het Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement (CIRAD) en het Institut de recherche pour le développement (IRD). Het bericht over de fauna (gewerveld en ongewerveld) van Madagaskar. Faune et Flore tropicales is een co-publicatie van het museum en het Institut de recherche pour le développement en publiceert over dieren, planten en schimmels van tropische streken. De bibliotheek van het Laboratoire de phanérogamie is aangesloten bij de European Botanical and Horticultural Libraries Group (EBHL), een organisatie die zich richt op de promotie en facilitering van samenwerking en communicatie tussen personen die werken in botanische en horticulturele bibliotheken, archieven en gerelateerde instituten in Europ Externe link Officiële website National Histoire Naturelle 5e arrondissement (Parijs) Le Chesnay-Rocquencourt Historisch monument in Parijs Herbarium
Het museum heeft een museumbibliotheek met historische en hedendaagse documentatie, afbeeldingen, geluidsfragmenten, videobeeldfragmenten en andere gespecialiseerde media. Hoewel het museum al een collectie boeken en manuscripten van de Jardin du Roi had verworven, werd de eerste bibliotheek tijdens de Franse Revolutie op 10 juni 1793 opgericht. De bibliotheek richt zich op werken met betrekking tot anatomie, mineralogie, chemie, botanie, zoölogie en reizen die van belang zijn voor de natuurlijke historie. Naast de centrale bibliotheek in Parijs, heeft ook het Musée de l'Homme de beschikking over een bibliotheek.
1
video, videobestand, filmclip
159
DepartAction
86845
https://nl.wikipedia.org/wiki/Joost%20Zwagerman
Joost Zwagerman
Johannes Jacobus Willebrordus (Joost) Zwagerman (Alkmaar, 18 november 1963 – Haarlem, 8 september 2015) was een Nederlands schrijver van poëzie, romans, novellen, verhalen, essays en columns. Hij debuteerde in 1986 met de roman De houdgreep en brak in 1989 door met de roman Gimmick! over de Amsterdamse kunstscene in de jaren tachtig. Biografie Zwagerman was het kind van ouders die in het onderwijs werkzaam waren. Als dertienjarige was hij al met teksten bezig en maakte hij een handgeschreven en geïllustreerd tijdschriftje, de Zwagergids. Dit stelde hij samen uit teksten en foto's die hij uit de VARAgids haalde en vervolgens naar zijn eigen ideeën bewerkte. Zwagerman ging naar de Rijksscholengemeenschap Noord-Kennemerland in Alkmaar. Na afronding daarvan ging hij naar de Pedagogische Academie. Hij studeerde ook nog Nederlandse taal- en letterkunde, maar stopte daar voortijdig mee. In zijn studententijd schreef hij al diverse artikelen. Na zijn studie volgde hij een cursus creatief schrijven bij Oek de Jong. Joost Zwagerman trouwde met jeugdvriendin Arielle Veerman met wie hij drie kinderen kreeg. Hij woonde vanaf 1984 in Amsterdam en vanaf december 2012 in Haarlem, waar hij een zoon kreeg met zijn vriendin. Dood Zwagerman leed aan een auto-immuunziekte, de ziekte van Bechterew, en aan depressies. Op 8 september 2015 maakte zijn uitgeverij De Arbeiderspers bekend dat Zwagerman op 51-jarige leeftijd in zijn woonplaats Haarlem een eind aan zijn leven had gemaakt. Hij werd begraven nabij Lucebert op de algemene begraafplaats in Bergen. In 2020 publiceerde zijn ex-vrouw Arielle Veerman het boek De langste adem, een memoir over hun leven samen, de scheiding en zijn dood. Werk Romans Zwagerman debuteerde in 1986 met de roman De houdgreep, die door Carel Peeters in Vrij Nederland werd bestempeld als 'het meestbelovende debuut sinds jaren'. Zijn doorbraak naar een breed publiek kwam met de roman Gimmick! (1989), die in 1996 voor het theater bewerkt werd door Theatergroep De Kwekerij. Het boek geeft een beeld van de trendy uitgaanscultuur en kunstenaarswereld van Amsterdam, waar hij in die tijd veel in verkeerde. In 1991 verscheen de roman Vals licht, die werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en in 1993 werd verfilmd door Theo van Gogh. Ook De buitenvrouw (1994) bereikte de longlist van de AKO-prijs. De buitenvrouw beschrijft een liefde in multiculturele tijden. Nadien volgden de romans Chaos en Rumoer en Zes Sterren. In 2010 verscheen van Zwagerman de novelle Duel als Boekenweekgeschenk. Deze novelle bevatte zowel twee prologen als twee epilogen Gedichten Zwagerman was ook dichter. Zijn eerste dichtbundel Langs de doofpot verscheen in 1987. Zijn recentste bundel Roeshoofd hemelt uit 2005 werd in 2007 bekroond met de driejaarlijkse Paul Snoek Poëzieprijs van het stadsbestuur van Sint-Niklaas. Deze bundel beleefde vier herdrukken. Zijn laatste gedichtenbundel Voor alles verscheen in 2014, een jaar voor zijn dood. In deze bundel is een gelijknamig gedicht opgenomen. Het is een lange opsomming van alles waar Zwagerman bang voor was. Wende Snijders zette dit gedicht na zijn dood op muziek. Zij won met Voor alles de Annie M.G. Schmidtprijs 2017. Essays Zwagermans essaybundels Pornotheek Arcadië (2000) en Het vijfde seizoen (2003) bereikten de longlist van de Gouden Uil en de AKO Literatuurprijs. NRC Handelsblad typeerde Zwagerman als 'een van de best schrijvende essayisten van dit moment'. Ook Alles is gekleurd bereikte de longlist van de AKO Literatuurprijs. Alles is gekleurd werd een bestseller in het genre. Zwagermans essaybundel Transito (2006) bereikte in 2007 de shortlist van de AKO Literatuurprijs. Columnist en presentator Zwagerman was ook actief als columnist, van 1998 tot 2001 voor de Volkskrant en in 2001 en 2002 voor NRC Handelsblad. In 2003 en 2004 was hij presentator van het VPRO-televisieprogramma Zomergasten, waarin hij onder anderen Ayaan Hirsi Ali ontving, die in dat programma haar controversiële film Submission liet vertonen. Daarnaast maakte hij in 1998 met collega-schrijver Ronald Giphart een theatertournee, die in 2000 een reprise beleefde. Schrijversestafette In 2000 publiceerden negen toonaangevende oudere auteurs, onder wie Gerrit Komrij, Harry Mulisch, Adriaan van Dis en Marga Minco, een schrijversestafette getiteld 'De schrijver'. De negen schrijvers van de oudere generatie kozen Zwagerman als schrijver van de jongere generatie om het feuilleton af te ronden. De schrijversestafette resulteerde in het boek De Schrijver (De Bezige Bij, 2000). Gastschrijver en bloemlezer Zwagerman was in 1999 gastschrijver aan de Rijksuniversiteit Groningen en in 2003 gastschrijver aan de Universiteit Leiden. In 2005 stelde hij de bloemlezing De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 tot nu samen. In 2006 verzorgde hij aan de Radboud Universiteit de Frans Kellendonklezing. Eerdere sprekers in deze lezingenreeks waren onder anderen Oek de Jong en Kees Fens. Pamflettist Zwagerman ontwikkelde zich de laatste jaren steeds meer tot een politiek geëngageerd columnist en pamflettist; zo publiceerde hij in 2007 het pamflet De schaamte voor links, waarin hij de ontwikkelingen sinds de jaren zestig bij links Nederland, maar bij de PvdA in het bijzonder, op de mestvaalt van de geschiedenis werpt en voorstelt terug te keren naar de oude sociaaldemocratische idealen van volksverheffing en sociale cohesie. Een fusie tussen PvdA en SP zou dan denkbaar worden. Dit pamflet trok binnen en buiten de PvdA de nodige aandacht. Beeldende kunst Sinds 2010 schreef hij in de Volkskrant een wekelijkse rubriek over beeldende kunst en literatuur, getiteld 'Zwagerman kijkt' ofwel 'Zwagerman leest'. Hij trad geregeld op in het televisieprogramma De Wereld Draait Door, waarin hij sedert 2011 maandelijks een item had waarin hij vertelde over kunst. Gastcurator In 2012 was Zwagerman gastcurator van het Museum of the Image (MOTI) in Breda en stelde hij de tentoonstelling Rollercoaster samen. In 2013 opende in Gemeentemuseum Den Haag de tentoonstelling De ruimte trilt een pennenstreek, met beelden van Pieter Bijwaard en Harald Vlugt en gedichten van Zwagerman zelf. De tentoonstelling stond in het teken van Zwagermans vijftigste verjaardag in november 2013. In 2014 maakte Zwagerman voor het Teylers Museum de tentoonstelling Zwagerman kiest, vernoemd naar 'Zwagerman kijkt' in de Volkskrant, zijn rubriek over beeldende kunst. Laatste werk In april 2015 werd bekend dat Zwagerman zou vertrekken bij uitgeverij De Arbeiderspers en de overstap zou maken naar uitgeverij Hollands Diep. Het eerste boek van de schrijver bij Hollands Diep zou naar verwachting in 2017 verschijnen. Op de dag van zijn overlijden in september 2015 kwam zijn non-fictietitel De stilte van het licht uit bij De Arbeiderspers. Succes en erkenning Zwagermans werk verscheen in vertaling in twaalf landen, waaronder Duitsland, Frankrijk, Japan en Hongarije. In 2000 werd de Duitse vertaling van De buitenvrouw (Die Nebenfrau) genomineerd voor de Nordrhein-Westfalen Literaturpreis. Ook ontving Zwagerman voor Die Nebenfrau de Literaire Prijs van de stad München. Zwagerman behoort samen met auteurs als Connie Palmen en Arnon Grunberg tot de meest gelezen Nederlandse schrijvers van zijn generatie. Dat bleek eens te meer toen hij in het najaar van 2003 veertig jaar werd: zijn uitgeverij De Arbeiderspers maakte bij die gelegenheid bekend dat tot dan toe van zijn boeken in totaal meer dan 1,1 miljoen exemplaren waren verkocht, exclusief vertalingen. In januari 2008 werd hem de Gouden Ganzenveer toegekend, voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan de Nederlandse geschreven cultuur. Eerdere laureaten waren onder meer Jan Tinbergen, Lou de Jong, Kees van Kooten en Jan Blokker. In het tv-programma College Tour zei Harry Mulisch in 2010 dat als er een schrijver in Nederland genoemd moest worden die Mulisch' plaats na zijn dood enigszins zou kunnen innemen, dat het Joost Zwagerman zou zijn. (Enkele seconden later gaf Mulisch toch de voorkeur aan A.F.Th. van der Heijden.) Zwagerman als personage Zwagerman treedt op als het personage Jeroen Jonkers in de roman De grachtengordel van Geerten Meijsing uit 1992. Arie Storm portretteerde hem als zijn studievriend in zijn roman Als een diadeem van dauw uit 2017, waar hij steeds als 'mijn vriend' wordt aangeduid. Joost Zwagerman Essayprijs Na zijn overlijden is er een jaarlijkse prijs naar Zwagerman genoemd, de Joost Zwagerman Essayprijs, een initiatief van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en de Van Bijleveltstichting. Literair archief Als jongste schrijver ooit schonk Zwagerman zijn literaire archief in 2015 aan het Letterkundig Museum. Het archief bevat zowel papieren als digitale stukken. Het geeft een beeld van Zwagermans maatschappelijke betrokkenheid en weerspiegelt zijn grote belangstelling voor beeldende kunst, fotografie, film en popmuziek. Bibliografie Verhalend proza 1986 - De Houdgreep, roman 1987 - Kroondomein, verhalen 1989 - Gimmick!, roman 1991 - Vals licht, roman 1994 - De buitenvrouw, roman 1996 - Tomaatsj, novelle 1997 - Chaos en rumoer, roman 1998 - Het jongensmeisje, verhalen 2002 - Zes sterren, roman 2010 - Duel, Boekenweekgeschenk, novelle Gedichten 1987 - Langs de doofpot, gedichten 1988 - De ziekte van jij, gedichten 1993 - De mooiste vrouw ter wereld, gedichten 2001 - Bekentenissen van de pseudomaan, gedichten 2005 - Roeshoofd hemelt, gedichten 2005 - Tot hier en zelfs verder. De vroege gedichten 2010 - Beeld verplaatst, gedichten bij kunstwerken van o.a. Erwin Olaf, Rineke Dijkstra, Marlene Dumas en Rob Scholte 2012 - De wereld is hier, een keuze uit de gedichten 2014 - Voor alles, gedichten 2016 - Wakend over God Non-fictie 1993 - Collega's van God, essays 1993 - De kus van Michael Jackson, jeugdboek 1996 - In het wild, essays en kritieken 2000 - Pornotheek Arcadië, essays 2001 - Walhalla, essays 2001 - Landschap met klein vuil, columns 2003 - Het wilde westen, columns 2003 - Het vijfde seizoen, essays 2004 - Tussen droom en daad in Dubbelstad: Alkmaar in feit en fictie 2005 - Door eigen hand, Zelfmoord en de nabestaanden, essays en interviews 2006 - Perfect Day en andere popverhalen 2006 - Transito, essays 2007 - De schaamte voor links, pamflet 2007 - Hollands welvaren 2009 - Hitler in de polder & Vrij van God, pamflet 2011 - Alles is gekleurd, Omzwervingen in de kunst 2012 - Kennis is geluk, Nieuwe omzwervingen in de kunst 2013 - Americana 1 & 2, Omzwervingen in de Amerikaanse cultuur 2015 - De stilte van het licht: Schoonheid en onbehagen in de kunst Door Zwagerman samengestelde bloemlezingen 2005 - De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen 2006 - De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 60 lange verhalen 2007 - De ontdekking van de literatuur. The Paris Review Interviews 2008 - De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 200 essays 2009 - Het volmaakte kleine stukje, een keuze uit het werk van Kees Fens 2016 - The Penguin Book of Dutch Short Stories Secundaire literatuur 2003 - Standplaats Zwagerman (door Elik Lettinga) Jaap Goedegebuure: 'Levensbericht Johannes Jacobus Willebrordus Zwagerman'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden , 2015-2016, pag. 153-160 2018 - Leven in een doodgeboren droom. De wereld van Joost Zwagerman (door Rémon van Gemeren) 2020 - Arielle Veerman, De langste adem (uitgeverij Prometheus), (auto)biografie, over haar leven met Joost Zwagerman voor en na hun scheiding Externe links Website van Joost Zwagerman KB Zwagerman als dichter Nederlands romanschrijver 20e-eeuws schrijver 21e-eeuws schrijver Nederlands dichter Nederlands televisiepresentator Nederlands columnist Nederlands essayist Persoon overleden door zelfdoding
Laatste werk In april 2015 werd bekend dat Zwagerman zou vertrekken bij uitgeverij De Arbeiderspers en de overstap zou maken naar uitgeverij Hollands Diep. Het eerste boek van de schrijver bij Hollands Diep zou naar verwachting in 2017 verschijnen. Op de dag van zijn overlijden in september 2015 kwam zijn non-fictietitel De stilte van het licht uit bij De Arbeiderspers.
1
vertrek, locatie, bestemming
4,655
ContactPoint
2906481
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vertegenwoordiging%20van%20de%20Vlaamse%20Regering%20in%20Wenen
Vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering in Wenen
De Vlaamse Vertegenwoordiging in Wenen is sinds 2001 gevestigd in deze Oostenrijkse hoofdstad. Deze Vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering is het permanente communicatiekanaal van de Vlaamse regering met Oostenrijk, maar hij is ook bevoegd voor Tsjechië en Hongarije. Locaties De Vlaamse Vertegenwoordiging in Wenen is gehuisvest in de Elisabethstraße 16/1 in Wenen. Op hetzelfde adres zijn gevestigd: Tourism Flanders Brussels en Flanders Investment & Trade. In Hongarije is de vertegenwoordiging gevestigd in Táltos utca 15b in Boedapest. In Tsjechië is de vertegenwoordiging gevestigd in de Belgische ambassade, Valdštejnská 6 in Praag, waar ook Flanders Investment & Trade gehuisvest is. Opdracht De Vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering verzorgt de diplomatieke, politieke en maatschappelijke contacten tussen Oostenrijk, Hongarije Tsjechië enerzijds en Vlaanderen anderzijds, op alle domeinen waarvoor Vlaanderen in België bevoegd is, zoals onderwijs, gezondheidszorg, sociaal welzijn, de federale staatsstructuur, wetenschap en innovatie, landbouw, leefmilieu, cultuur, kunsten en erfgoed. De Vertegenwoordiging begeleidt tevens de werkbezoeken van de Vlaamse ministers en parlementsleden. De Oostenrijkse gesprekspartners zijn zowel de beleidsmakers en de lokale overheden, maar ook de internationale instellingen die in Oostenrijk zijn gevestigd, zoals UNIDO, het internationale toezicht op de wapenhandel en het talencentrum van de Raad van Europa. Voor handel en investeringen en voor toerisme zijn respectievelijk Flanders Investment and Trade (FIT) en Toerisme Vlaanderen bevoegd. Externe links Vlaanderen in Oostenrijk (Officiële Website) Departement Internationaal Vlaanderen Internationale betrekkingen van Vlaanderen Politiek in Wenen
De Vlaamse Vertegenwoordiging in Wenen is sinds 2001 gevestigd in deze Oostenrijkse hoofdstad. Deze Vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering is het permanente communicatiekanaal van de Vlaamse regering met Oostenrijk, maar hij is ook bevoegd voor Tsjechië en Hongarije.
1
contactpunt, klantenservice, communicatiekanaal
8,446
MonetaryAmountDistribution
309075
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kansspel
Kansspel
Een kansspel of hazardspel is een speltype waarbij het toeval bepaalt of een speler een bepaalde prijs wint. Een kansspel kan niet op een tactische manier worden gewonnen. Het hebben van 'geluk' speelt derhalve een dominante rol. Veel kansspelen zijn gebaseerd op het gokken van het juiste getal of combinatie van getallen die op een bepaald moment worden getrokken. Zo'n spel noemt men een loterij. Bij een spel waarbij de deelnemer zelf een of meer nummers kiest zonder directe controle of iemand anders datzelfde nummer of diezelfde nummers heeft gekozen moet een prijs in voorkomend geval soms gedeeld worden. Zelfs binnen één kansspel geldt dit soms voor een deel van de prijzen wel, voor een deel niet. Bij een commercieel kansspel is de verwachtingswaarde van de winst voor de speler kleiner dan de inzet. Wanneer men zo'n kansspel toch aantrekkelijk vindt spreekt men wel van risico-preferentie. Wel is het maximale verlies vaak van tevoren duidelijk: het bedrag van de inzet. Ook is het maximale verlies vaak klein vergeleken met de maximale winst. Gokken of wedden is een bezigheid waarbij iemand probeert de uitslag te voorspellen van een spel, wedstrijd, toernooi enzovoort. De uitslag van het spel is geheel of gedeeltelijk toevallig. De uitkomst van de meeste gokspelen wordt niet door kennis of bekwaamheid bepaald. Uitzonderingen daarop zijn bijvoorbeeld poker en blackjack, waarbij technieken en tactieken een rol spelen. Ook bij bijvoorbeeld sportweddenschappen zijn deze dingen van belang, evenals kennis en het kunnen inschatten van kansen. Ook hier gaat het dus niet om puur toevallige gebeurtenissen, zoals bij bijvoorbeeld roulette. Spelers zetten voor het spel een geldbedrag of iets van waarde in. Na de uitslag wordt er een winst aan de winnaar uitgekeerd. Kansspelen zijn niet altijd een ongevaarlijk tijdverdrijf: soms kunnen de inzetten onverantwoord hoog worden en er kan ook gokverslaving ontstaan. Weddenschap (tussen personen) Een weddenschap is een afspraak tussen twee of meer personen, waarin gewed wordt op een mogelijke uitkomst. Meestal is dit in de persoonlijke sfeer. Weddenschappen kunnen diverse vormen aannemen, en afhankelijk van de aard van de weddenschap kan een tegenprestatie worden geëist bij verlies van de weddenschap. Vrijwel altijd heeft een weddenschap een inzet. Een voorbeeld is een weddenschap over of een rode sinaasappel bestaat of niet, of een weddenschap die voorspelt dat de Wikipedia voor eind van dit millennium nog bestaat. Veel weddenschappen staan in het teken van 'gelijk krijgen'. Soorten gokkers Uit onderzoek blijkt dat er verschillende soorten gokkers bestaan: De recreatieve speler Speelt voor de gezelligheid en niet alleen voor het spel. Hij weet zich te beheersen qua tijd, geld en gedrag. De problematische speler Komt voor het spel, geeft meer geld uit aan gokken dan goed is en besteedt er te veel tijd aan. Het spelen geeft hem spanning en opwinding. De verslaafde speler Het gaat de verslaafde om het spelen zelf. Dag en nacht is hij ermee bezig. Alles wordt gedaan om maar te gokken. Liegen, manipuleren en (kleine) criminaliteit komen voor. De wil om te stoppen is zwak. De professionele speler Is gedisciplineerd, rookt en drinkt niet. Ziet gokken als een vorm van inkomen. Hij weet zijn gokhobby in de hand te houden. Pathologisch gokken Gokken kan een hobby zijn, een vorm van ontspanning. Maar het kan ontaarden tot problematisch gokken of pathologisch gokken. Dit laatste wordt in de DSM beschreven als een geestelijke ziekte en valt onder de stoornissen van de impulsbeheersing. Gokverslaafden zullen steeds meer gokken om eenzelfde opgewonden gevoel te krijgen, met hogere inzetten of verhoogde frequentie als gevolg. Bij sommige gokkers zijn ontwenningsverschijnselen vastgesteld bij een gokstop. Het gevolg van deze verslaving is dat de gokkers onder meer geld en sociale contacten verliezen. Soms liegen ze om aan geld te raken en gaan ze niet meer werken. Niet kunnen gokken, of het maken van verlies brengt prikkelbaarheid mee en depressiviteit. Een gokverslaving heeft veel kenmerken van andere verslavingen. Uit een onderzoek bij gokkers in 2004 bleek dat 14% voldeed aan de kenmerken van problematisch gokken, 42% is risicogokker en 44% heeft geen gokproblemen. Het hoogste percentage probleemgokkers is te zien in de speelautomatenhallen. Dat gokken online kan, verlaagt voor velen de drempel en heeft een negatieve invloed op het gokgedrag. Risico's Door overmatig gebruik ontstaan er enkele risico's in de volgende segmenten: Financieel Het onschuldig gokken met kleinere bedragen wordt doorgaans opgedreven met grotere bedragen om de behoeften te blijven bevredigen. Indien er niet langer met eigen kapitaal kan worden gespeeld worden externe middelen gezocht om de verslaving te blijven voeden. Naast het lenen bij familieleden/vrienden kunnen ook bij banken leningen worden afgesloten om over een groter kapitaal te beschikken of om reeds gemaakte schulden af te betalen. Deze elementen verhogen de kans om in een vicieuze cirkel te belanden. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om uit deze situatie te geraken. Werk/Studies De verslaving kan ertoe leiden dat het belang van een werkkring of een studie ondergeschikt wordt. Dit kan op termijn resulteren in het geregeld ziekmelden of het doorschuiven van opdrachten naar een collega. Sociaal Het contact met mensen in de directe omgeving kan teruglopen tot op een laag pitje. Hobby's of ontspannen activiteiten verdwijnen door het geïsoleerd geraken als gevolg van de toenemende drang om te gokken. Door deze isolatie kan het zelfbeeld verslechteren waardoor de verslaafde in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Psychisch De gedachten die in het hoofd circuleren om steeds weer aan geld te geraken, zorgen voor stress. Hierdoor ontstaat een eigen wereld van depressie en/of angsten. Zo kan uiteindelijk zelfmoord nog als enige oplossing worden gezien. Lichamelijk Overmatig gokken gaat vaak samen met het nuttigen van veel alcohol en/of het roken van legale of illegale middelen. Het steeds terugkerende gevoel om de behoefte van het gokken te bevredigen kan leiden tot lichamelijke klachten als: vermoeidheid hoofdpijn slapeloosheid maagklachten Regulering en wetgeving Nederland In Nederland worden kansspelen gereguleerd door de Wet op de kansspelen. Hierin is onder meer bepaald dat niet iedereen kansspelen mag organiseren. Over prijzen groter dan € 449 wordt kansspelbelasting geheven. Ook wanneer iemand een zeer simpele vraag moet beantwoorden en er een prijs onder de goede inzendingen wordt verloot, geldt dit als kansspel. Er is een kansspelautoriteit. Sinds 1 oktober 2021 is de nieuwe Wet Kansspelen Op Afstand (KOA) in werking getreden. Vanaf dat moment kunnen online casino's met een vergunning onder strenge regels kansspelen online aanbieden. België In België zijn spel- en weddenschappen principieel verboden, behalve de volgende uitzonderingen: Casino's: In België zijn er negen casino's. Je moet minimum 21 jaar zijn om hier binnen te mogen. Speelhal: In België zijn er 180 speelhallen. Ook hier moet je minimum 21 jaar zijn om er binnen te raken. Bingokasten: maximaal twee per café. Nationale Loterij en sportweddenschappen: Om hieraan mee te kunnen doen moet je minimum 18 jaar zijn. De casino's, speelhallen en bingokasten in cafés worden door de Kansspelcommissie gecontroleerd. In de loop van 2010 zou in België een nieuwe wet op de kansspelen en de bescherming van de speler moeten goedgekeurd worden, waarin er ook een wettelijk kader voor "weddenschappen" is voorzien, alsook internet-gokken zou aan die nieuwe wet gebonden zijn. Zo zouden er ook 1000 wedlokalen in België komen met mogelijk twee gokautomaten. Sinds januari 2011 zijn online kansspelen geregulariseerd in België. Eind 2017 kondigde minister van Justitie Koen Geens nieuwe wetgeving aan voor reclame rond kansspelen en gokken. Concreet wou Geens gokreclame verbieden voor 20 uur 's avonds, net als tijdens en 15 minuten voor en na live-uitzendingen van sportwedstrijden en uitzendingen die zich op minderjarigen richten. Een uitzondering zou worden gemaakt voor sportuitzendingen (niet-live) voor 20 uur, waarbij voor en na de uitzending wel gokreclame zou mogen worden getoond. Ook zou er maar één gokreclame mogen getoond worden tijdens elk reclameblok en zouden die bovendien boodschappen over verantwoord gokken moeten bevatten. Bovendien zou gokreclame niet meer aanwezig mogen zijn op de uitrusting van minderjarige sporters. Ten slotte wou Geens ook het aantal fysieke wedkantoren beperken, online gokken limiteren tot 500 euro per persoon per maand en de gemeenten meer inspraak geven in de vergunning van en controle op kansspelen. De Kansspelcommissie gaf aan tevreden te zijn met de aangekondigde strengere regels. Zie ook Belspel Casino (gokken) Dobbelen Gokautomaat Kaartspel Krasspel Loterij Lotto Online casino Risico Roulette (spel) Sportweddenschap Sweepstake
Gokken of wedden is een bezigheid waarbij iemand probeert de uitslag te voorspellen van een spel, wedstrijd, toernooi enzovoort. De uitslag van het spel is geheel of gedeeltelijk toevallig. De uitkomst van de meeste gokspelen wordt niet door kennis of bekwaamheid bepaald. Uitzonderingen daarop zijn bijvoorbeeld poker en blackjack, waarbij technieken en tactieken een rol spelen. Ook bij bijvoorbeeld sportweddenschappen zijn deze dingen van belang, evenals kennis en het kunnen inschatten van kansen. Ook hier gaat het dus niet om puur toevallige gebeurtenissen, zoals bij bijvoorbeeld roulette. Spelers zetten voor het spel een geldbedrag of iets van waarde in. Na de uitslag wordt er een winst aan de winnaar uitgekeerd.
1
statistische verdeling, geldbedrag, percentielen
10,755
DefinedRegion
2018893
https://nl.wikipedia.org/wiki/Juiz%20de%20Fora%20%28microregio%29
Juiz de Fora (microregio)
Juiz de Fora is een van de 66 microregio's van de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais. Zij ligt in de mesoregio Zona da Mata en grenst aan de microregio's Cataguases, Ubá, Barbacena, São João del-Rei, Andrelândia, Barra do Piraí (RJ) en Três Rios (RJ). De microregio heeft een oppervlakte van ca. 8.923 km². In 2007 werd het inwoneraantal geschat op 760.767. Drieëndertig gemeenten behoren tot deze microregio: Aracitaba Belmiro Braga Bias Fortes Bicas Chácara Chiador Coronel Pacheco Descoberto Ewbank da Câmara Goianá Guarará Juiz de Fora Lima Duarte Maripá de Minas Mar de Espanha Matias Barbosa Olaria Oliveira Fortes Paiva Pedro Teixeira Pequeri Piau Rio Novo Rio Preto Rochedo de Minas Santa Bárbara do Monte Verde Santa Rita de Ibitipoca Santa Rita de Jacutinga Santana do Deserto Santos Dumont São João Nepomuceno Senador Cortes Simão Pereira Juiz de Fora
Juiz de Fora is een van de 66 microregio's van de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais. Zij ligt in de mesoregio Zona da Mata en grenst aan de microregio's Cataguases, Ubá, Barbacena, São João del-Rei, Andrelândia, Barra do Piraí (RJ) en Três Rios (RJ). De microregio heeft een oppervlakte van ca. 8.923 km². In 2007 werd het inwoneraantal geschat op 760.767.
4
regio, postcodegebied, geografisch gebied
11,707
Sculpture
5525208
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul%20Du%20Bois
Paul Du Bois
Paul Du Bois (ook geschreven als Paul Dubois) (Aywaille, 23 september 1859 – Ukkel, 12 augustus 1938) was een Belgisch beeldhouwer en medailleur. Zijn werk wordt gerekend tot de art-nouveau-stijl. Hij was een van de elf oorspronkelijke oprichters van Les XX. Biografie Du Bois was een leerling van Louis François Lefebvre, Eugène Simonis en Charles Van der Stappen. Hij studeerde van 1877 tot 1883 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel. In 1884 won hij de Godecharleprijs voor zijn standbeeld Hippomène. Du Bois was tegen het einde van de negentiende eeuw als kunstenaar actief in de moderne bewegingen binnen de artistieke expressie in België. Hij was een van de stichtende leden van de Brusselse avant-garde groep Les XX. Na de eeuwwisseling werd hij professor aan de Academies van Bergen (1900-29) en Brussel (1901-29) Werken Du Bois maakte diverse portretbustes, kleine sculpturen, medailles, grotere openbare monumenten en grafsculpturen en werkte daarbij vaak in opdracht. Een bijzonder beeld dat De Bois maakte was Minerva (ook bekend als de Vrijheid) uit 1902 . Het werk bevindt zich in het Museum van de Stad Brussel en bestaat uit diverse kostbare materialen waaronder, ivoor, zilver en koper. Het wordt niet alleen gezien als een uiting van het art-nouveau maar ook als voorbeeld van het symbolisme. Enkele voorbeelden van zijn openbare werken zijn: Monument ter ere van Frédéric de Merode (1898) op het martelaarsplein in Brussel De vier elementen (1889) in de Kruidtuin Een bekend voorbeeld van zijn werk als medailleur is zijn ontwerp uit 1919 voor de Overwinningsmedaille van België die aan de veteranen werd uitgereikt na de Eerste Wereldoorlog. De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België hebben diverse beelden van Du Bois in hun collectie. Galerij Externe link Biografie (artindex) Belgisch beeldhouwer Belgisch medailleur
Biografie Du Bois was een leerling van Louis François Lefebvre, Eugène Simonis en Charles Van der Stappen. Hij studeerde van 1877 tot 1883 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel. In 1884 won hij de Godecharleprijs voor zijn standbeeld Hippomène. Du Bois was tegen het einde van de negentiende eeuw als kunstenaar actief in de moderne bewegingen binnen de artistieke expressie in België. Hij was een van de stichtende leden van de Brusselse avant-garde groep Les XX.
1
beeldhouwwerk, sculptuur, standbeeld
5
Accommodation
2386509
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fort%20Ajmer
Fort Ajmer
Fort Ajmer, ook wel Amber, is een kasteel dat diende als verblijfplaats van de keizers in Ajmer, Rajasthan. Het werd gebouwd vanaf 1592 door radja Jai Singh I en uitgebreid door Sawai Jai Singh in rode zandsteen en marmer. Met 5000 bezoekers per dag (1,4 miljoen per jaar) is het een van de meest toeristische plaatsen in India. Het fort werd in 2013 tijdens de 37e sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed als een van de zes Heuvelforten van Rajasthan erkend als UNESCO-werelderfgoed en onder die naam ingeschreven op de werelderfgoedlijst. Bouw Het gebouw beslaat tegenwoordig 4 km² en is een mengeling van elementen uit de Hindu- en Mogol-architectuur. Het bestaat uit een reeks van gebouwen op 4 verschillende niveaus telkens rond een binnenplaats. Daarnaast behoort ook een tuin met een kunstmatig meer tot het complex. De tuinen en het meer De tuinen grenzen aan de rand van de stad en liggen aan beide zijden het kunstmatige Mahotameer. Het meer diende ook als waterreserve. Bij een bezoek aan het fort moet men eerst een stukje door de rechterkant van de tuinen tot aan de weg naar het kasteel. Eerste binnenplaats Op de plattegrond uiterst links. Door de Suraj Pole (Zonnepoort) komt men op de eerste binnenplaats. Deze werd gebruikt bij grote gelegenheden en was voor iedereen (van het mannelijke geslacht) toegankelijk. Hier werden militaire defilés gehouden. Het was ook de verzamelplaats voor de soldaten en slaapplaatsen en stallen voor de paarden liggen rond het plein. De binnenplaats en omringende gebouwen werden door Sawai Jai Singh (1693–1743)gebouwd. Van deze binnenplaats gaat een grote trap door de Ganesh Pol of de poort van Ganesha, genoemd naar de hindoegod, naar de private ruimtes van de koninklijke familie. Vanop deze poort konden de vrouwelijke leden van de familie de bezigheden op het plein volgen door geblindeerde ramen. Sila Devitempel Op de rechterzijde van het plein is een kleine tempel genoemd naar Sila Devi, een reïncarnatie van Kali (Durga). De toegang tot de tempel gaat via een zilveren poort. Binnenin staan twee zilveren leeuwen het heiligdom te bewaken. Het werd ter ere van de overwinning in 1604 gebouwd. Tweede binnenplaats In de linkerhoek van de tweede binnenplaats staat een platform ondersteund door 27 zuilen. Dit gebouwd, de "Diwan-i-Am", diende als publieke audiëntieruimte voor de radja. Een zuilenrij grenzend aan de Diwan-i-Am, links op het plein, diende als kantoor voor ambtenaren. Aan de overzijde van het plein waren kamers voor dienaren en ambtenaren. Derde binnenplaats De derde binnenplaats waren de private kamers van de maharadja, zijn familie en hun bedienden. Het plein heeft in het midden aangelegde tuinen met aan de linkerzijde de Jai Mandir. De Jai Mandir of Sheesh Mahal (spiegelpaleis) is volledig bezet met honderden stukjes spiegel waardoor het weinige licht van olielampen goed verspreid werd in de ruimte. Aan de rechterzijde van het plein, tegenover Jai Mandir, staat de "Sukh Mahal" (paleis van plezier). De tuinen De tuinen tussen de Jai Mandir en de Sukh Niwas (Suhk Mahal) zijn aangelegd door Raja Jai Singh (1623–68) en bestaat uit een hexagonale vorm met smalle kanalen in marmer die een stervormige vijver voeden. De kanalen krijgen water via een reeks aan watervallen van de Sukh niwas (Suhk Mahal). Leeuwenpoort De leeuwenpoort was voor de aanbouw een toegangspoort tot de private kamers van de koninklijke familie, de vierde binnenplaats. Op het einde was het enkel nog de harem en werd de 3de binnenplaats voor de (mannelijke leden) van de koninklijke familie. De poort werd eveneens gebouwd door Sawai Jai Singh (1699–1743). Vierde binnenplaats Het plein wordt omringd door kamers en op de tweede verdieping balkonnen. Deze binnenplaats was de harem en huisde de dames van het hof (familie en minnaressen) en bestond uit verschillende private kamers elk voor één dame. Tripoliapoort (driepoorten) Is de poort die toegang geeft aan het Man Singh Paleis, een uitgang naar de tuinen via de vijfde binnenplaats, naar de dienstgang en naar Zenana Deorhi in het zuiden. Paleis van Man Singh I Het paleis van Man Singh I (1589–1614) is het oudste gedeelte van het complex en was klaar in 1599, na 25 jaar bouwen. Een klein paviljoen (Baradari), centraal op het plein en ondersteund door meerdere zuilen, werd gebruikt door de vrouwen van de maharadja. Op deze binnenplaats staat de Jas Mandir, de heel private audiëntie kamer van de maharadja. Deze binnenplaats had achteraan ook een gang die uitkwam in de dienstgang waarlangs goederen en voedsel naast het paleis gevoerd werden. Hierdoor konden dames zonder gezien te worden en zonder door het ganse paleis te gaan, ongemerkte het paleis verlaten. Vijfde "binnenplaats" De vijfde plaats was een plaats aan de achterzijde van het paleis waar de paarden werden gestald (uiterst rechts op de plattegrond). Historiek Voor de middeleeuwen was het een klein dorpje, genaamd Amba, dat rond 1037 onder gezag van de Kachwaha kwam. Man Singh, een vertrouweling en bevelhebber onder Akbar de Grote, begon aan het paleis en bouwde de gebouwen rond de derde en vierde binnenplaats. Zijn opvolger Jai Singh I vervolledigde het paleis met de tweede en de eerste binnenplaats. In de daaropvolgende jaren werden nog kleine verbouwingen gedaan, tot Sawai Jai Singh II in 1727 de hoofdstad verlegde naar Jaipur. Foto's Externe link Webstek van Ajmer Fort in Rajasthan Jaipur Ajmer Werelderfgoed in India Bouwwerk in Rajasthan
Fort Ajmer, ook wel Amber, is een kasteel dat diende als verblijfplaats van de keizers in Ajmer, Rajasthan. Het werd gebouwd vanaf 1592 door radja Jai Singh I en uitgebreid door Sawai Jai Singh in rode zandsteen en marmer.
1
accommodatie, verblijf, logies
1,853
Continent
21347
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sahara
Sahara
De Sahara (Arabisch : الصحراء الكبرى) is de grootste woestijn op aarde. Deze is gelegen in Noord-Afrika en beslaat ongeveer 31% van het continent. De naam Sahara is afgeleid van het Arabische woord sahra, dat woestijn in algemene zin betekent. De Sahara strekt zich uit van de Westelijke Sahara aan de Atlantische Oceaan tot in Egypte aan de Rode Zee. Aan de noordzijde wordt ze begrensd door de Middellandse Zee en het Atlasgebergte. De zuidzijde wordt gevormd door de Sahel, een gebied dat enigszins begroeid is. Er zijn meerdere definities over waar de grens van de Sahara precies loopt, deze is dus onduidelijk, maar deze definities zijn van toepassing op de verschillende soorten begroeiing. Geschiedenis Klimaatverandering Hoewel vandaag de dag de Sahara een grote woestijn is, was dat niet altijd zo. Dit heeft te maken met de Milanković-parameters waarbij de omloopbaan, precessie en ashelling van de Aarde in verschillende cycli varieert. In bepaalde tijdvakken zorgt de samenloop van deze parameters ervoor dat de moesson noordelijker valt en daarmee de Sahara in een savanne verandert. Uit onderzoek blijkt dat er vroeger rivieren stroomden en het Tsjaadmeer ooit groter was dan de Kaspische Zee. Tijdens het Pleistoceen was er zo'n periode, en er groeiden dan ook veel plantensoorten. In deze perioden konden mensen zich goed handhaven in deze gebieden als jager-verzamelaars. Vermoedelijk leefden de nijlpaarden, olifanten, bavianen, katachtigen etc. nog tot in het Neolithicum in het gebied dat tegenwoordig de Sahara heet, en tot een miljoen jaar geleden waren er nog planten terug te vinden die we tegenwoordig alleen in natte, vochtige gebieden aantreffen of zelfs in de tropen. In de Sahara zijn nog resten terug te vinden van diverse menselijke soorten, zoals de Homo habilis en de Homo australopithecus, vermoedelijk al ruim vijf miljoen jaar geleden. In de huidige Sahara kunnen dan ook tot twee miljoen jaar oude stenen werktuigen worden aangetroffen. Van 38.000 tot 18.000 v.Chr. werd de noordelijke Sahara, tot aan Ahaggar, Tassili en Tibesti dichtbevolkt door mensen afkomstig uit Noord-Afrika. Tussen 18.000 en 10.000 v.Chr. beleefde de Sahara een extreem droge periode, waarin de woestijn zich verder naar het zuiden uitbreidde. Mogelijk hebben deze afwisselende periodes van droogte en begroeiing meerdere migraties van Afrika naar Eurazië veroorzaakt, waarbij de natte periodes de mensen vanuit het zuiden naar de Sahara lokte en de droogte hen naar het noordwesten dreef. (zie Saharapomp-hypothese) Holoceen subpluviaal Na 10.000 v.Chr. werd de Sahara weer vochtiger, en rond 7.000 v.Chr. begint het Holoceen subpluviaal, waarin de Sahara een aanmerkelijk vochtiger klimaat en een dichtere menselijke bevolking bezat. Het gebied werd toen bewoond door jager-verzamelaars en later door herders. Op verschillende locaties in de bergen zijn rotsschildering aangetroffen die bekend staan als de Rotskunst van de Sahara, zoals in Tassili n'Ajjer, Tadrart Acacus en het Tibestigebergte. De oudste tekeningen gaan vooral over dieren en de jacht daarop. Vanaf het 7e millennium v.Chr. duiken tekeningen op van herders, en vanaf het 3e millennium v.Chr. worden paarden, gevechten en later ook kamelen afgebeeld. Oude volkeren van de Sahara waren de Tenerian en de Kiffian. Vanaf het 5e millennium v.Chr. werd het klimaat steeds droger. De bewoners trokken zich terug, naar de Middellandse zeekust, Midden-Afrika en naar het gebied langs de Nijl waardoor hier de Badaricultuur ontstond. Een deel van de bevolking bleef en leerde leven met de droogte. Op verschillende plaatsen bleven oasen bestaan, gevoed door grondwater dat overbleef van de vochtige periode. Transsaharahandel De Garamanten waren een volk dat in het zuidwesten van het huidige Libië woonde. Zij waren in staat om hun gebied te bevloeien met grondwater, met tunnels gelijkend op de qanats. Toen de Feniciërs in de 9e eeuw v.Chr. de havenstad Carthago stichtten wisten zij een handelsnetwerk op te zetten met karavaanroutes om handel te drijven met de volkeren rond het Tsjaadmeer. Later dreven ze handel met de Romeinen die in de 2e eeuw v.Chr. de hele noordkust van Afrika veroverd hadden. De Romeinen zagen de woestijn als een natuurlijke grens waar een vijandig leger niet doorheen zou kunnen komen. In de 4e eeuw werden de kamelen geïntroduceerd en vanaf de 8e eeuw kwam de transsaharahandel echt goed op gang, en kwamen er meer handelsroutes. De karavanen werden gedomineerd door de Berbers en met name de Toeareg en zouden tot in de 17e eeuw de belangrijkste handelscontacten vormen tussen de koninkrijken langs de Niger, de Middellandse Zee en de Zijderoute. Via het handelsnetwerk werden slaven voor de Arabische slavenhandel aangevoerd, en het leidde tot de bloei van handelssteden zoals Ghadames, Djenné en Timboektoe. Deze laatste stad zou uitgroeien tot een handelsmetropool en een universiteit stichten. Op vele plaatsen langs de routes werden ksars gebouwd, versterkte dorpen en kastelen. Komst van de islam In 643 vielen de legers van de Omajjaden de Sahara binnen. De verovering verliep tamelijk makkelijk. De noordkust was in handen van de Byzantijnse Rijk maar dat moest zich ook al verdedigen tegen de moslims die het huidige Turkije waren binnengedrongen, waardoor de Byzantijnen Noord-Afrika aan hun lot overlieten. In de ksar van Chenini (Tunesië) hield men lange tijd stand en na verloop van tijd stond hier een nieuwe leidster op, Kahina. Zij wist de islamitische legers terug te dringen tot in het huidige Libië. In de hoop dat de moslims hun interesse zouden verliezen paste zij de tactiek van de verschroeide aarde toe maar dit bleek een vergissing. De Arabieren kwamen terug en uiteindelijk werd Kahina verslagen in het amfitheater van El Djem. De noordkust werd ingelijfd in het kalifaat van de Omajjaden die vervolgens oprukten naar Spanje. De verspreiding van de islam ging aan de kust gepaard met verovering maar de islamitische legers drongen niet dieper door in de Sahara. De islam zou zich door bekering via de karavaanroutes over de woestijn verspreiden. Later in de 16e eeuw zouden de noord- en oostkusten in handen komen van het Ottomaanse Rijk. Koloniale tijd In de loop van de 19e eeuw kwam de Sahara in Europese handen. In 1830 veroverden de Fransen Algiers en vanuit Senegal werd het zuiden van de Sahara ingenomen. Uiteindelijk zou bij de verdeling van Afrika het grootste deel van de Sahara in handen van de Fransen komen. In het oostelijke deel werden de Britten de baas (Egypte, Soedan), in Libië de Italianen en de Westelijke Sahara werd Spaans. Na de Tweede Wereldoorlog werden deze gebieden onafhankelijk. Landen in de Sahara De oppervlakte van de Sahara bedraagt ongeveer 9.065.000 vierkante kilometer. Het gebied is hiermee ongeveer 300 keer zo groot als België. De Sahara omvat, geheel of deels: Marokko en de Westelijke Sahara Mauritanië Mali Niger Algerije Tunesië Libië Tsjaad Egypte Soedan Van de Westelijke Sahara is het omstreden of het een zelfstandige staat is. Het grondgebied, dat wordt geclaimd door zowel het Polisario als door Marokko, ligt ten zuidwesten van Marokko, en is de voormalige Spaanse kolonie Spaanse Sahara. De strook net ten zuiden van de Sahara wordt de Sahel genoemd, en de landen waarin deze (half)woestijn ligt, de Sahel-landen. Klimaat, landschap en geologie De Sahara is zeer droog en de gemiddelde neerslag bedraagt minder dan 100 millimeter per jaar. De dagen zijn zeer warm en de nachten relatief koud (dit fenomeen komt voor in de meeste woestijnen). Wanneer het daarentegen wel regent kan dit vrij onverwacht gebeuren en in hevige plensbuien. Deze kunnen voor reizigers gevaarlijk zijn omdat de wadi's waardoor het water wordt afgevoerd, door hen als weg of pad worden gebruikt. Het komt dan ook weleens voor dat een onfortuinlijke reiziger niet op tijd de wadi kan verlaten en in de woestijn verdrinkt. De Sahara bestaat grotendeels uit rotsachtige gebieden. Slechts zo'n 20% van het oppervlak bestaat uit ergs. Dit zijn grote zandverstuivingen met zandduinen. Deze duinen zijn in beweging en kunnen zich langzaam verplaatsen waardoor een volledige erg in duizenden jaren van plek kan veranderen. Onder de grond bevinden zich een aantal immense waterreservoirs, waar water uit de tijd dat het nog een savanne was ligt opgeslagen, het zogenaamde fossiele water. Op verschillende plaatsen in de woestijn komt het water aan de oppervlakte. Op deze plekken bevindt zich dan een oase. In de Sahara zijn bergketens te vinden die vaak van vulkanische oorsprong zijn. In de smalle kloven wordt ook water vastgehouden. Het hoogste punt is de Emi Koussi in Tsjaad. De Sahara heeft een aantal bijzonder locaties. Helemaal in het oosten wordt deze doorsneden door de Nijl met een smalle vruchtbare kuststrook. De Richatstructuur is een cirkelvormige rotsformatie van vijftig kilometer in doorsnee, die ook wel het Oog van de woestijn wordt genoemd. In het zuidelijk deel van de woestijn ligt het Tsjaadmeer, het op een na grootste zoetwatermeer van Afrika. De Sahara kan ingedeeld worden in een aantal ecoregio's die o.a. in temperatuur en luchtvochtigheid variëren. De Tanezrouft en de Ténéréwoestijn hebben mogelijk het meest onherbergzame klimaat. Via de Sirocco komt er Saharastof, woestijnzand, via de atmosfeer tot aan België en Nederland of zelfs noordelijker dat met de regen op aarde neerkomt. Het grootste deel van het Saharastof komt echter via de oostenwind in de Atlantische Oceaan terecht. In het stof zit een hoeveelheid ijzer waarmee een groot deel van die oceaan bemest wordt. Hierdoor neemt de fotosynthese van plankton toe. Flora en fauna In de Sahara komt een grote verscheidenheid aan diersoorten voor, waaronder de addax (Addax nasomaculatus), manenschaap (Ammotragus lervia), jachtluipaard (Acinonyx jubatus) en gestreepte hyena (Hyaena hyaena). De planten zijn ook aan de grote temperatuurschommelingen aangepast. Zo hebben ze lange wortels om water gemakkelijker uit de grond te halen en ze hebben kleine en dikke bladeren. Sneeuw In de Sahara komt af en toe sneeuwval voor. Dit gebeurt maar een paar keer in de 10 jaar en vaak heel lokaal. De sneeuw blijft in het algemeen ook slechts enkele uren liggen omdat overdag de temperaturen gemiddeld boven de 10 graden uitkomen. Onder andere in 1979 viel er in grotere delen van de Sahara sneeuw. Op 7 januari 2018 viel er in de Algerijnse woestijnstad Aïn Sefra op sommige plaatsen een halve meter sneeuw. Hoger gelegen delen van de Sahara ontvangen echter vaker sneeuw. Het Atlasgebergte, hoewel aan de rand van de woestijn, kent zelfs enkele ski-resorts. Maar ook gebergten in het centrum van de Sahara krijgen soms met sneeuwval te maken. De relatieve luchtvochtigheid is weliswaar laag, maar de absolute luchtvochtigheid is genoeg om sneeuw te vormen wanneer de lucht tegen de bergen wordt opgestuwd. Het Tibestigebergte ontvangt gemiddeld iedere zeven jaar sneeuw op de hoogste toppen, en de Tahat in het Massief van Ahaggar gemiddeld iedere drie jaar. Grondstoffen In Algerije, Libië en Tsjaad wordt veel olie en aardgas gewonnen. In Marokko wordt fosfaat gewonnen. In de Libische woestijn wordt kalksteen, graniet, goud en koper gewonnen. In Libië is een project gaande dat de Nubian Sandstone Aquifer System wordt genoemd en waarmee grote hoeveelheden grondwater uit de woestijn worden gewonnen om landerijen in het noorden te bevloeien. Sinds de negentiende eeuw zijn er al plannen om delen van de Sahara die onder de zeespiegel liggen via kanalen vol te laten lopen en op die manier, via de wind, voor een hogere luchtvochtigheid te zorgen. Het grootste project zou dan in de Qattara-depressie plaatsvinden in het noordwesten van Egypte. Andere gebieden met dezelfde naam Sahara (Ommen), een zandverstuiving nabij het Nederlandse Ommen. Lommelse Sahara, een natuurgebied in het Belgische Lommel. Literatuur Martin Williams, When the Sahara Was Green. How Our Greatest Desert Came to Be, 2021. ISBN 0691201625
De Sahara (Arabisch : الصحراء الكبرى) is de grootste woestijn op aarde. Deze is gelegen in Noord-Afrika en beslaat ongeveer 31% van het continent. De naam Sahara is afgeleid van het Arabische woord sahra, dat woestijn in algemene zin betekent. De Sahara strekt zich uit van de Westelijke Sahara aan de Atlantische Oceaan tot in Egypte aan de Rode Zee. Aan de noordzijde wordt ze begrensd door de Middellandse Zee en het Atlasgebergte. De zuidzijde wordt gevormd door de Sahel, een gebied dat enigszins begroeid is. Er zijn meerdere definities over waar de grens van de Sahara precies loopt, deze is dus onduidelijk, maar deze definities zijn van toepassing op de verschillende soorten begroeiing.
1
continent, werelddeel, landvorm
7,812
MediaSubscription
988946
https://nl.wikipedia.org/wiki/Financial%20Times
Financial Times
De Financial Times (FT) is een dagelijks verschijnend Brits internationaal zakendagblad met een grote invloed in de zakenwereld en politiek met hoge journalistieke normen. De Financial Times wordt in onder meer Londen uitgegeven en geldt als liberale krant. De Financial Times verscheen voor de eerste maal op 13 februari 1888. Vanaf 1893 werd de Financial Times op zalmkleurig papier gedrukt. De Financial Times heeft een groot aantal aandelenindices geïntroduceerd, waarvan die op de effectenbeurs van Londen het bekendst zijn. De Financial Times Stock Exchange Index (FTSE) heeft als bijnaam de foetsie. Op 1 januari 1979 werd de eerste Financial Times buiten Groot-Brittannië gedrukt, namelijk in Frankfurt am Main. Dit was het startpunt van een grote internationale expansie. Tegenwoordig wordt de krant wereldwijd op 23 plaatsen gedrukt en heeft buiten de Britse editie drie Europese, een Amerikaanse en een Aziatische edities. In Duitsland verscheen tot december 2012 de Financial Times Deutschland in het Duits en in Polen een editie in het Pools. De krant heeft een Amsterdamse redactie. De Financial Times geldt als een van de Britse kwaliteitskranten (broadsheets) en heeft zich gespecialiseerd in het melden van zakelijk en financieel nieuws, terwijl het handhaven van de redactionele onafhankelijkheid vooropstaat. Bij gelegenheid heeft de krant het financiële beleid van de Britse overheid of van andere landen aangevallen of misstanden in het zakenleven geopenbaard. Het is journalisten van de Financial Times verboden om in aandelen te handelen. De oplage van de Financial Times schijnt een van de hoogste onder financiële kranten ter wereld te zijn, tweede na die van The Wall Street Journal. Gedrukt als broadsheet op distinctief licht zalm roze papier, is de Financial Times het enige dagblad in het Verenigd Koninkrijk dat dagelijks de koersen van de beurs van Londen publiceert als zogenaamd paper of record. In juli 2015 maakte uitgeverij Pearson, sinds 1957 eigenaar, bekend de FT Group, vooral de krant Financial Times, te verkopen aan de Japanse uitgever Nikkei. Nikkei bood 844 miljoen pond. De Duitse uitgever Axel Springer was ook een kandidaat, maar Nikkei bood meer. Nikkei is een grote uitgever van zakelijke publicaties in Japan en bestaat al sinds 1876. In 2017 was de papieren oplage van de Financial Times wereldwijd ca. 184.000 (in 2004 nog 406.000). Daarentegen is het aantal digitale abonnementen naar ca. 650.000 gestegen. De omzet van de FT Group in dat jaar was £334 miljoen. Magazines Bij de Britse en Ierse uitgaven verschijnt de bijlage FT Magazine. Daarnaast verschijnt ook een glossy magazine How to spend it (HTSI), gericht op luxegoederen zoals jachten, landhuizen, appartementen, horlogerie, haute couture, exclusieve auto's en mode, met columns van personen uit de kunst-, tuin-, voedings-, hotel- en reisbranche. How to Spend It begon in 1967 als een paginagroot artikel. Om het 15-jarig bestaan te vieren, lanceerde de FT op 3 oktober 2009 de online versie van deze publicatie. Critici noemden de timing van de lancering ongepast, tijdens de kredietcrisis. Britse krant
In juli 2015 maakte uitgeverij Pearson, sinds 1957 eigenaar, bekend de FT Group, vooral de krant Financial Times, te verkopen aan de Japanse uitgever Nikkei. Nikkei bood 844 miljoen pond. De Duitse uitgever Axel Springer was ook een kandidaat, maar Nikkei bood meer. Nikkei is een grote uitgever van zakelijke publicaties in Japan en bestaat al sinds 1876. In 2017 was de papieren oplage van de Financial Times wereldwijd ca. 184.000 (in 2004 nog 406.000). Daarentegen is het aantal digitale abonnementen naar ca. 650.000 gestegen. De omzet van de FT Group in dat jaar was £334 miljoen.
1
mediabonnement, streamingabonnement, digitale abonnementen
1,574
QuantitativeValue
1258957
https://nl.wikipedia.org/wiki/Diesis
Diesis
Een diesis (uit het Grieks: afscheiding) is een muziektheoretische term die oorspronkelijk afkomstig was uit de Griekse muziektheorie om bepaalde muzikale microtonale intervallen aan te duiden. Meest gebruikte betekenis Doorgaans is de 'diesis' het verschil tussen drie rein (in de verhouding 5:4) gestemde grote tertsen en een rein (in de verhouding 1:2) octaaf. Deze verhouding is 128:125 of ongeveer 41,06 cents.Immers: . Verband met enharmoniek In het twaalftoons gelijkzwevende systeem zijn drie gestapelde grote tertsen hetzelfde als een octaaf. Zo komt men van c via c-e-gis-bis op bis, en bis is enharmonisch gelijk aan c. Drie natuurreine grote tertsen van 4:5 geven de afstand 125/64, wat iets kleiner is dan 2, dus kleiner dan een octaaf. In de reine stemming is de bis in het bovenstaande voorbeeld dus iets lager dan de C. De diesis beschrijft het verschil tussen deze twee, ofwel de diesis is een maat voor de afwijking van enharmonisch gelijke noten. Diesis in middentoonstemmingen In de 1/4 komma middentoonstemming, blijft de diesis 128:125. In andere middentoonstemmingen is de afwijking van de drie gestapelde tertsen en het octaaf de verminderde secunde. Het is dus het interval dat overeenkomt met enharmonisch gelijke tonen in de gelijkzwevende stemming. Bijvoorbeeld het interval tussen een E en Fes is ook een diesis. Diesis en limma Het woord 'diesis' is ook gebruikt om een groot aantal intervallen aan te duiden van verschillende afmeting, die ongeveer rond de 50 cents liggen. Philolaus gebruikte het om het interval te beschrijven dat tegenwoordig het limma heet: wanneer men een reine kwart (verhouding 4:3) vermindert met twee hele tonen (verhouding 9:8) neemt ontstaat een interval met de verhouding 256:243, ofwel ongeveer 90 cents. Andere theoretici hebben de term voor weer andere intervallen gebruikt. Grote en Kleine Diesis Sommige teksten over akoestiek gebruiken de term 'Grote Diesis' voor het verschil tussen twee (5:4) grote tertsen naar beneden en acht reine (3:2) kwinten omhoog, hetgeen hetzelfde is als twee syntonische komma's ofwel ongeveer 43 cents. Ook gebruikte men de opeenstapeling van vier kleine tertsen tegenover het octaaf, ofwel (6/5)^4:2/1=648/625 wat ongeveer 62,6 cents is. Omdat dit komma dan groter was dan de verhouding 128:125 werd het 'Grote Diesis' genoemd, terwijl het 'reguliere' 128:125 komma de 'Kleine Diesis' heette. Echter is deze Grote Diesis puur theoretisch en wordt deze in de muziekpraktijk bijna nooit gebruikt. De Kleine Diesis (128:125) wordt echter veelvuldig gebruikt en is van grote betekenis in de westerse harmonieleer. Met ander woorden: de term 'diesis' wordt nogal eens op verschillende manieren gebruikt, hetgeen voor leken tot verwarring kan leiden over de gebruikte betekenis. Zie ook Ditonus Muziektheorie Muziekterm Muziekgeschiedenis Interval (muziek)
Diesis en limma Het woord 'diesis' is ook gebruikt om een groot aantal intervallen aan te duiden van verschillende afmeting, die ongeveer rond de 50 cents liggen. Philolaus gebruikte het om het interval te beschrijven dat tegenwoordig het limma heet: wanneer men een reine kwart (verhouding 4:3) vermindert met twee hele tonen (verhouding 9:8) neemt ontstaat een interval met de verhouding 256:243, ofwel ongeveer 90 cents. Andere theoretici hebben de term voor weer andere intervallen gebruikt.
4
kwantitatieve waarde, meeteenheid, interval
2,789
Suite
154623
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bad%20Oeynhausen
Bad Oeynhausen
Bad Oeynhausen is een stad en gemeente in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, gelegen in de Kreis Minden-Lübbecke aan de monding van de Werre in de Weser. De gemeente telt inwoners () op een oppervlakte van 64,80 km². Indeling van de gemeente Bad Oeynhausen is verdeeld in acht stadsdelen. Statistiek der stad Bad Oeynhausen, aantal inwoners incl. nevenwoningen: stand 31 december 2018 Ligging, verkeer, vervoer Op het gebied van stadsdeel Rehme bevindt zich Autobahn-Kreuz Bad Oeynhausen van de A30 vanuit Amsterdam en Osnabrück en de A2 van Bielefeld naar Hannover. Tussen 1969 en 2018/2019 was de stad een internationaal beruchte flessenhals, doordat er een stuk Autobahn "ontbrak". Het doorgaande verkeer moest zich langs diverse verkeerslichten door de stad heen werken. Intussen is dit probleem verholpen. De stad is ook een knooppunt van Bundesstraßen, o.a. de drukke B61, in diverse richtingen. De stad heeft twee stations en ligt aan twee verschillende spoorlijnen. Het in 1847 gebouwde Nordbahnhof, dicht bij het centrum, is het belangrijkste en ligt aan de spoorlijnen Amsterdam- Berlijn en Dortmund - Minden. Het in 1875 gebouwde Südbahnhof ligt aan het kleine spoorlijntje naar Hildesheim in de ene richting en naar Löhne en Bünde de andere kant uit. Beide stations liggen slechts 800 m van elkaar verwijderd. Van stadsdeel Rehme kunnen fietsers en voetgangers met een veerpont de Wezer oversteken naar Porta Westfalica. Van oktober tot Goede Vrijdag vaart de pont niet. De stad maakt deel uit van diverse langeafstandsfietsroutes. In de binnenstad is fietsen in de meeste straten verboden. Geschiedenis Algemeen Het stadsdeel Rehme is een dorp, dat al sinds de 8e eeuw bestaat. Pepijn de Korte zou er in 753 slag hebben geleverd tegen de Saksen. Het romaanse kerkje van het dorp dateert van het einde van de 12e eeuw. In stadsdeel Eidinghausen stond sinds 922 Schloss Ovelgönne. Het was eigendom van hoge geestelijken uit Paderborn, daarna van de bisschop van Minden en vanaf de 15e eeuw van diverse adellijke families. Het gebouw werd in 1940 gesloopt om plaats te maken voor een bejaardentehuis. In 1981 kocht de gemeente Bad Oeynhausen het pand, renoveerde het en bracht er diverse ambtelijke instellingen onder. Eromheen ligt een wandelpark. Na de Reformatie werden de meeste christenen in de gemeente protestants. Weserhütte Van 1844 tot 1987 was in de gemeente een zeer groot industrieel bedrijf actief, Weserhütte. In de begintijd werden o.a. ijzeren potten en kachels gemaakt, na 1900 al gauw baggertransportbanden. Dit bedrijf maakte van ijzer en staal dus zware machines, en in de Tweede Wereldoorlog voor de Wehrmacht ook kanonnen, waaronder antitankgeschut, en tanks. Voor de geallieerden was dit uiteraard een belangrijk militair doelwit, en er werden dan ook regelmatig luchtbombardementen op uitgevoerd. Weserhütte loste dit probleem ten dele op, door een deel van de productie naar ondergrondse schachten van stilgelegde mijnen te verplaatsen. Uiteindelijk werd Weserhütte toch buiten bedrijf gesteld. Na 1945 werd het bedrijf tijdelijk door de Britse troepen als reparatie-inrichting voor legermaterieel gebruikt en daarna hersteld. Het ging zich toeleggen op de bouw van o.a. zware graafmachines, tunnelboor- en baggerinstallaties, ook voor de mijnbouw in dagbouw. In 1981 ging Weserhütte failliet. Het kon de concurrentie tegen goedkopere producenten uit het buitenland niet meer aan. Bovendien had de directie verzuimd, de sterke koersschommelingen van de Amerikaanse dollar op de termijnmarkt af te dekken. Op de locatie van deze voormalige fabriek staan nu het winkelcentrum Werra-Park en de nieuwe Spielbank (casino). Een deel van het voormalige fabrieksterrein is als parkeerplaats in gebruik. Geschiedenis van het kuurbedrijf Aan het eind van de 18e eeuw kwam overal in Duitsland het idee op, dat keukenzout bevattend water bij inademing (inhalatie), door het te drinken en door erin te baden geneeskrachtig is. Zout is op veel plaatsen in Duitsland van nature in de bodem aanwezig. Dat komt, doordat er lang geleden, in het Perm een zee was, waarvan het zout, toen die zee vele miljoenen jaren geleden opdroogde, in de bodem uitkristalliseerde of in onderaards zout water aanwezig bleef. Ook in Bad Oeynhausen werd in de 19e eeuw een aantal van zulke bronnen ontdekt en aangeboord. Vanaf het midden van de 18e eeuw vond hier zoutwinning voor industriële doeleinden en voor verkoop als keukenzout plaats. Er waren ook al gauw twee gradeerwerken in bedrijf. De eerste bron voor medicinale doeleinden werd in 1843 bij het stadsdeel Rehme aangeboord door Karl Freiherr von Oeynhausen (1795-1865), een telg uit een oud adellijk geslacht. Hij had de grond eromheen gekocht en richtte het eerste kuurcentrum in Bad Rehme in. Later werd het kuuroord te zijner ere in Bad Oeynhausen omgedoopt. In 1847 kreeg Bad Oeynhausen aansluiting aan de spoorlijn Keulen - Minden. Koning Frederik Willem IV van Pruisen verleende de plaats in 1848 koninklijke erkenning als Königliches Bad. De bronnen in Bad Oeynhausen hebben een hoger zoutgehalte dan op de meeste andere Duitse locaties, waardoor een grotere geneeskrachtige werking werd verondersteld. Bad Oeynhausen ontwikkelde zich tot een van de voornaamste kuuroorden van Duitsland. Echter de "upper ten", zoals leden van de keizerlijke familie, prefereerde andere kuuroorden. Bad Oeynhausen werd een kuuroord voor de lagere adel en de gegoede burgerij. Later werden ook pensions e.d. voor ziekenfondsverzekerden met een wat smallere beurs gerealiseerd, en zelfs, door de Johannieters een "asiel voor behoeftige badgasten". In tegenstelling tot andere kuuroorden richtte Bad Oeynhausen zich vanaf 1920 vooral op echt min of meer ernstig zieke bezoekers, ook uit Nederland, en minder op mensen die in feite een combinatie van een comfortabele vakantie en verbetering van de gezondheid (tegenwoordig wel "wellness" genaamd) zochten. Door de aanwezigheid van veel buitenlandse kuurgasten moesten de nazi's met antisemitische acties terughoudend zijn. Tijdens het Derde Rijk was het joden vanaf ongeveer 1935 verboden, er te kuren. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er nog kuurgasten, hoewel het er begin 1945 nog maar 1000 waren. Na de val van Hitlers Derde Rijk bezetten de Britten de stad. Vanaf 1945 was Bad Oeynhausen, vanwege de nog vele luxe accommodaties, die de oorlog schadevrij hadden doorstaan, enige tijd zetel van het bestuur van de gehele Britse bezettingszone in Duitsland. De Britten hadden het kuurgebied zelfs enige tijd met prikkeldraad afgezet, zodat "gewone" Duitsers geen toegang hadden. Na 1950 normaliseerde de situatie en werd Bad Oeynhausen een steeds moderner kuuroord. In 1990 volgde weer een terugslag, doordat de Duitse wetgeving voor vergoeding van medische kosten door zorgverzekeraars werd hervormd. Ziekenfondsverzekerden kregen geen vergoeding meer voor verblijf in een kuuroord, ook niet bij medische noodzaak. Daardoor daalde het aantal gasten. Aan het kuurgebeuren gelieerde ziekenhuizen gingen zich meer specialiseren. Wittekindshof In 1887 werd door evangelisch-lutherse dominees te Volmerdingsen de Wittekindshof gesticht, een instelling op christelijke grondslag voor zowel verstandelijk als lichamelijk gehandicapten in alle leeftijdsklassen. Meteen werd de Wittekindshof ook van een groot eigen kerkgebouw voorzien. De instelling met ca. 3.300 medewerkers heeft nevenvestigingen in 17 andere plaatsen in Noordrijn-Westfalen, waaronder al sinds 1956 te Gronau, en is daarmee één der grootste in haar soort in geheel Duitsland. Na een crisis en zelfs een hongersnood binnen de instelling volgde in de jaren 1920 een sterke groei. De instelling kon het zich zelfs veroorloven, in 1927 kasteel Ulenburg, gemeente Löhne te kopen (dit kasteel werd in 2008 afgestoten, het was voor moderne behandeling van gehandicapten ongeschikt geworden). Na 1933, toen Adolf Hitler de macht in Duitsland had overgenomen, moesten, ondanks voorzichtige protesten van het instellingsbestuur, vele patiënten gedwongen sterilisatie ondergaan. Ook werden enkele honderden bewoners slachtoffer van het euthanasiebeleid van de nazi's, Aktion T4. In 1942 nam de Wehrmacht een deel van de instellingsgebouwen als militair hospitaal in beslag; daarna deed de Britse bezettingsmacht van 1945 tot 1948 hetzelfde. Bovendien moesten er de patiënten van het "gewone" ziekenhuis van Bad Oeynhausen in de eerste jaren na de oorlog worden ondergebracht. In die tijd leefden de gehandicapten onder slechte omstandigheden, dicht opeen in de overgebleven locaties. Na 1948 kon de Wittekindshof al zijn activiteiten geleidelijk hervatten. In de jaren 1950 en 1960 waren er misstanden in de instelling, waarover in 2012 een boek is gepubliceerd. Daarna werd de Wittekindshof met steeds meer nieuwe locaties en modernere woonvormen en therapeutische mogelijkheden tot wat hij nu is. Bezienswaardigheden In het kuurcentrum Het in 1853 door de koninklijke Pruisische tuinarchitect Peter Joseph Lenné ontworpen Kuurpark met de Jordan-Sprudel, 's werelds hoogste thermale bronfontein. Op windstille dagen kan zij 40 m hoogte bereiken en 3.000 liter water per minuut verspreiden. De bron van de Jordansprudel is 725 m diep. Daarnaast zijn er nog ongeveer acht andere bronnen, o.a. de Alexander-von-Humboldt-Sprudel (aangeboord in 1973, met 1034 m de diepste bron van alle). Het water is zout- en koolzuurgashoudend. Er worden meerdere geneeskundige eigenschappen aan toegeschreven. De plaats heeft een Spielbank (casino) met een speelaanbod naar het model van soortgelijke instellingen in het Amerikaanse Las Vegas. In het kuurpark staat een theater (schouwburg). Er vinden ook regelmatig concerten van klassieke muziek plaats. In het kuurgebied, dicht bij het HDZ (hart- en diabetesziekenhuis), staat een klein openluchtmuseum van twee voormalige, herbouwde vakwerkboerderijen, de Museumshof. Aan de rand van het Kurpark, in de richting van het noordstation en de rivier de Werre bevindt zich stadspark Sielpark. Hier staat een gradeerwerk, waar men geneeskrachtige waterdruppeltjes kan inhaleren. De van het Guggenheim Museum (Bilbao) bekende Canadese architect Frank Gehry ontwierp het bij het Hart- en Diabetesziekenhuis gebouwde Ronald Mc Donaldhuis, bedoeld voor ouders van in het ziekenhuis verpleegde hartpatiëntjes. Het gebouw heeft de vorm van een slakkenhuis. Elders Liefhebbers van laat-19e-eeuwse villa-architectuur kunnen tijdens een wandeling door de stad en haar buitenwijken veel interessante gebouwen ontdekken. Deutsches Märchen-Museum, museum over sprookjesboeken, -illustraties, -gadgets, over literatuur aangaande sprookjes (met name die van de gebroeders Grimm). Het museum bezit een grote bibliotheek. Het is gevestigd in een van de vele tussen 1870 en 1910 gebouwde villa's in de stad. In stadsdeel Werste ligt een van ca. 3000 v.Chr. daterend hunebed, het enige in de verre omtrek. Het ligt echter niet meer op de oorspronkelijke plaats. Wat nu te zien is, is een tussen 1926 en 1979 van de oorspronkelijke zwerfstenen gemaakte reconstructie. In Bergkirchen op de grens van de stadsdelen Volmerdingsen en Wulferdingsen bevindt zich een oude bron, die de Widukindsbron zou zijn. waar het bekeringswonder van Widukind zou zijn gebeurd. Landschaps- en cultuurpark Aqua Magica op de grens met de gemeente Löhne met een kunstmatige 18 m diepe krater, die te voet toegankelijk is. Economie Uiteraard is het kuurbedrijf, met het bijbehorend toerisme, de kurk, waarop de economie van de gemeente drijft. Hieraan gelieerd zijn enige gespecialiseerde gezondheidsinstellingen. Internationaal gerenommeerd zijn: het ziekenhuis HDZ-NRW, dat zich heeft gespecialiseerd in enerzijds de behandeling van diabetes mellitus en anderzijds van hart- en vaatziekten. Het is het meest gespecialiseerde ziekenhuis van geheel Duitsland waar het het uitvoeren van harttransplantaties betreft. Het ziekenhuis werkt samen met de Ruhr-Universität Bochum. de kliniek Klinik am Korso, waar mensen met eetstoornissen worden behandeld, de enige in Duitsland en één der zeer weinige hierin gespecialiseerde instellingen in Europa. in stadsdeel Eidinghausen een revalidatiekliniek voor kankerpatiënten. In het stadsdeel Dehme is de hoofdzetel van het bedrijf Denios (met filiaal te Alphen aan den Rijn) gevestigd. Deze onderneming levert producten voor de industrie en laboratoria op het gebied van milieubescherming en bescherming tegen gevaarlijke stoffen. In het stadsdeel Volmerdingsen bevindt zich de hoofdzetel alsmede een grote zorginstelling van de Wittekindshof, met bijna 2.500 personeelsleden de grootste werkgeefster in de gemeente. Op diverse locaties bevinden zich bedrijventerreinen voor met name midden- en kleinbedrijf en logistieke centra. Deze terreinen liggen o.a. in de stadsdelen Eidinghausen, Rehme, Werste en Wulferdingen. Het grootste en modernste winkelcentrum van de gemeente, Werre-Park, staat in het stadsdeel Rehme. Bekende inwoners Geboren Arne Friedrich (1979), voetballer Overleden Kurt Thomas (1904-1973), componist en dirigent Afbeeldingen Partnersteden Fismes, in het Franse departement Marne (regio Grand Est), deel uitmakend van het arrondissement Reims. Wear Valley, een Engels district in het graafschap Durham. Inowrocław, (Duits 1904-1920/1939-1945: Hohensalza) in het Poolse woiwodschap Koejavië-Pommeren, gelegen in de powiat Inowrocławski.
De bronnen in Bad Oeynhausen hebben een hoger zoutgehalte dan op de meeste andere Duitse locaties, waardoor een grotere geneeskrachtige werking werd verondersteld. Bad Oeynhausen ontwikkelde zich tot een van de voornaamste kuuroorden van Duitsland. Echter de "upper ten", zoals leden van de keizerlijke familie, prefereerde andere kuuroorden. Bad Oeynhausen werd een kuuroord voor de lagere adel en de gegoede burgerij. Later werden ook pensions e.d. voor ziekenfondsverzekerden met een wat smallere beurs gerealiseerd, en zelfs, door de Johannieters een "asiel voor behoeftige badgasten". In tegenstelling tot andere kuuroorden richtte Bad Oeynhausen zich vanaf 1920 vooral op echt min of meer ernstig zieke bezoekers, ook uit Nederland, en minder op mensen die in feite een combinatie van een comfortabele vakantie en verbetering van de gezondheid (tegenwoordig wel "wellness" genaamd) zochten. Door de aanwezigheid van veel buitenlandse kuurgasten moesten de nazi's met antisemitische acties terughoudend zijn. Tijdens het Derde Rijk was het joden vanaf ongeveer 1935 verboden, er te kuren. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er nog kuurgasten, hoewel het er begin 1945 nog maar 1000 waren. Na de val van Hitlers Derde Rijk bezetten de Britten de stad. Vanaf 1945 was Bad Oeynhausen, vanwege de nog vele luxe accommodaties, die de oorlog schadevrij hadden doorstaan, enige tijd zetel van het bestuur van de gehele Britse bezettingszone in Duitsland. De Britten hadden het kuurgebied zelfs enige tijd met prikkeldraad afgezet, zodat "gewone" Duitsers geen toegang hadden. Na 1950 normaliseerde de situatie en werd Bad Oeynhausen een steeds moderner kuuroord. In 1990 volgde weer een terugslag, doordat de Duitse wetgeving voor vergoeding van medische kosten door zorgverzekeraars werd hervormd. Ziekenfondsverzekerden kregen geen vergoeding meer voor verblijf in een kuuroord, ook niet bij medische noodzaak. Daardoor daalde het aantal gasten. Aan het kuurgebeuren gelieerde ziekenhuizen gingen zich meer specialiseren.
1
hotel suite, luxe accommodatie, meerdere kamers
12,352
State
337258
https://nl.wikipedia.org/wiki/Saalfeld
Saalfeld
Saalfeld/Saale, een plaats in de Duitse deelstaat Thüringen Saalfeld-Rudolstadt, een district in de Duitse deelstaat Thüringen Saalfeld (Mühlhausen), een dorp in Thüringen abdij Saalfeld, een voormalige rijksabdij in Saalfeld Zalewo (Duits: Saalfeld), een stad in Polen, voormalig Oost-Pruisen
Saalfeld/Saale, een plaats in de Duitse deelstaat Thüringen Saalfeld-Rudolstadt, een district in de Duitse deelstaat Thüringen Saalfeld (Mühlhausen), een dorp in Thüringen abdij Saalfeld, een voormalige rijksabdij in Saalfeld Zalewo (Duits: Saalfeld), een stad in Polen, voormalig Oost-Pruisen
4
staat, provincie, deelstaat
2,656
Painting
3887774
https://nl.wikipedia.org/wiki/Soleil%20couchant%2C%20p%C3%AAche%20%C3%A0%20la%20sardine%2C%20Concarneau%2C%20Opus%20221%20%28Adagio%29
Soleil couchant, pêche à la sardine, Concarneau, Opus 221 (Adagio)
Soleil couchant, pêche à la sardine, Concarneau, Opus 221 (Adagio) (Nederlands: Ondergaande zon, sardinevissers, Concarneau) is een schilderij van de neo-impressionistische Franse kunstschilder Paul Signac, geschilderd in 1891, olieverf op linnen, 65 × 81 centimeter groot. Het toont een pointillistisch geschilderd zeegezicht met een ordelijke reeks vissersbootjes. Het werk bevindt zich thans in de collectie van het Museum of Modern Art te New York. Het maakte deel uit van het legaat van society-dame Betsey Cushing Roosevelt (1908-1998), weduwe van de rijke uitgever John Hay Whitney (1904-1982). Context Signac gaf zijn schilderijen vaak opus-nummers, naar analogie met de muziek. In een serie van drie werken uit 1891 gaf hij deze bovendien de muzikale ondertitels Allegro, Larghetto en Allegro Maestoso mee. Deze serie werd geschilderd in Concarneau aan de Atlantische Oceaan en kreeg als overkoepelende titel La Mer (De zee), samen met enkele werken die hij eerder in Cassis maakte. De theorie die parallellen ziet tussen de muziek en de schilderkunst dateert uit de tijd van de romantiek, onder andere van E.T.A. Hoffmann. Later zou ook Charles Baudelaire schrijven dat 'in kleur sprake is van harmonie, melodie en contrapunt '. De dichter Jules Laforgue, met wiens werk Signac bekend was, vergeleek in een essay over het impressionisme de schilder met een 'klavier waarop de natuur zijn muziek ten gehore brengt'. Signac verwerkte Laforgues inzichten later in zijn theoretische verhandeling D'Eugène Delacroix au neo-impressionisme (1899), maar past de principes dus al geruime tijd eerder toe. Afbeelding Soleil couchant, pêche à la sardine, Concarneau, Opus 221 (Adagio) toont een aantal zorgvuldig gespreide vissersbootjes bij een ondergaande zon, als ware het noten op een notenbalk aan de horizon. De bootjes vormen daarbij Signacs visuele contrapunten. Later zou hij schrijven dat hij op deze manier de werkelijkheid wilde weergeven als picturale muziek, hetgeen in zijn ogen authentieker was dan schilderen naar de visuele waarneming. De drie Opus-werken die hij in 1891 maakte in Concarneau hebben een grote decoratieve expressie, waarbij hij streeft naar synthese en het vluchtige opoffert aan het permanente. De werkelijkheid wordt geharmoniseerd tot op zich zelf staande esthetische vormen, waarmee hij het wezenlijke van het onderwerp tot uitdrukking probeerde te brengen. De schilderijen krijgen daarmee een soort van tijdloze rust. Signacs opus-werken, en in het bijzonder Soleil couchant, pêche à la sardine, worden wel gezien als vroege voorbeelden van het abstraheren van de werkelijkheid in de schilderkunst. De vorm wordt terug gebracht tot zijn essentie. Ze preluderen nadrukkelijk op het modernisme van de twintigste eeuw. Opus 219 en Opus 220 Literatuur en bron James H. Rubin: Het verhaal van het impressionisme. Ludion, Antwerpen, 2013. Externe links Het schilderij op Moma.org Informatie over het schilderij op PubHist.com Werk van Paul Signac Schilderij in het Museum of Modern Art
Externe links Het schilderij op Moma.org Informatie over het schilderij op PubHist.com
2
schilderij, schilderkunst, kunstwerk
12,128
LandmarksOrHistoricalBuildings
1903170
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20rijksmonumenten%20in%20Deventer
Lijst van rijksmonumenten in Deventer
Lijst van rijksmonumenten in Deventer (plaats) Lijst van rijksmonumenten in Deventer (gemeente)
Lijst van rijksmonumenten in Deventer (plaats) Lijst van rijksmonumenten in Deventer (gemeente)
2
landmark, historisch gebouw, monument
10,275
LeaveAction
2870806
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vera%20Bergkamp
Vera Bergkamp
Vera Alida Bergkamp (Amsterdam, 1 juni 1971) is een Nederlandse politica. Zij is lid van de Tweede Kamer sinds 20 september 2012 en maakt deel uit van de fractie van Democraten 66 (D66). Sinds 7 april 2021 is zij ook voorzitter van de Tweede Kamer. Eerder was Bergkamp voorzitter van COC Nederland (2010-2012). Loopbaan Bergkamp studeerde bestuurskunde en politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij was van 2008 tot 2012 directeur human resources bij de Sociale Verzekeringsbank. Voordien vervulde zij meerdere hogere management- en adviesfuncties. Bergkamp was van maart 2010 tot september 2012 lid van de stadsdeelraad Amsterdam-Centrum. Als onbezoldigd voorzitter van de homobelangenorganisatie COC Nederland tussen 2010 en 2012 pleitte Bergkamp er onder meer voor dat kinderen in het primair en voortgezet onderwijs voorlichting krijgen over seksualiteit en seksuele diversiteit. Daarnaast zwengelde ze de discussie over de zogeheten weigerambtenaar landelijk aan. Tweede Kamer Bij de Tweede Kamerverkiezingen van september 2012 stond ze op de vijfde plaats van de kandidatenlijst van D66. Ze kreeg 15.387 voorkeurstemmen en werd rechtstreeks in de Tweede Kamer gekozen. In 2013-2015 was ze een van de zes leden van de parlementaire enquêtecommissie die het Fyra-debacle onderzocht. Het eindrapport leidde tot het aftreden van staatssecretaris Wilma Mansveld. Bergkamp nam in de Tweede Kamer het initiatief om een einde te maken aan de ‘enkele-feitconstructie’, waarmee religieuze scholen tot 2015 openlijk lesbische, homoseksuele en biseksuele leerlingen en docenten weg konden sturen. Op 10 december 2014 werd Bergkamp door BN/DeStem uitgeroepen tot Tweede Kamerlid van het Jaar. Haar wetsvoorstel rondom de regulering van hennepteelt werd in februari 2017 door de Tweede Kamer aangenomen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 werd zij herkozen als Kamerlid. Ze stond als zesde op de kandidatenlijst en verzamelde 26.094 voorkeurstemmen. Zij had in die periode de portefeuilles zorg, familierecht, drugs en emancipatie. Kamervoorzitter Ook bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 werd ze herkozen. Ze stond bij D66 op de derde plek van de kandidatenlijst en vergaarde 29.613 voorkeurstemmen. Op 7 april 2021 werd ze gekozen tot Tweede Kamervoorzitter. Met 74 (van de 139 geldige) stemmen versloeg ze Khadija Arib en Martin Bosma. Bergkamp is de eerste openlijk homoseksuele Tweede Kamervoorzitter in Nederland. Als Kamervoorzitter kreeg ze te maken met een verder radicaliserende Forum voor Democratie, wat zich uitte in verharde omgangsvormen binnen en buiten de Kamer. Ook Kamerleden van de Partij voor de Vrijheid gingen mee in deze verharding van het debat. Bergkamp werd regelmatig verweten onvoldoende streng op te treden tegen deze gedragingen. Arib affaire Bergkamp kreeg in de zomer van 2022 ook signalen van sociale veiligheid door Arib tijdens haar tijd als Kamervoorzitter. Deze signalen waren bovengekomen omdat Arib voorzitter van de Tijdelijke commissie Corona was geworden. Na een advies van de landsadvocaat besloot het presidium van de Tweede Kamer, waaronder Bergkamp, unaniem dat onderzoek gedaan moest worden naar deze signalen. Dit besluit lekte echter direct na de vergadering uit, waardoor Bergkamp Arib nog niet had ingelicht. Het instellen van dit onderzoek werd door Arib, een deel van de oppositie en andere commentatoren gezien als een politieke afrekening van Arib. Arib besloot na de bekendmaking op te stappen als Kamerlid. Een meerderheid van aanwezige Kamerleden bij de Commissie voor de Werkwijze vroegen op 1 november het presidium om het onderzoek te stoppen. Ook was er ophef toen bleek dat de ambtenaar die aanspreekpunt was voor het aangestelde onderzoeksbureau op 14 september samen met twee andere MT-leden bij vergadering van presidium gezegd te hebben de signalen van sociale onveiligheid door Arib te herkennen. Hierdoor stond volgens sommigen de onafhankelijkheid van het onderzoek onder druk. Op 11 november legde griffier van de Tweede Kamer Simone Roos samen met vier andere MT-leden hun taken neer. De twee andere MT-leden stapten alleen uit het MT, maar bleven hun dagelijkse werk doen. Zij vonden het onaanvaardbaar dat de politieke en media aandacht in toenemende mate gericht was op ambtenaren, die zich niet mogen verdedigen in de media. Ze betreurden dat de politieke leiding van de Kamer onvoldoende voor de ambtenaren opkwam. Ze beklaagden zich ook over de politisering van het onderzoek, waardoor een sociaal veilige werkomgeving in het gedrang kwam. Na deze bekendmaking gaf Bergkamp aan aan te willen blijven en de problemen te willen oplossen. De Ondernemingsraad gaf een dag later geen vertrouwen te hebben in het zittende Presidium, inclusief Bergkamp, om de problemen op te lossen. Vertrek Op 24 augustus 2023 maakte Bergkamp in een brief bekend dat zij zich niet meer verkiesbaar stelde en na de Tweede Kamerverkiezingen de landelijke politiek zou verlaten. Ze noemde geen expliciete reden voor haar vertrek. Persoonlijk Bergkamp is getrouwd en heeft twee dochters. Haar moeder is Nederlands, haar vader Marokkaans. Na haar twintigste nam ze de achternaam van haar moeder aan. Nederlands columnist Nederlands bestuurder Nederlands gemeentelijk politicus D66-politicus Tweede Kamerlid Nederlands activist Homorechtenactivist Tweede Kamervoorzitter
Vertrek Op 24 augustus 2023 maakte Bergkamp in een brief bekend dat zij zich niet meer verkiesbaar stelde en na de Tweede Kamerverkiezingen de landelijke politiek zou verlaten. Ze noemde geen expliciete reden voor haar vertrek.
1
verlaten, afscheid, uit groep
7,434
TransferAction
20480
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eigendom
Eigendom
Eigendom in juridische zin is het recht van een rechtssubject om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid contant geld enz.) of goed naar eigen goeddunken te beschikken en anderen van deze beschikking in - of uit te sluiten. Wanneer een natuurlijke persoon iets in eigendom heeft heet dit particulier-, privaat- of privé-eigendom; iets dat eigendom is van een gemeenschap heet gemeenschappelijk of collectief eigendom; eigendom in handen van een staat heet publiek eigendom of staatseigendom. De rechthebbende van de eigendom van een zaak of goed wordt eigenaar genoemd. Sinds de afschaffing van het feodalisme heeft iedere burger in Belgie en Nederland het recht goederen in eigendom te hebben. In het dagelijks spraakgebruik en in andere wetenschappen dan het recht wordt bezit vaak als synoniem van eigendom gebruikt. Zowel het Belgisch als het Nederlands recht maakt hier echter een onderscheid: bezit is hier slechts het feitelijk kunnen beschikken over een zaak — de zaak kan bijvoorbeeld ook geleend, gehuurd, gepacht of gestolen zijn. In deze laatste gevallen is juridisch sprake van houderschap (of detentie), niet van eigendom. De manier waarop eigendom in een samenleving is geregeld is een van de meest fundamentele onderdelen van een maatschappijordening, omdat dit de economische verhoudingen bepaalt: wie is eigenaar van grond, delfstoffen of industrie, in het Marxisme schaarse productiemiddelen genoemd? Deze vraag heeft in de loop van de geschiedenis conflicten opgeleverd, variërend van filosofisch debat tot oorlogvoering. In de Amerikaanse, Franse en Russische revolutie speelden eigendomsrechten een centrale rol. Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot eind jaren tachtig van de 20e eeuw waren eigendomsrechten een bron van conflicten in Oost-West verhoudingen.Tegenwoordig is het recht op eigendom als grondrecht in vrijwel alle nationale grondwetten van staten ter wereld opgenomen. Begripsgeschiedenis Er bestaat geen wereldwijd geldend begrip voor eigendom, de belangrijkste regionale mensenrechtenverdragen bevatten wel artikelen over het recht op eigendom en het is als grondrecht in vrijwel alle nationale grondwetten van staten ter wereld opgenomen. Liberale opvattingen Het hedendaagse eigendomsbegrip in West-Europa en de Verenigde Staten vindt zijn oorsprong in het liberale denken van de vroegmoderne tijd. Van de vroege liberalen meenden Hobbes en Hume dat eigendom in particuliere hand een onnatuurlijk verschijnsel was, en dus enkel ingesteld kon worden door de staat: in de natuurtoestand behoort de aarde aan de gehele mensheid toe. Een andere filosofie van de eigendom is te vinden bij John Locke. Het alleenbeschikkingsrecht op land rechtvaardigde Locke op basis van productieve arbeid: in zijn tweede Treatise on Government poneerde Locke eerst dat ieder mens eigendom over zijn lichaam heeft, en daarmee eigendom over de vruchten van zijn arbeid. Zijn stelling luidt dan, dat het eigendomsrecht op grond overgaat op degene die de grond bebouwt, doordat deze zijn arbeid en de grond met elkaar vermengt. Hier voegde hij aan toe dat de vruchten van de arbeid van een knecht aan de baas toekwamen, niet aan de knecht, en ook voor slavernij maakte hij een uitzondering. Locke zette zich met zijn theorie af tegen de feodale rechten die in het zeventiende-eeuwse Europa nog opgeld deden, en was grotendeels gebaseerd op een geïdealiseerde voorstelling van de Europese kolonisatie van Amerika, waar Locke zelf als investeerder bij betrokken was. Op Europa, waar de eigendom van alle grond al vergeven was, was zijn theorie nauwelijks van toepassing. Een probleem met Lockes voorstelling van zaken is dat de oorsprong van eigendom als vreedzaam wordt voorgesteld, terwijl deze in werkelijkheid aan beide zijden van de oceaan een gewelddadig proces was: in Amerika betekende het de onteigening van de Indianen door koloniale oorlogen, in Europa het proces van gedwongen omheining en verdrijving van boeren van hun land. Socialistische opvattingen De Franse revolutie legde eigendom vast als een droit inviolable et sacré, een "onschendbaar en heilig recht". Met de opkomst van het industriële kapitalisme kwam echter ook de socialistische kritiek op het eigendomsrecht tot stand: de socialisten zagen dat er een klassenmaatschappij was ontstaan met een groot verschil tussen de eigenaars en de niet-eigenaars van grond en productiemiddelen. De vraag naar de aard van eigendom werd expliciet gesteld door Pierre-Joseph Proudhon, in Wat is eigendom? (1840), met als conclusie: "eigendom is diefstal". De anarchist Proudhon nam Lockes woorden serieus en dreef het rechtenvertoog van de liberalen tot zijn uiterste conclusie: als eigendom het gevolg is van arbeid, zei Proudhon, dan is het systeem van loonarbeid onrechtvaardig, aangezien de ontvanger van loon geen eigendom verkrijgt over hetgeen hij produceert. De kritiek van de eigendom werd nog verder gedreven door Karl Marx, die meende dat Proudhon was blijven steken in de liberale rechtsverhoudingen; net als Hobbes en Hume herkende Marx in de instelling van eigendom een functie van het staatsgeweld (de zgn. primitieve accumulatie). Marx en Engels pleitten in het Communistisch manifest (1848) voor de revolutionaire afschaffing van het burgerlijk-liberale stelsel van eigendom en vervanging daarvan door collectieve vormen van eigendom, waarin in ieder geval de productiemiddelen (grond en kapitaalgoederen) door de werkenden beheerd zouden worden. Zij zagen in de kapitalistische maatschappij, met haar neiging om eigendom in de handen van weinigen te concentreren, een natuurlijke voorloper van de communistische maatschappij. De marxistische idee van eigendom werd in Europa op grote schaal, althans in naam, in de praktijk gebracht in marxistisch-leninistische staten. De eigendom van productiemiddelen was hier echter voornamelijk staatseigendom, niet collectieve eigendom, gerechtvaardigd met de idee dat de staat het volk vertegenwoordigde. Eigendom van consumptiegoederen was wel particulier en sommige van deze staten stonden eigendom van kleine ondernemingen toe. Sinds de val van de communistische staatsvormen in Europa is de particuliere vorm van eigendom opnieuw de dominante vorm, hoewel democratisch opgestelde wetten overwegend aan overheden de mogelijkheid bieden om hier beperkingen aan op te leggen, binnen de grenzen van het recht. Op kleine schaal werden en worden de ideeën in de praktijk gebracht door samenwerkende burgers die onder meer bedrijven, banken, ziekenhuizen, winkels en productiemiddelen in collectieven en coöperaties bedrijven waar alle deelnemers gezamenlijk eigenaar zijn en opbrengsten aan alle deelnemers toekomen. Juridisch Oudheid, Middeleeuwen en Verlichting De manieren waarop bezit, eigendom en eigendomsoverdracht geregeld zijn, kent sinds de ons bekende oudheid veel verschillende vormen. Het wetboek van de Babylonische koning Hammurabi uit circa 1750 v. Chr. kent een regel voor eigendomsverkrijging door verjaring. Een voorbeeld uit het Romeinse recht is de mancipatio. Van vroeg middeleeuwse Germaanse stammen wordt vermoed dat er geen privé-eigendom bestond, alles hoorde aan de stam dus als iemand overleed was het niet nodig de erfenis te verdelen. In Engeland kwam in 1215 het Magna Carta tot stand waar rechtsbedeling en eigendom als de twee belangrijkste rechten voor de opstandige adel verankerd werden. Nederland heeft in de vroege middeleeuwen, net als heel Europa ten noorden van de Alpen, een wijdverbreid stelsel van gemeenschappelijk gebruik door kleine boeren van eigendom van een grootgrondbezitter als de kerk, koning, hertog of graaf gekend. Zo konden de bewoners van een groter dorp of stad van voedsel, kleding en schoeisel worden voorzien. Begrippen als de brink en de meent stammen uit die tijd. Volgens recent onderzoek kenden de inheemse bewoners van de Verenigde Staten waarmee de Nederlandse kolonisten in contact kwamen, omstreeks 1626 geen eigendom van grond. De gouverneur van de Nieuw-Nederland, Peter Minuit sloot in dat jaar een overeenkomst waarbij hij meende een enorm stuk land te hebben verworven voor 60 gulden. De handel wordt vaak afgeschilderd als een sluwe zet van de Nederlanders maar Russell Shorto toonde in een in 2004 uitgegeven boek aan, dat de indianen het begrip van wettelijk eigendom van land niet kenden. Ze dachten bij de overeenkomst waarschijnlijk dat ze de grond tijdelijk aan de Nederlanders verhuurden of hen tijdelijk het recht gaven om de grond met hen te delen. Het gedachtegoed van de grote schrijvers uit de verlichting leidde tot een algemene scepsis tegenover gemeenschappelijk eigendom. Dat had in Nederland tot gevolg dat gemeenschappelijk eigendom niet in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen. Desondanks kent de Nederlandse praktijk veel gemeenschappeljk eigendom, ondermeer door het huwelijksvermogensrecht dat tot 2018 gold, waardoor mensen die in het huwelijk traden van rechtswege gezamenlijk eigenaar werden van dat wat voorheen privé-vermogen was. Ook veel erfenissen zijn vanaf overlijden tot de verdeling gemeenschappelijk eigendom van de erfgenamen. Gedurende lange tijd werden in meerdere culturen grote groepen mensen uitgesloten als het om het recht op eigendom ging, zoals vrouwen, vreemdelingen en horigen. In Nederland konden getrouwde vrouwen tot 1957 niet zelfstandig eigendom verwerven, in België tot 1958. Napoleontisch recht La propriété est le droit de jouir et disposer des choses de la manière la plus absolue, pourvu qu'on n'en fasse pas un usage prohibé par les lois ou par les règlements. (Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.) Artikel 544 Franse Code civil (art. 544 Belgisch Oud Burgerlijk Wetboek (1804), art. 625 Nederlands BW (1838)). Het eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te gebruiken, hiervan het genot te hebben en erover te beschikken. De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door wetten, verordeningen of door de rechten van derden worden opgelegd. Artikel 3.50 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek. Eigendom bestaat uit drie componenten: usus (of ius utendi): recht op gebruik van het goed fructus (of ius fruendi): recht op het genot en de vruchten van het goed abusus (of ius abutendi): recht van beschikking op het goed. Belgisch recht Op 1 september 2021 trad in België een nieuw boek 3 goederenrecht in werking. De wetgever had als doel het goederenrecht meer functioneel te maken in plaats van zuiver conceptueel, wat zou moeten resulteren in een grotere rechtszekerheid. De definitie van het eigendomsrecht staat in artikel 3.50 BW: Het eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te gebruiken, hiervan het genot te hebben en erover te beschikken. De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door wetten, verordeningen of door de rechten van derden worden opgelegd. Deze omschrijving ziet ook op onlichamelijke goederen en beperkt zich dus niet enkel tot lichamelijke goederen. Nederlands recht Eigendom is geregeld in Boek 5 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek. Artikel 1, eerste lid luidt: Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Bij een goed dat geen zaak is, wordt in de wet het begrip eigendom meestal niet gebruikt, maar in plaats daarvan het begrip vermogensrecht. Toch worden aandeelhouders van een vennootschap in het spraakgebruik soms aangeduid als de juridische eigenaren. Aandelen en certificaten van aandelen verschaffen bepaalde rechten met betrekking tot de vennootschap. Het tweede lid zegt: "Het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen." Het derde lid zegt: "De eigenaar van de zaak wordt, behoudens rechten van anderen, eigenaar van de afgescheiden vruchten." Een belangrijk deel van het Nederlandse woningbestand kent gemeenschappelijk eigendom, woningen staan veelal op naam van beide partners. Zie ook Gemeenschap (juridisch). Duits recht Artikel 14 van de Duitse Grondwet (Grundgesetz): (1) Das Eigentum und das Erbrecht werden gewährleistet. Inhalt und Schranken werden durch die Gesetze bestimmt. </small>(De eigendom en het erfrecht worden gegarandeerd. Inhoud en begrenzingen worden door wetten bepaald.</small>) (2) Eigentum verpflichtet. Sein Gebrauch soll zugleich dem Wohle der Allgemeinheit dienen. </small>(Eigendom brengt verantwoordelijkheid. Het gebruik zal ook het algemeen welzijn dienen.</small>) (3) Eine Enteignung ist nur zum Wohle der Allgemeinheit zulässig. Sie darf nur durch Gesetz oder auf Grund eines Gesetzes erfolgen, das Art und Ausmaß der Entschädigung regelt. Die Entschädigung ist unter gerechter Abwägung der Interessen der Allgemeinheit und der Beteiligten zu bestimmen. Wegen der Höhe der Entschädigung steht im Streitfalle der Rechtsweg vor den ordentlichen Gerichten offen. </small>(Onteigening is alleen toelaatbaar in het algemeen belang. Deze mag alleen door een wet of op grond van een wet plaatsvinden, die de manier en de hoogte van de schadevergoeding regelt. De schadevergoeding is vast te stellen door een rechtvaardige afweging tussen het algemeen belang en dat van de belanghebbenden. De hoogte van de schadevergoeding kan in rechte aangevochten worden.</small>) Hier wordt het erfrecht apart als beschermingswaardig genoemd om uit te drukken dat men niet alleen kan beschikken over de eigendom bij leven, maar ook bij overlijden. Dit heeft te maken met de massale onteigeningen van burgers die door de Nazi-dictatuur als 'Jood' werden bestempeld in de aan de huidige Grondwet voorgaande periode, ook van bezittingen nadat ze vermoord waren. Bijzonder ten opzichte van Nederlandse wetgeving is het vastleggen in lid 2 van een belangrijke verplichting voor de eigenaar. De Duitse hoogste rechter, het Bundesgerichtshof, bepaalde in een arrest uit 2004 dat zowel de testeervrijheid van een erflater door de grondwet is beschermd als het recht van erfgenamen om het geërfde vermogen daadwerkelijk te ontvangen en te kunnen behouden. En in het Duits Burgerlijk Wetboek, Bürgerliches Gesetzbuch (BGB), artikel 903: Der Eigentümer einer Sache kann, soweit nicht das Gesetz oder Rechte Dritter entgegenstehen, mit der Sache nach Belieben verfahren und andere von jeder Einwirkung ausschließen. Der Eigentümer eines Tieres hat bei der Ausübung seiner Befugnisse die besonderen Vorschriften zum Schutz der Tiere zu beachten. (De eigenaar van een zaak kan, voor zover de wet of de rechten van derden zich daartegen niet verzetten, met de zaak doen naar hem goeddunkt en anderen van elk gebruik daarvan uitsluiten. De eigenaar van een dier moet bij de uitoefening van zijn bevoegdheden de bijzondere bepalingen ter bescherming van het dier in acht nemen.) § 903 BGB. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Artikel 1 van het Eerste Protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bepaalt:Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoord genot van zijn eigendom. Aan niemand zal zijn eigendom worden ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht. De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een staat heeft om die wetten toe te passen, die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.Dit wordt de vrijheid van het ongestoord genot van eigendom genoemd, of het grondrecht op eigendom. Het Europees Hof voor de rechten van de Mens (EHRM) gaat ervan uit dat het begrip eigendom zoals beschermd door het EVRM, een autonome betekenis heeft die niet afhankelijk is van de definiëring in het nationale recht van de betrokken staten. Het eigendomsrecht dat hier wordt bedoeld is ruimer dan het eigendomsrecht uit het Nederlandse en Belgische privaatrecht (goederenrecht) en omvat bijvoorbeeld pachtrechten en huurrechten. De Engelse tekst van het EVRM spreekt ook niet van properties, eigendom (behalve in de artikeltitel), maar van possessions, bezittingen. Deze bepaling creëert geen eigendomsrechten, doch beschermt bestaande rechten (arrest Anheuser-Busch). In het Nederlands zou het duidelijker zijn om van vermogensrechten te spreken, dat wil zeggen op geld waardeerbare rechten, waartoe niet alleen eigendom maar ook bijv. rechtsvorderingen behoren. Verdragsstaten hebben de ruimte bij nationale wetgeving in het algemeen belang beperkingen op het gebruik van eigendom vast te leggen, er mag door wetgever geen onderscheid worden gemaakt tussen burgers, ook niet in het erfrecht. (arrest Marckx/België). Het grondrecht heeft in Nederland horizontale werking, wat betekent dat burgers zich er niet alleen tegenover de staat op kunnen beroepen, maar ook tegenover andere burgers in privaatrechtelijke geschillen. Alle Nederlandse staatsorganen en instituties, waaronder de rechterlijke macht, hebben de grondrechten te respecteren en mee te wegen in alles wat ze doen. Universele Verklaring van de rechten van de mens Hoewel niet bindend, schrijft artikel 17 UVRM het volgende voor: Ieder persoon, hetzij alleenstaand of tot een collectiviteit behorend, heeft recht op eigendom. Niemand mag op willekeurige wijze uit zijn eigendom ontzet worden. Belgisch en Nederlands recht Bij het eigendomsrecht is er sprake van recht van genot, recht van gebruik en recht van beschikking. Uit deze terminologie kunnen we afleiden dat de term eigendom alleen van toepassing is op stoffelijke objecten die voor menselijke beheersing vatbaar zijn (zie ook: Goederen en zaken). Van niet-stoffelijke objecten (vermogensrechten) is men geen eigenaar, doch "slechts" rechthebbende. Een eigenaar mag binnen bepaalde grenzen alles met zijn of haar zaak doen. Het houdt in de regel zelfs het recht in om de zaak te vernietigen. Echter, het staat de eigenaar niet vrij om een zaak te gebruiken op een wijze die strijdig is met de wet, met de rechten van anderen of op een wijze die rechtsmisbruik oplevert. Een eigenaar is meestal ook de bezitter van de zaak, maar dat hoeft niet. Als de zaak namelijk is gestolen of op andere wijze uit het bezit van de eigenaar is ontvallen blijft het eigendomsrecht overeind. De eigenaar is te allen tijde bevoegd om de zaak van iemand die haar zonder recht houdt op te eisen (art. 5:2 Nederlands BW). In een aantal gevallen kun je echter als eigenaar toch het nakijken hebben. Indien een dief de zaak namelijk verkoopt aan een derde die te goeder trouw is, beschermt de wet in bepaalde gevallen de nieuwe eigenaar en vergaat het eigendomsrecht van de originele eigenaar (zogenaamde derdenbeschermende bepalingen; zie ook: overdracht). Verkrijging Eigendom kan op twee manieren worden verkregen: originair en derivatief. In het eerste geval had niemand tevoren de eigendom, zoals bij een res nullius, een onbeheerde zaak waarvan de vorige eigenaar de eigendom welbewust heeft prijsgegeven (denk aan de inhoud van een vuilnisbak), of een zaak die zelfs nog nooit een eigenaar had. Nog een ander voorbeeld is een zaak die tevoren niet eens bestond, bij zaaksvorming. Bij derivatieve eigendomsverkrijging wordt het eigendomsrecht van de oude op de nieuwe eigenaar overgedragen. Meestal gebeurt dit in het kader van een overeenkomst, zoals koop/verkoop, schenking of inbreng in een vennootschap. Ook een huwelijkscontract is een overeenkomst waarbij eigendom overgedragen kan worden aan de huwelijksgemeenschap of aan de partner. Een eigendomsrecht kan ook overgedragen worden als onderdeel van een erfenis, door verjaring of door natrekking. Overdracht Met betrekking tot eigendomsoverdracht kennen zowel het Belgisch recht als het Nederlands recht een causaal stelsel waarin de contractuele oorzaak (causa) een constitutief vereiste voor geldige titel tot overdracht is. Een geldige titel ligt aan de basis van een geldige eigendomsoverdracht, is er geen geldige titel is er geen eigendomsoverdracht. Het Belgisch recht kent het consensuele stelsel, d.w.z. de louter verbintenisscheppende overeenkomst bewerkstelligt de overdracht (art. 1138 Belgisch BW). Juridisch word je door het afsluiten van een koop(-overeenkomst) dus eigenaar. Het Nederlands recht kent een leveringsstelsel. Juridisch wordt er verschil gemaakt tussen de geldige titel (titulus) en de levering (modus). Bij een verbintenisscheppende overeenkomst (of andere verbintenis) kan slechts een verplichting ontstaan tot eigendomsoverdracht, maar die vindt in het algemeen pas plaats bij bezitsverschaffing, het feitelijk overdragen van het verkochte goed. Bij onroerend goed is het niet voldoende dat de sleutels worden afgegeven aan degeen met wie een koopovereenkomst is gesloten, de wet stelt voor de levering een officele procedure bij de notaris als eis voor een geldige levering. De overdracht vereist dus een beschikkingsbevoegdheid opgebouwd uit een goederenrechtelijke overeenkomst en een leveringshandeling (waarin deze overeenkomst wordt uitgewerkt) (art. 3:84 Nederlands BW). Andere landen (bijv. Duitsland, Zuid-Afrika en Brazilië) waarvan de wet geen contractuele oorzaak vereist, kennen het abstracte leveringsstelsel volgens welke als er levering is maar geen geldige titel, er wel een eigendomsoverdracht is. Erfrecht Eigendomsoverdracht bij overlijden, ofwel erfopvolging, is in België en Nederland wettelijk geregeld volgens het principe van de saisine: de eigendom gaat direct bij overlijden over van erflater op de bij wet of testament genoemde erfgenamen, zij worden onder algemene titel gezamenlijk eigenaar van het gehele vermogen van de overledene inclusief schulden, ze worden partij bij alle overeenkomsten, ze continueren diens rechtspositie in alle opzichten. Deze rechtsopvolging onder algemene titel gaat in Nederland heel ver, aldus de Nederlandse Hoge Raad in het standaardarrest Erven Gaasbeek (Hoge Raad 23 juni 1989): erfgenamen zijn in beginsel gebonden aan alle door erflater aangegane overeenkomsten en zijn gehouden deze na te komen, zelfs overeenkomsten die onbevoegd waren overeengekomen. Direct bij overlijden zijn het dus de gezamenlijke erfgenamen die door erflater gesloten overeenkomsten kunnen opzeggen, gesloten opdrachten ongedaan kunnen maken of lopende vorderingen moeten voldoen. Testeervrijheid, afwikkelvrijheid en beperkingen daarop Van de wettelijk regels voor eigendomsoverdracht bij overlijden kan worden afgeweken bij testament en in België ook bij erfrechtovereenkomst. Het eigendomsrecht van een erflater is in het erfrecht omgezet in het beginsel van de testeervrijheid, men is vrij in de manier waarop men zijn eigendom na overlijden wil laten overgaan en vrij in de keus aan wie. Maar net als de contractsvrijheid is de testeervrijheid niet absoluut, in Nederland is limitatief opgesomd welke uiterste wilsbeschikkingen gemaakt kunnen worden en geldt dat kinderen recht hebben op minstens de legitieme portie, ongeacht wat er in een testament is bepaald. Testamentaire bepalingen die niet in lijn liggen met bepalingen van dwingend recht, de openbare orde of de goede zeden zijn nietig (art. 4:44 BW). In de huidige wet erfrecht is de testeervrijheid ingeperkt door de mogelijkheid te laten vervallen dat de erflater "over het graf heen kan regeren" door het benoemen van een testamentuitvoerder die in naam van de overledene nog zeggenschap had over de nalatenschap. Als hoofdregel is de uitoefening van eigendomsrechten over de nalatenschap vanaf het moment van overlijden bij de erfgenaam of gezamenlijke erfgenamen gelegd. Bij de Belgische testamentuitvoerder en de Nederlandse testamentair executeur en het testamentair beschermingsbewind, ontnemen wettelijke regels erfgenamen tijdelijk het volledig zelfstandig beheer over de nalatenschap. Deze beperking van het ongestoord genot op eigendom kan worden gerechtvaardigd door het algemeen belang dat schuldeisers hebben bij voldoening van hun vorderingen of met de bescherming van mensen die zelf niet in staat worden geacht vermogen verstandig te beheren. Bij het Nederlands testamentair bewind mag een erflater nadere regels geven voor de bevoegdheden en verplichtingen van de bewindvoerder die niet zijn vastgelegd als dwingend recht. Het verruimen en beperken moet binnen de grenzen blijven van de bij uiterste wilsbeschikking ingestelde bewindsvorm, erfgenamen mogen ten aanzien van de nalatenschap niet een te geringe macht overhouden om nog als rechthebbende te kunnen gelden. Driesterrenexecuteur niet rechtsgeldig In het notariaat en de estate-planning wordt wel aangenomen dat de eigendomsrechten van erfgenamen bij testament verder kunnen worden ingeperkt door creatie van de buitenwettelijke figuur driesterrenexecuteur of afwikkelingsbewindvoerder. Dat was echter nadrukkelijk niet de bedoeling van wetgever. Een testamentair bewindvoerder heeft bij wet de bijzondere bevoegdheid gekregen zelfstandig bij de rechtbank de verdeling te vorderen zodat met het instellen van een testamentair bewind voor elke nalatenschapsafwikkeling een oplossing kan worden bereikt. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat het niet de bedoeling van wetgever was, de bewindvoerder zelf de bevoegdheid tot verdeling te geven. De minister verklaart: "waarom zou daarnaast de mogelijkheid moeten worden geschapen, dat de erflater een derde zeggenschap zou kunnen verlenen bij het tot stand brengen der verdeling?". Later in de wetsgeschiedenis is bepaald, dat alleen het instellen van het bewind een uiterste wilsbeschikking is, niet de regeling van artikel 4:171 BW om de bevoegdheden en verplichtingen van de bewindvoerder nader in te vullen. Zijn door erflater bij testament voor het beheer van een nalatenschap aan een testamentair bewindvoerder teveel bevoegdheden gegeven die de eigendomsrechten van erfgenamen inperken en handelt een bewindvoerder naar deze buitenwettelijke bepalingen, kunnen deze bepalingen en de handelingen van de bewindvoerder voor nietig worden gehouden. Een eigendomsoverdracht door een bewindvoerder zonder toestemming van alle erfgenamen kan op grond daarvan door de rechter worden teruggedraaid en een notaris die daaraan meewerkte kan op de vingers worden getikt. Intellectuele eigendom Vanaf de achttiende eeuw heeft het begrip "intellectuele eigendom" ingang gevonden als verzamelterm van voornamelijk auteurs-, octrooi- en merkenrechten. Juridisch is hier echter geen sprake van eigendom, al was het maar omdat deze rechten doorgaans slechts voor een beperkt aantal jaren gelden. Waar het echte eigendomsrecht slechts betrekking kan hebben op stoffelijke zaken, heeft "intellectuele eigendom" in essentie betrekking op informatie. Het gebruik van een zaak op een bepaald moment kan niet gedeeld worden, het gebruik van informatie wel: het is "niet rivaliserend", in economische termen). Dat maakt dat de argumenten voor "intellectuele eigendom" wezenlijk anders zijn (vooral economisch), en daarom ook kan wel voor alle "stoffelijke zaken" eigendom worden verkregen, doch slechts voor specifieke vormen van informatie, vastgelegd in diverse wetten, en geldt voor het overige het beginsel dat ideeën vrij zijn. Rechtspersonen Rechtspersonen zijn abstracte entiteiten die door het recht persoonlijkheid toegekend gekregen hebben, waardoor ze op dezelfde wijze rechten en verplichtingen kunnen hebben als natuurlijke personen. Zij kunnen dus eveneens eigenaar van zaken worden. Een wijdverbreid misverstand is de opvatting dat aandeelhouders (of soms de leden) eigenaar van de rechtspersoon zijn. Dit is echter onjuist, daar het in de meeste rechtsstelsels niet mogelijk is dat een persoon eigenaar van een ander persoon wordt ('slavernij'). De aandeelhouders hebben slechts de eigendom van de aandelen, die financiële, zeggenschaps- en informatierechten met betrekking tot de rechtspersoon verschaffen. Wel betekent dit dat ze in economische zin als 'eigenaar' kunnen worden aangemerkt (zie hieronder). Juridische en economische eigendom Buiten het civiele recht wordt het begrip eigendom ruimer opgevat. Het is immers mogelijk dat met betrekking tot een zaak een derde bepaalde rechten verwerft, die zo omvattend zijn, dat deze derde een economisch belang bij de zaak krijgt. Hij wordt dan degene die belang heeft bij economische waardeveranderingen van de zaak en is derhalve economisch eigenaar. Het begrip is echter geen juridisch begrip en de werkelijke eigendom in juridische zin blijft berusten bij de oorspronkelijke eigenaar, die derhalve als juridisch eigenaar wordt aangeduid. Wanneer een zaak bijvoorbeeld belast is met het recht van vruchtgebruik, zal de vruchtgebruiker alle opbrengsten verwerven en heeft hij dus het economisch belang bij de zaak. De blote eigenaar krijgt hooguit een vaste vergoeding. Economisch vertaalt dit zich in het feit dat de vruchtgebruiker een bepaalde waarde aan zijn recht moet toekennen. Ook in een (onder huidig Nederlands recht verboden) fiduciair eigendom geldt dit: de overdrager raakt zijn juridische eigendom kwijt maar behoudt de economische eigendom omdat het de bedoeling is dat de fiduciair eigenaar op een gegeven moment de zaak teruglevert en de overdrager de zaak bovendien mag blijven gebruiken. Ook aandeelhouders worden economisch als eigenaars van de vennootschap gezien. Hierdoor wordt de waarde van hun aandelen gerelateerd aan de intrinsieke waarde van de onderneming. Het is echter mogelijk, bij wijze van bescherming tegen overname, de juridische en economische eigendom van aandelen te scheiden door ze te certificeren. De certificaten geven financiële rechten maar geen stemrechten en worden geplaatst, terwijl de echte aandelen gehouden worden door een Stichting Administratiekantoor (STAK). Ook kan een natuurlijk persoon of een topholding als economisch eigenaar worden gezien van een concern, daar deze de economische belangen en indirect ook beslissingsmacht heeft. In het belastingrecht wordt eveneens scherp onderscheid gemaakt tussen juridische en economische eigendom. De economische eigenaar zal een groot deel (of zelfs het geheel) van de aan de zaak gerelateerde belastingplicht moeten dragen en de juridisch eigenaar krijgt een corresponderende korting doordat zijn eigendom lager gewaardeerd wordt. Omdat de eigendom economisch gesplitst wordt, geldt dit ook voor de belastingplicht. Ook mogen in sommige gevallen (bijvoorbeeld in belastingverdragen met de V.S.) slechts de uiteindelijk economisch gerechtigden gebruikmaken van belastingverdragen. Ten slotte speelt de economische eigendom een grote rol in compliance en antiwitwaswetgeving. Aangenomen is het wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten. Bedrijven (in met name de financiële sector) worden verplicht na te gaan wie de uiteindelijk belanghebbenden (de Ultimate Beneficial Owner (UBO)) van hun zakenpartners zijn, en wel voorafgaand aan het aangaan van de relatie. De UBO kan slechts een natuurlijk persoon zijn. Het is de bedoeling dat men vanaf de zakenpartner de aandeelhouders nagaat tot men bij een UBO uitkomt, en deze onderzoekt. Wanneer de uitkomst van dit onderzoek geen duidelijk resultaat oplevert of de klant niet coöperatief is, dient in de meeste gevallen de klant te worden geweigerd of aangemeld bij Justitie. In alle andere gevallen moet het bedrijf het risico van deze UBO inschatten en zelf beslissen of het wel of niet zaken wil doen met het bedrijf. Over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies komt er een apart wetsvoorstel. Cultuurverschillen Een incorrecte opvatting is dat sommige groepen oorspronkelijke Noord-Amerikanen het begrip 'eigendom' niet kenden. Zo zouden de indianen die Manhattan aan de Nederlanders verkochten, gedacht hebben een goede zaak te hebben gedaan, omdat grond van niemand is. Waarschijnlijker is dat ze bedoelden de Nederlanders een "jachtrecht" toe te kennen, in ruil voor objecten met een geschatte waarde van 24 dollar, en daarbij niet de bedoeling hadden het land over te dragen, maar de Nederlanders slechts als extra bewoners verwelkomden. In vrijwel alle culturen is het begrip eigendom echter te vinden voor objecten van economische waarde. Eigendom en economie Juridisch gaat het om rechtvaardigheid, in de economie bestaan bepaalde opvattingen over de doelmatigheid van eigendom. Een klassiek rechtseconomisch leerstuk is de tragedy of the commons, die erop neerkomt dat een object dat geen duidelijke, individuele eigenaar heeft al gauw verwaarloosd zal worden. Het klassieke voorbeeld is de meent, de gemeenschappelijke weide in een dorp. Als daar geen goede afspraken over worden gemaakt dreigt overbegrazing en voelt niemand zich geroepen het initiatief te nemen tot onderhoud, en hoge kosten te maken waar anderen gratis van profiteren. Sommige schrijvers (Heller) kwamen eind vorige eeuw met de gedachte dat er ook een "tragedy van de anticommons" bestaat, waarmee gedoeld wordt op het feit dat een teveel aan juridische aanspraken ook niet efficiënt is. Zo delen erfgenamen soms vele generaties diep het auteursrecht van een overledene (auteursrecht geldt tot 70 jaar na de dood van de auteur), wat bijv. bij herpublicatie een moeizaam besluitvormingsproces vergt van talloze (achter)neven. Zie ook Juridisch: Houderschap Soevereiniteit Onteigening Vermogensrecht Goederenrecht Vruchtgebruik en bloot-eigendom Erfrecht Erfopvolging Burgerlijk recht Economische terminologie Mensenrechten
Overdracht Met betrekking tot eigendomsoverdracht kennen zowel het Belgisch recht als het Nederlands recht een causaal stelsel waarin de contractuele oorzaak (causa) een constitutief vereiste voor geldige titel tot overdracht is. Een geldige titel ligt aan de basis van een geldige eigendomsoverdracht, is er geen geldige titel is er geen eigendomsoverdracht. Het Belgisch recht kent het consensuele stelsel, d.w.z. de louter verbintenisscheppende overeenkomst bewerkstelligt de overdracht (art. 1138 Belgisch BW). Juridisch word je door het afsluiten van een koop(-overeenkomst) dus eigenaar. Het Nederlands recht kent een leveringsstelsel. Juridisch wordt er verschil gemaakt tussen de geldige titel (titulus) en de levering (modus). Bij een verbintenisscheppende overeenkomst (of andere verbintenis) kan slechts een verplichting ontstaan tot eigendomsoverdracht, maar die vindt in het algemeen pas plaats bij bezitsverschaffing, het feitelijk overdragen van het verkochte goed. Bij onroerend goed is het niet voldoende dat de sleutels worden afgegeven aan degeen met wie een koopovereenkomst is gesloten, de wet stelt voor de levering een officele procedure bij de notaris als eis voor een geldige levering. De overdracht vereist dus een beschikkingsbevoegdheid opgebouwd uit een goederenrechtelijke overeenkomst en een leveringshandeling (waarin deze overeenkomst wordt uitgewerkt) (art. 3:84 Nederlands BW). Andere landen (bijv. Duitsland, Zuid-Afrika en Brazilië) waarvan de wet geen contractuele oorzaak vereist, kennen het abstracte leveringsstelsel volgens welke als er levering is maar geen geldige titel, er wel een eigendomsoverdracht is.
9
overdracht, verplaatsing, transport
2,912
BedAndBreakfast
5419933
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gwalia
Gwalia
Gwalia is een spookdorp in de regio Goldfields-Esperance in West-Australië. Na de sluiting van de Sons of Gwalia-goudmijn in 1963 werd het plaatsje vrij snel verlaten. Daardoor kon het later in zijn oorspronkelijke staat worden hersteld. Het spookdorp is een openluchtmuseum. Geschiedenis In maart 1896 ontdekten de goudzoekers A. Glendinning, Jack Carlson en Frank White goud in de streek. Ze werden door twee winkeliers uit Coolgardie gefinancierd, Thomas en Ernest Tobias. Er werd een lease opgenomen op naam van Thomas Tobias. Tobias was van Welshe afkomst en de lease werd 'Sons of Gwalia' genoemd. Gwalia is een archaïsche naam voor Wales. Een jaar later werd de lease verkocht aan George Hall. Om de verdere ontwikkeling van de goudmijn te financieren sprak Hall de financier Bewick Moreing aan. Moreing zond een jonge ingenieur, de latere Amerikaanse president Herbert Hoover, toen 23 jaar oud, naar West-Australië. Hoover overtuigde Moreing om de lease te kopen. Hoover werd aangesteld als manager van de mijn. Hij introduceerde efficiëntieverhogende en kostenbesparende maatregelen waaronder het aanwerven van Oostenrijkse en Italiaanse gastarbeiders. Onder Hoovers management werkten 500 mijnwerkers aan de goudmijn. Het naast de mijn ontstane plaatsje Gwalia had een winkel, kapperszaak, snoepwinkel, kleedmaker, slagerij, café en een bakkerij. In 1901 werd Gwalia opgemeten maar het werd nooit officieel gesticht. Het maakte deel uit van het reeds op 15 april 1898 gestichte enkele kilometers meer noordelijk gelegen Leonora. In 1902 bereikte de Eastern Goldfields-spoorweg Gwalia en Leonora. Er werd een tram tussen Gwalia en Leonora ingelegd. Een jaar later, in 1903, werd een overheidshotel, het 'Gwalia State Hotel', geopend. Dit om de illegale verkoop van drank ('Sly Grog') tegen te gaan. Door een brand in 1921 werden de mijnactiviteiten in de Sons of Gwalia-goudmijn twee jaar lang gestaakt. Na de heropening in 1923 bleef de mijn actief tot 1963. Er werd meer dan 70.000 kilogram goud geproduceerd. Na de sluiting van de goudmijn daalde Gwalia's bevolkingsaantal op korte tijd van ongeveer 1.500 tot 40 inwoners. In 1981 richtten de gebroeders Peter en Chris Lalor de onderneming 'Sons of Gwalia' op. Ze verwerkten eerst het oude mijnafval en openden de goudmijn vervolgens in dagbouw. In 1999 werd terug met ondergrondse mijnactiviteiten gestart. 21e eeuw Gwalia maakt deel uit van het lokale bestuursgebied (LGA) Shire of Leonora. Het district probeert het plaatsje in zijn oorspronkelijke staat te bewaren. In 2004 vroeg de onderneming 'Sons of Gwalia' het faillissement aan. De goudmijn werd vervolgens aan 'St Barbara Ltd' verkocht. Ze is anno 2019 met een diepte van 1.660 meter de diepste voor voertuigen bereikbare goudmijn ter wereld. Tegen 2031 schat men op een diepte van 2.300 meter naar goud te delven. (In Zuid-Afrika bestaan mijnen met een diepte van 5.000 meter.) In de jaren 2010 maakte Gwalia het onderwerp van een vijfjarige restauratieproject uit. Het 'Hoover House', het 'Gwalia Museum', de oorspronkelijke schachtbok, 22 mijnwerkerhuisjes en het historisch centrum werden gerestaureerd. Het project won de 'Western Australian Heritage Awards'. Toerisme De The Golden Quest Discovery Trail doet Gwalia aan. Het Gwalia Museum is ondergebracht in de voormalige kantoren van de Sons of Gwalia-goudmijn. In het Hoover House, de woning die de latere Amerikaanse president Herbert Hoover als manager betrok, is een bed and breakfast ondergebracht. Transport Gwalia ligt 828 kilometer ten oostnoordoosten van de West-Australische hoofdstad Perth, 236 kilometer ten noorden van Kalgoorlie en 4 kilometer ten zuiden van het langs de Goldfields Highway gelegen Leonora, de hoofdplaats van het lokale bestuursgebied waarvan het deel uitmaakt. De spoorweg die langs Gwalia loopt maakt deel uit van het goederenspoorwegnetwerk van Arc Infrastructure. Klimaat Gwalia kent een warm woestijnklimaat, BWh volgens de klimaatclassificatie van Köppen. Galerij Verlaten plaats in West-Australië
Toerisme De The Golden Quest Discovery Trail doet Gwalia aan. Het Gwalia Museum is ondergebracht in de voormalige kantoren van de Sons of Gwalia-goudmijn. In het Hoover House, de woning die de latere Amerikaanse president Herbert Hoover als manager betrok, is een bed and breakfast ondergebracht.
1
bed and breakfast, logies, accommodatie
1,071
SpreadsheetDigitalDocument
27866
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spreadsheet
Spreadsheet
Een spreadsheet of (digitaal) rekenblad is een computertoepassing om rekenkundige bewerkingen uit te voeren. Het kan gemaakt en gebruikt worden met behulp van een spreadsheetprogramma: een computerprogramma voor dit doel. Een spreadsheetprogramma is vaak standaard opgenomen in kantoorsoftwarepakketten. Kenmerken Een spreadsheet bestaat uit een of meer werkbladen, die op hun beurt bestaan uit een matrix van cellen. Elke cel kan een getal, een tekst, een datum of een formule bevatten. De formules maken het mogelijk om bijvoorbeeld de som van een kolom van cellen in een cel te tonen. Overigens is het mogelijk om binnen een cel dan weer teksten en formules te combineren. Een groot voordeel van een spreadsheet boven een 'ouderwets' rekenapparaat is dat de spreadsheet dynamisch is. Men kan een enkel getal in een grote tabel veranderen, waarna direct alle formules in het werkblad opnieuw doorgerekend worden. Daarmee kunnen op een eenvoudige manier de gevolgen van verschillende scenario's doorgerekend worden. Ook kan de inhoud van een tabel direct in allerlei grafieken weergegeven worden. Geavanceerde spreadsheet-programma's hebben bijkomende functies, zoals het filteren van lijsten, het sorteren van gegevens en het optimaliseren van waarden in cellen op basis van formules. Moderne digitale rekenbladen beschikken over een uitgebreide lijst van formules, niet alleen op strikt rekenkundig gebied, maar ook voor algebraïsche functies, statistische bewerkingen, en dergelijke meer. In de meeste spreadsheets kunnen ook macro's aangeroepen worden. Deze worden in een scripttaal zoals Visual Basic geschreven of door het registreren van de toetsaanslagen van de gebruiker aangemaakt. Het uitvoeren van een macro verandert de inhoud van een werkblad eenmalig: bij veranderingen in de gegevens wordt de macro niet automatisch opnieuw uitgevoerd. Spreadsheetprogramma's De kracht van spreadsheetsoftware is de veelzijdigheid en het gebruiksgemak, de zwakte is dat de toepasbaarheid voor de meeste toepassingen beperkt is. In een spreadsheet kan een eenvoudige boekhouding worden bijgehouden, maar als de boekhouding complexer wordt is een boekhoudprogramma geschikter. Hetzelfde geldt voor eenvoudige vs. grote en/of complexe databases en voor het doen van eenvoudige statistische berekeningen; voor ingewikkelder statistieken is speciale statistische software geschikter. Geschiedenis Het eerste spreadsheetprogramma was VisiCalc (visual calculator) van het bedrijf Visicorp. VisiCalc werd bedacht door Dan Bricklin en grotendeels geprogrammeerd door Bob Frankston. Het was de 'killer application' van de eerste Apples. VisiCalc werd op 17 oktober 1979 uitgebracht. Daarom is 17 oktober een wereldwijde spreadsheet-dag. VisiCalc werd na de lancering van Lotus 1-2-3 in enkele maanden tijd van de kaart geveegd. Tegenwoordig is Microsoft Excel de marktleider. Dankzij het feit dat in het begin spreadsheetprogramma's vooral werden gebruikt in de financiële wereld hebben ze veel financiële en boekhoudkundige functies. Pas later ontdekten ook wetenschappers, statistici en wiskundigen de kracht van spreadsheetprogramma's. Voorbeelden van softwareprogramma's Enkele voorbeelden van spreadsheetprogramma's: VisiCalc — het allereerste spreadsheet-programma Lotus 1-2-3 — een spreadsheet-programma uit het DOS-tijdperk Quattro Pro — onderdeel van de Corel Office-suite Microsoft Excel — onderdeel van Microsoft Office LibreOffice Calc — onderdeel van LibreOffice Google Sheets — onderdeel van Google Docs Editors-suite OpenOffice.org Calc — onderdeel van OpenOffice.org KSpread — onderdeel van KOffice Apple Numbers — onderdeel van iWork Gnumeric SuperCalc Maximale grootte Zowel Excel van Microsoft Office als Calc van OpenOffice heeft een maximum van 256 kolommen (=2^8) en 65.536 rijen (=2^16) in één werkblad. Bij Microsoft Office Excel 2007 is het aantal rijen verzestienvoudigd naar 1.048.576 (=2^20) en het aantal kolommen vervierenzestigvoudigd naar 16.384 (=2^14). Kommagescheiden bestand Een kommagescheiden bestand is een platte tekst die gebruikt wordt als tussentijdse codering van een tabel, om die naar een spreadsheetprogramma over te brengen. Vervolgens kan de tabel dan in het reguliere spreadsheetformat van het spreadsheetprogramma worden opgeslagen. Fouten Menselijke fouten bij het gebruik van spreadsheets leidden in een aantal gevallen tot ernstige misrekeningen. Zo “verdwenen” bij de Engelse gezondheidsdienst 16.000 coronabesmettingen door het gebruik van een verouderd bestandsformaat. Ook financiële misrekeningen komen meermaals voor. Zie ook Draaitabel Kruistabel Referenties
Een groot voordeel van een spreadsheet boven een 'ouderwets' rekenapparaat is dat de spreadsheet dynamisch is. Men kan een enkel getal in een grote tabel veranderen, waarna direct alle formules in het werkblad opnieuw doorgerekend worden. Daarmee kunnen op een eenvoudige manier de gevolgen van verschillende scenario's doorgerekend worden. Ook kan de inhoud van een tabel direct in allerlei grafieken weergegeven worden. Geavanceerde spreadsheet-programma's hebben bijkomende functies, zoals het filteren van lijsten, het sorteren van gegevens en het optimaliseren van waarden in cellen op basis van formules. Moderne digitale rekenbladen beschikken over een uitgebreide lijst van formules, niet alleen op strikt rekenkundig gebied, maar ook voor algebraïsche functies, statistische bewerkingen, en dergelijke meer.
5
spreadsheet, werkblad, rekenblad
6,193
RsvpResponseType
749831
https://nl.wikipedia.org/wiki/RSVP%20%28verzoek%29
RSVP (verzoek)
RSVP of r.s.v.p. is een verzoek onderaan een uitnodiging om te reageren en aan te geven of men al dan niet ingaat op deze uitnodiging. "RSVP" is een kortere schrijfwijze voor Répondez s'il vous plaît, oftewel Antwoord alstublieft (of u wel of niet van plan bent te komen). De gastheer of -vrouw weet dan op hoeveel gasten hij/zij moet rekenen. Vaak staat er ook een uiterlijke datum achter het RSVP vermeld. Het reageren is een onderdeel van wat ook wel beleefdheidsvormen, etiquette of nettiquette genoemd wordt. Andere verzoeken die op uitnodigingen kunnen staan zijn: A.a.u.b. (Antwoord alstublieft) – De gastheer of -vrouw verwacht een reactie, of u nu wel of niet ingaat op de uitnodiging. Regrets only – Alleen reageren als u niet ingaat op de uitnodiging. R.f.s.v.p. (Réponse favorable s'il vous plaît) – De gastheer of -vrouw hoopt op een bericht dat u de uitnodiging aanneemt. V.g.a. (Verzoeke gunstig antwoord) – idem. W.a.g. (Wordt antwoord gewenst) – De gastheer of -vrouw verwacht een reactie, of u nu wel of niet ingaat op de uitnodiging. W.g.a.g./ W.g.a.v. (Wordt gunstig antwoord gewenst/verwacht) – De gastheer of -vrouw hoopt op een bericht dat u de uitnodiging aanneemt. Etiquette
RSVP of r.s.v.p. is een verzoek onderaan een uitnodiging om te reageren en aan te geven of men al dan niet ingaat op deze uitnodiging. "RSVP" is een kortere schrijfwijze voor Répondez s'il vous plaît, oftewel Antwoord alstublieft (of u wel of niet van plan bent te komen). De gastheer of -vrouw weet dan op hoeveel gasten hij/zij moet rekenen. Vaak staat er ook een uiterlijke datum achter het RSVP vermeld. Het reageren is een onderdeel van wat ook wel beleefdheidsvormen, etiquette of nettiquette genoemd wordt.
3
RSVP, uitnodigingsreactie, antwoordtype
9,774
PostOffice
95649
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bergum
Bergum
Bergum (officieel, Fries: Burgum, ) is een dorp in de Nederlandse provincie Friesland. Het is de hoofdplaats van de gemeente Tietjerksteradeel en telt inwoners (). Dit grootste dorp van de gemeente is kleiner dan voor 1930, toen Noordbergum nog onder Bergum viel. Tot 1989 was de officiële naam van het dorp het Nederlandstalige Bergum, maar sindsdien is dat het Friestalige Burgum. Onder het dorp valt ook de buurtschap Noordermeer. Bergum staat bekend als woud- en waterdorp. Bergum ligt op de overgang van de Friese Wouden naar het veengebied van Midden-Friesland. De omgeving van Bergum wordt gekenmerkt door een coulisselandschap met houtwallen. Aan de oostelijke kant liggen de natuurgebieden de Soestpolder en Noordermeer. In de omgeving van de Ritskeloane liggen lommerrijke fiets- en ruiterpaden. Aan de westelijke kant ligt natuurgebied De Dobben. In de omgeving van Bergum zijn nog een twaalftal pingo’s overgebleven. Over het aquaduct ligt een paluduct. Een paluduct is faunapassage voor natte natuursoorten langs een kanaal over een aquaduct. Het paluduct ligt in een moeraszone langs het kanaal. Vanuit Bergum kan naar het Bergumermeer en De Leijen worden gevaren of de andere kant uit richting Eernewoude en Leeuwarden. Het dorp ligt aan het Prinses Margrietkanaal, naar het westen gaat dat door de Kromme Ee naar de Wijde Ee (Djippe Gat) en naar het oosten via de Groninger Vaart naar het Bergumermeer. Ten westen van Bergum ligt sinds het najaar 2016 het Hendrik Bulthuis Akwadukt onder het Prinses Margrietkanaal door. Over het kanaal ligt de brug Burgumerdaam. Bergum ligt aan de N356. Naar het noorden loopt de weg naar Veenwouden en Dokkum, en heeft via de kruising met de N355 verbinding met Hardegarijp, Noordbergum en Leeuwarden. Naar het zuiden heeft de weg verbinding met Suameer en Garijp en via de Wâldwei met Leeuwarden en Drachten. Ten westen heeft het dorp via de Warren verbinding met Suawoude en Tietjerk. Geschiedenis In de omgeving van Bergum zijn werktuigen van de rendierjagers van de Ahrensburgcultuur gevonden. Eind twaalfde eeuw werd op de plaats van een tufstenen kerkje een driebeukige kerk, de Kruiskerk gebouwd nabij het "Bergklooster" (of Barraconvent) uit diezelfde tijd. Bij resolutie van 6 november 1581 werd onder meer besloten dit klooster af te branden, "opdat de vijanden (Spanjaarden) daarvan geen roofnesten make". De gebouwen met de historische namen Martinushof en Kleasterhof op de Kloosterlaan herinneren hier nog aan. De Kruiskerk in Bergum staat ook bekend om de goede akoestiek. Bergum was in 1747 een van de eerste plaatsen in de toenmalige Republiek waar de Pachtersoproer uitbrak. Vanuit Groningen en Friesland verspreidde deze sociale onrust zich naar andere delen van het land. Het slot Hillama stond in het westen van Bergum tegenover de "Poppestien". Hier hebben o.a. grietmannen van Tytsjerksteradiel gewoond (Van Glinstra's). Het is omstreeks 1744 afgebroken. Nog verder naar het westen stond de Grovestins, gebouwd in 1398 en afgebrand in 1829. Aan de Menno van Coehoornweg stond het Hooghuis, waar de vestingbouwkundige Menno Baron van Coehoorn, zijn beroemde "Vestingbouw" schreef (1685). Glinstrastate aan de Schoolstraat herinnert aan de bekende grietmannenfamilie. Dit gebouw, met eerst de naam Philaleatheia, is in 1855 gebouwd door een lid van de in de 19e eeuw zeer invloedrijke familie Ferf. De grafheuvel met grafkelder met 9 kisten met op een na allemaal Ferfen ligt aan de Schoolstraat. In het centrum van Bergum staat "'t Roodhert". Deze herberg is al eeuwenoud en vertrekken werden in de 18e eeuw gebruikt als "grietenij Regtcamer". Vooral na de invoering van de burgerlijke stand (1812) waren er vertrekken voor de grietenij nodig en die werden gehuurd van de eigenaar van "'t Roodhert". Ook de vrede- en politierechter hielden er zitting. Dit heeft geduurd tot 1831, toen werd het hoekhuis er tegenover grietenijhuis. In 1908 is het oude Roodhert afgebroken en kwam er een nieuw gebouw met de oude naam. Het oude grietenijhuis op de hoek Schoolstraat / Lageweg was later ook kantongerecht, postkantoor en Indisch museum en is nu een winkelpand. Cultureel centrum "De Pleats", een mooie oude boerderij met het voorhuis dwars op de schuur, dateert van 1773 en was oorspronkelijk van de familie Haisma, waarvan het lid Tjalling Hajes Haisma in de Franse tijd "maire" van de commune Burgum was. Ooit werd de boerderij bij het kaarten onder invloed van drank verspeeld en ging op deze manier over van de familie Haisma naar de familie Ferf. In 1954 is het gebouw gekocht door de gemeente en na de restauratie is het een uniek dorpscentrum en restaurant geworden met een grote zaal en vergaderlokaliteiten. Op het erf van "De Pleats" is in 1960 het "Iepenloftteater" gemaakt en daar wordt iedere jaar in juni een Fries toneelstuk opgevoerd. In 2002 is het theater geheel gerenoveerd. Rond 1696 start Freerk Bosgraaf een boomkwekerij. Hieruit zijn meerdere kwekerijen van de familie Bosgraaf/Bosgra in Bergum ontstaan, zoals Kwekerij Frisia, Terra Nigra en Kweeklust en de boomkwekerij de Iephof. Ook is er een van de twee cichoreifabrieken uit ontstaan. Voorzieningen Het dorp heeft een winkelcentrum, gemeentehuis, bibliotheek, apotheek en een openluchttheater. Jongeren Er zijn meerdere scholen voor het voortgezet onderwijs, namelijk een locatie van CSG Liudger, Havotop en OSG Singelland. Er zijn drie basisscholen: OBS 't Partoer, CBS de Arke en KBS de Reinbôge. Ook voor kinderen wonend in asielzoekerscentrum Burgum is een school, AZS Papilio. Kinderopvang Burgum en Kinderwoud Kinderopvang met dagopvang, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, peuteropvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang. Cultuurcentrum de Wâldsang biedt muzieklessen en lessen in andere kunstvormen aan. Sport en recreatie Er zijn meerdere sporthallen, het overdekt zwembad "De Wetterstins", een manege en tennisbanen. Fierljepskânsen op het ljeppershiem aan de Burgumerdaam achter het gemeentehuis. Een jachthaven met passantenhaven en plaats voor boten en campers en fietsenverhuur en een trailerhelling. Ook aan het Prinses Margrietkanaal is een camperplek. Het Wetter en Willepark met skeeler-, atletiek-, fiets- en schaatsbaan. Op 14 december 2022 werd de eerste marathon op natuurijs van het jaar verreden, dat was voor het eerst. Marathonschaatsers Maaike Verweij en Gary Hekman wonnen. Het indoor- en outdoorpark Aventoer. In en om Bergum zijn verschillende fiets-, wandel-, men- en ruiterpaden. Het Prinses Margrietkanaal is een veel gebruikt viswater. Ook bij de elektriciteitscentrale aan het Bergumermeer en de oevers van het Bergumermeer zijn bekende visstekken. Er zijn vogelkijkhutten in de Soestpolder en bij de elektriciteitscentrale aan het Bergumermeer. De Soestpolder dient tevens als retentiegebied. Religie en welzijn Het dorp heeft twee Protestantse Kerken de Kruiskerk en de Ikker, Rooms-Katholieke parochie St Marinus en de Vrije Evangelische gemeente. KEaRN is de welzijnsorganisatie. Het cultureel centrum "De Pleats". Het jongerencentrum de "Foarikker" en het verenigingsgebouw "De Stryp". Door Kiehool (Stichting voor Sociaal Cultureel Werk voor Jeugd en Jongeren) worden activiteiten en evenementen voor jongeren en ouderen georganiseerd. Deze zijn in 2018 ondergebracht bij het Multifunctioneel Centrum op het landgoed Glinstra State. Het Hulpmiddelencentrum is er voor de hulpmiddelen. De Friese Wouden / KwadrantGroep is voor huishoudelijke hulp tot volledige verzorging, verpleging en specialistische zorg thuis of in een van de woonzorgcentra. Woonzorgcentrum Berchhiem is zowel een verpleeg- als verzorgingshuis. Het beschikt over een verkeers- en beweegtuin. Voor senioren liggen bij Berchhiem appartementencomplexen Oranjestins en Buitenhof. Bij het centrum liggen de wooncomplexen Markt, De Klaverkamp, ‘t Hoge Huys, Iephof, Pastoriekamp en in west Bergum ligt appartementencomplex Tuorrebout. Het Odensehuis Burgum is het inloophuis voor iedereen die met dementie te maken heeft. Talant zorg en begeleiding voor kinderen, volwassenen of ouderen met een beperking door dagopvang, kinderdagcentrum en wooncomplexen. Crisisopvang Zienn Burgum voor tijdelijk onderdak aan volwassenen en gezinnen die op straat (zijn) komen te staan of hun woonsituatie (hebben) moeten verlaten. In 1961 werd op initiatief van Pater Doesburg aan de Prinses Margrietstraat een Algemeen Crisiopvangcentrum geopend, toen nog Hospitium genoemd. De zusters Franciscanessen van Oirschot die er werkten, woonden onder hetzelfde dak als de mensen die ze opvingen en hadden de beschikking over een eigen kapel. Hoewel de opvang geleidelijk aan volledig was overgenomen door betaalde krachten, woonden er tot 2001 nog zusters in een eigen afdeling van Blijenhof. De kapel is nu een ruimte voor bezinning, ontmoeting en gebed met een interreligieus karakter. Overig In Bergum is de studio van de lokale omroep RTV30, en de nieuws media Aktief Media en Wâldnet. Jaarlijks wordt het festival Wâldpop gehouden. Het is ontstaan toen Wâldrock ophield. Ook jaarlijks zijn de Burgumer Merke in september en de Intocht van Sinterklaas. De Bergumer specialiteit is het wichterbier 'It Lulke Wiif'. Het gemeentehuis aan de Raadhuisweg is gebouwd onder architectuur van Piet de Vries te Leeuwarden en werd geopend in 1935. In 1972 werd er een zuidelijke vleugel aangebouwd, die in 1985 een grote uitbreiding kreeg onder architectuur van Abe Bonnema uit Hardegarijp. In 1992 werd er wederom een vleugel bijgeplaatst. Het politiebureau in Bergum wordt uiterlijk per 2025 vervangen door een groot steunpunt in de plaats. Het vrijwilligers korps van Brandweer Bergum maakt deel uit van de Veiligheidsregio Fryslân. De Vereniging voor Dorpsbelangen Bergum bestaat sinds 1893. Dorpsbelangen zet zich in algemene zin in voor de leefbaarheid van Bergum. Daarnaast staan het milieu en de veiligheid voor jong en oud hoog in het vaandel. Verder stimuleert Dorpsbelangen het werk van de vele buurtverenigingen, onder meer door een platform te zijn voor de uitwisseling van ervaringen. Bergum heeft jarenlang twee muziekverenigingen gekend. Dit waren de fanfares Apollo en Hallelujah. Zij zijn in 2018 gefuseerd en vormen nu Burgumer muziekvereniging Legato Schapen Bergum staat bekend om haar schapen die het gras in de wijken kort houden. Hierdoor krijgt Bergum veel reacties van onder andere 'Wakker Dier'. Bezienswaardigheden Kruiskerk. Observeum, een volkssterrenwacht en streekmuseum. Een grote zwerfkei genaamd Poppestien (Babysteen). Volgens de folklore zouden de kleine kinderen van onder deze steen ter wereld komen. Bevolkingsontwikkeling Geboren in Bergum Rombertus van Uylenburgh (ca. 1554-1624), schoonvader van Rembrandt, vader van Saskia van Uylenburgh (1612-1642) Tsjibbe Gearts van der Meulen (1824-1906), volksschrijver, boekhandelaar, drukker, uitgever en klokkenmaker Petrus Boele Jacobus Ferf (1854-1916), politicus Hendrik Bulthuis (1892–1948), bouwer van zwaardzeilboot de BM'er of Bergumermeer Abe Brouwer (1901-1985), schrijver Rinze Douma (1910-1945), predikant en verzetsstrijder Douwe van der Ploeg (1919-2006), florist en onderwijzer Sake van der Ploeg (1920-1985), stakingsleider, vakbondsbestuurder en politicus Auke de Vries (1937), beeldhouwer en tekenaar Joop Wittermans (1946), acteur Joke van Rijssel (1955), schaatsster Jehannes Ytsma (1957-2005), taalsocioloog Job Gosschalk (1967), regisseur, schrijver en film- en televisieproducent Philip Kooke (1968), sportverslaggever Sipke Zijlstra (1985), wielrenner Overleden in Bergum Adriaen van Cronenburg (1545-1604), kunstschilder Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Bergum Externe links www.burgum.nl Website van Burgum of Bergum van ondernemend Burgum www.burgum.info Website over de geschiedenis van Bergum Plaats in Friesland Geografie van Tietjerksteradeel
Het oude grietenijhuis op de hoek Schoolstraat / Lageweg was later ook kantongerecht, postkantoor en Indisch museum en is nu een winkelpand.
1
postkantoor, brievenbus, pakketpunt
7,349
RsvpAction
5105473
https://nl.wikipedia.org/wiki/Orgelbaumuseum%20Klosterh%C3%A4seler
Orgelbaumuseum Klosterhäseler
Het Orgelbaumuseum Klosterhäseler is een museum in Klosterhäseler in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt. De collectie bestaat uit gereedschappen uit de orgelbouw, orgelonderdelen en modellen die de luchtdruk in orgels laten zien. Er staan vitrines opgesteld en er staat een orgelpositief zonder kast waarmee de mechanische werking van een orgel nagebootst kan worden. Een deel van de collectie is afkomstig uit het Thüringer Orgelmuseum dat zich voorheen in Bechstedtstraß bevond. Het museum bevindt zich in de crypte van een cisterciënzerklooster in het slot van Klosterhäseler en wordt beheerd door de lokale vereniging Hasseltal. Van 1855 tot 1892 bevond zich in dit klooster de orgelwerkplaats van Heerwagen. De tentoonstelling kan alleen op vooraanmelding bezocht worden en tijdens openmonumentendag (Tag des offenen Denkmals). Impressie Zie ook Lijst van muziekmusea Lijst van musea in Duitsland Muziekmuseum in Duitsland Museum in Saksen-Anhalt An der Poststraße
Het museum bevindt zich in de crypte van een cisterciënzerklooster in het slot van Klosterhäseler en wordt beheerd door de lokale vereniging Hasseltal. Van 1855 tot 1892 bevond zich in dit klooster de orgelwerkplaats van Heerwagen. De tentoonstelling kan alleen op vooraanmelding bezocht worden en tijdens openmonumentendag (Tag des offenen Denkmals).
1
RSVP, aanmelding, evenementdeelname
8,506
PaymentCard
584181
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wallie-card
Wallie-card
De Wallie-card was een prepaid betaalkaart (Wallie) waarmee je veilig betalingen op het internet kunt uitvoeren, bijvoorbeeld bij games en social-communities. Wallie is afgeleid van het Engelse 'wallet' (= portemonnee). In tegenstelling tot een creditcard blijft de gebruiker van de Wallie-card anoniem bij het doen van online betalingen en kunnen er betalingen worden gedaan zonder dat persoonlijke en/of financiële gegevens worden verstrekt. Betalingen dmv de Wallie-card worden door diverse Payment Service Providers aangeboden. Wallie is in Nederland geïntroduceerd door de Distri Group (Wateringen) in september 2003. De pre-paid card met opdruk van een portemonnee met voeten en ogen is in vier eenheden verkrijgbaar: vijf, tien, twintig en vijftig euro bij enkele duizenden verkooppunten. Later werd de kaart ook als evoucher verkocht. In 2006 is Wallie als betaalmiddel ook geïntroduceerd in België, Letland en Mexico. In 2008 volgden Engeland, Duitsland en Spanje. In juli 2009 begon Wallie in Zweden. Turkije en Amerika volgden in september. Het hoofdkantoor van Wallie was gevestigd in Den Haag. Overname Op 16 augustus 2011 is het bedrijf overgenomen door het Oostenrijkse Paysafecard. Het Oostenrijkse bedrijf breidt voor het eerst uit door middel van deze acquisitie. Paysafecard is actief in 28 landen en heeft volgens eigen zeggen meer dan 350.000 verkooppunten voor de prepaidkaarten en meer dan 3.500 partijen die de kaart accepteren. Sinds 15 november 2011 is het niet meer mogelijk om een Wallie-card aan te schaffen. Tot en met 31 januari 2012 was het mogelijk met de oude Wallie-card te betalen. Externe links www.wallie.nl www.wallie.com Referenties Betalingssysteem
De Wallie-card was een prepaid betaalkaart (Wallie) waarmee je veilig betalingen op het internet kunt uitvoeren, bijvoorbeeld bij games en social-communities. Wallie is afgeleid van het Engelse 'wallet' (= portemonnee). In tegenstelling tot een creditcard blijft de gebruiker van de Wallie-card anoniem bij het doen van online betalingen en kunnen er betalingen worden gedaan zonder dat persoonlijke en/of financiële gegevens worden verstrekt. Betalingen dmv de Wallie-card worden door diverse Payment Service Providers aangeboden.
2
creditcard, betaalkaart, pinpas
7,968
RoofingContractor
5443665
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jason%20Van%20Daele
Jason Van Daele
Jason Van Daele (Tielt, 23 februari 1990) is een Belgisch motorcrosser. Levensloop Van Daele werd Belgisch kampioen zijspancross in 2017. In 2015 werd hij derde in de BK-eindstand. Zijn bakkenisten waren onder andere Olivier Valcke, Tim Smeuninx en de Nederlander Ben Van den Bogaart. In juni 2019 slaagde hij er samen met Birgen Beernaert in om een nooit eerder voorgedane backflip te maken met zijn zijspan. Van Daele is van beroep dakwerker en woonachtig in Pittem. Palmares Belgisch kampioenschap: 2017 Belgisch kampioenschap: 2015 Belgisch zijspancrosser
Van Daele is van beroep dakwerker en woonachtig in Pittem.
1
dakdekker, dakwerker, dakbedekkingsbedrijf
10,659
BookFormatType
795
https://nl.wikipedia.org/wiki/Internationaal%20Standaard%20Boeknummer
Internationaal Standaard Boeknummer
Het ISBN is een unieke identificatiecode die aan vrijwel iedere boekuitgave wordt toegekend, met als doel de transacties in de bedrijfskolom te vergemakkelijken en eenduidig te maken. De afkorting staat voor International Standard Book Number, en die term is in het Nederlands met overeenkomstige spelling overgenomen als Internationaal Standaard Boek Nummer of Internationaal Standaard Boeknummer. In het spraakgebruik wordt vaak de formulering ISBN-nummer gebezigd, hoewel de logica ISB-nummer zou voorschrijven. Het is een gewoon GTIN-13 nummer, beginnend met 978 of 979, met de gewone bijbehorende streepjescode. Nummers voor bladmuziek beginnen met 9790. Kenmerken Het ISBN heeft als belangrijkste kenmerken: Het is een economisch instrument, ontworpen om het transactieverkeer tussen handelspartners te vereenvoudigen. Het bezit een welomschreven structuur volgens internationale afspraken. Binnen die afspraken zijn instanties op drie niveaus gerechtigd het beleid en beheer te voeren. Het identificeert niet een werk van een of meer auteurs, maar een bepaalde uitgave van een werk. Behalve uitgaven in boekvorm krijgen ook enkele andere informatieproducten (educatieve software, elektronische informatiedragers, plattegronden) een ISBN. Economische doelstellingen Het ISBN is bedoeld voor partijen die betrokken zijn bij het uitgeven, distribueren en verkopen van boeken en de "bedrijfskolom" worden genoemd: onder anderen uitgevers, tussenhandel, bibliotheken en boekhandelaren. Voor hen kan het nummer gebruikt worden bij: Bestel- en voorraadadministratie. Planning van een project en bij het traceren van artikelen binnen het uitgeversfonds of het boekhandelsassortiment. Verschaffen van verkoopadministratie en bij (uitleen)statistieken. Het onderscheiden van verschillende fysieke vormen en afwijkende versies van een bepaald werk. de communicatie tussen de verschillende partijen (omdat ze hetzelfde nummer gebruiken) Structuur van het ISBN Opbouw Het ISBN bestaat uit dertien cijfers, opgebouwd uit vijf opeenvolgende groepen. Het prefix onderscheidt een ISBN van andere productcodes. Zulke productcodes worden gebruikt door EAN International. EAN International heeft aan ISBN's twee prefixen toegewezen, elk van drie cijfers: 978 en 979. Anno 2014 werd 979 nog niet voor ISBN's gebruikt. De registratiegroep geeft doorgaans het land van publicatie aan. Het kan ook het taalgebied aangeven. Zo zijn 90 en 94 groepsnummers voor zowel Nederland als voor Nederlandstalig België. In dit geval zijn de groepsnummers dus tweecijferig. Grote taalgebieden krijgen maar één cijfer, waardoor er meer vervolgposities overblijven voor afzonderlijke uitgaven: Engeland, de Verenigde Staten, Australië, Zuid-Afrika en een aantal andere landen hebben de prefixen 0 en 1. Frankrijk en onder meer Franstalig België en Franstalig Zwitserland hebben 2, Duitse taalgebieden 3, Japans is 4. Kleinere taalgebieden (wat aantal publicaties betreft) daarentegen krijgen drie of meer cijfers: 979 voor Indonesië, 9964 voor Ghana. De registratiegroep geeft geen uitsluitsel over de taal. Zo worden in Nederland vele wetenschappelijke uitgaven in het Engels geproduceerd; zij krijgen niettemin groepsnummer 90 of 94. Het International Standard Music Number (ISMN) heeft een met ISBN vergelijkbare opbouw. De prefix is 979 en de registratiegroep is 0. Bij ISBN's met prefix 979 zullen de registratiegroepen met de cijfers beginnen. De uitgeversaanduiding is een cijferreeks, opnieuw van uiteenlopende lengte, die de uitgever definieert. De vuistregel luidt: hoe groter het uitgeversfonds is, des te korter is de uitgeversaanduiding. Zo blijft er opnieuw optimale ruimte over voor de titelaanduiding. Bekende uitgevers in het Nederlandse taalgebied krijgen twee of drie cijfers: zo identificeert 02 de Standaard Uitgeverij, 234 is De Bezige Bij. De langste aanduidingen kennen zes cijfers, bijvoorbeeld 800041. Zo'n lange aanduiding is alleen bruikbaar bij instanties die hooguit tien titels zullen uitgeven: er zijn immers al drie plus twee plus zes cijfers gebruikt. Er blijven er nog slechts twee over: een voor de titelaanduiding en een voor het controlecijfer. De titelaanduiding identificeert de "titel", zoals dat woord in het boekenvak wordt gebruikt: een bepaald werk in een bepaalde uitvoering en uitgegeven door een bepaalde uitgever. In deze groep kunnen in het Nederlandstalige gebied maximaal vijf cijfers worden toegekend (100.000 titels), maar de meeste uitgevers hebben minder cijfers tot hun beschikking voor de titelaanduiding. Het controlecijfer wordt toegevoegd ter voorkoming of correctie van fouten in het ISBN. Gelegenheidsuitgaven (eenmalige uitgaven van organisaties en particulieren) in het Nederlandse taalgebied kunnen na prefix en registratiegroep een nummer van zeven cijfers krijgen, beginnend met een 9. In dat geval vallen uitgeversaanduiding en titelaanduiding samen. Voorbeeld Een bestaand ISBN is 9789027439642. Hoewel een kenner hierin de vijf elementen wel kan onderscheiden, wordt voor de duidelijkheid het ISBN vaak geschreven als of . Hierin is: In bibliotheekcatalogi wordt altijd de schrijfwijze gehanteerd met door streepjes gescheiden groepen. Deze staat ook dikwijls in het colofon van een boek. Websites van uitgevers gebruiken vaak de versie zonder streepjes. Onder de streepjescode achter op een boek staan de cijfers direct achter elkaar, maar vaak staat de versie mét streepjes erboven. Handelseenheid en ISBN Het ISBN duidt een handelseenheid oftewel een uitgave aan. De Engelse term daarvoor is format, maar dit moet in dit geval niet als "formaat" vertaald worden. Doordat het ISBN verwijst naar een uitgave, heeft het slechts een zeer zijdelingse relatie met een bepaald werk van een bepaalde auteur. Een relatie met het begrip "titel" is al helemaal niet te bepalen, aangezien het woord "titel" in het boekenvak uiteenlopende betekenissen heeft; er zou verwarring ontstaan. Het duidelijkst is een en ander wellicht samen te vatten met de formulering: Het ISBN geeft een fysiek product aan. Die producten kunnen op talloze punten van elkaar verschillen, en dus elk een eigen ISBN hebben. Een aantal criteria en voorbeelden volgt hieronder. Oudere, tiencijferige ISBN's zijn daarbij veelal omgerekend naar de nieuwe, dertiencijferige vorm. Bindvorm Een gebonden uitgave van een werk krijgt een ander ISBN dan de ingenaaide, maar verder identieke versie. J.J. Voskuil: Het Bureau I. Meneer Beerta heeft in de gebonden uitgave het ISB-nummer 978-90-282-0892-6.De ingenaaide uitgave heeft 978-90-282-0951-0. Editie Indien van een werk een nieuwe editie verschijnt, die veelbetekenend afwijkt van de vorige, verandert het ISBN. Kleinigheden als verbetering van drukfouten tellen niet als significante afwijking. Het ISBN van het Verzameld werk van Maria Dermoût was in de eerste uitgave 90-214-1030-3; dit oude tiencijferige nummer zou nu 978-90-214-1030-2 zijn geweest.De vijfde druk van deze uitgave werd vermeerderd met enkele verhalen, en het ISBN werd 90-214-5945-0. (Het dertiencijferige equivalent, dat thans moet worden gebruikt, zou zijn 978-90-214-5945-5.) Facsimileherdruk Een uitgever neemt soms een uitgave van een collega over, en het staand zetsel (meestal platen) wordt gebruikt voor een geheel identieke herdruk, maar dan onder andere uitgeversnaam. Zo'n facsimileherdruk krijgt een ander ISBN. Copublicatie of coproductie Copublicatie Een copublicatie is één titel in één format, waaraan echter twee of meer uitgevers samenwerken. Aangezien meestal een hunner voor de distributie van het werk zorgdraagt, is het voldoende om aan de uitgave slechts één ISBN toe te kennen: het gaat immers om bedrijfsdoeleinden. Maar toekenning van meerdere nummers is wel toegestaan, en zo kan het gebruik verschillen.Het verzameld werk van Graham Greene verscheen in de jaren zeventig van de vorige eeuw als copublicatie van de Britse uitgeefhuizen William Heinemann en The Bodley Head. Het deel The Quiet American vermeldde:"SBN 434 30558 8 (Heinemann) ISBN 0 370 01483 9 (Bodley Head)". Coproductie Een coproductie is een titel die door verschillende uitgevers in verschillende talen (nagenoeg) tegelijkertijd wordt uitgebracht. Dit is lonend bij rijk geïllustreerde werken; reisgidsen, atlassen, andere plaatwerken. De kleurendruk vormt immers verreweg de grootste kostenpost; die kosten worden nu internationaal gedeeld, terwijl de relatief geringe tekst goedkoop kan worden vertaald. Bij zulke coproducties hanteert iedere uitgever zijn eigen ISBN. De registratiegroep is immers al per land of taalgebied anders, de uitgeversaanduiding is dat uiteraard ook, evenals de titelaanduiding. Paralleluitgave Traditioneel werd in Engelstalige gebieden een boek, tenminste als het om literaire fictie ging, tweemaal uitgegeven. Britse en Amerikaanse uitgevers hadden de wereld als afzetgebied onderling verdeeld, en die verdeling kwam erop neer dat de Britten als hun markt zowel het Verenigd Koninkrijk als het Gemenebest hadden; Amerikaanse uitgevers bedienden de Verenigde Staten en de Filipijnen; de rest van de wereld werd door beide partijen verzorgd. Dientengevolge verscheen er van een boek veelal een uitgave bij een Britse uitgever, maar ook een bij een Amerikaanse. Beide hadden een verschillend ISBN. Als dan ook nog (in de Engelstalige situatie een jaar later), de paperbackuitgave de gebonden versie opvolgde, waren er dus vier uitgaven in omloop, ieder met een eigen ISBN, maar met dezelfde tekst. Vervolgens konden er nog de mass-market paperbacks volgen, de versie die wij aanduiden met "pocket", en opnieuw waren er andere ISBN's nodig. Deze situatie is de laatste jaren wat gecompliceerder geworden. In de eerste plaats hebben fusies en overnamen ervoor gezorgd dat uitgeefhuizen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan actief werden; in plaats van twee ISBN's was er dan één voldoende. In de tweede plaats heeft de opkomst van de paperback original ervoor gezorgd dat bepaalde boeken niet meer in gebonden vorm verschenen. Op vele andere uitgaven is de oude situatie echter nog steeds van toepassing. Licentie-uitgave Van een populaire titel verschijnt soms bij een andere uitgever een goedkope herdruk. Zo'n uitgave is eenmalig, vaak in serie, en het betekent niet dat de oorspronkelijke uitgeverij haar exploitatierechten op de titel afstaat. Zij verleent slechts toestemming, licentie, tot een incidentele herdruk. Daarbij wordt soms de oorspronkelijke uitgeversaanduiding in het ISBN gehandhaafd, maar omdat het om een product in andere fysieke vorm gaat, zal de productaanduiding wel verschillen. Soms verandert ook de uitgeversaanduiding.Het ISBN van Remco Camperts Het leven is vurrukkulluk luidt bij De Bezige Bij, waar het werk van deze auteur verschijnt, 978-90-234-22082.Een licentie-uitgave van de Wegener Dagbladen heeft echter het nummer 978-2-87427-200-4. (Niet 90, doordat het hier geen specifieke boekenuitgeverij betreft.) Vertaling Aangezien vertalingen in andere taalgebieden, in andere landen en in andere versies verschijnen dan het origineel, krijgen zij alle andere ISBN's. Ook binnen één taalgebied kunnen verschillende vertalingen in omloop zijn, met verschillende ISBN's.Een Spaanstalige uitgave van Ficciones van Jorge Luis Borges heeft het nummer 978-84-206-3312-1. De registratiegroep voor veel (maar niet alle) Spaans is 84.Een andere Spaanstalige editie heeft het nummer 978-84-7888-288-5In het Engels bestaan verschillende vertalingen, nu eens onder de titel Ficciones, dan weer als Fictions. Een daarvan heeft het nummer 978-0-7145-4083-2.In het Nederlands komt de verhalenbundel voor in de Werken in vier delen, deel 1, verschenen bij De Bezige Bij. Dit deel bevat nog andere verhalen. Het ISBN is 978-90-234-1178-9.Er zijn nog talloze andere uitgaven, met geheel andere nummers. Seriewerk Sommige werken verschijnen in een gesloten serie; dat wil zeggen dat het aantal delen beperkt is. Die delen krijgen doorgaans elk een eigen ISBN, maar als ze niet apart verhandelbaar zijn, is dat niet nodig. Ook als ze dat wel zijn (zoals bij encyclopedieën, waarvan men het abonnement kan beëindigen), is er toch vaak een ISBN dat uitsluitend de gehele serie aanduidt.Van 1980 tot 1984 verscheen de tweede druk van de Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, in tien delen. Het ISBN van de serie als geheel is 978-90-228-4330-7. Daarnaast heeft deel 1 het nummer 987-90-228-4331-4; deel 2 heeft 987-90-228-4332-1; enzovoort.In 1997 werden de drie prozadelen van De harde kern van Frida Vogels herdrukt; ditmaal in twee banden. De twee ingenaaide banden hebben tezamen 987-90-282-0909-1 als ISBN; ze werden gezamenlijk geleverd, en de banden hebben elk geen afzonderlijk ISBN.Bij een open serie, die in principe geen laatste deel kent, is het ISBN niet van toepassing; zulke werken krijgen een ISSN. Bundeling Een titel kan aanvankelijk apart verschijnen, maar later worden heruitgegeven gebundeld met ander werk. De verandering is dan uiteraard groot; er komt dan ook een nieuw ISBN.Een aap in de wolken (1995) van Louis Ferron heeft als ISBN het nummer 978-90-234-3491-7, zijn Viva Suburbia (1998) 978-90-234-3813-7. Toen beide titels samen met De walsenkoning werden gebundeld tot De Haarlemse trilogie (2006), kreeg die verzameluitgave als ISB-nummer 978-90-234-2080-4. Titelwijziging Indien een uitgever besluit de titel van een werk te wijzigen, hoort daar een nieuw ISBN bij. Distributeur De distributeur van boeken is doorgaans degene die boeken importeert; althans in het Nederlandstalige gebied wordt de distributie van Nederlandstalig werk immers goeddeels verzorgd door CB (distributiebedrijf) (voorheen 'Centraal Boekhuis'). Een distributeur-importeur heeft doorgaans geen eigen uitgeversaanduiding nodig; tenzij hij boeken invoert uit gebieden waar geen ISBN in gebruik is. On demand publishing Bepaalde werken worden geleverd op bestelling van een afnemer, en in uiterst geringe oplagen, soms slechts één exemplaar. Deze door de afnemer bepaalde uitgave krijgt niet iedere keer een apart ISBN. Doorgaans zal een originele uitgave er al wel een hebben. Administratie Beleid en beheer van het ISBN vindt op drie niveaus plaats. Internationaal wordt het geregeld door het International ISBN Agency in Berlijn. Dat zorgt voor de toewijzing van registratiegroepscodes. Het bureau gaat niet over de uitgeversaanduiding in engere zin, maar bepaalt wel de structuur van die uitgeversaanduiding: aan de begincijfers van deze code is namelijk te zien hoe lang de code is; een tamelijk technische bewerking. Nationaal: Het groepsbureau voor het Nederlandstalige gebied is in Culemborg gevestigd bij CB. Het wijst individuele uitgevers hun uitgeversaanduiding toe, afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Het kan ook titelaanduidingen toekennen. Meta4Books vzw vertegenwoordigt het groepsbureau voor de uitgevers gevestigd in Vlaanderen en Brussel. Per uitgever: Uitgevers, met name de grotere, die voldoende expertise in huis hebben, kennen hun uitgaven ook wel zelf een titelaanduiding toe. Dit doen ze dan op basis van een uitgeversaanduiding die zij hebben ontvangen. Overigens is er bij een uitgave geen wettelijke verplichting een ISBN aan te vragen; bij 90–95% van de titels in het Nederlandse taalgebied gebeurt dit echter wel. Geschiedenis van het (I)SBN In 1966 werd in het Verenigd Koninkrijk een Standard Book Number (SBN) ingevoerd door de boekhandelsketen W.H. Smith. Het kende negen cijfers, verdeeld in de groepen uitgeversaanduiding, titelaanduiding en controlecijfer. In 1970 werd het systeem internationaal overgenomen als International Standard Book Number, al is in het Verenigd Koninkrijk het negencijferig systeem nog jarenlang gebruikt naast het nieuwe. Het ISBN was tiencijferig gemaakt: er werd een groepscode voor de drie bestaande groepen geplaatst, en voor Engelssprekende landen was die groepscode 0 of 1. Andere landen sloten zich aan. Als hun registratiegroep uit meer dan één cijfer bestond, ging dat ten koste van de erop volgende cijfers; uitgevers- en/of titelaanduiding werden dus korter. Maar aangezien geen enkel taalgebied zoveel uitgaven kende als het Engelse, was dit geen probleem. Dertig jaar later was daarin verandering gekomen. De tiencijferige ISBN's raakten op en mede om de aansluiting te verstevigen met de internationale EAN-standaard, werd het ISBN uitgebreid tot dertien cijfers. ISBN-10 werd ISBN-13. Die operatie ging op 1 januari 2007 in de praktijk van start, en op 1 januari 2008 moesten alle codes zijn "omgenummerd". Voor deze exercitie bestaat overigens een "converter", waarmee ook het controlegetal kan worden vastgesteld. Voorlopig is aan bestaande nummers alleen het prefix 978 toegevoegd; hun aantal is daarmee gelijk gebleven. Doordat ook het prefix 979 voor de toekomst is gereserveerd, is op termijn het beschikbare aantal ISBN's (vrijwel) verdubbeld (de combinatie wordt gebruikt door het ISMN). Openstelling voor publiek In Nederland is de ISBN-bank lang besloten geweest. Alleen de boekhandels die waren aangesloten op CB hadden toegang tot de registraties. In 2007 opende de Stichting Auteursdomein een petitieregister en startte zij een procedure voor de Mededingingsautoriteit. In december 2008 heeft CB de ISBN-bank opengesteld voor het publiek. Berekening van het controlecijfer Het controlecijfer wordt als volgt berekend. Uitgegaan wordt van het ISBN dat aan een uitgave is toegekend, maar dat nog geen controlecijfer heeft. Het heeft dus nog slechts twaalf cijfers. Alle cijfers op een even positie in dit ISBN worden bij elkaar opgeteld en met 3 vermenigvuldigd. Alle cijfers op een oneven positie in dit ISBN worden hier ook bij opgeteld. Het controlecijfer is dat cijfer dat hier nog bijgeteld moet worden om op een veelvoud van 10 te komen. Dit kan lopen van 0 (de som is al direct een veelvoud van 10) tot en met 9 (de som eindigt op een 1). Een voordeel van deze berekeningswijze ten opzichte van een eenvoudiger controlecijfer is dat het verwisselen van twee cijfers – een abuis dat makkelijk optreedt – tot een ander controlecijfer leidt, hetgeen de ongeldigheid signaleert. Voorbeeld: gesteld dat een ISBN moet gaan luiden: 978-90-274-3964-?, dan wordt het controlecijfer als volgt berekend: De cijfers op de even posities zijn 7, 9, 2, 4, 9 en 4. Bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 3 leveren deze cijfers 105 op. De cijfers op de oneven posities zijn 9, 8, 0, 7, 3 en 6. Deze cijfers, samen 33, opgeteld bij 105 leveren 138 op. Dat is 2 minder dan het volgende tiental, 140. Het ISBN wordt dus 978-90-274-3964-2. Bij de oude, tiencijferige ISB-nummers was de berekeningswijze geheel anders, en ontstond er ook een ander controlecijfer. Van de 9 bekende cijfers van het ISBN werd het eerste met 10 vermenigvuldigd, het tweede met 9, het derde met 8 enzovoorts. Bij de som van de producten werd dan een getal opgeteld, zodanig dat een veelvoud van 11 ontstond. Dit toegevoegde getal werd als controlecijfer genomen; het kon uiteraard 0 zijn, namelijk als de bedoelde productsom reeds een veelvoud van 11 was''. Als het controlecijfer 10 was, werd in plaats van een cijfer een X op de laatste positie gezet. Externe links isbn.nl van CB (distributiebedrijf): Informatie over ISBN in Nederland meta4books.be/isbn van Meta4Books: Informatie over ISBN in Vlaanderen en Brussel titelbank.nl van Groep Algemene Uitgevers, Uitgevers voor Vak en Wetenschap en CB: Titelbank Nederland (zoeken naar boeken). Hierin zijn alle in Nederland en Vlaanderen uitgegeven titels met een ISBN opgenomen. De informatie is voor iedereen vrij toegankelijk. Ook titels die niet meer leverbaar zijn, blijven zichtbaar. isbnsearch.org: Titelbank internationaal (zoeken naar boeken) kb.nl: Koninklijke Bibliotheek (Nederland), zoeken naar boeken met goede trefkans voor ISBN-10-nummers Boek ISO Nummer Classificatiesysteem Persistent identifier
Het ISBN is een unieke identificatiecode die aan vrijwel iedere boekuitgave wordt toegekend, met als doel de transacties in de bedrijfskolom te vergemakkelijken en eenduidig te maken. De afkorting staat voor International Standard Book Number, en die term is in het Nederlands met overeenkomstige spelling overgenomen als Internationaal Standaard Boek Nummer of Internationaal Standaard Boeknummer. In het spraakgebruik wordt vaak de formulering ISBN-nummer gebezigd, hoewel de logica ISB-nummer zou voorschrijven.
1
boekformaat, publicatieformaat, boekuitgave
12,407
UserComments
2076013
https://nl.wikipedia.org/wiki/Resul%20Tapmaz
Resul Tapmaz
Resul Tapmaz (Gent, 4 december 1977) is een Belgisch politicus van Turkse origine die actief was voor de sp.a. Levensloop Tapmaz is de zoon van een Turks gastarbeider die uit Emirdag naar Gent emigreerde, en de zoon van een middenstander die een van de eerste Turkse restaurants in Gent uitbaatte. Tapmaz zelf was eigenaar van twee restaurants bij het Patershol. Hij is getrouwd en heeft drie dochters. In 1998 werd Tapmaz lid van de sp.a. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 stond hij op de 25ste plaats van de kieslijst; hij werd rechtstreeks verkozen tot raadslid. Op 7 september 2009 werd Tapmaz door de Gentse gemeenteraad verkozen tot schepen van Personeelsbeleid, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging & Kwaliteitszorg. Hij volgde in deze functie Fatma Pehlivan op, die verkozen werd tot lid van het Vlaams Parlement. In 2011 cumuleerde hij negen mandaten, waarvan zes bezoldigde. Tijdens de lokale verkiezingen van 2012 stond hij op de 9de plaats op de gemeenteraadslijst voor sp.a-Groen. Hij werd rechtstreeks verkozen met 4252 voorkeurstemmen. Sinds 2013 is hij schepen van Welzijn, Gelijke Kansen, Gezondheid en Sport. Resul Tapmaz is sinds 2012 voorzitter van de KAA Gent Foundation, de communitywerking van KAA Gent. Tijdens zijn voorzitterschap werd de publiek-private samenwerking drie maal bekroond met de Pro League+ Gold Trofee, de prijs voor de beste communitywerking van de Jupiler Pro League. Als voorzitter stond Tapmaz in 2014 mee aan de wieg van Inburgering en Integratie Gent vzw (IN-Gent vzw). Dit agentschap voert het Vlaamse en stedelijke inburgerings- en integratiebeleid uit. Op 18 oktober 2017 werd Resul Tapmaz verkozen tot vice-president van ECCAR, de Europese stedencoalitie tegen racisme en discriminatie. Bij de verkiezingen van 2018 werd hij herkozen als Gents gemeenteraadslid, maar hij besloot niet te gaan zetelen. Op vrijdag 21 december 2018 zou Tapmaz vluchtmisdrijf gepleegd hebben na het aanrijden van een fietser in de Gentse Burggravenlaan. Daarbij zou de betrokken fietser zwaargewond geraakt zijn. De politie wist aan de hand van getuigen Tapmaz te identificeren. Tijdens zijn verhoor door de politie zou Tapmaz verklaard hebben dat hij niet gemerkt had dat hij iemand had aangereden. Het parket van Oost-Vlaanderen wou naar aanleiding van het gebeurde enkel laten weten dat het een onderzoek naar vluchtmisdrijf lastens Tapmaz had geopend. Gelijke kansen Tapmaz ontpopte zich tot een voortrekker in Vlaanderen op gebied van gelijke kansen en maakte van discriminatiebestrijding een speerpunt. In 2016 lanceerde Tapmaz, als eerste lokale bestuurder in Europa, structurele praktijktesten om discriminatie op de huurwoningmarkt te bestrijden. Eind 2017 bleek de discriminatiegraad – ten opzichte van een nulmeting uit 2015 – gedaald van 26 % naar 14 % voor personen met een migratieachtergrond en van 21 % naar 15 % voor personen met een handicap. In 2018 besliste Tapmaz ook discriminatie tegen holebi’s in te bedden in de praktijktesten. De praktijktesten maken deel uit van een ruimer antidiscriminatieplan, met 58 maatregelen voor meer gelijke kansen. Het antidiscriminatieplan van Tapmaz is politiek omtreden omdat er naast informeren en sensibiliseren ook werk wordt gemaakt van controle-instrumenten om discriminatie te bestrijden. Als onderdeel van een integraal regenboogbeleid organiseerde Tapmaz in 2017 een Transgenderbehoeftenanalyse, bedoeld om de dienstverlening van de stad beter af te stemmen op de noden en wensen van transgenders. Tapmaz zorgde ook voor een betere ondersteuning van Regenbooghuis Casa Rosa en introduceerde de erkenning en subsidiëring van LGBT+verenigingen met een sociaal-culturele werking. Met zichtbaarheidsacties als de Mars Ihsane Jarfi en de integratie van de regenboog in het stadsbeeld en vlaggenacties naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie werkt Tapmaz aan positieve beeldvorming van holebi’s en transgenders. In oktober 2015 ontving Tapmaz de Dosta! Congress Prize, een waardering voor enerzijds de inzet van brugfiguren van Roma-origine in de Gentse scholen en anderzijds de inrichting van een containerklas op het doortrekkersterrein waar 15 à 20 kinderen onderwijs genieten. Elk Talent Telt In 2015 introduceerden Tapmaz en de KAA Gent Foundation ‘Elk Talent Telt’, een samenwerkingsmodel tussen 15 Gentse voetbalclubs om zoveel mogelijk Gentse kinderen en jongeren de kans te geven om in zo goed mogelijke omstandigheden voetbal te spelen. Een intensieve en structurele samenwerking tussen traditieclubs KRC Gent, al vele jaren aan de top van het Belgische jeugdvoetbal, en KAA Gent vormt het sluitstuk van de Gentse jeugdvoetbalpiramide. Gent is de eerste stad die een dergelijke wisselwerking realiseert. De 15 partnerclubs ondertekenden een charter waarmee ze zich engageren voor kwaliteitsvol en geëngageerd jeugdvoetbal. De clubs ontvangen middelen om de sportieve en maatschappelijke werking van hun jeugdwerking verder te versterken. Binnen het Elk Talent Telt-partnerschap wordt het voetbal ook verbreed. In zes Gentse buurten werden er meisjesvoetbalkernen opgericht, om meer meisjes de kans te geven om te voetballen. Onder de vlag van KAA Gent nemen een dames- en een herenteam van de ‘Gantoise Plantrekkers’ – bestaande uit daklozen, mensen uit thuislozenzorg, begeleid wonen, vluchtelingen, personen die afkicken van drugs- of alcoholverslaving – deel aan de Belgian Homeless Cup. Onder impuls van de KAA Gent Foundation werden er ook wandelvoetbalploegen opgestart. Controverses In 2011 diende Johan Deckmyn van de Gentse afdeling van het Vlaams Belang een klacht in tegen Tapmaz wegens laster en eerroof. Een delegatie van het Gentse Vlaams Belang had de Turkse stad Emirdağ bezocht in het kader van hun campagne 'Emirdağ heeft je nodig', waarmee de partij mensen van Turkse origine wou overtuigen terug naar Turkije te keren. De schepen zou daarop beledigende uitspraken hebben gedaan over de partij in de Turkse pers. Het parket seponeerde de klacht. In 2015 werd Tapmaz er door de oppositie van beschuldigd "zijn machtspositie te misbruiken" en "de onafhankelijkheid van ambtenaren niet te respecteren". Aanleiding was een emailgesprek tussen Tapmaz en vrijwilliger van een vereniging eind mei 2015. Daarbij uitte de vrijwilliger racistische opmerkingen tegenover Tapmaz. De schepen reageerde dat hij aan zijn diensten zou vragen de subsidie van de stad aan de vereniging stop te zetten. De deontologische commissie van de stad besliste eind augustus dat een klacht van Vlaams Belang daarover ontvankelijk maar ongegrond was. In september 2015 stapten de Gentse oppositiepartijen CD&V en N-VA daarop opnieuw naar de deontologische commissie, omdat Tapmaz in zijn verdediging had toegegeven de directeur van de dienst buurtwerking van de stad gevraagd te hebben een verslag op te stellen van de vrijwilliger. N-VA-fractieleider Siegfried Bracke en CD&V-fractieleider Veli Yüksel stelden dat dit optreden een schending was van artikel 15 van de deontologische code van de stad, dat onder meer stipuleert dat politieke mandatarissen de onafhankelijkheid van de stadsdiensten en ambtenaren moeten respecteren. Tapmaz suggereerde als reactie dat het een politieke beschadigingsoperatie betrof aan hem gericht, en wees op zijn discretieplicht. Uitslagen verkiezingen Externe link Resul Tapmaz op de website van sp.a sp.a-politicus Schepen van Gent
In 2015 werd Tapmaz er door de oppositie van beschuldigd "zijn machtspositie te misbruiken" en "de onafhankelijkheid van ambtenaren niet te respecteren". Aanleiding was een emailgesprek tussen Tapmaz en vrijwilliger van een vereniging eind mei 2015. Daarbij uitte de vrijwilliger racistische opmerkingen tegenover Tapmaz. De schepen reageerde dat hij aan zijn diensten zou vragen de subsidie van de stad aan de vereniging stop te zetten. De deontologische commissie van de stad besliste eind augustus dat een klacht van Vlaams Belang daarover ontvankelijk maar ongegrond was. In september 2015 stapten de Gentse oppositiepartijen CD&V en N-VA daarop opnieuw naar de deontologische commissie, omdat Tapmaz in zijn verdediging had toegegeven de directeur van de dienst buurtwerking van de stad gevraagd te hebben een verslag op te stellen van de vrijwilliger. N-VA-fractieleider Siegfried Bracke en CD&V-fractieleider Veli Yüksel stelden dat dit optreden een schending was van artikel 15 van de deontologische code van de stad, dat onder meer stipuleert dat politieke mandatarissen de onafhankelijkheid van de stadsdiensten en ambtenaren moeten respecteren. Tapmaz suggereerde als reactie dat het een politieke beschadigingsoperatie betrof aan hem gericht, en wees op zijn discretieplicht.
1
gebruikersreacties, gebruikerscommentaar, opmerkingen
7,333
Reservation
298201
https://nl.wikipedia.org/wiki/Volkssterrenwacht%20Mira
Volkssterrenwacht Mira
Volkssterrenwacht Mira is de oudste volkssterrenwacht van België en is gelegen in Grimbergen, ten noorden van Brussel. Ze werd in 1967 opgericht door de Norbertijn Godfried Thomas Pieraerts (1908 - 1984). De sterrenwacht is open voor groepen op maandag, vrijdag en zaterdag van 14 tot 22 h, op dinsdag en donderdag van 9 tot 22 h en op woensdag van 9 tot 18 h. Individuele bezoekers kunnen de volkssterrenwacht bezoeken op woensdagnamiddag van 14 tot 18 h, zondagnamiddag van 14 tot 18 h, of kunnen bij een groep aansluiten na telefonische afspraak. Elke laatste vrijdag van de maand kan men ook naar een waarnemingsavond gaan (Astroclub), die telkens aanvangt om 19:30 h met een spreekbeurt door weerman Frank Deboosere, die tevens bestuurslid is van de sterrenwacht. De sterrenwacht beschikt over een uitgebreid bibliotheek- en documentatiecentrum dat open is op woensdagnamiddag van 14-18h en vrijdagavond van 19-22h. De huidige voorzitter is Eddy Van Geel. Galerij Externe links www.mira.be Observatorium in België Grimbergen Bouwwerk in Grimbergen Museum in Vlaams-Brabant
De sterrenwacht is open voor groepen op maandag, vrijdag en zaterdag van 14 tot 22 h, op dinsdag en donderdag van 9 tot 22 h en op woensdag van 9 tot 18 h. Individuele bezoekers kunnen de volkssterrenwacht bezoeken op woensdagnamiddag van 14 tot 18 h, zondagnamiddag van 14 tot 18 h, of kunnen bij een groep aansluiten na telefonische afspraak.
1
reservering, boeking, afspraak
5,667
BodyOfWater
384077
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oosterzee
Oosterzee
Oosterzee (Fries: Eastersee, ; Stellingwerfs: Oosterzee) is een dorp in de gemeente De Friese Meren, in de Nederlandse provincie Friesland. Het ligt ten noordoosten van Lemmer aan het grootste meer van Friesland, het Tjeukemeer. Het dorp bestaat uit twee kernen; Oosterzee-Buren en Oosterzee-Gietersebrug (naar de Gietersen die hier kwamen wonen). Oosterzee telde in inwoners. Onder het dorp valt ook de buurtschap Westend. Oosterzee wordt samen met de nabijgelegen dorpen Echten, Echtenerbrug en Delfstrahuizen ook wel Tjeukemeer-Zuid genoemd. Tot 1 januari 2014 behoorde Oosterzee tot de gemeente Lemsterland. Oosterzee-Buren Oosterzee-Buren (Fries: Eastersee-Buorren) is de oorspronkelijke kern van het dorp. Plaatselijk wordt het ook De Buorren ("het dorp") genoemd. In 1200 had het al een eigen kerk. Het dorp werd in die eeuw vermeld als Osterse en Oesterze. In 1331 werd het vermeld als Oisterzee, in 1395 als Oesterzee en in 1579 als Aestersee. De plaatsnaam zou verwijzen naar het feit dat ten oosten van een meer is gelegen. Het element 'zee' stamt dan af het Germaanse woord voor een meer. Willem I van Holland had volgens de overlevering een slot in Oosterzee. Het was vroeger de hoofdplaats van de grietenij Lemsterland en de woonplaats van de grietman. Het voormalige rechthuis van de grietenij, De Beverkooy, staat op de hoek van de Buren en de Molenweg. In het dorp bevindt zich een monument voor de stins Roordastate die hier vanaf 1651 heeft gestaan. Het neoclassicistische kerk uit 1860 heeft een klok uit 1498, gegoten door de klokkengieter Geert van Wou. In het zuidwestelijke verlengde Oosterzee-Buren ligt de buurtschap Westend, dat ook wel bij de veldnaam Westend van Oosterzee wordt geduid. Oosterzee-Gietersebrug Oosterzee-Gietersebrug (Fries: Eastersee-Giterskebrêge) ligt ten oosten van de oorspronkelijke kern van Oosterzee. Het wordt ook wel kortweg Gietersebrug (Fries: Giterskebrêge) genoemd. Het is ontstaan als een buurtschap van Oosterzee, bij de brug over de Gietersevaart. Uiteindelijk werd het onderdeel van het dorp, als tweede kern en later is het de grotere van de twee geworden. Het is als een kern ontstaan door het winnen van turf. Vooral tussen 1750 en 1825 werd er op grote schaal turf gewonnen in de laagvenen ten zuiden van Oosterzee. Ondernemers en veenwerkers kwamen vaak uit de buurt van Giethoorn, dat in het verleden ook Gieteren werd genoemd en vandaar de namen Gietersevaart en Gietersebrug. In 1891 werd in Gietersebrug de Particuliere Stoomzuivelfabriek Lemsterland gebouwd en deze fabriek zorgde tot in de jaren zestig van de 20e eeuw voor veel werkgelegenheid. In 1946 vestigden de gebroeders De Haan een onderneming in Oosterzee-Gietersebrug die landbouwvoertuigen maakte. Deze firma groeide uit tot een bedrijf met bijna 55 arbeidsplaatsen in 1975. In 1976 kwam er een laboratorium van het Limnologisch Instituut. Door deze bedrijvigheid was er relatief veel werkgelegenheid en woonden de meeste inwoners in dit deel van Oosterzee. Daarom werd in het begin van de jaren zestig een kleine nieuwbouwwoonwijk aan het dorp toegevoegd. Tussen 1958 en 1999 daalde het totale aantal inwoners van Oosterzee echter van ongeveer 1000 naar 800. Het landbouwvoertuigenbedrijf werd een klein metaalbedrijf, de zuivelfabriek en het limnologisch instituut verdwenen begin jaren 1990 uit het dorp. In het laboratorium werd na 1992 het "watersportcentrum Tjeukemeer" gevestigd. Eind 2006 werden de eerste woonhuizen van een kleine nieuwbouwwijk op het terrein van de voormalige zuivelfabriek in Oosterzee-Gietersebrug opgeleverd, hierdoor steeg het aantal inwoners weer tot 900. In 2008 werd een supermarkt geopend. Aan het einde van de Zuivelweg (voormalig zuivelterrein) werd een nieuwe haven aangelegd. Vanuit Oosterzee kan nu watersport beoefend worden. Het dorp beschikt verder over een watersportcentrum en een camping direct aan het Tjeukemeer. Tjeukemeervestiging van het Limnologisch Instituut (KNAW) In 1966 werd in het Tjeukemeer onderzoek gedaan in het kader van een internationaal onderzoeksproject, het International Biological Program. De onderzoekers vonden eerst onderdak in een woonark in het haventje van Oosterzee en in een leegstaand schoolgebouw even buiten Gietersebrug. In 1976 betrokken zij een nieuw gebouw aan de rand van het meer. In 1991 werd de vestiging opgeheven en verhuisden de onderzoekers naar de hoofdvestiging in Nieuwersluis (de Vijverhof), die in 1992 fuseerde met andere biologische instituten van de KNAW tot Nederlands Instituut voor Ecologie. Het onderzoek leverde honderden wetenschappelijke publicaties op over biochemisch en ecologisch onderzoek in het Tjeukemeer en andere Friese meren. Sport In 1966 werd de voetbalvereniging vv Eastersé opgericht. Tien jaar later is deze gefuseerd met de club uit Bantega en zo ontstond VV EBC. Onderwijs Het dorp heeft een eigen basisschool, C.B.S. Eben Haëzer. Openbaar vervoer Lijn (5)48: Heerenveen - Rottum - Sintjohannesga - Rotsterhaule - Rohel - Vierhuis - Delfstrahuizen - Echtenerbrug - Echten - Oosterzee - Lemmer v.v. Geboren in Oosterzee 1891: Rinke Tolman, veldbioloog en schrijver (overleden 1983) 1912: Jalke Klijnsma, burgemeester (overleden 1984) Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Oosterzee Lijst van gemeentelijke monumenten in Oosterzee Plaats in Friesland Geografie van De Friese Meren
In 1200 had het al een eigen kerk. Het dorp werd in die eeuw vermeld als Osterse en Oesterze. In 1331 werd het vermeld als Oisterzee, in 1395 als Oesterzee en in 1579 als Aestersee. De plaatsnaam zou verwijzen naar het feit dat ten oosten van een meer is gelegen. Het element 'zee' stamt dan af het Germaanse woord voor een meer. Willem I van Holland had volgens de overlevering een slot in Oosterzee.
6
zee, meer, oceaan
1,405
HousePainter
4583896
https://nl.wikipedia.org/wiki/Frits%20Faulhaber
Frits Faulhaber
Frits Faulhaber (Amsterdam, 8 augustus 1893 – aldaar, 2 maart 1979) was een Nederlandse esperantist en huisschilder. Net als zijn Tsjechische vrouw E. Faulhaber-Ĉiŝkovská (Faulhaberová-Čížkovská) was hij actief in de Esperanto-arbeidersbeweging, onder andere in de Nederlandse tak van de Federatie van Arbeiders-Esperantisten (FLE, Federacio de Laboristaj Esperantistoj). Frits Faulhaber was vanaf 1912 esperantist. In 1917-1918 voerde hij campagne voor het Esperanto in het Nederlandse leger. In 1920-1923 en 1927-1934 was hij bestuurslid van de FLE en in 1929 schreef hij voor het blad Arbeider Esperantist van de FLE. Hij was tussen 1931 en 1934 ook een van de redacteuren van de taaluitgave van de FLE. Daarnaast was Faulhaber voorzitter van de Laborista Esperanto-Ekzamena Komitato. Hij gaf onder andere korte radiotoespraken, een geschreven cursus voor cursusleiders en was auteur van "Konsilanta Gramatiko". Hij was ook lid van de literatuurcommissie van Sennacieca Asocio Tutmonda (SAT). Hij was tijdens meerdere decennia een van de gezichten van de Nederlandse Esperanto-beweging. Faulhaber was vooral actief in de arbeiderskringen: als bestuurslid tussen 1920 en 1923, als redacteur van Arbeider Esperantist tussen 1927 en 1934 en voorzitter van de arbeidersexamencommissie. Maar zijn belangrijkste bijdrage aan het Esperanto zit hem meer in de taal dan in de beweging. Faulhaber schreef Nederlandstalige Esperanto-leermiddelen, waarvan meerdere internationaal aanzien hebben. Hij was ook vertaler en was lang lid van de Akademio de Esperanto. Werken Tra la Labirinto de la Gramatiko (8 edities van na 1934) La komencanto Post la kurso (met G. P. de Bruin, 1937) Gebonden Stijl (1937) Ne tiel, sed tiel ĉi - stijladvies (1965) Esperanta mozaiko (1967) Faulhaber rakontas (1972) Vertalingen Lanti, Eugène, 1932, Het Arbeiders Esperantisme, vertaling van La Laborista Esperantismo, in samenwerking met Gerrit Paulus de Bruin Thijssen, Theo, 1939, La Nevenkebla Ĝeno Dekker, Maurits, 1951, La Mondo ne havas Atendejon Adema, Tjeerde, 1957, Dekkinga Fuĝas J.T.R. Schreuder, A. Diatlowicki-Tobi, 1971, Geriatrio kaj la ĝenerala zorgo por gemultjaruloj Tiavea, Tuiavii de, 1963, La Papalagoj Nederlands esperantist
Frits Faulhaber (Amsterdam, 8 augustus 1893 – aldaar, 2 maart 1979) was een Nederlandse esperantist en huisschilder. Net als zijn Tsjechische vrouw E. Faulhaber-Ĉiŝkovská (Faulhaberová-Čížkovská) was hij actief in de Esperanto-arbeidersbeweging, onder andere in de Nederlandse tak van de Federatie van Arbeiders-Esperantisten (FLE, Federacio de Laboristaj Esperantistoj).
1
schildersbedrijf, huisschilder, schilderdiensten
10,606
ActivateAction
70364
https://nl.wikipedia.org/wiki/OS/2
OS/2
OS/2 was een besturingssysteem voor personal computers. Het werd oorspronkelijk gemaakt door Microsoft en IBM, maar later uitsluitend door IBM ontwikkeld. De afkorting staat voor "Operating System/2", omdat het bedoeld was als het voorkeursbesturingssysteem voor IBM's "Personal System/2"-lijn van tweede-generatie personal computers. MS-DOS en Unix OS/2 was bedoeld als een protected mode-opvolger van DOS. Opmerkelijk genoeg waren de basis-systeemaanroepen gemodelleerd naar MS-DOS-aanroepen. Hun namen begonnen zelfs met Dos en het was mogelijk om text mode-toepassingen op een zodanige manier te linken dat zij op beide systemen konden werken (bound-programma's). Vanwege deze achtergrond is OS/2 in veel opzichten niet erg verschillend van Windows in termen van uiterlijk, werking en functionaliteit, maar heeft het ook kenmerken van Unix. Geschiedenis OS/2 1.0 werd in 1987 uitgebracht als een uitsluitend textmode-besturingssysteem. Het had daarentegen een rijke API voor het besturen van de videoweergave (VIO) en voor het opvragen van toetsenbord- en muisgebeurtenissen, een soort van protected mode-BIOS. Het is niet erg verrassend dat de video- en toetsenbord-API's ook beschikbaar waren voor bound-programma's op MS-DOS. De beloofde GUI werd geïntroduceerd met OS/2 1.1 tegen het eind van 1988. De samenwerking tussen IBM en Microsoft viel uiteen rond de periode dat versie 1.3 ontwikkeld werd, toen IBM de volledige verantwoordelijkheid nam voor het project. Microsoft en IBM waren aanvankelijk overeengekomen dat IBM OS/2 2.0 zou ontwikkelen, terwijl Microsoft OS/2 3.0 zou ontwikkelen. De overeenkomst viel toen echter geheel uiteen: naar verluidt concentreerde de onenigheid zich rond de vraag of de Intel 80286- dan wel de Intel 80386-processor ondersteund moest worden. Uiteindelijk werd Microsofts OS/2 3.0-project Windows NT 3.1, dat uitgegeven werd in 1993. Windows NT kende een OS/2 1.x-compatibiliteitslaag die het toeliet om textmode-OS/2 1.x-programma's uit te voeren. Deze functie werd voor het laatst opgenomen in Windows 2000. Microsoft bracht Windows 3.1 uit in antwoord op OS/2 2.0 van IBM. Windows 3.1 was een 16-bits OS, maar OS/2 was al grotendeels 32-bits en ondersteunde ook Windows-programma's in een zogenaamde emulatielaag. Later kwam Microsoft met Windows 95 dat ook 32-bit API's ondersteunde. OS/2 sloeg over het algemeen niet aan in de consumentenmarkt, en is momenteel weinig in gebruik buiten bepaalde niche-markten waar IBM traditioneel sterk was. Bijvoorbeeld gebruiken veel banken, in het bijzonder bij pinautomaten, OS/2 met een aangepaste gebruikersinterface; de Franse nationale spoorwegen (SNCF) gebruiken OS/2 1.x in talloze kaartverkoopautomaten. Desalniettemin heeft OS/2 nog steeds een toegewijde gemeenschap van gebruikers. Alhoewel IBM kort na de uitgave van Warp 4 in 1996 begon aan te geven dat OS/2 uiteindelijk teruggetrokken zou worden, heeft het bedrijf nog geen definitieve einde-van-ondersteuningsdatum gepubliceerd tot dusver. De laatste IBM-versie is 4.52 die uitgebracht is voor zowel werkplek- als serversystemen in december 2001. Het Amerikaanse Serenity Systems International verkoopt OS/2 sinds 2001 onder de naam eComStation. Sinds 2006 is versie 1.2 van eComStation o.a. in het Nederlands verkrijgbaar. Inmiddels is versie 2.1 beschikbaar. Tevens is er nu ook een nieuwe open source variant in de maak, genaamd osFree, het doel is OS/2 Warp 4 Merlin compleet opnieuw te ontwikkelen. In 2015 werd aangekondigd dat er een nieuwe OEM vesie van OS/2 op de markt zou gebracht worden onder de naam ArcaOS. Huidige situatie IBM kondigde in juli 2005 aan dat er geen nieuwe versies en fixes meer zouden worden ontwikkeld, en dat de bestaande updates tot het einde van 2006 beschikbaar zullen zijn. IBM riep klanten op om hun, vaak zeer complexe, toepassingen te migreren naar e-business-technologieën zoals Java, op een platformneutrale wijze. Zodra de migratie van een toepassing is voltooid, raadt IBM aan om naar Linux te migreren. Alhoewel sommige mensen gehoopt hadden dat IBM OS/2 als opensource zou vrijgeven, is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt omdat OS/2 veel code van derden bevat, waaronder veel van Microsoft. Hoewel OS/2 2.0 vaak omschreven wordt als eigen werk van IBM, had Microsoft al in de tweede helft van 1990 een bètaversie uitgebracht, vergezeld van een SDK, en OS/2 32-bit-uitvoerbare bestanden hebben bijna exact hetzelfde formaat als Windows 3.0-stuurprogramma's (oudere 16-bit-uitvoerbare bestanden hebben het formaat van Windows-uitvoerbare bestanden). IBM schijnt voor het grootste deel verantwoordelijk te zijn voor het GUI-gedeelte van OS/2 (met name de Presentation Manager-API veranderde niet in 2.0), en waarschijnlijk voor het uiteenlopen van syntaxis en semantiek in vergelijking met Windows. Dit was een onderliggende oorzaak voor de breuk tussen IBM en Microsoft toen Windows 3.0 veel succesvoller werd dan OS/2. Hoe dan ook hebben opensourcebesturingssystemen, zoal Linux-gebaseerde systemen, reeds indirect geprofiteerd van OS/2 doordat IBM het JFS-bestandssysteem vrijgaf, dat gebaseerd was op de OS/2-code. Technologie Het grafische systeem heeft een laag genaamd Presentation Manager die vensters, lettertypen en pictogrammen beheert. Dit lijkt op een niet-genetwerkte versie van X11. Hierbovenop ligt de Workplace Shell (WPS), geïntroduceerd in OS/2 2.0, die een object-georiënteerde laag is die de gebruiker in staat stelt om bestanden en printers te benaderen en programma's te starten. WPS volgt IBM's Common User Access-gebruikersinterface-standaarden. De TCP/IP-stack is gebaseerd op de opensource BSD-stack. Zie ook Rexx, een programmeertaal ontwikkeld door IBM OsFree, een opensourceversie van OS/2. Externe links eComStation Officiële website Historie van OS/2 netlabs.org - OpenSourcesoftware voor OS/2 en eCS OS/2 FAQ (Inclusief versie-historie-details en marketing-informatie) Officiële homepage osFree Besturingssysteem IBM-software
Technologie Het grafische systeem heeft een laag genaamd Presentation Manager die vensters, lettertypen en pictogrammen beheert. Dit lijkt op een niet-genetwerkte versie van X11. Hierbovenop ligt de Workplace Shell (WPS), geïntroduceerd in OS/2 2.0, die een object-georiënteerde laag is die de gebruiker in staat stelt om bestanden en printers te benaderen en programma's te starten. WPS volgt IBM's Common User Access-gebruikersinterface-standaarden.
1
activeren, starten, inschakelen
2,620
Museum
607228
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Dubbelde%20Palmboom
De Dubbelde Palmboom
De Dubbelde Palmboom is een voormalig pakhuis en museum in Delfshaven in Rotterdam. Geschiedenis In 1825 werd het pand gebouwd als graanpakhuis Denemarken. In 1860-1861 werd het pand ingrijpend verbouwd tot distilleerderij en kreeg het de huidige naam. Vanaf 1910 was in het pand een kistenfabriek van de firma Nijman gevestigd. Het pand stond in 1969 model voor het 33e Delfts blauwe huisje van KLM. Na een lange periode van leegstand werd eind jaren zestig besloten het historische karakter van Delfshaven te versterken en gebouwen te restaureren. Het pand onderging in 1975 een ingrijpende verbouwing, waarbij het zijn huidige gevel (naar Schiedams model) kreeg. Museum In het gebouw werd het historisch museum de Dubbelde Palmboom gevestigd. Het museum werd 11 september 1975 door burgemeester André van der Louw geopend. als een dependance van Museum Rotterdam. In 2012 moest het museum sluiten als gevolg van grote bezuinigingen bij de gemeente Rotterdam. Op 30 september 2012 was het museum voor het laatst voor het publiek geopend. Na jaren leegstand werd in april 2019 aangekondigd dat het Dutch Pinball Museum in het pand zou trekken. Delfshaven Rijksmonument in Rotterdam Pakhuis in Rotterdam Voormalig museum in Rotterdam Bouwwerk in Rotterdam-West
Museum In het gebouw werd het historisch museum de Dubbelde Palmboom gevestigd. Het museum werd 11 september 1975 door burgemeester André van der Louw geopend. als een dependance van Museum Rotterdam.
4
museum, kunstcollectie, tentoonstellingen
5,725
PostOffice
1273465
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cue%20%28plaats%29
Cue (plaats)
Cue is een plaats in de regio Mid West in West-Australië. Het ligt 652 kilometer ten noordoosten van Perth, 420 kilometer ten oosten van Geraldton en 118 kilometer ten zuidwesten van Meekatharra. In 2021 telde het plaatsje 140 inwoners, tegenover 328 in 2006. Cue is een historisch goudmijndorpje dat bekend staat als "Queen of the Murchison". Geschiedenis Voor de Europese kolonisten en goudzoekers het stroomgebied van de Murchison introkken leefden de Watjarri Aborigines er al minstens 10.000 jaar. De streek waar Cue zou ontstaan was een belangrijke Aborigines ontmoetingsplaats. Daarvan getuigen de rotsschilderingen aan de Walga Rock. Tegenwoordig leven er nog steeds afstammelingen van de Wajarri, Badimia, Wutha en Tjupan in Cue en omstreken en maken er deel uit van de lokale gemeenschap. In 1892 vond een Aborigines goudzoeker genaamd "Governor" een klomp goud van 280 gram in Cuddingwarra, negen kilometer ten westen van waar Cue vandaag ligt. Hij toonde het goud aan Michael Fitzgerald en Edward Heffernan die op een week tijd 7,37 kilogram goud verzamelden op de plaats waar nu de hoofdstraat van Cue ligt. Het was echter Tom Cue die naar Nannine reisde en de claim registreerde. Het plaatsje groeide pijlsnel. Na enkele dagen waren reeds 400 goudzoekers aanwezig. Er werd een waterput van 30 diep gegraven die later met nog 9 meter werd verdiept. In 1893 werd het plaatsje officieel gesticht en naar Tom Cue vernoemd. Acht kilometer ten zuiden van Cue werd nog een plaatsje gesticht, Day Dawn. In 1894 brak er buiktyfus uit doordat de waterput verontreinigd was en vele inwoners stierven. Er werd een hospitaalcomité opgericht en een andere waterbron aangeboord. De oude waterput werd dichtgegooid en er werd een rotunda bovenop gebouwd. James Patterson Campbell richtte in 1894 een vrijwillige brandweerbrigade op maar die kreeg pas een gebouw in 1936. De brandweerbrigade bestaat nog steeds. Het gebouw staat achter een recentere brandweerkazerne. Vanaf oktober 1894 werd begonnen met de bouw van stenen overheidsgebouwen waaronder een postkantoor en een politiebureau. Een stenen hospitaal verving de hospitaaltent die bij de nieuwe waterbron aan Milly Soak was gezet tijdens de tyfusepidemie. De gebouwen werden rechtgezet met kalksteen die lokaal werd gewonnen. Het kantoorgebouw "Murchison Chambers" met 18 kantoren en 2 winkels werd gebouwd door de London and Western Australian Investment Company. Herbert Hoover, de latere president van de Verenigde Staten, verbleef soms in Murchison Chambers wanneer hij Cue aandeed in het kader van zijn mijnactiviteiten. In 1902 verhuisde de Murchison Club naar de bovenverdieping van de Murchison Chambers waardoor het gebouw bekend werd als de "Gentlemen's Club". In 1985-86 zou het gebouw volledig gerenoveerd worden en nam de administratie van het lokale bestuursgebied Shire of Cue er zijn intrek in. Tegen 1895 stonden er acht tienhoofdige stampmolens in Cue : Cue Public Battery, Cue One Proprietry, Kangaroo, Lady Mary Amalgamated, Red White & Blue, Rose of England, Reward en Cue Victory. In 1896 werden nog meerdere gebouwen opgetrokken waaronder de eerste en enige school van Cue. De school bestond uit een enkel klaslokaal met een hoog dak voor verluchting. In 1898 werd een tweede klaslokaal bijgebouwd en in 1904 een derde. Er werd een gemeentehuis gebouwd en een gevangenis. De politie bestond uit 25 manschappen waaronder verscheidene Aboriginesspoorzoekers. De gevangenis werd in 1914 gesloten maar werd nog tot einde de jaren 1930 gebruikt tijdens gevangenentransporten. In april 1897 kwam de eerste trein uit Perth met een honderdtal reizigers toe in Cue. Ze werden opgewacht door 1.500 mensen waaronder de burgemeester en Tom Cue. Voor de brandweer werden waterreservoirs boven op het politiekantoor geplaatst. In 1898 kreeg Cue een spoorwegstation. Tien jaar later werd de lijn verlengd tot Meekatharra. Cue ontving reizigers tot 1978 toen de spoorlijn gesloten werd. De sporen werden uitgebroken en aan het spoorwegstation kwam een sportveld te liggen. Op 21 april 1897 werd een vrijmetselaarsloge opgericht. De loge zette in 1899 een gebouw in hout en gegalvaniseerd ijzer met een gietijzeren interieur. De loge bestond tot 1979. Het gebouw bestaat nog steeds en is een van de enige in zijn soort. Het werd opgekocht door de National Trust. In 1898 werd begonnen met de ontwikkeling van de Great Fingall Mine. Het kantoor van de Great Fingall Consolidated Gold Mining Company werd in 1902 in Day Dawn gebouwd door Italiaanse steenhouwers. Het gebouw bestaat nog maar staat gevaarlijk dicht tegen de rand van de open-mijn-put. De mijn werd in 1918 gesloten. Cue groeide en kromp mee met de mijnindustrie, de goudprijzen en goudreserves en met de veeteelt, de wolprijzen en regenval. In 1900 telde Cue om en bij de 10.000 inwoners en werden er drie kranten uitgegeven, The Murchison Miner, The Murchison Times en The Murchison Advocate. Tijdens de Eerste Wereldoorlog trokken nogal wat mannen ten strijde. Na de Eerste Wereldoorlog bleven veel mijnen gesloten en begon de achteruitgang van Cue. Day Dawn werd volledig verlaten. Tijdens de crisis van de jaren 30 en de daling van de goudprijs liep Cue verder leeg. Tegen 1933 had Cue nog ongeveer 500 inwoners. In 2006 werd Cue door de National Trust geclassificeerd als de negende historische plaats in West-Australië. In 2016 telde het nog 178 inwoners. De grootste werkgever was de Crosslands-ijzermijn ten westen van Cue. Bezienswaardigheden Walga Rock, 48 kilometer ten westen van Cue, is een belangrijke spirituele en culturele plaats. Het biedt spectaculaire uitzichten op de omgeving en ongewone rotsformaties. Er is een eeuwenlang bewaarde galerij met Aborigineskunst waaronder een mysterieuze tekening van een wit schip. Net ten noorden Cue ligt de Cue Lookout die een volledig overzicht van Cue en de omgeving biedt. Fossicking is toegestaan behalve op private eigendom. (Fossicking is recreatief zoeken naar goud, edelstenen en fossielen.) Cue’s Heritage Trail is een toeristische autoroute langs de vele historische gebouwen die Cue rijk is. Men doet ook de verlaten plaatsjes Day Dawn, Big Bell en de site van het oude tenthospitaal in Milly Soak aan. In het gebouw waar de Shire of Cue zetelt wordt de Historical Photograph Collection tentoongesteld. Lake Nallan Nature Reserve herbergt een grote verscheidenheid aan fauna en flora waaronder zwarte zwanen (behalve in perioden van extreme droogte). Milly Soak was de picknickplaats voor de bewoners van weleer. Het was ook de plaats waar men water haalde nadat de waterput in Cue besmet was geraakt. Drie graven getuigen van de tijd dat het tentenhospitaal in Milly Soak stond. De Old Cemetery ligt vier kilometer ten noorden van Cue langs de Sandstone Road. Galerij Transport Cue heeft een klein vliegveld dat gebruikt wordt door de Royal Flying Doctors Service en door mijnbedrijven. Er zijn twee busbedrijven die Cue aandoen op wekelijkse basis. De meestvoorkomende wijze van transport is de automobiel. De Great Northern Highway loopt door de Shire of Cue. Klimaat Cue heeft een steppeklimaat met milde tot koele winters en hete droge zomers. Externe link Website Shire of Cue Plaats in West-Australië
Vanaf oktober 1894 werd begonnen met de bouw van stenen overheidsgebouwen waaronder een postkantoor en een politiebureau. Een stenen hospitaal verving de hospitaaltent die bij de nieuwe waterbron aan Milly Soak was gezet tijdens de tyfusepidemie. De gebouwen werden rechtgezet met kalksteen die lokaal werd gewonnen. Het kantoorgebouw "Murchison Chambers" met 18 kantoren en 2 winkels werd gebouwd door de London and Western Australian Investment Company. Herbert Hoover, de latere president van de Verenigde Staten, verbleef soms in Murchison Chambers wanneer hij Cue aandeed in het kader van zijn mijnactiviteiten. In 1902 verhuisde de Murchison Club naar de bovenverdieping van de Murchison Chambers waardoor het gebouw bekend werd als de "Gentlemen's Club". In 1985-86 zou het gebouw volledig gerenoveerd worden en nam de administratie van het lokale bestuursgebied Shire of Cue er zijn intrek in.
2
postkantoor, postdienst, overheid
2,840
VideoObject
5303177
https://nl.wikipedia.org/wiki/David%20L.%20Jones%20%28videoblogger%29
David L. Jones (videoblogger)
David L. Jones is een Australisch ingenieur in de elektronica en videoblogger. Hij is de oprichter van de EEVBlog (Electronics Engineering Video Blog), een blog en YouTube-kanaal gericht op elektronica-ingenieurs, hobbyisten, hackers en makers. Hij beheert ook een van de grootste fora op het internet over elektronica, het EEVblog Forum. Leven Voordat hij fulltime blogger werd, werkte Jones op FPGA-boards voor het bedrijf Altium, dat software maakt voor het ontwerpen van elektronische schakelingen. Volgens Jones begon hij in de jaren tachtig elektronische ontwerpprojecten te publiceren in elektronische doe-het-zelf tijdschriften zoals Electronics Australia. De afgelopen jaren verschenen verschillende van zijn projectartikelen in Silicon Chip. Jones is oprichter en co-host van The Amp Hour, een elektronica radioprogramma en podcast. Hij heeft een vrouw en twee zonen. EEVBlog Dave Jones begon met zijn YouTube kanaal op 4 april 2009. Hij maakt video's met o.a. reviews van nieuwe meetapparatuur, maar ook van oude toestellen. Hij schroeft ze regelmatig open om te bekijken hoe de toestellen gebouwd zijn. Zijn slogan is dan ook "Don't turn it on, take it apart!" (Zet het niet aan, haal het uit elkaar!). Een ander populair segment is "Mailbag Monday" waarin hij post opent van fans en bedrijven die hem allerlei zaken opsturen. Andere video's zijn tutorials, "debunking" video's waarin hij claims van producten probeert te ontkrachten omdat het technisch of fysisch helemaal niet (helemaal) mogelijk is. Batteroo incident In een video van midden 2015 betwistte Jones de claims van een apparaat dat de levensduur van een batterij aanzienlijk zou verlengen, genaamd Batteriser (later Batteroo Boost genoemd na een rechtszaak van Energizer). Batteroo, het bedrijf achter het product, betwistte de argumenten van Jones en anderen en publiceerde een aantal demonstratievideo's. In de nasleep van Jones 'video over Batteriser, werd zijn video "niet leuk" bevonden door heel wat IP-adressen in Vietnam. Andere bloggers met gerelateerde video's ondervonden vergelijkbare activiteit. De betrokken bloggers hebben vermoedens dat een klikfarm in Vietnam betrokken was om de reputatie van degenen die de claims over het product aanvielen schade toe te brengen. Vanwege het anonieme karakter van de aanvallen is het onbekend wie verantwoordelijk was. Vlogger Australisch youtuber Onderwijs- en wetenschap-youtuber
Batteroo incident In een video van midden 2015 betwistte Jones de claims van een apparaat dat de levensduur van een batterij aanzienlijk zou verlengen, genaamd Batteriser (later Batteroo Boost genoemd na een rechtszaak van Energizer). Batteroo, het bedrijf achter het product, betwistte de argumenten van Jones en anderen en publiceerde een aantal demonstratievideo's. In de nasleep van Jones 'video over Batteriser, werd zijn video "niet leuk" bevonden door heel wat IP-adressen in Vietnam. Andere bloggers met gerelateerde video's ondervonden vergelijkbare activiteit. De betrokken bloggers hebben vermoedens dat een klikfarm in Vietnam betrokken was om de reputatie van degenen die de claims over het product aanvielen schade toe te brengen. Vanwege het anonieme karakter van de aanvallen is het onbekend wie verantwoordelijk was.
5
video, videobestand, mediabestand
2,194
ScreeningEvent
369051
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Balie
De Balie
De Balie is een Nederlandse organisatie die onafhankelijke journalistieke programma's over kunst, cultuur en politiek produceert. De Balie is gevestigd aan het Kleine-Gartmanplantsoen 10, bij het Leidseplein in Amsterdam, en heeft drie theaterzalen, een bioscoop en een café-restaurant. Geschiedenis Toen eind jaren zeventig het gebouw van het Amsterdamse Kantongerecht uit het einde van de 19e eeuw dreigde te worden afgebroken om er een Bouweshotel van acht verdiepingen te bouwen, voerden verschillende Amsterdammers de actie "Bouw es wat anders" om dat te voorkomen, onder wie Maarten Lubbers, Hedy d'Ancona en Wim T. Schippers. De gemeenteraad ging om, en gezocht werd naar een goede bestemming voor het pand. Felix Rottenberg was in 1982 een van de oprichters van kunstcentrum De Balie. Samen met Paul Hermanides leidde Rottenberg de organisatie en was halverwege de jaren 80 opdrachtgever voor de verbouwing van gerechtsgebouw naar theatercomplex. Architect Rogier Weijand ontwierp het Grand Café in art-deco-stijl. Andere directeuren waren onder andere Chris Keulemans, Andrée van Es, Anil Ramdas en Yoeri Albrecht. Organisatie Yoeri Albrecht is algemeen en artistiek directeur. Hij volgde op 1 december 2010 Ellen Walraven op, die naar Toneelgroep Amsterdam vertrok. Femke Monaghan-van Wachem is zakelijk directeur. Voorzitter van de Raad van Toezicht is Mirjam van Praag. Naast de directie bestaat de organisatie van De Balie uit de redactie en verschillende afdelingen zoals communicatie, financiën, theatertechniek, gebouw- en systeembeheer en het Grand Café. Er werken in totaal meer dan honderd mensen in De Balie. De redactie van De Balie is een groep programmamakers. Daarnaast werkt De Balie samen met verschillende partners. De Balie organiseert het Vrijdenkersfestival in samenwerking met Gemeente Amsterdam, het Nationaal gesprek over vrijheid in samenwerking met het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vFonds) en Sign of The Times in samenwerking met ITA. De Balie neemt deel aan het samenwerkingsverband Cineville. De filmprogrammering kenmerkt zich door veel documentaires en arthouse-films. Er is een programmatische samenwerking met Rialto. De Balie maakt deel uit van het internationale debatnetwerk Time to Talk. Programma In het programma biedt De Balie een podium aan gasten uit de kunsten, politiek en wetenschap. De programma's bevinden zich vaak op het snijvlak van diverse disciplines, zoals theater, beeldende kunst en debat. De programma's in De Balie worden bijna altijd live op internet uitgezonden via De Balie TV. De Balie heeft een uitgebreid archief aangelegd waarin dossiers, artikelen en video’s over voorgaande programma’s en onderwerpen te vinden zijn. De website van De Balie huisvest een videoarchief van programma's. Veel programma's zijn terug te zien via YouTube. Door de jaren heen zijn er een groot aantal programma-series geweest die kenmerkend zijn voor de programmering van De Balie. De Balie was lange tijd het hart van het IDFA-festival, en ook Cinekid had haar basis in De Balie. Andere voorbeelden zijn: Geheugen, Spreek!: onder die titel organiseerde de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam een lezingencyclus over vormen van herinnering. De titel van de cyclus is gelijk aan die van het boek Geheugen, spreek (1951) van Vladimir Nabokov. Forum on European Culture: Forum met kunst, theater en debat over de betekenis van kunst en cultuur voor de toekomst van Europa. De eerste editie in 2016 met onder anderen Rem Koolhaas, Jude Law en Flavia Kleiner Kenniscafé: Maandelijks programma over Wetenschap Queer and Migrant Film Festival: filmfestival met focus op LGBTQ en migranten Crash Course Congo: Het heden, verleden en toekomst van Congo zijn in een reeks van zes afleveringen onderzocht. Er werd onder andere ingezoomd op religieuze soaps, hedendaagse kunst en cultuur en zeep in voedselpakketten. What's Art Got to Do With It: kunstconferentie met kunstenaars uit Israël en Palestina. Is dit J.M. Coetzee: een vierdaags festival met en in het teken van J.M. Coetzee. Politieke Junkies: maandelijks politiek programma, waarin de politieke actualiteit wordt 'ontspind' aan de hand van videofragmenten door journalisten en commentatoren Grunberg ontmoet...: Serie waarin auteur Arnon Grunberg in De Balie met verschillende prominente denkers, schrijvers en politici spreekt, zoals Deborah Feldman, Fred Teeven en Zadie Smith Live Journalism: De onderzoeksjournalistieke tak van De Balie die periodiek een programma maakt over actuele problematiek in de stad. De programma’s bestaan uit een deel theater en een deel gesprek met betrokkenen en beleidsmakers. Nationaal Gesprek Over Vrijheid: Een reeks gesprekken tussen bestuurlijk Nederland en studenten in het middelbaar beroepsonderwijs door het hele land over burgerschap en democratie. Cinema De Balie is ook een filmtheater met dagelijkse programmering. Deze kenmerkt zich door documentaires en arthouse-films met een maatschappelijke relevantie. Rondom filmvertoningen worden er regelmatig speciale programma's georganiseerd met gesprekken en debat, zoals Rite du Cinema met Willem Jan Otten, en Fullscreen over de kunst van de muziekvideo, met gasten als Sef, Fresku en Job, Joris & Marieke. Voor de dagelijkse programmering werkt De Balie samen met Rialto. Zalen De Balie beschikt over vier theaterzalen (Grote Zaal, Filmzaal, Salon en Pleinzaal). De Grote Zaal van De Balie is in september 2011 gerenoveerd en in klassieke staat hersteld. De zalen van De Balie worden ook verhuurd aan particulieren en bedrijven. Grote Zaal De Grote Zaal van De Balie is de oude rechtszaal van het Amsterdamse Kantongerecht, . De zaal heeft een inschuifbare tribune waardoor er meerdere zaalopstellingen mogelijk zijn. De zaal biedt ruimte aan maximaal 220 bezoekers. Filmzaal De Kleine Zaal wordt voornamelijk gebruikt als filmzaal. Naast filmvoorstellingen wordt de zaal ook gebruikt voor debatten, vergaderingen en kleinschalige lezingen. De zaal biedt plek voor 54 bezoekers. Salon De Salon, die geschikt is voor kleinschalige programma's zoals lezingen, presentaties, debatten en filmvertoningen, is voorzien van een klein podium. De zaal wordt gekenmerkt door authentieke glas-in-loodramen. De salon is tevens bestemd voor vergaderingen of workshops. De zaal heeft een capaciteit van 85 bezoekers. Pleinzaal De Pleinzaal is de enige zaal van De Balie die is gelegen aan de Leidseplein-kant van het gebouw. De zaal wordt gebruikt voor programma's voor een klein publiek, of waarbij de focus ligt op opnames van video of audioproducties die live of op een later moment worden uitgezonden. De zaal wordt gesierd door een permanent kunstwerk van Barbara Broekman. Er passen zo'n 35 bezoekers in de zaal. Kritiek Op 23 januari 2017 vond in De Balie een debat plaats met als thema 'Waarom haten ze ons eigenlijk?', georganiseerd door Stichting Werkelijkheid in Perspectief. Het titel doelde op het onderwerp van de avond: de vraag naar de motivatie van moslimextremisten. Het panelgesprek werd geleid door Geerten Waling, historicus aan de Universiteit Leiden. Leden van het panel waren Paul Cliteur (rechtsfilosoof aan de Universiteit Leiden, sinds 2015 verbonden aan de politieke partij Forum voor Democratie), Wim van Rooy (Vlaamse germanist, filosoof en schrijver), Halim el Madkouri (arabist, islamoloog en gemeenteraadslid namens de Partij van de Arbeid in Culemborg) en Meindert Fennema (emeritus hoogleraar politicologie aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies van de Vrije Universiteit Amsterdam) en voormalig gemeenteraadslid namens GroenLinks in Bloemendaal. Naar aanleiding van een vraag uit het publiek werd er gesproken over de juridische mogelijkheden om Moslims het land uit te zetten. Er was veel ophef over het debat bij onder andere politici, opiniemakers en op sociale media, waarbij op sociale media de hashtag #BoycottdeBalie werd gebruikt. Verschillende sprekers die bij De Balie werden uitgenodigd wezen de uitnodiging af en enkele opiniemakers moedigden het publiek aan om De Balie niet meer te bezoeken. Ook Mona Eltahawy, die was uitgenodigd om in De Balie te spreken over #metoo, zegde haar optreden af toen zij hoorde over de commotie. Haar afzegging kwam in het nieuws en De Balie reageerde erop met een bericht op de website waarin ze het vermoeden uitten dat Eltahawy onjuiste informatie had over het debat, dat De Balie publiekelijk afstand had genomen van de uitspraken in het debat en dat De Balie ook mensen aan het woord wil laten met meningen waar De Balie het niet mee eens is en het als een verantwoordelijkheid beschouwt om "verschillende opvattingen te tonen, te bevragen en te onthullen". Externe link Officiële website Referenties Theaterzaal in Amsterdam Cultuur in Amsterdam Politiek in Nederland Bouwwerk in Amsterdam-Centrum Bioscoop in Amsterdam Filmhuis
Cinema De Balie is ook een filmtheater met dagelijkse programmering. Deze kenmerkt zich door documentaires en arthouse-films met een maatschappelijke relevantie. Rondom filmvertoningen worden er regelmatig speciale programma's georganiseerd met gesprekken en debat, zoals Rite du Cinema met Willem Jan Otten, en Fullscreen over de kunst van de muziekvideo, met gasten als Sef, Fresku en Job, Joris & Marieke. Voor de dagelijkse programmering werkt De Balie samen met Rialto.
1
filmvertoning, bioscoopevenement, screening
5,839
GenderType
3921106
https://nl.wikipedia.org/wiki/Saskia%20Poldervaart
Saskia Poldervaart
Saskia Poldervaart (Schagen, 31 augustus 1945 – Amsterdam, 17 november 2011) was een Nederlandse feministe, activiste, universitair docent en onderzoeker vrouwenstudies. Levensloop Saskia Wendelmoet Poldervaart werd geboren in een communistisch gezin. Ze sloot zich in 1970 als een van de eersten aan bij de feministische protestbeweging Dolle Mina. Tot begin jaren tachtig stond ze bijna dagelijks op de barricaden: ze bezette, onder andere, de redactie van het damesblad Margriet, protesteerde tegen ongelijk loon voor mannen en vrouwen en demonstreerde voor legale abortus. "Ik was van het vrolijke actievoeren, fanatiek, maar niet dogmatisch", aldus Poldervaart. Ook later verflauwde haar activisme niet: Poldervaart bezocht de jaarlijkse anarchistische Pinksterlanddagen in Appelscha, organiseerde in 1998 een internationaal congres over communale woonvormen en utopisme, demonstreerde tegen de oorlog in Irak en bepleitte in 2009 dat werksters hetzelfde loon moeten krijgen als hun bazen. In 1975 begon Poldervaart in Nijmegen als eerste docente Vrouwenstudies bij het Derde Wereld Centrum en politicologie aan de (toen nog) Katholieke Universiteit Nijmegen en ze stond ook aan de wieg van het huidige Institute for Gender Studies in Nijmegen. Eind jaren zeventig startte Poldervaart met haar werk aan de Universiteit van Amsterdam, bij de afdeling vrouwenstudies van de vakgroep politicologie (1978-2009). In 2009 werd bij Poldervaart hersenkanker geconstateerd, waaraan ze twee jaar later overleed. "Saskia combineerde feminisme en activisme, theorie en praktijk, wetenschap en dagelijks leven – op een manier die vanzelfsprekend was". Saskia Poldervaartprijs In 2009 ontving Poldervaart als eerste de prijs die ook haar naam kreeg en tweejaarlijks wordt toegekend voor een bijzondere prestatie op het terrein van de sociale geschiedenis en feminisme. In 2011 won etnografe Joke van der Zwaard deze prijs. In memoriam Bij de Buurtboerderij in het Amsterdamse Westerpark staat een mozaïekbank met een van Poldervaarts laatste woorden: "Blijf nieuwsgierig!". Bibliografie met Bob Reinalda: Politiek, vrouwen en arbeidersbeweging: een poging onze gemeenschappelijke uitgangspunten voor onderzoek en onderwijs te formuleren, Nijmegen, Katholieke Universiteit, Instituut voor Politikologie, 1979. Vrouwenstudies, een inleiding, Nijmegen, SUN, 1983. met anderen: Huishouden in de woongroep: huishoudelijke arbeid van vrouwen in woongroepen, Amsterdam, SUA, 1983. met Lily E van Rijswijk-Clerkx, Ina Bakker en anderen: Anders moederen: mogelijkheden en effecten, Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 1984. met Tony Weggemans en Harrie Jansen: Woongroepen, individualiteit in groepsverband, Utrecht, Spectrum, 1985. Tegen conventioneel fatsoen en zekerheid: het uitdagend feminisme van de utopisch socialisten, Amsterdam, Sara/Van Gennep, 1993. met Esther de Graaff, Stichting Amazone (Amsterdam) en anderen: Take care: jongeren over zorg, Nijmegen, Furie, 1995. The Recurring Movements of 'Free Love''', Universiteit van Amsterdam, 2000, pdf. met Hanneke Willemse en Jan Willem Schilt: Van hot naar her: Nederlandse migratie vroeger, nu en morgen, Amsterdam, Stichting Beheer IISG, 2001. Leven volgens je idealen: de andere politieken van huidige sociale bewegingen in Nederland'', Amsterdam, Aksant, 2002. Interviews met Saskia Poldervaart bij Atria (Amsterdam), 2009-2010. Bronnen https://web.archive.org/web/20130530172755/http://www.foliaweb.nl/medewerkers/uva-docent-en-dolle-mina-saskia-poldervaart-overleden/ http://www.ru.nl/genderstudies/@831472/pagina/ http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/351550/2009/07/25/Je-bent-nooit-te-oud-om-te-demonstreren.dhtml https://www.indymedia.nl/node/834 Nederlands feminist
In 1975 begon Poldervaart in Nijmegen als eerste docente Vrouwenstudies bij het Derde Wereld Centrum en politicologie aan de (toen nog) Katholieke Universiteit Nijmegen en ze stond ook aan de wieg van het huidige Institute for Gender Studies in Nijmegen. Eind jaren zeventig startte Poldervaart met haar werk aan de Universiteit van Amsterdam, bij de afdeling vrouwenstudies van de vakgroep politicologie (1978-2009).
1
geslachtsidentiteit, gender, geslachtstype
6,929
BookFormatType
2140725
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kruimeltje%20%28boek%29
Kruimeltje (boek)
Kruimeltje is een jeugdboek uit 1923 van de Nederlandse schrijver Chris van Abkoude. Het gaat over een tienjarig jongetje, dat na veel tegenslagen uiteindelijk zijn ouders weer terugvindt. Het boek is vele malen herdrukt en behoort samen met de Pietje Bell-verhalen tot Van Abkoudes bekendste werk. Het verhaal Harry Volker, beter bekend als Kruimeltje, is een tienjarige jongen in het Rotterdam van 1916. Hij is zonder ouders opgegroeid en wordt verzorgd door vrouw Koster. Zij is een humeurige en hardvochtige vrouw die bovendien aan de drank is en Kruimeltje regelmatig eropuit stuurt om geld voor haar te verdienen. Toch maakt Kruimeltje vaak lol door te sleeën met zijn vriendjes of stiekem zonder te betalen naar de bioscoop te gaan. Wanneer hij weer eens door vrouw Koster in een dronken bui op straat is gegooid, overnacht hij in een oude kist bij een kruidenier, waar hij een hond vindt. Deze hond noemt hij Moor en Moor wordt Kruimeltjes kameraad, hoewel vrouw Koster het maar een vies beest vindt. Verder leert hij ook de kruidenier, meneer Wilkes, kennen. Hij en Moor komen regelmatig voor wat te eten en een praatje bij hem. Op een dag valt vrouw Koster van de trap als ze een zak kolen haalt en ze breekt haar rug. Op haar sterfbed vraagt ze Kruimeltje om vergeving voor de slechte behandeling. Kruimeltje heeft van zijn kant enorme spijt dat hij de kolen niet zelf heeft gehaald. Vrouw Koster geeft Kruimeltje een enveloppe, die pas geopend mocht worden bij haar dood. De enveloppe bevat een medaillon met daarin de foto's van Kruimeltjes vader en moeder: Harry Volker en Lize van Dien. Kruimeltje heeft veel verdriet om zijn stiefmoeder, hoe slecht ze hem ook altijd heeft behandeld. Hij heeft het gevoel dat hij nu helemaal alleen in de wereld staat. Wilkes wil Kruimeltje nu adopteren en naar school sturen. Er gaat een schok door Wilkes heen als hij het medaillon ziet: hij kent Harrie Volker, met wie hij vroeger in Amerika naar goud heeft gezocht. Hij wil hem zoeken om zo tevens Kruimeltje met zijn vader te herenigen, maar dan slaat het noodlot opnieuw toe. De winkel van Wilkes brandt die nacht af en tijdens het nachtelijk bluswerk loopt Wilkes een zware longontsteking op. Hij moet langdurig in het ziekenhuis herstellen en Kruimeltje is nu een echt straatkind geworden. In de ijskoude Kerstnacht worden Kruimeltje en Moor door de koster de kerk uitgezet en ze vriezen beiden bijna dood. Ze worden net op tijd door een politieagent gevonden. De politie brengt Kruimeltje naar een 'Gesticht voor onverzorgde kinderen', geleid door Vader Keyzer. Dit is een autoritaire strenge man, die geen tegenspraak duldt en er niet voor terugdeinst kinderen slaag te geven. Slechts een van de kinderen in het gesticht heeft het goed, omdat er voor hem betaald wordt. Bovendien staat Vader Keyzer geen honden toe en Moor wordt daarom naar het asiel gebracht, waar honden na drie dagen worden vergast als niemand ze komt halen. Kruimeltje en hij hebben al direct een hevige hekel aan elkaar, en al na de eerste dag loopt Kruimeltje weg. Hij redt Moor uit het asiel en ze vatten opnieuw hun zwervende leven op, totdat Wilkes terugkomt uit het ziekenhuis. Wilkes stuurt Kruimeltje naar school, waar hij het al snel goed kan vinden met zijn nieuwe onderwijzer, meester Leentvaar. Het knaagt echter aan Wilkes dat hij Harrie is kwijtgeraakt, en hij plant dan ook een nieuwe tocht naar Amerika om Harrie te zoeken. Omdat niemand voor Kruimeltje kan zorgen tijdens Wilkes' afwezigheid zal hij terug moeten naar het gesticht, al is het tijdelijk. Terug in het gesticht blijkt het nog steeds niet te boteren tussen Kruimeltje en Vader Keyzer. Vader Keyzer is gewend om blindelings te worden gehoorzaamd en hij kan er dus niet tegen dat Kruimeltje eerlijk voor zichzelf en anderen opkomt en daarbij ook nog eens vaak gelijk krijgt. De antipathie ontaardt in een persoonlijke vete tussen de twee. Uiteindelijk weet Vader Keyzer Kruimeltje valselijk te beschuldigen van diefstal tegenover meester Leentvaar, door zijn eigen beurs onder Kruimeltjes bed te leggen en te doen alsof Kruimeltje deze gestolen heeft. Wanneer meester Leentvaar bij het presenteren van het 'bewijs' Vader Keyzer blijkt te geloven, loopt Kruimeltje woedend weg. Opnieuw keert hij terug naar het leven op straat. Wanneer Vader Keyzer erachter komt dat een ander jongetje, Spijker, heeft gezien dat hij het 'bewijs' fingeerde, mishandelt Vader Keyzer hem zwaar en dreigt hem dood te slaan als Spijker iets vertelt. Op een dag wordt Kruimeltje, na het illegaal bijwonen van een voorstelling van de beroemde operazangeres Vera Di Borboni, door de auto van de vedette zelf aangereden. Vera neemt Kruimeltje en Moor in huis en verzorgt hen. Naar het gesticht hoeft Kruimeltje niet meer terug. Vader Keyzer is inmiddels opgepakt wegens de slechte behandeling van de kinderen, die bij betere pleegouders worden ondergebracht. Vera Di Borboni, die eigenlijk Lize van Dien heet, ontdekt uiteindelijk het medaillon met de foto's van Kruimeltjes ouders, oftewel die van haarzelf en haar vroegere man Harry. Ze besluit nog even niets te vertellen. Wanneer Kruimeltje opknapt groeit hun onderlinge band. Dan biecht ze aan hem op dat zij en Harry in bittere armoede leefden. Harry vertrok naar Amerika en kwam maar niet terug, waarop Vera zich uiteindelijk gedwongen zag om haar kind af te staan aan vrouw Koster en zelf te gaan werken. Inmiddels is ze succesvol en rijk, maar ze is al die tijd ongelukkig geweest omdat ze ieder spoor van haar zoon was verloren. Ze is heel blij dat ze haar zoon nu terug heeft. Kruimeltje van zijn kant heeft zijn moeder zijn hele leven gehaat omdat ze hem meteen na zijn geboorte in de steek heeft gelaten. Nu hij de waarheid kent, is ook hij zielsgelukkig. Enkele weken later komt Wilkes terug uit Amerika samen met Kruimeltjes vader. Hij heeft de bandiet Lefty uitgeschakeld met wie hij het vroeger al aan de stok had, en daarvoor is hij rijkelijk beloond. Eindelijk heeft Kruimeltje nu dus zijn vader én moeder terug. Hij krijgt ook een brief van meester Leentvaar die inmiddels achter de waarheid is gekomen en zich diep verontschuldigt. Inconsequentie Aan het begin van het verhaal wordt de trouwakte van Kruimeltjes ouders aangehaald, waarin staat "[...]dat Harry Volker op den Veertiende Augustus 1910 gehuwd was met Gerda van Dien". Waarom Kruimeltjes moeder verderop in het verhaal zichzelf dan Lize noemt, wordt nergens duidelijk. Kleine aanpassingen in het verhaal In de eerdere versies van het verhaal wordt Lefty door Wilkes doodgeschoten. Bij latere herdrukken is dit stuk minder gewelddadig gemaakt en wordt Lefty niet door zijn hoofd, maar in zijn schouder geschoten. Bewerkingen Dick Matena maakte van het verhaal een stripversie, die eind jaren '80 in de Donald Duck verscheen. Van het boek bestaan tevens een film en een musical. Externe link DBNL, Gedigitaliseerde boekuitgave Werk van Chris van Abkoude Nederlands kinderboek Tot strip bewerkt boek Verfilmd verhaal 20e-eeuws kinderboek
Externe link DBNL, Gedigitaliseerde boekuitgave
1
boekformaat, publicatieformaat, boekuitgave
8,297
Electrician
5547625
https://nl.wikipedia.org/wiki/Alfred%20Amiguet
Alfred Amiguet
Alfred Amiguet (Ormont-Dessous, 11 april 1885 - Genève, 27 april 1963) was een Zwitserse journalist, communist en anarchist. Biografie Alfred Amiguet was een zoon van François Amiguet en van Caroline Gasser. Hij was gehuwd met Emma Nallet. Aanvankelijk was hij aan de slag als schilder en elektricien. Hij was een militant anarchist en woonde tot 1907 in Lausanne, vervolgens in Vevey, daarna weerom in Lausanne en uiteindelijk in Genève. Hij speelde een actieve rol in de algemene staking van 1907 in Vevey en werd tussen 1907 en 1908 meermaals veroordeeld voor smaad aan de overheden. Van 1911 tot 1913 was hij uitgever en vanaf 1914 redacteur van de Voix du Peuple. Daarnaast werkte hij tot 1949 voor de anarcho-communistische krant Le Réveil Anarchiste. Hij was bevriend met Louis Bertoni. Zwitsers journalist Zwitsers communist Zwitsers anarchist
Biografie Alfred Amiguet was een zoon van François Amiguet en van Caroline Gasser. Hij was gehuwd met Emma Nallet. Aanvankelijk was hij aan de slag als schilder en elektricien. Hij was een militant anarchist en woonde tot 1907 in Lausanne, vervolgens in Vevey, daarna weerom in Lausanne en uiteindelijk in Genève. Hij speelde een actieve rol in de algemene staking van 1907 in Vevey en werd tussen 1907 en 1908 meermaals veroordeeld voor smaad aan de overheden. Van 1911 tot 1913 was hij uitgever en vanaf 1914 redacteur van de Voix du Peuple. Daarnaast werkte hij tot 1949 voor de anarcho-communistische krant Le Réveil Anarchiste. Hij was bevriend met Louis Bertoni.
1
elektricien, elektricienbedrijf, elektrotechnicus
1,015
RentalCarReservation
774185
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Hertz%20Corporation
The Hertz Corporation
The Hertz Corporation is een internationaal opererend Amerikaans autoverhuurbedrijf. Het bedrijf is in 1918 opgericht door Walter L. Jacobs en werd in 1923 overgenomen door John T. Hertz. Hertz is de grootste verhuurorganisatie voor voertuigen ter wereld en heeft vestigingen in meer dan 150 landen en op ruim 12.000 locaties. Het bedrijf heeft veel vestigingen op vliegvelden en in stadscentra. Naast het merk Hertz is de groep ook eigenaar van de autohuurbedrijven Thrifty Car Rental en Dollar Rent A Car. Activiteiten In totaal heeft Hertz 12.400 vestigingen, zowel in eigendom als franchise, wereldwijd. Hiervan zijn er zo'n 3600 op luchthavens gevestigd. De auto's worden in meerderheid gehuurd door zakenmensen, zo'n 60% van het totaal, en de rest door particulieren voor vakantie doeleinden. In 2019 had het bedrijf zo'n 770.000 voertuigen in de verhuur waarvan 204.000 buiten de Verenigde Staten. Een voertuig blijft gemiddelde zo'n 12 maanden bij het bedrijf in de Verenigde Staten en in de rest van de wereld ligt dit gemiddeld op 18 maanden. Met veel autofabrikanten heeft Hertz terugkoopafspraken gemaakt, de auto wordt na een zekere termijn weer verkocht aan de fabrikant tegen een vooraf vastgestelde prijsformule. De drie grootste fabrikanten van auto's waarmee Hertz zaken doet, zijn General Motors, Fiat Chrysler en Ford. Deze drie leveren ongeveer de helft van de vloot. De grootste niet-Amerikaanse autofabrikant waarmee Hertz zaken doet is het Zuid-Koreaanse bedrijf Kia Motors. Op 31 december 2019 telde het bedrijf circa 38.000 medewerkers waarvan zo'n 9000 buiten de Verenigde Staten. In mei 2020, als gevolg van de coronapandemie, vroeg de groep in de VS bescherming aan tegen de schuldeisers in het land en Canada. Voor de andere internationale vestigingen heeft Hertz geen vergelijkbare bescherming aangevraagd. In maart 2021 maakten Knighthead Capital Management en Certares Management bekend Hertz te willen overnemen. Ze boden US$ 4,2 miljard voor het autoverhuurbedrijf. Het bod moet nog goedgekeurd worden door de rechter en de schuldeisers. Geschiedenis Walter L. Jacobs opende in september 1918 op 22-jarige leeftijd een autoverhuurbedrijf in Chicago. Hij startte met een dozijn T-Fords, die hij zelf repareerde en overspoot. Jacobs breidde zijn bedrijf in vijf jaar uit tot een onderneming met een jaarlijkse omzet van 1 miljoen Amerikaanse dollar, voor die tijd een gigantisch bedrag. In 1923 verkocht Jacobs zijn bedrijf aan John Hertz, president-directeur van Yellow Cab en Yellow Truck en Coach Manufacturing Company. Jacobs bleef aan in de directie van het bedrijf. Dit verhuurbedrijf, Hertz Drive-Ur-Self genaamd, werd in 1926 overgenomen door General Motors Corporation toen dat bedrijf Yellow Truck kocht van John Hertz. In 1932 opende Hertz Rent-A-Car de eerste verhuurvestiging op een vliegveld, Midway van Chicago. Jacobs bleef aan als bestuurder bij het bedrijf tot aan zijn vertrek in 1960, maar bleef tot 1968 betrokken bij het bedrijf. Beursnotatie Hertz was tot 2001 genoteerd aan de New York Stock Exchange (NYSE) als HRZ toen Ford alle uitstaande aandelen opkocht. Op 22 december 2005 werd het bedrijf verkocht voor US$ 15 miljard, inclusief schulden, aan een groep private investeerders. Deze hebben het bedrijf in 2006 weer naar de NYSE gebracht. Het aandeel kreeg het ticker symbol HTZ en de introductiekoers was US$ 15. In augustus 2014 bereikte de aandelenkoers een piek van iets meer dan US$ 100 en is sindsdien hoofdzakelijk gedaald. Externe link Yahoo! HTZ koers en andere financiële informatie Autoverhuurbedrijf Bedrijf genoteerd aan de New York Stock Exchange Economie van Florida
The Hertz Corporation is een internationaal opererend Amerikaans autoverhuurbedrijf. Het bedrijf is in 1918 opgericht door Walter L. Jacobs en werd in 1923 overgenomen door John T. Hertz. Hertz is de grootste verhuurorganisatie voor voertuigen ter wereld en heeft vestigingen in meer dan 150 landen en op ruim 12.000 locaties. Het bedrijf heeft veel vestigingen op vliegvelden en in stadscentra. Naast het merk Hertz is de groep ook eigenaar van de autohuurbedrijven Thrifty Car Rental en Dollar Rent A Car.
1
autoverhuurreservering, huurautoreservering, autohuur
10,216
GolfCourse
1758350
https://nl.wikipedia.org/wiki/Royal%20Lytham%20%26%20St%20Annes%20Golf%20Club
Royal Lytham & St Annes Golf Club
De Royal Lytham & St Annes Golf Club is een golfclub in het Engelse Lytham St Annes (Lancashire). Geschiedenis De club werd opgericht in 1886, een jaar voor de Royal St George's. Het ontwerp werd gemaakt door de professional van de club, George Lowe. De baan beschikt over een relatief groot aantal bunkers. In 1919 werd de baan verlengd door Harry Colt, en enkele greens en tees werden verlegd. Sindsdien zijn geen grote wijzigingen aangebracht. Toernooien De club heeft een aantal toernooien georganiseerd, onder andere: Brits Open: 1926 , 1952, 1958, 1963, 1969, 1974, 1979, 1988, 1996, 2001, 2010 Ladies' British Amateur Championship: 1893, 1993 Ryder Cup: 1961 Curtis Cup: 1976 Wheetabix Ladies' British Open: 2003, 2005, 2006, 2009 Zie ook Lijst van golfbanen in Engeland Externe link Officiële website Engelse golfclub Golfbaan in Engeland Sportaccommodatie in Noordwest-Engeland Sport in Lancashire Sport in Lytham St Annes
Engelse golfclub Golfbaan in Engeland Sportaccommodatie in Noordwest-Engeland Sport in Lancashire Sport in Lytham St Annes
2
golfbaan, golfclub, golfcomplex
8,204
CheckAction
19928
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ramanspectroscopie
Ramanspectroscopie
Ramanspectroscopie is een spectroscopische techniek die gebruikt wordt in vele domeinen, waaronder de vastestoffysica en de scheikunde, om vibraties en rotaties in een systeem te bestuderen. Een alternatief voor ramanspectroscopie wordt geboden door infraroodspectroscopie (IR). Beide spectroscopische technieken geven een signaal waarmee de verschillen in energieniveaus van de vibraties en rotaties gemeten worden. Echter, daar waar IR-spectroscopie gebaseerd is op de absorptie van infraroodlicht, is ramanspectroscopie gebaseerd op inelastische verstrooiing ofwel ramanverstrooiing van monochromatisch licht. Doordat raman- en infraroodspectroscopie gebaseerd zijn op verschillende effecten is de informatie complementair: sommige trillingen waarvoor de infraroodspectroscopie geen informatie kan geven vanwege symmetrie, kunnen in ramanspectroscopie wel worden gezien, en andersom. Om de trillingswijzen van een ingewikkeld molecuul goed te begrijpen is het dus aan te bevelen beide technieken toe te passen en te vergelijken. Bij ramanspectroscopie wordt een laser als lichtbron gebruikt in het zichtbaar licht, ultraviolet of nabij-infrarood. Inelastische verstrooiing van licht vormt de basis van ramanspectroscopie. Deze inelastische verstrooiing is een fysisch effect waarbij het licht een energieverschuiving ondergaat tijdens het strooien. Dit effect noemt men het ramaneffect, naar de ontdekker, de Indiase wetenschapper Sir Chandrasekhara Venkata Raman. Raman ontdekte het effect in 1928 en won hiervoor in 1930 de Nobelprijs voor Natuurkunde. Pas na de ontwikkeling van de laser werd ramanspectroscopie populair. De grootteorde van de energieën die voor ramanspectroscopie een rol spelen zijn gelijk aan die in de infraroodspectroscopie. Ook de eenheid reciproke centimeters of golfgetallen wordt in beide velden gebruikt om de energie aan te geven. Deze eenheid geeft het aantal golven weer en loopt van ongeveer 150 cm−1 tot 4000 cm−1, hoewel het gebied onder 1850 cm−1 het meest gebruikt wordt. De effectief gebruikte energieën verschillen van toestel tot toestel en soms zelfs van experiment tot experiment. Ramanspectroscopie op moleculaire schaal bekeken Moleculen kunnen beschouwd worden als grote positieve kernen waaromheen zich een ijle en vervormbare elektronenwolk bevindt. De atomen binnen de moleculen zijn niet gebonden aan vaste posities en zullen vibreren, roteren en over elkaar schuiven. De vibraties en rotaties vervormen de elektronenwolk van het systeem. Licht is een vorm van elektromagnetische straling en bevat behalve een magnetische component ook een elektrische component. Aangezien dit elektrische veld oscilleert, zal het ingestuurde laserlicht de elektronenwolk van de moleculen periodiek vervormen. Doordat zowel de moleculaire vibraties als het elektrische veld van het licht, de elektronenwolk periodiek vervormen, kunnen beide interageren. Indien de polariseerbaarheid van het belichte molecuul verandert tijdens een vibratiebeweging kan er energie tussen het molecuul en het licht uitgewisseld worden. Deze hoeveelheid energie die uitgewisseld wordt, komt perfect overeen met het verschil in energie tussen twee vibratieënergieniveau's in het molecuul. Wanneer er geen energie-uitwisseling optreedt en het uittredende licht dus dezelfde energie heeft als het invallende licht, spreekt men van rayleighverstrooiing. Als het molecuul echter energie opneemt ten opzichte van de binnentredende bundel spreekt men van stokesverstrooiing, terwijl energieafgifte door het molecuul antistokesverstrooiing genoemd wordt. Rayleighstraling is zeer intens; de stokesstraling is intenser dan de antistokesstraling. Deze energie-uitwisseling geeft informatie over de bindingen in de moleculen, net als infraroodspectroscopie. Deze energieverschillen worden experimenteel gemeten door het verschil van de energie tussen het uitgezonden foton en de energie van de ingestuurde fotonen te meten. De waarde van het gemeten energieverschil is echter onafhankelijk van het feit of het gaat om opname of afgifte van de energie (enkel afhankelijk van de vibraties van de bestudeerde moleculen). Hierdoor zal het ramanspectrum symmetrisch zijn ten opzichte van de rayleighband. De intensiteiten van de banden zijn echter evenredig met het aantal bestraalde moleculen in de begintoestand. Uit de Boltzmann-verdeling volgt dat er altijd meer moleculen zich in een lagere energietoestand bevinden dan in een hogere energietoestand (afwijkingen kunnen optreden als de ontaarding van de hogere energietoestand groter is, of bij populatie-inversie, zoals wordt gebruikt in lasers). Het gevolg is dat de intensiteit van het stokesspectrum groter is (bekijk de energie van de vibratieniveaus bij het begin en einde): De mate waarin men de elektronenwolk kan vervormen noemt men de polariseerbaarheid: hoe groter de polariseerbaarheid, hoe gemakkelijker interactie tussen de moleculen en licht optreedt en hoe sterker het ramaneffect. Instrumentatie In een typisch experiment wordt een monster bestraald met een laser. Echter, elke optische component van de spectrometer heeft een ramanspectrum (al worden deze bij de productie van de spectrometer zo gekozen dat de ramanspectra van de optische componenten zo klein mogelijk zijn). Daarom wordt net voor de bestraling van het monster de gewenste lasergolflengte gefilterd van reeds opgetreden ramanverstrooiing en van eventuele andere aanwezige lasergolflengten. Deze filtering wordt uitgevoerd met een speciale monochromator en meer recentelijk met zogenaamde notch filters. Het licht dat vervolgens door het monster verstrooid wordt, wordt opgevangen met behulp van een grote lens. Het licht kan onder verschillende hoeken worden opgevangen, bijvoorbeeld onder een hoek van 90 graden of 180 graden (backscatteringgeometrie). Bij backscatteringgeometrie wordt het verstrooide licht opgevangen door dezelfde lens die het laserlicht op het monster focuseert. Via een speciale spiegel wordt het ingestuurde licht dan gescheiden van het verstrooide licht. Het ramaneffect is echter een inherent zwak effect. Slechts 1 op 106 tot 1 op 108 ingestuurde fotonen zal een energieverschuiving ondergaan. Hierdoor heeft het overgrote deel van het opgevangen licht nog steeds dezelfde energie als het ingestuurde licht en bevat dus geen informatie. Door deze grote hoeveelheid oninteressante fotonen bestaat het gevaar dat de detector reeds verzadigd wordt voordat een signaal gemeten kan worden. Daarom verwijdert een zogenaamde band-reject-filter de golflengten dicht bij de lasergolflengte, het signaal dat wordt veroorzaakt door elastische verstrooiing. De overgebleven golflengten (veel zwakkere signalen) worden via een tralie (ook rooster genoemd) gescheiden en op een detector opgevangen. De scheiding van de oninteressante elastische en de veel zwakkere inelastische strooistraling was vroeger het grootste probleem van de ramanspectroscopie. Dit speelt vooral wanneer men naar kleine verschuivingen van minder dan 200 cm−1 op zoek is. Vaak worden hiervoor holografische tralies gebruikt, en een aantal opeenvolgende dispersie-stappen. Men moest het licht niet eenmaal maar soms wel driemaal door een monochromator sturen en ervoor zorgen dat het instrument zo is uitgelijnd dat de elastisch verstrooide Rayleigh-straling de uiterst gevoelige detector niet bereikt. Men kan dit probleem goed vergelijken met het observeren van de corona van de zon. Dat werkt het beste bij een totale zonsverduistering, wanneer het directe zonlicht dat vele malen sterker is dan dat van de corona, geblokkeerd wordt door de maan. Technologische vernieuwingen in rooster en detector zorgden ervoor dat een dergelijke optiek niet meer nodig blijkt, waardoor ramanspectrometers kleiner en handelbaarder werden. Een rooster scheidt het licht nu in de verschillende golflengte waaruit het bestaat die allen gezamenlijk op een CCD-detector opgevangen en geanalyseerd worden. Net als bij IR-spectroscopie is het vaak niet nodig om alle details van het spectrum te begrijpen om toch van het spectrum nuttig gebruik te kunnen maken. Vaak gebruikt men het spectrum bijvoorbeeld om te identificeren wat voor soort functionele groepen de (onbekende) molecule bezit. Ramanspectroscopie wordt dan ook vaak voor dit soort analytische doeleinden toegepast. Typische opzet Tegenwoordig hebben veel ramanspectrometers een diodelaser en wordt het laserlicht via glasvezels getransporteerd. De toestellen zijn veelal modulair, maar in een typische opzet van het toestel volgt het licht een weg via: laser eventueel filter om verschillende niet gewenste modi te verwijderen (om enkel monochromatisch laserlicht over te houden als dit niet het geval was) koppeling van het licht in een glasvezel (excitatievezel) lenzensysteem met notchfilter om ramanverstrooiing van excitatievezel te verwijderen lens om het licht te focussering met het monster interactie van het licht met het monster verstrooide licht wordt opgevangen door de spectrometer (dikwijls door dezelfde lens als degene die het licht op het monster bracht, =backscatteringgeometrie) band-reject-filter: verwijderen van de intense rayleighstraling koppeling om het laserlicht via een glasvezel naar een glasvezel transport door collectievezel naar detector dispersie van het verstrooide licht, ontleden in de verschillende golflengten detectie van het licht (meestal CCD-detector) Varianten van ramanspectroscopie Van ramanspectroscopie zijn er verschillende varianten ontwikkeld. Deze technieken hebben alle hun eigen karakteristieken en werden ontworpen dan wel ontwikkeld met het oog op een hoger ramansignaal ten opzichte van dispersieve ramantoestellen of FT-ramantoestellen (FT: fouriertransformatie). Resonantie ramanspectroscopie Anders dan bij infraroodspectroscopie is de lichtbron in het algemeen monochromatisch, namelijk een laserstraal met een vaste golflengte. Men kan met andere woorden deze golflengte tot op zekere hoogte kiezen. Echter, kwaliteitsvolle, degelijke en betrouwbare lasers met een willekeurig instelbare golflengte bestaan nog niet. Lasers met een regelbare golflengte bestaan wel, zoals kleurstoflasers en OPO/OPA systemen maar zij zijn vaak erg onderhoudsintensief, en/of hebben een lage, dikwijls instabiele, lichtopbrengst. De keuze van een andere golflengte kan tot drastische verandering in het ramanspectrum leiden, vooral als men een golflengte kiest die geabsorbeerd wordt door het monster. Dit is het geval wanneer de energie van de invallende lichtbundel ongeveer overeenkomt met het energieverschil tussen twee elektronische energieniveaus in de bestraalde molecule. Men spreekt dan van resonantieramanspectroscopie. In deze techniek worden een beperkt aantal trillingswijzen veel intenser in het spectrum, vooral als zij van atomen komen die ook bij het absorptieproces betrokken zijn. SERS (Surface Enhanced Raman Scattering) In de jaren zeventig is min of meer bij toeval ontdekt dat wanneer moleculen geadsorbeerd worden op een ruwe drager van zilver of goud (enige andere metalen vertonen dit effect in mindere mate), er een enorme versterking van het ramansignaal plaatsvindt. Dit betekent dat de gevoeligheid van de techniek een grote stap voorwaarts maakte, maar tegenwoordig is het nog steeds niet duidelijk hoe het 'magische' zilvereffect precies werkt. Wel is duidelijk dat er waarschijnlijk twee factoren zijn. Ten eerste hebben zilver en goud iets gemeen: zij zijn bijzonder goede geleiders die een plasmafrequentie hebben in het nabij ultraviolette of zichtbare gebied. De voornaamste bijdrage tot de versterking komt waarschijnlijk van een (dankzij de ruwheid) gelokaliseerde plasmonresonantie, waardoor als het ware het foton enige tijd opgebotteld wordt. Voor een molecuul in die bottel wordt de kans tot het ondergaan van een ramanproces daardoor vele malen groter. Een tweede bijdrage komt mogelijk van de chemisorptie van een molecule aan het zilver oppervlak waardoor de elektronentoestanden van de molecule zich vermengen met die van het zilver. SERS kan ook gecombineerd worden met het effect van resonantie, en hiermee ontstaat SERRS (Surface Enhanced Resonance Raman Scattering). Indien de intensiteitsverhogende effecten van beide technieken worden gecombineerd, is hiermee zelfs detectie van één enkele molecule met behulp van ramanspectroscopie mogelijk geworden. Historisch overzicht Het ramaneffect werd door de Oostenrijkse natuurkundige Adolf Gustav Smekal in 1923 voorspeld en voor het eerst in de praktijk waargenomen door de Indische wetenschapper Chandrasekhara Venkata Raman in 1928. Hij deed deze ontdekking met hulp van gefilterd zonlicht, dit omdat er in de jaren 1920 nog geen monochromatische lichtbronnen bestonden. Raman gebruikte daarom een gekleurde filter als monochromator, en het menselijk oog als detector. De eerste experimenten werden uitgevoerd door visuele observatie van gefocusseerd zonlicht. Veel later werden ramanspectra bekomen met een kwikboog als lichtbron en geregistreerd op fotografische film. Door de atoomemissielijnen van kwik te gebruiken, werd voor het eerst gebruikgemaakt van echt monochromatisch licht en was dan ook een veel beter signaal meetbaar. Ramanspectroscopie werd een gespecialiseerde nichetechniek in de jaren 1940. Infraroodspectroscopie, waarmee vergelijkbare informatie te verkrijgen is, was toen veel toegankelijker en goedkoper. De uitvinding van fotomultipliers zorgde daarentegen voor een verbeterde accuratesse en gebruiksgemak van ramanspectrometers. Daarna werden de eerste commerciële ramanspectrometers geïntroduceerd in 1953. Lasers die veel beter presteerden, vervingen de kwikboog als lichtbron in de jaren 1960. In de jaren 1970 werd ramanmicroscopie geïntroduceerd. Bij deze techniek wordt het laserlicht op een speciale manier door een microscoop geleid en kan men via de objectieven van de microscoop visueel zien welk oppervlak men bemonstert. Door gebruik te maken van een confocaal lenzensysteem werd het mogelijk om oppervlakken kleiner dan 1 μm² en volumes kleiner dan 1 μm³ te analyseren. Halfweg de jaren 1980 traden er enkele onafhankelijke ontwikkelingen op die de productie en kwaliteit van de componenten van ramanspectrometers ten goede kwamen. Door de enorme instrumentele vooruitgang sinds halfweg de jaren 1980, kunnen ramanspectra veel sneller gecollecteerd worden en zijn de toestellen tevens compacter en nauwkeuriger geworden. Hierdoor zijn meer veeleisende toepassingen mogelijk geworden. Toepassingen Ramanspectroscopie kan gebruikt worden om de structuur van moleculen op te helderen of de samenstelling van een mengsel te achterhalen. Verder wordt de techniek in de scheikunde veel gebruikt als aanvulling op en volwaardig alternatief van infraroodspectroscopie voor de analyse van mengsels. Zeker in combinatie met chemometrie wordt ramanspectroscopie een krachtige techniek voor productherkenning en analyse van de samenstelling. Toepassingen in het onderzoek Sinds begin de jaren 1980 is er enorme vooruitgang in de instrumentatie. Er wordt dan ook steeds meer onderzoek gedaan om ramanspectroscopie te gebruiken bij de herkomstherkenning van kunstvoorwerpen en als snelle analysemethode voor biologische materialen in de farmacie en microbiologie. Typische voorbeelden van dergelijke recente onderzoeksprojecten zijn de herkenning van bijvoorbeeld prostaatkanker<ref>Urology, 2005; 65(6):1126-1130</ref> of soortherkenning van micro-organismen. In de vastestoffysica wordt ramanspectroscopie gebruikt om materialen te karakteriseren. Bovendien kan men er ook de temperatuur van een monster of de oriëntatie te bepalen. Net zoals in losse moleculen, zijn er in vaste stoffen karakteristieke fononen die het monster kunnen helpen identificeren. Ook kan met behulp van ramanspectroscopie een beeld worden gevormd van andere laagfrequente modes in de vaste stof, zoals plasmonen, magnonen en aangeslagen supergeleidende toestanden. Ramanverstrooiing door een kristal geeft informatie over de oriëntatie van het kristal. De richting van de polarisatie van de ramanverstrooiing kan samen met de kristalstructuur worden gebruikt om de richting van het kristal vast te leggen. Ramanspectroscopie wordt gebruikt voor de eiwitanalyse omdat de frequentie van de amide-banden informatie geeft over aanwezigheid en hoeveelheid van structurele elementen zoals de α-helix en β-plaat. Toepassingen in de industrie De grote doorbraak in onderzoekstoepassingen trad op in de jaren negentig van de twintigste eeuw. Vermits de ontwikkeling van een theoretisch onderzoek in een commerciële toepassing destijds gemiddeld zo'n vijftien jaar duurde, begon men ramanspectroscopie in de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw industrieel te gebruiken in niet meer verwaarloosbare proporties. Enkele voorbeelden: Industriële scheiding van plastic, wat noodzakelijk is voor eventueel hergebruik. Backscatteringgeometrie wordt gebruikt om via een transparant venster reacties te volgen in een reactorvat. Zo kunnen gevaarlijke bereidingen toch in een gesloten ruimte plaatsvinden, terwijl men via ramanspectroscopie de reacties volgt en kan bijsturen, bijvoorbeeld door verwarming, afkoeling of roeren. Omstreeks 2005 beschreef het bedrijf Thermo Electron'' hoe men droge stof en vetgehalte bepaalt in kaas. Vroeger was deze analyse niet alleen tijdrovend, maar waren ook verscheidene chemicaliën nodig, waaronder zwavelzuur. Zie ook Structuuranalyse en vibratiespectroscopie Vergelijking tussen infrarood- en ramanspectroscopie Vibratiespectroscopie Externe link Universiteit Gent Analytische chemie onderzoeksgroep Ramanspectroscopie Spectroscopie
Toepassingen in het onderzoek Sinds begin de jaren 1980 is er enorme vooruitgang in de instrumentatie. Er wordt dan ook steeds meer onderzoek gedaan om ramanspectroscopie te gebruiken bij de herkomstherkenning van kunstvoorwerpen en als snelle analysemethode voor biologische materialen in de farmacie en microbiologie. Typische voorbeelden van dergelijke recente onderzoeksprojecten zijn de herkenning van bijvoorbeeld prostaatkanker<ref>Urology, 2005; 65(6):1126-1130</ref> of soortherkenning van micro-organismen.
3
inspectie, controle, onderzoek
10,168
EmergencyService
1287051
https://nl.wikipedia.org/wiki/Redvoertuig
Redvoertuig
Een redvoertuig is een brandweervoertuig dat ingezet wordt voor het redden van personen op grotere hoogte. Er zijn twee hoofdsoorten: Autoladder Hoogwerker Naast het redden hebben deze voertuigen ook vaak het blussen tot taak doordat er een waterstraal via de ladder of de hoogwerker van bovenaf op het vuur gericht kan worden. Over het algemeen hebben redvoertuigen een bereik van ongeveer 30-35 meter. Brandweermaterieel
Een redvoertuig is een brandweervoertuig dat ingezet wordt voor het redden van personen op grotere hoogte. Er zijn twee hoofdsoorten: Autoladder Hoogwerker
1
brandweer, ambulance, spoedeisende hulp
4,997
ShippingRateSettings
101942
https://nl.wikipedia.org/wiki/EBay
EBay
EBay is een van de grootste veilingsites op het internet voor het aanbieden van nieuwe of tweedehands spullen. Activiteiten EBay biedt een wereldwijd handelsplatform aan waar vrijwel iedereen nagenoeg zonder beperking alles kan verhandelen (alles voor iedereen, omnibus omnia). Ook tegen een vaste prijs kan iets aangeboden worden. Berucht zijn de soms bizarre artikelen die worden aangeboden op deze website. In 2019 behaalde eBay een totale omzet van US$ 10,8 miljard. De internationale activiteiten van eBay dragen zo'n dan 60% aan de omzet bij. De belangrijkste activiteit is het handelsplatform, hier werd in 2019 zo'n 70% van de omzet mee behaald. Hier werden goederen verhandeld met een totale waarde van US$ 85 miljard waarvan zo'n 8% als omzet bij eBay wordt gepresenteerd. StubHub droeg ruim 1 miljard dollar bij aan de omzet en de marketing en overige activiteiten ruim US$ 2 miljard. Andere eBay-merken zijn: Kijiji, Gumtree, Loquo, Mobile.de, Prostores, Rent.com, Shopping.com, het Belgische 2dehands.be en tot juli 2020 het Nederlandse Marktplaats.nl. Geschiedenis Pierre Omidyar zette eBay in 1995 op vanuit een achterkamertje in San José (Silicon Valley). Hij wilde zien of hij kopers en verkopers op één internetplatform bij elkaar kon krijgen. Wat begon als een programmeerexperiment, is uitgegroeid tot 's werelds grootste handelsplaats. Met vestigingen in onder andere Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, Volksrepubliek China, Australië en India is het business model van eBay zeer succesvol gebleken. Ondanks het barsten van de 'internet bubble', bleef eBays economische betekenis explosief groeien. In april 1998 kreeg het bedrijf in Delaware de officiële vestigingsplaats en in september 1998 kreeg het bedrijf een beursnotering. In 2001 werd het Franse iBazar overgenomen, vervolgens werd het internetbetaalsysteem PayPal overgenomen. De populaire veilingsite kocht PayPal in oktober 2002, nadat was gebleken dat zo'n 50% van de gebruikers van eBay PayPal al gebruikten (PayPal was daarmee populairder dan eBays eigen BillPoint). In juli 2015 werd online-betaalservice PayPal verzelfstandigd en kreeg een eigen beursnotering . PayPal was steeds belangrijker geworden voor eBay en laat hogere groeicijfers zien dan de veilingactiviteiten. PayPal behaalde een omzet van ongeveer US$ 7 miljard in 2013. Apple heeft een nieuwe vergelijkbare dienst aangekondigd, Apple Pay en dit kan een geduchte concurrent worden van de betaaldienst. Apple richt zich met die dienst op de groeiende vraag naar mobiele betalingen. In november 2004 kocht eBay de Nederlandse veilingsite Marktplaats.nl voor 225 miljoen euro. De VoIP-dienst Skype werd in 2005 gekocht voor US$ 2,6 miljard, maar werd een jaar later afgewaardeerd. In 2009 werd 65% van Skype doorverkocht aan Silver Lake Partners. In 2011 kwam Skype in handen van Microsoft. In maart 2011 werd GSI Commerce overgenomen voor 2,4 miljard dollar. GSI biedt een platform aan waarop andere bedrijven hun producten kunnen verkopen en eBay gaat hiermee direct concurreren met Amazon.com. In 2010 behaalde GSI een omzet van 1,3 miljard dollar, maar maakte het nog geen winst. In juli 2011 stelde het Europees Hof van Justitie in een arrest dat veilingwebsites zoals eBay in bepaalde gevallen verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de verkoop van valse goederen door gebruikers. Dit in die gevallen waarbij zij als behoedzaam marktdeelnemer hadden moeten weten dat de verkoop niet zuiver was en daarbij nalieten stappen te ondernemen om die verkoop te verhinderen. In januari 2019 kocht Elliot Management een aandelenbelang van 4% in het bedrijf. De activistische aandeelhouder Elliott stuurde direct een brief naar het bestuur van het bedrijf met een aantal suggesties, waaronder de verkoop van StubHub en de eBays advertentiedivisie. Onder druk stemde het bestuur met de voorstellen in. In februari 2020 werd de verkoop van StubHub afgerond. Viagogo heeft hier een bedrag van US$ 4,05 miljard in contanten voor betaald. StubHub is een online ticketuitwisselingsbedrijf, dat diensten aanbiedt aan kopers en verkopers van tickets voor sport, concerten, theater en andere live entertainmentevenementen. eBay houdt na de verkoop US$ 3,1 miljard over, dit geld wordt gebruikt om eigen aandelen in te kopen. Met de verkoop van StubHub neemt eBay afscheid van een activiteit met een omzet van zo'n US$ 1 miljard. In juli 2020 werd eBays advertentiedivisie verkocht aan het Noorse bedrijf Adevinta. Adevinta betaalt hiervoor zo'n US$ 9,2 miljard, waarvan US$ 2,5 miljard in geld en 540 miljoen aandelen Adevinta. EBay krijgt hiermee een aandelenbelang van 44%. Prosus wilde deze activiteit ook overnemen, maar slaagde daar niet in. Wereldwijde handel Met eBay is het eenvoudig om wereldwijd goederen te kopen. Voor producten die een waarde hebben van minder dan 22 euro (exclusief verzendkosten) heeft de Nederlandse douane geen recht op invoerrechten. De kwaliteit van de aangeboden producten en de betrouwbaarheid van de verkoper is vooraf niet altijd na te gaan. Als het product niet wordt geleverd of afwijkt van de beschrijving kan het lastig zijn om dit goed op te lossen. Zo kan bijvoorbeeld de verkoper opeens zijn verdwenen. Externe links eBay België eBay Nederland Koop- en verkoopwebsite Amerikaans bedrijf Bedrijf genoteerd aan de NASDAQ Economie in San Jose (Californië) Software geschreven in Scala Veilinghuis
Wereldwijde handel Met eBay is het eenvoudig om wereldwijd goederen te kopen. Voor producten die een waarde hebben van minder dan 22 euro (exclusief verzendkosten) heeft de Nederlandse douane geen recht op invoerrechten. De kwaliteit van de aangeboden producten en de betrouwbaarheid van de verkoper is vooraf niet altijd na te gaan. Als het product niet wordt geleverd of afwijkt van de beschrijving kan het lastig zijn om dit goed op te lossen. Zo kan bijvoorbeeld de verkoper opeens zijn verdwenen.
1
verzendkosten, verzendinstellingen, verzendtarieven
3,469
BankAccount
1429935
https://nl.wikipedia.org/wiki/Moneyou
Moneyou
Moneyou B.V. is een Nederlandse financiële dienstverlener. Moneyou werd opgericht in 2001 als een initiatief van bouwer en geldverstrekker Bouwfonds en werd later een zelfstandige dochteronderneming van ABN AMRO. Moneyou verstrekte in haar hoogtijdagen hypotheken, verzekeringenen kredieten, en had enige tijd ook activiteiten in Duitsland, Oostenrijk en België. In 2020 beëindigde ABN Amro de activiteiten van Moneyou, een proces dat in 2021 was afgerond. Enkel het Moneyou hypotheeklabel bleef actief, als onderdeel van ABN AMRO Hypotheken Groep. Moneyou in Nederland Moneyou werd opgericht in 2001 als online hypotheeklabel, op initiatief van bouwer en geldverstrekker Bouwfonds, en werd later een zelfstandige dochteronderneming van ABN AMRO. Naast hypotheken bood Moneyou na verloop van tijd ook spaardeposito's, spaarrekeningen en de online betaalrekening Moneyou Go aan. Daarnaast werd er bemiddeld in doorlopend kredieten. Het openen van een spaarrekening kon geheel online en zowel de normale spaarrekening als de deposito´s vielen onder het depositogarantiestelsel. Enige jaren bood Moneyou ook een Groen Deposito aan klanten, die kon afgesloten worden via de vrij opneembare spaarrekening, waar hij aan gekoppeld was. De Groen Deposito zelf werd ondergebracht bij de ABN AMRO Groenbank B.V. Gezien de bijzondere voorwaarden waarmee vervolgens met deze deposito's geïnvesteerd kon worden in de door de overheid erkende Groene projecten, waren deze beperkt beschikbaar gedurende een jaar. Moneyou was in 2008 nog steeds een van de kleinere financiële spelers, maar deed forse reclame-inspanningen op het internet en met radioreclames. Vooral deze laatste hebben bijgedragen aan de bekendheid. Begin 2010 won Moneyou Het Gouden Spaarvarken, een in 2009 ingestelde prijs voor de best renderende spaarrekening zonder beperkende voorwaarden. In 2020 kondigde Moneyou aan om haar spaar- en betaalactiviteiten in de loop van 2021 te staken. Volgens de bank kon zij zich door de lage rentestand niet meer van andere aanbieders onderscheiden met een aantrekkelijke spaarrente. Moneyou Go sloot op 15 april 2021 en Moneyou Sparen stopte op 5 juli 2021. Moneyou Lenen ging op 1 juli 2021 over naar DEFAM, een 100% dochter van ABN AMRO Bank N.V. Het Moneyou hypotheeklabel bleef actief als onderdeel van de ABN AMRO Hypotheken Groep. Door het stoppen van Moneyou Sparen en Betalen gingen 150 banen verloren in Nederland en Duitsland. Tijdelijke contracten werden niet verlengd, en voor ruim veertig vaste werknemers volgde er een sociaal plan. Ook ging een deel van de medewerkers over naar fintechpartij TM-Pro, die de techniek achter het Moneyou-platform overneemt. Moneyou buiten Nederland Moneyou in Duitsland De activiteiten van Moneyou in Duitsland werden gestart in 2011. In 2018 lanceerde Moneyou Tikkie in Duitsland. Tikkie sloeg daar echter niet aan, en het experiment werd dan ook in 2019 gestaakt. Na positieve ervaringen in Nederland werd de Moneyou GO-app in 2019 ook uitgerold naar Duitse Moneyou klanten. In 2020 kondigde Moneyou aan om haar spaar- en betaalactiviteiten in de loop van 2021 te staken. Volgens de bank kon zij zich door de lage rentestand niet meer van andere aanbieders onderscheiden met een aantrekkelijke spaarrente. Moneyou in België Moneyou België werd in 2012 gelanceerd. In november 2019 hield Moneyou België op te bestaan. De rekeningen van de 43.000 klanten in België werden overgedragen naar de Belgische online Keytrade Bank. Moneyou in Oostenrijk Moneyou ging in Oostenrijk van start in oktober 2014. Midden 2019 hield Moneyou Oostenrijk op te bestaan. Externe links Website Moneyou ABN AMRO
Naast hypotheken bood Moneyou na verloop van tijd ook spaardeposito's, spaarrekeningen en de online betaalrekening Moneyou Go aan. Daarnaast werd er bemiddeld in doorlopend kredieten. Het openen van een spaarrekening kon geheel online en zowel de normale spaarrekening als de deposito´s vielen onder het depositogarantiestelsel.
4
bankrekening, spaarrekening, betaalrekening
11,811
VideoGameSeries
5088861
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gears%20of%20War%20%28computerspelserie%29
Gears of War (computerspelserie)
Gears of War is een third-person shooter-computerspelserie ontwikkeld door Epic Games. Spellen Het eerste spel in de serie, Gears of War, kwam uit op 7 november 2006 voor de Xbox 360. Het spel richt zich op protagonist Marcus Fenix, een soldaat die een laatste poging moet doen om de Locust Horde te vernietigen en de mensheid te redden. De daaropvolgende delen Gears of War 2 en Gears of War 3 vervolgen de strijd tegen de Locust Horde en de Lambent strijdmacht. In 2013 kwam Gears of War: Judgment uit, een prequel die zich afspeelt voor het eerste deel. Op 11 oktober 2016 kwam Gears of War 4 uit. Het spel speelt zich 25 jaar na Gears of War 3 af, en volgt het verhaal van Marcus Fenix' zoon. Gears Pop! is een spin-off voor mobiele systemen en verscheen in augustus 2019. Deel vijf verscheen op 10 september 2019. De titel werd vereenvoudigd tot Gears 5, deels omdat veel gamers de serie al afkortten tot Gears. Spellen in de reeks Tot nog toe zijn er zes hoofddelen verschenen en een spin-off. Hoofddelen Gears of War (2006) Gears of War 2 (2008) Gears of War 3 (2011) Gears of War: Judgment (2013) Gears of War 4 (2016) Gears 5 (2019) Spin-offs Gears Pop! (2019) Gears Tactics (2020) Muziek De computerspelmuziek in de serie is door verschillende componisten geschreven. Kevin Riepl schreef voor Gears of War, Steve Jablonsky voor Gears of War 2, 3 en Judgment, en Ramin Djawadi componeerde voor Gears of War 4 en Gears 5. Rechten Begin 2014 werd bekend dat Microsoft de rechten van de Gears of War-serie heeft overgenomen van Epic Games. Ontvangst De Gears of War-spellen zijn positief ontvangen en hebben hoge scores gekregen. Begin 2014 maakte Microsoft bekend dat spellen in de serie ruim 22 miljoen keer zijn verkocht. Externe links Gears of War op GiantBomb Computerspelserie
Gears of War is een third-person shooter-computerspelserie ontwikkeld door Epic Games.
1
videogameserie, gamereeks, spelserie
2,699
PropertyValueSpecification
734644
https://nl.wikipedia.org/wiki/Windvermogensverwachting
Windvermogensverwachting
Een windvermogensverwachting geeft de productie van een windturbine in de nabije toekomst. Meestal gaat het om perioden tussen 1 en 48 uur vooruit, met het accent op het volgende etmaal, maar kortere perioden (tot een kwartier vooruit) komen ook voor. Langere perioden (3 tot 9 dagen vooruit) daarentegen niet hoewel die wel mogelijk zijn. Zo'n voorspelling is vergelijkbaar met een weersverwachting, maar dan met het vermogen (kilowatt) of de energie (kilowattuur) in plaats van de temperatuur of de neerslag. Een ander verschil is dat windvermogenverwachtingen worden afgegeven als een continue reeks met kwartierwaarden. Weersverwachtingen voor windturbines Het weer wordt beschreven met een aantal technische parameters. Vier daarvan zijn nodig bij het voorspellen van het windvermogen: de windsnelheid, de windrichting, de temperatuur en de druk. Daarnaast, en dat maakt een verschil met de weersverwachtingen, speelt de vermogenscurve van de windturbine een rol. Deze vermogenscurve geeft het verband tussen de windsnelheid op ashoogte en het vermogen van de turbine. Een windvermogensverwachting komt nu als volgt tot stand: Een weersverwachting geeft de verwachte windsnelheid op ashoogte, De vermogenscurve geeft het verwachte vermogen bij die verwachte windsnelheid voor een standaardwaarde van de dichtheid van de lucht, De weersverwachting geeft, met de verwachte temperatuur en de verwachte druk als tussenstap, de verwachte dichtheid van de lucht, Het verwachte vermogen wordt gecorrigeerd voor het verschil tussen de standaardwaarde en de verwachte waarde van de dichtheid. Er zijn dus drie invloedfactoren: de windsnelheid, de vermogenscurve en de dichtheid. De weersverwachting die aan een windvermogenverwachting ten grondslag ligt wordt afgegeven door een meteorologisch instituut. In Nederland is dat het KNMI, dat 4 keer per dag uitgaande van het atmosfeermodel irlam verwachtingswaarden geeft voor de windsnelheid, de windrichting, de temperatuur en de druk voor de eriode tussen 0 en 48 uur vanaf het moment waarop de waarnemingen zijn verzameld. Omdat het enige tijd duurt voordat de waarnemingen zijn gecontroleerd, het model is gedraaid, de uitkomsten zijn gecontroleerd, en de verwachtingen zijn gedistribueerd, begint de bruikbare periode vanaf 4 uur nadat de waarnemingen zijn verzameld. De periode van 0 tot 4 uur na verzamelen van de waarnemingen is een blinde periode voor verwachtingen uit een atmosfeermodel. Opeenvolgende verwachtingen kunnen onderling sterk verschillen door wijzigingen in de weersituatie. Het verdient daarom aanbeveling altijd de meest recente verwachting te gebruiken. Atmosfeermodellen Meteorologische instituten gebruiken bij het opstellen van weersverwachtingen op korte en iets langere termijn atmosfeermodellen. Dit zijn numerieke benaderingen van de natuurkundige beschrijving van de toekomstige toestand van de atmosfeer boven een deel van het aardoppervlak, die regelmatig met behulp van supercomputers uitgerekend worden. Elke berekening start met een zo actueel mogelijke begintoestand op basis van waarnemingen. Het rekenresultaat is de waarde van enkele grootheden per roosterpunt en voor een aantal stappen vooruit in de tijd. Om een aantal redenen geven de modellen een benadering van de werkelijkheid. Ten eerste zijn niet alle atmosferische processen in een model vertegenwoordigd. Daarnaast kan de begintoestand van een berekening onzuiver zijn, en zijn de rekenuitkomsten alleen beschikbaar voor discrete punten in de ruimte (zowel horizontaal als verticaal) en de tijd. Ten slotte verouderen de beginwaarden met het voortgaan van de tijd. Door deze beperkingen zijn atmosfeermodellen alleen hulpmiddel bij het opstellen van weersverwachtingen. (Atmosfeermodellen zijn overigens niet het enige hulpmiddel omdat er ook andere prognosemethoden bestaan.) Er zijn vele atmosfeermodellen, variërend van academisch onderzoeksobject tot volledig operationeel instrument. De modellen verschillen behalve in de aard van de modellering (bijvoorbeeld natuurkundige processen of numerieke schema's) in een aantal uiterlijk herkenbare punten. Dit zijn de tijdhorizon (van enkele uren tot zes dagen vooruit), het domein (van een gebied van enkele tienduizenden vierkante kilometers tot ruim de helft van het aardoppervlak), de horizontale resolutie (van een tot ruim honderd kilometer) en de tijdstap (van een tot enkele uren). Een van die vele atmosfeermodellen is het High Resolution Limited Area Model HIRLAM dat in Europa in gebruik is. Het is overigens beter om te spreken van "een" in plaats van "het" HIRLAM omdat dit model in verschillende versies voorkomt. Deze versies worden door verscheidene nationale instituten onderhouden zodat er naast Nederlandse (KNMI) ook bijvoorbeeld Deense (DMI) en Finse (FMI) versies zijn. Naast operationele versies kent elk instituut versies die pre-operationeel of semi-operationeel zijn, alsmede versies die voor onderzoek worden gebruikt. Andere atmosfeermodellen zijn het UKMO-model (Groot-Brittannië), Lokalmodell (Duitsland plus andere landen) en Aladdin (Frankrijk plus andere landen) in Europa en MM5 in de Verenigde Staten. Voor het maken van weersverwachtingen tot 48 uur vooruit heeft het KNMI een betrekkelijk grofmazig HIRLAM operationeel (horizontale roosterpuntafstand van 22 km). Daarnaast is er een Hirlam operationeel voor verwachtingen tot 24 uur vooruit op het gedetailleerder rooster van 11 km. Hogere resolutie versies zijn beschikbaar voor onderzoeksdoeleinden. In alle gevallen gaat het om uurlijkse of 3-uurlijkse verwachtingswaarden van 10-minutengemiddelden. Soort methode: fysisch of statistisch De genoemde verwachtingswaarden gelden op standaardhoogten en in roosterpunten, en moeten daarom vertaald worden naar de ashoogten en naar de turbinelocaties, rekening houdend met onder andere de ruwheid in de turbineomgeving en de stabiliteit van de lucht. Daarnaast moeten de uurlijkse of 3-uurlijkse 10-minutenwaarden vertaald worden naar een continue reeks 15-minutenwaarden. Voor het maken van deze vertalingen zijn er twee manieren: de fysische en de statistische. De fysische methode bestaat uit een aantal submodellen die gezamenlijk zorgen voor de vertaling van de windverwachting in een roosterpunt naar de energieverwachting voor een windturbine of windpark. Elk submodel bevat een wiskundige beschrijving van een natuurkundig proces dat relevant is voor deze vertaling. Voorbeelden van submodellen zijn die voor het in rekening brengen van het effect van ruwheid en stabiliteit op de windsnelheid, en van het effect van zoggen op windturbines in parkconfiguratie. Kennis van alle relevante processen is dus een vereiste voor een zuiver fysische methode, zoals de eerste versies van Prediktor (Denemarken). De statistische methode bestaat ook uit sub-modellen voor de vertaling van roosterpunt-windverwachting naar lokale energieverwachting, maar nu gebaseerd op wiskundige beschrijvingen. De wiskundige beschrijvingen zijn schatters voor de relevante variabelen. Omdat de parameters in de schatters geen universele waarde hebben, moeten de parameterwaarden uit waarnemingen worden afgeleid. Dit kan met bijvoorbeeld recursieve kleinste kwadraten schatting of een neuraal netwerk. Voor een zuiver statistische methode (zoals de eerste versies van WPPT in Denemarken) is het dus nodig om te beschikken over continue waarnemingen om de parameterwaarden actueel te houden. In de praktijk komen zowel de fysische als de statistische methode niet in zuivere vorm voor. Zo heeft een fysische methode in het algemeen ook een statistisch sub-model om systematische correcties aan te kunnen brengen. Voorbeelden zijn latere versies van Prediktor (Denemarken), Previento (Duitsland), en eWind (Verenigde Staten). En een statistische methode kan schatters hebben die aan de wiskundige beschrijving van een natuurkundig proces zijn ontleend. Voorbeelden hiervan zijn Zephyr en de latere versies van WPPT (Denemarken) en AWPT (Duitsland). In Nederland wordt de vertaling vanuit het Hirlam aangeboden door de weerbureaus Meteo Consult (samen met Ecofys), Aeolis Forecasting Services en Windunie Trading. Daarnaast doet ECN dit voor onderzoekstoepassingen. Waarom windvermogenverwachtingen? In een elektriciteitsnetwerk moeten de productie en de consumptie in balans zijn, op straffe van storingen. De netbeheerder Tennet handhaaft de balans op tijdschalen korter dan 15 minuten terwijl marktpartijen verantwoordelijk zijn voor de balans op tijdschalen van 15 minuten en langer. De periode van 15 minuten heet ProgrammaTijdsEenheid (PTE) en een marktpartij ProgrammaVerantwoordelijke (PV). Handhaving van de balans in het kwartiergemiddelde vermogen is vereist van alle producenten en consumenten die aan het elektriciteitsnet zijn aangesloten. Zij mogen daartoe in groepen verzameld zijn, de zogenaamde Programma's, waardoor de balans op de 15-minutenschaal ook wel ProgrammaBalans wordt genoemd. ProgrammaBalans wordt nu gehandhaafd door per kwartier de verwachte netto productie/consumptie op nul te plannen (EnergieProgramma, af te geven op de dag voor levering) en de werkelijke netto productie/consumptie te meten (MeetRapport, verschijnt de dag na levering). Als de werkelijke productie ongelijk is aan de werkelijke consumptie, is er sprake van PV-onbalans: PV-onbalans is gerealiseerde som van productie en consumptie minus voorspelde som van productie en consumptie. Die PV-onbalans is natuurlijk gecompenseerd door de netbeheerder TenneT en die brengt dat met verschillende tarieven voor positieve en negatieve PV-onbalans bij de PV in rekening. De absolute waarde van de PV-onbalans is dus maatgevend. Als de productie-eenheden anders dan windenergie en de consumenten buiten beschouwing blijven, vereenvoudigt de PV-onbalans tot: PV-onbalans door windenergie is gerealiseerde windproductie minus voorspelde windproductie. In het geval van een positieve wind-PV-onbalans is de gerealiseerde windproductie groter dan de voorspelde windproductie, terwijl dat bij een negatieve wind-PV-onbalans precies andersom is. Vandaar de synoniemen surplus of overschot of invloeden, en shortage of tekort of onttrekken. Als de overige middelen van balanshandhaving buiten beschouwing blijven, verandert PV-onbalans-wind in PV-onbalans door windenergie is voorspelfout windproductie. Door de asymmetrische behandeling van PV-onbalans is de absolute waarde van de wind-PV-onbalans maatgevend voor de beoordeling of een windvermogenverwachting goed is. Dit betekent dat het niet voldoende is om het windvermogen gemiddeld goed te voorspellen - de trefkans dient groot te zijn. Om een kleine wind-PV-onbalans te krijgen moeten dus zowel de systematische als de toevallige vermogensvoorspelfout klein zijn. In het voorgaande is de terminologie van de Nederlandse inrichting van balanshandhaving gebruikt. Die inrichting, met clusters van producenten en consumenten, verschilt echter niet van die in andere landen. In de uitwerking is er wel een verschil: In Nederland zijn namelijk marktpartijen verantwoordelijk voor windenergie, terwijl in het buitenland die verantwoording bij de netbeheerders ligt. Bronnen E.ON Netz, Wind Report 2004 E.ON Netz, Wind Report 2005 M. Lange & U. Focken, Physical approach to short-term wind power forecast, Springer, ISBN 3-540-25662-8, 2005 L. Landberg et al., Short-term prediction - An overview, Wind Energy Vol 6, 2003, pp. 273–280 H. Madsen et al., Standardizing the performance evaluation of short-term wind power prediction models, Wind Engineering Vol. 29, No. 6, 2005, pp. 475–489 Externe links Weermodellen HiRLAM-documentatie van het ECMWF HiRLAM - Basisgegevens van het KNMI Elektriciteitsmarkt (Nederland) Elektriciteitsbeurs APX Systeemdiensten van de netbeheerder TenneT Voorspellers Nederland Aanbodvoorspeller duurzame energie Windvermogensvoorspelling voor de intraday en de day-ahead markten Scirocco Ecofys en Meteo Consult Voorspellers andere landen met het accent op Europa eWind (Verenigde Staten) Windturbine
Een windvermogensverwachting komt nu als volgt tot stand: Een weersverwachting geeft de verwachte windsnelheid op ashoogte, De vermogenscurve geeft het verwachte vermogen bij die verwachte windsnelheid voor een standaardwaarde van de dichtheid van de lucht, De weersverwachting geeft, met de verwachte temperatuur en de verwachte druk als tussenstap, de verwachte dichtheid van de lucht, Het verwachte vermogen wordt gecorrigeerd voor het verschil tussen de standaardwaarde en de verwachte waarde van de dichtheid.
2
eigenschapsspecificatie, standaardwaarde, validatieregels
10,935
Motel
242144
https://nl.wikipedia.org/wiki/U.S.%20Route%2066
U.S. Route 66
|} |} U.S. Route 66 of kortweg Route 66 (US66) was een historische autoweg (U.S. Highway) in de Verenigde Staten met een lengte van 3940 km. De route werd geopend in 1926 en veel Amerikanen gebruikten hem om naar het westen te migreren, o.a. tijdens de Dust Bowl. Route 66 sprak tot de verbeelding, werd een symbool van het naoorlogse optimisme en speelde een belangrijke rol in de Amerikaanse cultuur. Andere benamingen voor Route 66 zijn Will Rogers Highway, Main Street of America en The Mother Road. De route liep van Chicago tot aan Santa Monica bij Los Angeles en doorkruiste acht staten. In 1985 werd de route officieel opgeheven omdat deze niet meer relevant was doordat het Interstate Highway System het langeafstandsverkeer had overgenomen. Het grootste deel van de route kan nog steeds bereden worden en is goed tot redelijk goed bewegwijzerd. Het tracé van Route 66 is in de loop der jaren diverse keren veranderd. Geschiedenis Reeds voordat er in de Verenigde Staten genummerde wegen bestonden waren er voorlopers genaamd auto trails. Deze werden vaak uitgezet door particulieren. Een bekend voorbeeld was de National Old Trails Road van New York via St. Louis naar San Francisco. Slechts enkele delen van deze route zouden onderdeel gaan vormen van Route 66. Andere trails die gezamenlijk min of meer de toekomstige US66 volgen waren: Lone Star Route: van Chicago naar het zuiden van Louisiana. Deze werd tot St. Louis gevolgd. Old Spanish Trail: vanaf San Bernardino (CA) naar Needles (CA) Ozark Trail: vanaf St. Louis werd deze route gevolg naar het oosten van New Mexico. Om de route af te snijden werd de Postal Highway van Oklahoma City naar Amarillo gevolgd waarna de Ozark Trail weer werd gevolgd. Van het oosten van New Mexico liep de rest van de route via de National Old Trails Road naar Los Angeles. Over het nummer van de weg is veel gesteggeld. Zo zou hij eerst Route 60 gaan heten en later Route 62. Hiervoor zijn twee redenen aan te geven, namelijk dat de routes die van oost naar west liepen chronologisch genummerd werden in even getallen van noord naar zuid. Aangezien deze route meer diagonaal gaat kon over het nummer gediscussieerd worden. Een tweede reden was dat nummer 60 een gewild nummer was. Uiteindelijk werd in Springfield (Missouri) op 30 april 1926 besloten dat de route het nummer 66 zou krijgen. Een jaar later werd de U.S. Highway 66 Association opgericht om te lobbyen voor complete asfaltering van de route. In 1938 werd het de eerste U.S. Route die volledig geasfalteerd was. Veel Amerikanen zouden de route gebruiken om naar het westen te migreren voor werk. Bijvoorbeeld door de crisis van de jaren 1930 en de Dust Bowl, grote zandstormen op de Great Plains in het midden van de Verenigde Staten. Doordat het autobezit toenam werd de route steeds meer door toeristen gebruikt om het land te doorkruisen. Dit toenemende verkeer zorgde voor steeds meer bedrijvigheid langs de route, met tankstations, motels, restaurants en zelfs nieuwe dorpen. Door de komst van de snelwegen raakte de route in verval en sloten veel van deze bedrijven weer. Enkele dorpen werden zelfs volledig verlaten. Route 66 blijft echter tot de verbeelding spreken en is deels een toeristische attractie geworden. Route De route start in Chicago en eindigde 3940 km verder aan het strand van de Stille Oceaan in Santa Monica bij Los Angeles. Hij doorkruist de staten Illinois, Missouri, Kansas, Oklahoma, Texas, New Mexico, Arizona en Californië. Er worden verschillende landschappen doorkruist en het Petrified Forest National Park. Steden die onderweg aangedaan worden zijn, Saint Louis (waar de Mississippi wordt overgestoken), Oklahoma City, Amarillo, Santa Fe, Albuquerque en San Bernardino. In Arizona komt men door de Sitgreaves Pass. Omdat dit deel van de route gevaarlijk was huurden reizigers vaak lokale chauffeurs in om hen hier doorheen te rijden. Er zijn diverse wijzigingen in de route geweest, o.a. rond de stad St. Louis om het verkeer goed rond de stad te leiden. Culturele achtergrond Route 66 speelde een belangrijke rol in de Amerikaanse cultuur van de 20e eeuw. In de jaren dertig werd de weg gebruikt door mensen die naar Californië reisden om de Dust Bowl te ontvluchten. De schrijver John Steinbeck beschrijft in zijn roman The Grapes of Wrath]] (De druiven der Gramschap) de lotgevallen van een arme familie die over deze weg de Dust Bowl ontvlucht. Na de Tweede Wereldoorlog gebruikten veel nieuwe autobezitters de weg om van de ene kant van het land naar de andere te rijden. De weg is een nostalgisch symbool voor de rol van de auto in de Amerikaanse samenleving in de periode van de jaren dertig tot zeventig van de twintigste eeuw. In 1946 schreef de jazzcomponist en pianist Bobby Troup zijn bekendste nummer (Get Your Kicks On) Route 66, nadat hij zelf de highway had gebruikt om naar Californië te reizen. Hij gaf het aan Nat King Cole, die het tot een van de grootste hits van zijn carrière maakte. Het werd later een hit voor Chuck Berry en is daarna door veel andere artiesten uitgevoerd, zoals de Rolling Stones en Depeche Mode. Toerisme Veel toeristen volgen nog steeds het oude traject van Route 66, dat nu vanaf Chicago parallel aan de I-55 naar St. Louis loopt. Vanaf daar gaat de weg parallel aan de I-44 tot aan Oklahoma City, vanwaar Route 66 het grootste deel van de oorspronkelijke route min of meer naast (en soms over) de I-40 volgt, tot in Barstow. Vanaf daar kan men het laatste stuk langs en over de I-15 volgen om via San Bernardino naar Santa Monica te rijden. Delen van de route zijn tot monument verklaard als National Scenic Byway en het gedeelte door Missouri is zelfs een fietsroute, genaamd U.S. Bicycle Route 66. Langs de route zijn veel restaurants, tankstations en motels gerestaureerd in de oude glorie. Er zijn musea over Route 66 en enkele dorpen waar men de sfeer van weleer heeft laten herleven. Veel toeristen kiezen ervoor om niet alleen de route te volgen maar ook de vele historische locaties en nationale parken die in de omgeving liggen. Trivia Naar de highway is ook een rockband en navigatiesoftware genoemd. In de film The Grapes of Wrath, naar de gelijknamige roman uit 1939 van John Steinbeck, wordt de naam The Mother Road voor het eerst genoemd. Het verhaal van de animatiefilm Cars speelt zich af in het fictieve stadje Radiator Springs langs Route 66. Een Amerikaanse televisieserie uit de periode 1960-1964 genaamd [[Route 66 (televisieserie)|Route 66 gaat over twee vrienden die de weg afleggen in een Chevrolet Corvette en onderweg avonturen beleven en misdaden oplossen. In 2011 zijn de opnames gemaakt voor het televisieprogramma Billy Connolly's Route 66. Er bestaan in alle staten die doorkruist worden zogenoemde Route 66 Associations, die zich bezighouden met de bescherming, heropbouw en promotie van de historische weg. Bobby Troup schreef de song Get your kicks on Route 66, dat door veel artiesten is uitgevoerd, o.a. Nat King Cole en The Rolling Stones. In Nederland draagt de N34 in Drenthe en een klein stukje Overijssel de bijnaam Hunebed Highway. Route 66 is als inspiratiebron gebruikt om tot deze naamsverandering te komen. Galerij Externe links Officiële website van Historic Route 66 (National Scenic Byway) in Illinois Websitelink naar radioreportage door VPRO, waarin Roel van Broekhoven en Jan Donkers de historische route volgen. 066 Verkeer en vervoer in Los Angeles Weg in Californië Weg in Arizona Weg in New Mexico Weg in Texas Weg in Oklahoma Weg in Missouri Weg in Kansas Weg in Illinois Verkeer en vervoer in Chicago
Veel Amerikanen zouden de route gebruiken om naar het westen te migreren voor werk. Bijvoorbeeld door de crisis van de jaren 1930 en de Dust Bowl, grote zandstormen op de Great Plains in het midden van de Verenigde Staten. Doordat het autobezit toenam werd de route steeds meer door toeristen gebruikt om het land te doorkruisen. Dit toenemende verkeer zorgde voor steeds meer bedrijvigheid langs de route, met tankstations, motels, restaurants en zelfs nieuwe dorpen.
1
motel, motorhotel, wegrestaurant
2,650
Organization
2881392
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vereniging%20voor%20de%20Bakkerij-%20en%20Zoetwarenindustrie
Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie
De Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) is een Nederlandse brancheorganisatie voor fabrikanten van koek, snoep, chocolade en hartige versnaperingen. De ruim 120 leden bestaan uit midden-, klein- en grootbedrijven. VBZ is gevestigd in Den Haag en is in 2000 ontstaan uit de samenvoeging van 3 afzonderlijke brancheverenigingen: Verbisco (koek), Nevesuco (snoep) en NSC (chocolade). Werkgebieden Arbeidsvoorwaarden Duurzaam ondernemen Internationaal ondernemen Kwaliteit & voeding Productie & techniek Risicomanagement Externe link Website van VBZ Nederlandse brancheorganisatie Nederlandse vereniging Bakkerij
De Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) is een Nederlandse brancheorganisatie voor fabrikanten van koek, snoep, chocolade en hartige versnaperingen. De ruim 120 leden bestaan uit midden-, klein- en grootbedrijven.
2
organisatie, bedrijf, vereniging
5,629
UserPlusOnes
2892170
https://nl.wikipedia.org/wiki/Modern%20UI
Modern UI
Modern UI (eerder bekend als Metro) en in het Nederlands ook wel tegelinterface is de naam voor de gebruikersomgeving (user interface) ontwikkeld door Microsoft, in eerste instantie voor het gebruik in Windows Phone. Eerdere versies van Modern UI-interpretaties, zoals de typografie, begonnen zo vroeg als Microsoft Encarta 95 en MSN 2.0, en later geïmplementeerd in producten als Windows Media Center en Zune. Later werden de principes van Modern UI geïntroduceerd in Microsofts mobiele besturingssysteem, Windows Phone, de Xbox 360-dashboardupdate en Windows 8. Een speciaal gemaakte versie van Microsofts Segoe-lettertype, Segoe WP, is gebruikt als het standaardlettertype voor alle typografische elementen. Het was bevestigd door Microsoft op Computex dat Windows 8, de opvolger van Windows 7, zich laat inspireren door de Modern UI. Microsoft heeft ook in gedachten om het Modern UI design op andere producten en diensten toe te voegen, zoals de Xbox 360 en Microsoft Apps, om een verenigde en onderscheidende look te creëren op consumentenproducten en -diensten. Medio 2012 besloot Microsoft de naam "Metro" niet langer te gebruiken. De apps in de nieuwe interface zullen voortaan Modern UI Style Apps genoemd worden. Ook de interface voor Windows Phone 8 heet voortaan Modern UI. Geschiedenis Modern UI is gebaseerd op de designprincipes van het klassieke Swiss graphic design en de borden in metrostations. Vroege verschijnselen van deze stijl zouden kunnen worden gevonden in Windows Media Center voor Windows XP Media Center Edition, dat tekst prefereert als de primaire vorm van navigatie. Deze interface werd uitgebracht in latere herhalingen van Media Center. In 2006 knapte Zune zijn interface op door het Modern UI-principe te gebruiken. Microsoftdesigners besloten om de interface te herontwerpen en om meer focus te leggen op heldere typografie en minder op UI chrome. De Zune Desktop Client was ook herontworpen met een nadruk op typografie en helder design dat verschillend was van Zunes vorige "Portable Media Center gebaseerde UI". Vlakke, gekleurde "live tiles" werden geïntroduceerd in het Modern UI-design gedurende vroege Windows Phone-studies. Microsoft was begonnen met het integreren van deze elementen van het Modern UI-design in andere producten, met directe invloed worden gezien in nieuwere versies van Windows Live Messenger en Live Mesh. Ontwikkeling Microsofts designteam zegt dat de Modern UI deels geïnspireerd is door tekeningen aanvankelijk gevonden op transportsystemen, bijvoorbeeld op die van het King County Metro-transitosysteem (vandaar de codenaam "Metro"), dat het Seattle-gebied dient waar Microsoft zijn hoofdkantoor bevindt. Modern UI legt nadruk op "goede" typografie en heeft grote tekst dat meteen opvalt. Microsoft zegt dat de Modern UI ontwikkeld is om "glad, snel, modern" en een "verfrissing" van pictogramgebaseerde gebruikersomgevingen als Windows, Android en iOS te zijn. In alle gevallen wordt het "Segoe UI"-lettertype gebruikt, dat ontworpen is door Steve Matteson op Agfa Monotype en gepatenteerd door Microsoft. Voor Zune heeft Microsoft een aanpasbare versie gemaakt met de naam "Zegoe UI" en voor Windows Phone heeft Microsoft het lettertype "Segoe WP" gecreëerd. Op kleine verschillen na zijn de lettertypes over het algemeen hetzelfde. Reacties De reacties over de Modern UI zijn verschillend. Het design werd over het algemeen goed ontvangen. Engadget schreef: "Microsoft continues its push towards big, big typography here, providing a sophisticated, neatly designed layout that's almost as functional as it is attractive (vertaling: Microsoft blijft zich inspannen voor grote typografie en biedt een verfijnde, netjes ontworpen lay-out die bijna net zo functioneel als aantrekkelijk is). CNET complimenteerde het Modern UI design, zeggende dat: "It's a bit more daring and informal than the tight, sterile icon grids and Rolodex menus of the iPhone and iPod Touch." Daarnaast was er ook kritiek te horen, voornamelijk van Windows-gebruikers die de desktopmodus gewend zijn. Principes Het Modern UI-ontwerp was speciaal ontworpen om veel voorkomende taken samen te voegen om het gebruik te versnellen. Dit wordt bereikt door het weglaten van overbodige grafische elementen en in plaats daarvan de inhoud zelf te laten fungeren als belangrijkste gebruikersinterface. De resulterende interfaces vormden grote hubs in plaats van kleinere knoppen en zijn geplaatst op een zijwaarts scrollende achtergrond. Paginatitels zijn gewoonlijk groot en maken dus ook gebruik van zijwaarts scrollen. Animaties spelen een grote rol, met overgangen en gebruikersinteracties zoals drukken of vegen die aanvoelen als natuurlijke bewegingen. Dit is bedoeld om de gebruiker de indruk te geven dat de interface "levend" is en responsief, met "een extra gevoel van diepte". Microsoft heeft een lijst van principes als kern van de Modern UI intern opgesteld. Zie ook Windows 8 Windows Phone Grafische gebruikersomgeving Windows Phone Microsoft-software
Animaties spelen een grote rol, met overgangen en gebruikersinteracties zoals drukken of vegen die aanvoelen als natuurlijke bewegingen. Dit is bedoeld om de gebruiker de indruk te geven dat de interface "levend" is en responsief, met "een extra gevoel van diepte". Microsoft heeft een lijst van principes als kern van de Modern UI intern opgesteld.
1
gebruikersinteractie, pluspunten, gebruikersacties
4,927
ProfilePage
4816925
https://nl.wikipedia.org/wiki/Moon%20Pondes
Moon Pondes
Moon Pondes (Harreveld, 3 oktober 2000) is een Nederlands voetbalster. Carrière In de zomer van 2016 maakte ze de overstap van FC Twente naar PEC Zwolle. Op 5 mei 2017 maakte ze haar debuut in de Zwolse hoofdmacht, nadat eerste doelvrouw Nadja Olthuis een blessure had opgelopen, in de wedstrijd tegen SC Telstar VVNH (1–2). Carrièrestatistieken Interlandcarrière Nederland onder 19 Op 15 september 2017 debuteerde Pondes voor Nederland –19 in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Zwitserland –19 (5 – 2). Nederland onder 15 Op 18 maart 2015 debuteerde Pondes voor Nederland –15 in een vriendschappelijke wedstrijd tegen België –15 (1 – 0). Zie ook Lijst van spelers van PEC Zwolle (vrouwen) Externe link Profiel en statistieken van Moon Pondes op soccerway.com Nederlands voetballer
Externe link Profiel en statistieken van Moon Pondes op soccerway.com
1
profielpagina, webpagina, profiel
11,990
DeliveryChargeSpecification
456868
https://nl.wikipedia.org/wiki/Prijsdifferentiatie
Prijsdifferentiatie
Prijsdifferentiatie is het verschijnsel dat voor vergelijkbare maar desondanks verschillende producten een verschillende prijs wordt gevraagd. Anders dan bij prijsdiscriminatie zijn deze verschillen in prijs terug te voeren op kosten- of producteigenschapverschillen. Het achterliggend motief voor prijsdifferentiatie is meestal dat het de producent in staat stelt additionele winst te realiseren door een specifieke doelgroep met een andere prijs te benaderen. Ook kan prijsdifferentiatie een middel zijn om de maatschappelijke externaliteiten van een product te vergroten, men spreekt dan ook wel over variabilisatie. Plaats Prijsdifferentiatie naar plaats kan zich voordoen als de locatie een verschil in kostprijs veroorzaakt. De Nederlandse monopolist op de postbezorging heeft, zonder succes, wel voorgesteld de portokosten voor een brief naar afgelegen streken te verhogen; bezorging bracht immers extra kosten met zich mee. Een andere vorm van prijsdifferentiatie naar plaats betreft situaties waarin de concurrentie op bepaalde locaties minder hevig is. Benzinestations langs snelwegen hebben niet alleen te kampen met hogere pachtkosten dan benzinestations die aan secundaire wegen gevestigd zijn, de potentiële consument heeft op de snelweg vaak ook minder mogelijkheden om bij een concurrent te tanken. Tijd Prijsdifferentiatie naar tijd doet zich voor als het product of de dienst op bepaalde tijden goedkoper is dan anders. Telefoneren is in het weekend goedkoper dan tijdens kantooruren. Ook hieraan liggen kosten bij de aanbieder ten grondslag; zijn ten dele braakliggend net wordt aldus immers efficiënter gebruikt, terwijl overbelasting door de week (en dus wellicht de noodzaak tot capaciteitsuitbreiding) wordt ontmoedigd door de hoge prijs tijdens piekuren. Uitvoering Een product kan verschillende doelgroepen kennen, waarvan de een kapitaalkrachtiger is dan de ander. Dit brengt voor beide doelgroepen verschillen in prijselasticiteit mee. Nieuwe boeken worden vaak in uiteenlopende uitvoeringen uitgebracht: de gebonden editie kent als doelgroep de vrij kapitaalkrachtige, vaak wat oudere koper wie het niet alleen om de inhoud van het boek te doen is, maar ook om de uitvoering. De paperback is gericht op de lezer die minder wil betalen en een eenvoudiger uitvoering voor lief neemt. Prijsdifferentiatie speelt daarmee in op de marktsegmentatie, en zonder gedegen marktonderzoek is dit soort prijsdifferentiatie niet goed mogelijk. Anders zou immers het gevaar bestaan dat het product in de ene uitvoering hetzelfde marktsegment aanspreekt als het anders uitgevoerde, gelijksoortige product, en beide versies zouden elkaar een concurrentie aandoen die niet beoogd werd. Traditie Soms is de prijsdifferentiatie gebaseerd op een verondersteld kostenverschil, zonder dat dat noodzakelijkerwijs nog aanwezig is. Een voorbeeld hiervan zijn de verschillende tarieven voor dames- en herenkapsels. Het uitgangspunt hierachter is dat dameskapsels meer tijd vergen en daardoor dus duurder zouden moeten zijn. Met het veranderen van de haarmode kan de situatie ontstaan waar dames met kort haar minder bewerkelijk zijn dan heren met lang haar. Combinatie De diverse differentiatiefactoren kunnen in combinatie optreden. Zo was het rond het begin van de eenentwintigste eeuw in de Engelstalige wereld gebruikelijk een paperbackversie pas een jaar na de gebonden uitgave op de markt te brengen; aldus streefde men ernaar eerst de deelmarkt voor het gebonden boek uit te putten, voordat de deels overlappende markt voor het paperbacklezend publiek werd bewerkt. In de luchtvaart is het gebruikelijk dat passagiers in een vliegtuig uiteenlopende prijzen betalen voor de reis. Ingewikkelde rekenmodellen zorgen ervoor dat de prijzen variëren afhankelijk van een groot aantal factoren zoals onder andere het moment van boeken. Het verschil in prijzen voor dezelfde vervoersdienst kan bij dergelijke prijsstrategieën substantieel zijn. Bij prijsdifferentiatie valt voorts nog te denken aan: korting voor de aankoop van een grote hoeveelheid goederen toerekening van verschillen in leveringskosten. Marketing en verkoop
Bij prijsdifferentiatie valt voorts nog te denken aan: korting voor de aankoop van een grote hoeveelheid goederen toerekening van verschillen in leveringskosten.
1
bezorgkosten, leveringskosten, verzendkosten
5,515
RegisterAction
5216568
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gaslicht.com
Gaslicht.com
Gaslicht.com is een Nederlandse vergelijkingssite voor energie. Het bedrijf is gevestigd in Amersfoort en is onderdeel van de Bencom Group, die meerdere vergelijkingssites beheert. Geschiedenis Gaslicht.com werd in 2003 opgericht door de toen 18-jarige internetondernemer Ben Woldring. Hij voorzag behoefte aan een vergelijkingssite vanwege de liberalisering van de energiemarkt. Vanaf 1 juli 2001 konden consumenten al kiezen voor een leverancier van groene stroom, na 1 juli 2004 was iedereen vrij om een leverancier te kiezen voor alle elektriciteit en gas. Vanaf 2013 maakte de vergelijkingssite het ook mogelijk de opbrengst van zonnepanelen mee te nemen in de vergelijking. Diensten Het bedrijf vergelijkt tarieven en diensten van energieleveranciers (met een leveringsvergunning) en is hierbij gebonden aan de eisen van de ACM, vastgelegd in de Informatievoorziening op de consumentenmarkt. De website geeft de consumenten gelegenheid om verbruiksgegevens in te voeren, waarna de totale jaarkosten berekend worden op basis van het verbruik in de opgegeven regio. Via de weergegeven resultaten kan een consument of zakelijke partij een energiepakket afsluiten via een aanmeldformulier. Zodra iemand een contract afsluit via het aanmeldformulier, ontvangt het bedrijf een eenmalige vergoeding van de energieleverancier. Deze vergoeding is voor iedere aanmelding gelijk. Externe link Officiële website Nederlands bedrijf Consumentenwebsite
Diensten Het bedrijf vergelijkt tarieven en diensten van energieleveranciers (met een leveringsvergunning) en is hierbij gebonden aan de eisen van de ACM, vastgelegd in de Informatievoorziening op de consumentenmarkt. De website geeft de consumenten gelegenheid om verbruiksgegevens in te voeren, waarna de totale jaarkosten berekend worden op basis van het verbruik in de opgegeven regio. Via de weergegeven resultaten kan een consument of zakelijke partij een energiepakket afsluiten via een aanmeldformulier. Zodra iemand een contract afsluit via het aanmeldformulier, ontvangt het bedrijf een eenmalige vergoeding van de energieleverancier. Deze vergoeding is voor iedere aanmelding gelijk.
1
registreren, gebruikersaccount, aanmelding
1,065
SportingGoodsStore
2898172
https://nl.wikipedia.org/wiki/Telstar%20%28winkelketen%29
Telstar (winkelketen)
Telstar, voluit Telstar Sports & Fashion, was een Nederlandse winkelketen gespecialiseerd in sportartikelen en kleding. Het hoofdkantoor was gevestigd in Dedemsvaart. In 1962 begon Telstar als surfwinkel in Harderwijk, later werden aan het assortiment ook andere sporten toegevoegd. Na de overname in 2011 door Edward van Dijk groeide het bedrijf uit tot een organisatie met acht megastores en vier sportstores. De surftak is gelijktijdig met de overname afgestoten en zelfstandig verdergegaan. De Telstar Megastores waren gevestigd in Almere, Alkmaar, Amersfoort, Deventer, Groningen, Harderwijk, Houten en Zwolle. De sportstores bevonden zich in Almelo, Dedemsvaart, Coevorden en Nijverdal. Telstar Sports & Fashion had 230 medewerkers verdeeld over de verschillende winkels, het hoofdkantoor en het distributiecentrum. Op 26 augustus 2015 verkreeg Telstar holding het faillissement voor de 13 ondernemingen waaronder de 8 megastores. Eerder in 2015 gingen al enkele franchisewinkels failliet. Externe link Telstar website Nederlandse winkelketen
Telstar, voluit Telstar Sports & Fashion, was een Nederlandse winkelketen gespecialiseerd in sportartikelen en kleding. Het hoofdkantoor was gevestigd in Dedemsvaart.
1
sportwinkel, sportartikelen, sportzaak
8,651
Table
1611892
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wijken%20en%20buurten%20in%20Zoeterwoude
Wijken en buurten in Zoeterwoude
De Nederlandse gemeente Zoeterwoude is voor statistische doeleinden onderverdeeld in wijken en buurten. De gemeente is verdeeld in de volgende statistische wijken: Wijk 00 Zoeterwoude (CBS-wijkcode:063800) Wijk 01 Hoge Rijndijk (CBS-wijkcode:063801) Een statistische wijk kan bestaan uit meerdere buurten. Onderstaande tabel geeft de buurtindeling met kentallen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (2008): |} Zoeterwoude
Een statistische wijk kan bestaan uit meerdere buurten. Onderstaande tabel geeft de buurtindeling met kentallen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (2008):
1
tabel, webtabel, datatabel
4,838
MiddleSchool
5718480
https://nl.wikipedia.org/wiki/Agora-onderwijs
Agora-onderwijs
Agora-onderwijs is een vorm van algemeen bijzonder onderwijs die uitgaat van volledige autonomie van het lerende kind en diens eigen leervraag. Ontstaan Agora-onderwijs is in 2013 in Nederland ontstaan nadat vier docenten een eerste "visiedocument" schreven. Een van hen is Sjef Drummen, wiens middelbare school in Roermond als de eerste Agora-school in Nederland wordt gezien. In zijn boek Catharsia verzet hij zich tegen het idee dat onderwijs puur uit kennisoverdracht zou moeten bestaan. Herkomst van de naam Het Griekse woord Agora betekent "plein". De oprichters van deze onderwijsvorm zien het leerproces dan ook als een leerplein, waar leerlingen in een open omgeving hun mogelijkheden ontdekken. Het motto van de onderwijsvorm is dan ook "Je kunt een mens niets leren, je kunt hem alleen helpen het zelf te ontdekken in zichzelf", naar een uitspraak van Galileo Galilei. Kenmerken van Agora-onderwijs Agora-onderwijs is maatwerkonderwijs: in plaats van vakken of een onderwijsmethode, staat de leervraag centraal. De nieuwsgierigheid van de leerling is hierbij leidend. Dit betekent niet dat het leerproces vrijblijvend is; aan het einde van de opleiding moet de leerling wel degelijk examen doen. Elke leerling heeft een coach die stimuleert, inspireert, adviseert, en terugkoppeling geeft aan de hand van de zelfgekozen leeropdracht. Deze leeropdrachten worden onderverdeeld in vijf segmenten: Wetenschap Kunst en kunstzinnigheid Maatschappij Sociaal-ethisch segment Spiritualiteit Hierbij spelen gedurende het hele proces ook de ouders een belangrijke rol. Onderzoek naar kwaliteit Agora-onderwijs De methode die het Agora-onderwijs hanteert kent zowel voor- als nadelen. Vanaf 2018 doet onderzoeker prof. dr. Jos Claessen van de Open Universiteit Heerlen namens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek naar de loopbaankeuzes en het studiesucces van de Agora-leerlingen. De Agora-school in Roermond werd gezien als een prototype van een school met gepersonaliseerd onderwijs. Claessen geeft in zijn verslag uit 2019 echter wel aan dat de groep leerlingen die meedeed aan de studie niet representatief genoemd kan worden. Het grootste deel van de leerlingen dat in 2019 examen deed was zij-instromer. Uit de studie van Claessen uit 2019-2020 kwam naar voren dat Agora-leerlingen over het algemeen een goed beeld hebben van wat zij na de middelbare school willen doen. Volgens de ontwikkelaars van het schoolconcept zou het Agora-onderwijs beter aansluiten op de praktijk in het hoger onderwijs en op die manier resulteren in minder kans op uitval in het eerste studiejaar. Claessen is van mening dat de visie en opzet van Agora-onderwijs ervoor kan zorgen dat de ontwikkeling van loopbaancompetenties worden gestimuleerd. Bij een onderzoek in 2020 gaven 14 van de 22 leerlingen aan de juiste studiekeuze te hebben gemaakt. Agora Roermond reageerde hierop door te zeggen het onderzoek te zien als 'de perfecte nulmeting' waaruit zij kunnen leren en het onderwijs kunnen aanpassen. Agora-onderwijs in Nederland Eerste agoraschool De Nikéeschool geldt als eerste school in Nederland waar het agora-onderwijs werd aangeboden. Deze relatief nieuwe school was in haar beginjaren nog een reguliere school, maar sinds 2013 richt de school zich volledig op het agora-onderwijs. Kritiek van de Onderwijsinspectie De onderwijsinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zet vraagtekens bij het concept van het Agora-onderwijs. De onderwijsinspectie heeft vooral kritiek over de manier van doelen stellen, en dat er niet duidelijk is welke resultaten het Agora-onderwijs oplevert. Daarnaast is de onderwijsinspectie van mening dat vernieuwende onderwijsvormen soms goed werken voor bepaalde leerlingen, maar niet voor allemaal. De schoolleider (Fasen) reageert daarop "dat het lastig is aan te tonen wat zijn concept oplevert", juist omdat men niet met cijfers werkt. Andere kritiek Ook onderwijswetenschapper Casper Hulshof, verbonden aan de Universiteit Utrecht, vindt dat er kritisch dient te worden gekeken naar de effectiviteit van nieuwe concepten zoals Agora. Hulshof onderzoekt welke schoolsoorten wel of niet effectief zijn. Vooral voor beginnende leerlingen acht Hulshof het Agora-concept ongeschikt als onderwijsmethode. Vaak mankeert de onderwijskundige onderbouwing van een schoolconcept, maar men gaat vaak uit van een bepaald gevoel wat onderwijs zou moeten zijn. Onderzoekster Gerda Geerdink is volgens de HAN een vergelijkbare mening toebedeeld. Conclusie van oud-leerlingen Leerlingen die deelnamen aan het onderzoek van Claesen waren van mening dat er tijdens hun schooltijd te weinig aandacht was geweest voor inhoudelijke vakken, zoals wiskunde. Hierdoor hadden zij niet de benodigde bagage meegekregen. De schoolleiding is van plan deze inhoudelijke schoolvakken te koppelen aan de persoonlijke interesse van de leerling. Voor de verdere ontwikkeling van de schoolmethode is de hulp ingeroepen van het ICLON van de Universiteit Leiden. Deze onderwijsmethode van professor Fred Janssen is gericht op perspectieven om gerichter te leren. Hierdoor leren kinderen zaken waarvan zij niet eens wisten dat ze het wilden leren, aldus programmamanager en wiskundedocent Rob Houben van Agora Roermond. De oud-leerlingen waren over het algemeen erg positief over de vrijheid en zelfstandigheid die zij ervaarden op de Agora-school. Toch moet er, aldus Houben, goed in de gaten gehouden worden op welke manier de leerlingen deze vrijheid invullen. Het is altijd van belang de kinderen te blijven ondersteunen, aangezien zij moeten leren wat zelfstandigheid inhoudt. Landelijke ontwikkelingen In 2018 hebben de eerste Agora-leerlingen aan de Niekée-school in Roermond examen gedaan. De eerste resultaten werden positief ontvangen. Dit resulteerde in de start van meerdere Agora-scholen door heel Nederland, waar eveneens positieve geluiden te horen zijn. Meerdere reguliere scholen zijn inmiddels gestart met een Agora-klas, naast het reguliere onderwijsaanbod. Er is inmiddels een Agora Vereniging gestart met daarin de Agora scholen in Nederland. Agora-onderwijs in Vlaanderen Eerste school In navolging van Nederland werd de eerste Agora-school voor secundair onderwijs in Vlaanderen geopend. De Met, in de Leuvense deelgemeente Kessel-Lo, opende in 2019. In 2021 opende De Met ook afdelingen in Sint-Katelijne-Waver en in 2022 in Tielt-Winge. Voor het lager onderwijs werd er een nieuwe kleuter- en basisschool (onderdeel van het Koninklijk Atheneum in Zottegem) ontworpen met veel gevarieerde ruimtes die gebruikt kunnen worden voor verschillende doeleinden. De onderwijsmethode van De Met is gebaseerd op die van de Niekée-school in Roermond. Extra lessen Net zoals in Nederland ligt de nadruk op zelfsturing door de leerlingen, maar krijgen zij op De Met extra les in vakken zoals Frans en wiskunde die meer herhaling behoeven. De leerlingen krijgen bij deze vakken ondersteuning door lesbundels, filmpjes voor zelfstudie en instructie- en vraagmomenten. Ook bij de lessen Frans en wiskunde geldt echter dat de lessen alleen gevolgd hoeven te worden door leerlingen die dat noodzakelijk achten. Groei In 2021 waren er ongeveer 50 scholen die een overstap maakten naar een mengvorm van traditioneel onderwijs en ‘begeleid zelfstandig leren’. Een onderwijsinstelling die deze overstap maakte is 'De Oost-Vlaamse Scholengroep 20' waar ongeveer 6000 leerlingen aan zijn verbonden. Zij hanteren een systeem van ‘team teaching’ waarbij twee of drie klassen worden begeleid door een team van leerkrachten. Binnen dit systeem ligt de nadruk op het bewustzijn van de leerlingen rond wat zij hebben geleerd. Aansluiting met hoger onderwijs Binnen het GO! Atheneum in Geraardsbergen is een Agora-klas. Uit gesprekken met oud-leerlingen kwam naar voren dat het traditionele onderwijs niet altijd aansloot bij de voorbereiding op het hoger onderwijs. Om die reden werd een Agora-klas opgericht die werkt met de pijlers van leerplezier, verbondenheid, eigenaarschap en kritisch denken. Algemeen bijzonder onderwijs Onderwijsvorm
Ontstaan Agora-onderwijs is in 2013 in Nederland ontstaan nadat vier docenten een eerste "visiedocument" schreven. Een van hen is Sjef Drummen, wiens middelbare school in Roermond als de eerste Agora-school in Nederland wordt gezien. In zijn boek Catharsia verzet hij zich tegen het idee dat onderwijs puur uit kennisoverdracht zou moeten bestaan.
1
middelbare school, voortgezet onderwijs, adolescenten
11,759
Taxi
3914161
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20flamingo
De flamingo
De flamingo (The Flamingo) is de tweede aflevering van het eerste seizoen van de Noors-Amerikaanse serie Lilyhammer. De aflevering werd op 1 februari 2012 op de Noorse zender NRK1 uitgezonden. Op 6 februari verscheen de aflevering op de streamingdienst Netflix. De aflevering eindigt met het nummer Darkness van Leonard Cohen. Verhaal Roar Lien en Viggo rijden in hun taxi en stoppen wanneer zij een verongelukte vrachtwagen zien. De bestuurder is gevlucht en nadat ze zien dat de vrachtwagen vol met illegale drank zit, beginnen Roar en Viggo de lading in hun taxi te dragen. Ze stoppen met overladen en rijden verder als ze zien dat er motors aankomen. Viggo raakt hierbij zijn neusring kwijt. Ondertussen geeft Sigrid Haugli haar cursus "Nieuw Begin" aan enkele buitenlanders, waaronder Frank Tagliano. Zij leert haar leerlingen mensen in het Noors te begroeten en Yusuf weigert haar een hand te geven. In de pauze dwingt Frank Yusuf om Sigrid een hand te geven. De motors, die Roar en Viggo zagen, blijken van de motorbende te zijn, die het transport van de illegale drank verzorgde. De leden van de motorbende zien dat er drank ter waarde van 300.000 Noorse kronen is gestolen en vinden ook de neusring van Viggo. Vervolgens verkoopt Roar de illegale drank aan Frank, die na onderhandelen er 50.000 Noorse kronen voor betaalt. Daarna laat Torgeir Lien aan Frank die nieuwe medewerkers van hun nachtclub zien, die zeggen dat de pakjes niet aan de arbowet voldoen. Frank ontslaat vervolgens de twee medewerkers die weigerden de pakjes aan te trekken. Frank vertrekt naar de les verdediging voor allochtone vrouwen, die door Jan Johansen wordt gegeven. Hij laat foto's zien, waarop Jan met naakte immigranten staat, en met tegenzin stelt Jan voor dat Jelena en Svetlana bij Frank gaan werken. Politieagent Geir "Elvis" Tvedt stelt aan Frank voor op te treden in zijn nachtclub, maar Frank zegt dat hij al andere bands heeft gehuurd en maakt tevens grappen over zijn artiestennaam Geir Elvis, wat hij op Gay Elvis vindt lijken. Vervolgens vertrekt Geir naar de horecazaak van Yusuf en krijgen zij ruzie. Viggo is inmiddels naar een winkel gegaan om een nieuwe neusring te halen, maar de eigenaar Roy "Fingern" Aass, lid van de motorbende, komt erachter dat hij de drank heeft gestolen. De volgende dag staan Torgeir en nog iemand de sneeuw voor het huis van Frank op te ruimen en Torgeir geeft aan Frank een machine om drank te maken. In de middag is er een schaatsevenement, waar Frank en Sigrid samen heen gaan. Sigrid valt bij het schaatsen en Frank brengt haar naar het ziekenhuis. Ook haalt Frank Jonas op van school en hij ziet dat Jonas gepest wordt. Frank adviseert in de auto Jonas stenen op zijn klasgenoten te gooien. De rest van de dag blijf Frank bij Sigrid en zij slapen ook samen. De motorbende vindt de drank bij de nachtclub van Frank en zij mishandelen daarom Torgeir, die uiteindelijk wordt gered door Svetlana en Jelena. Geir is de hele nacht opgebleven om te onderzoeken wie "Giovanni Henriksen", ofwel Frank Tagliano, is en laat Laila een foto zien van ex-Guantanamo Bay gedetineerde Suleyman Bhatti, die hij op Frank vindt lijken. Frank heeft ondertussen ontdekt dat Torgeir is mishandeld en hij ontvoerd en mishandeld met Torgeir een lid van de motorbende, genaamd Arne. Torgeir duwt hem van een skischans af en ze vertrekken met Arne naar Roy, die met zijn advocaat Julius wat aan het overleggen is. Ze spreken af dat Frank het geld bij Roar gaat halen en dat de motorbende dan de drank alsnog teruggeeft. Ook spreken ze af dat Arne de nieuwe uitsmijter van de nachtclub wordt. Frank wil vervolgens een date plannen met Sigrid, maar zij moet naar een leerlingengesprek, omdat Jonas een klasgenoot aftuigde. In plaats van dat Frank een date heeft, gaat hij pokeren en ook krijgt hij het geld terug van Roar. Als hij thuis komt, ontploft zijn drankinstallatie en hij koopt de brandweer om, die vervolgens weer vertrekt. Laila gaat later ook met tegenzin weg en vraagt aan Geir of zij de foto van Suleyman Bhatti nogmaals mag bekijken. Rolverdeling Aflevering van Lilyhammer
Roar Lien en Viggo rijden in hun taxi en stoppen wanneer zij een verongelukte vrachtwagen zien. De bestuurder is gevlucht en nadat ze zien dat de vrachtwagen vol met illegale drank zit, beginnen Roar en Viggo de lading in hun taxi te dragen. Ze stoppen met overladen en rijden verder als ze zien dat er motors aankomen. Viggo raakt hierbij zijn neusring kwijt. Ondertussen geeft Sigrid Haugli haar cursus "Nieuw Begin" aan enkele buitenlanders, waaronder Frank Tagliano. Zij leert haar leerlingen mensen in het Noors te begroeten en Yusuf weigert haar een hand te geven. In de pauze dwingt Frank Yusuf om Sigrid een hand te geven.
2
taxi, taxidienst, taxivervoer
4,755
GeoCoordinates
914183
https://nl.wikipedia.org/wiki/38e%20breedtegraad%20noord
38e breedtegraad noord
De 38e breedtegraad noord is een denkbeeldige parallel die zich 38 graden ten noorden van de evenaar bevindt. De breedtegraad is vooral belangrijk in de recente geschiedenis van Korea. Beginnend bij de Meridiaan van Greenwich en reizend naar het oosten loopt de 38e breedtegraad door: de Middellandse Zee; Italië (Sicilië); de Ionische Zee; Griekenland; de Egeïsche Zee; Turkije; Iran; de Kaspische Zee; Turkmenistan; Oezbekistan; Tadzjikistan; Afghanistan; de Volksrepubliek China; de Gele Zee; Noord-Korea; Zuid-Korea; de Japanse Zee; Japan (Honshu); de Grote Oceaan; de Verenigde Staten; de Atlantische Oceaan; Portugal; Spanje; Pakistan; Korea De 38e breedtegraad werd voor het eerst gezien als een scheidingslijn voor Korea in 1902. De Russen probeerden Korea onder hun controle te krijgen, terwijl Japan juist erkenning van zijn rechten in Korea had gekregen van de Britten. In een poging een conflict te vermijden, stelde Japan Rusland voor dat Korea zou worden gesplitst in twee helften, met de 38e breedtegraad als grens. Er werd echter geen formeel akkoord bereikt, en Japan nam later volle controle over Korea. Nadat Japan zich overgaf in 1945 werd de breedtegraad de grens tussen het Sovjet- (noord) en het Amerikaanse gedeelte (zuid) van Korea. In 1948 werd de breedtegraad de grens tussen twee nieuwe onafhankelijke landen: Noord- en Zuid-Korea. Aan het eind van de Koreaanse Oorlog (1950-1953) werd een nieuwe grens vastgelegd door het midden van de Koreaanse gedemilitariseerde zone. Breedtegraad Koreaanse Oorlog
De 38e breedtegraad noord is een denkbeeldige parallel die zich 38 graden ten noorden van de evenaar bevindt. De breedtegraad is vooral belangrijk in de recente geschiedenis van Korea.
2
geografische coördinaten, breedtegraad, lengtegraad
7,083
FindAction
9967
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nijl
Nijl
De Nijl (in het Arabisch النيل an-nīl) is met een lengte van 5499 tot 6695 km (door verschillende manieren van meten) de langste of de op een na langste rivier van de wereld (dit hangt ervan af welke lengte men aan de Amazone toekent; ook hierover is niet iedereen het eens). De Nijl ontspringt als Blauwe Nijl in Ethiopië aan het Tanameer en als Witte Nijl aan het Victoriameer. Het Victoriameer bevindt zich tussen de drie landen Oeganda, Kenia en Tanzania. De Witte Nijl stroomt vervolgens van hieruit via Zuid-Soedan naar Soedan, waar de beide takken (de Witte en de Blauwe Nijl) bij de hoofdstad Khartoem samenkomen. Daarna stroomt de rivier door Egypte naar het noorden, om ten slotte in een ruime delta uit te monden in de Middellandse Zee. Het stroombekken van de Nijl beslaat ruim 3 miljoen km², of een tiende van de Afrikaanse landmassa, en huisvest 160 miljoen mensen. De totale bevolking van de 11 landen waar hij doorheen stroomt, en die sterk afhankelijk zijn van de rivier, bedraagt 443 miljoen. Bron van de Nijl De bron van de Nijl is lange tijd onbekend gebleven. In de 19e eeuw werd voor het eerst het Victoriameer, dat op het verloop van de rivier ligt, geïdentificeerd als bron van de Nijl, door John Hanning Speke. Maar uit verder onderzoek is gebleken dat het kleinere Tanameer aan het eind van het regenseizoen verantwoordelijk is voor meer dan 72% van het water dat door de Nijl stroomt. Voor die tijd hebben diverse ontdekkingsreizigers getracht de bron te vinden, onder wie David Livingstone en de Nederlandse ontdekkingsreizigster Alexine Tinne. Sinds 2005 wordt echter aangenomen dat de bron ligt in het Nationaal park Nyungwe Forest in Rwanda en via de rivier de Rukarara en de rivier Kagera naar het Victoriameer loopt. De nieuwe gegevens maken de rivier 107 km langer dan voorheen geschat. De Nijl is van groot belang voor Oeganda. De vlak bij de oorsprong van de rivier bij Jinja aangelegde stuwdam, Speke's dam, is verantwoordelijk voor het grootste deel van de energievoorziening van heel Oeganda. Oeganda voert zelfs elektrische energie uit. Zijrivieren van de Nijl Als de aaneenschakeling Kagera-Victoriameer-Witte Nijl als de hoofdrivier wordt beschouwd, dan zijn de belangrijkste zijrivieren, opgesomd vanaf de bron naar de monding: (linkeroever) de Bahr el Ghazal die in Zuid-Soedan vanuit de Sudd-moerassen naar de Witte Nijl stroomt; (rechteroever) de Sobat of Baro-Akobo die vanuit de hooglanden van Ethiopië door Zuid-Ethiopië naar de Witte Nijl stroomt; (rechteroever) de Blauwe Nijl uit Ethiopië, verantwoordelijk voor 85% van de totale watertoevoer; (linkeroever) de Atbarah (ook Zwarte Nijl of Rode Nijl) en zijn zijrivier de Tekezé; (linkeroever) vroeger stroomde de Gele Nijl vanuit Tsjaad naar de Nijl; het droge overblijfsel heet Wadi Howar. Het overstromen van de Nijl De Nijl is een samenvloeiing van de Blauwe Nijl, die in Ethiopië ontspringt, en de Witte Nijl. De Witte Nijl heeft een basisdebiet. Dit debiet wordt groter door de neerslag (afkomstig van het regenseizoen) die in Oeganda valt, waar de Witte Nijl doorheen stroomt. Hetzelfde gebeurt met de Blauwe en de Zwarte Nijl; hun debiet wordt groter door de neerslag die in Ethiopië valt. Het regenseizoen in Oeganda valt echter vroeger dan het regenseizoen in Ethiopië, waardoor de Nijl gedurende een lange periode veel water aangevoerd krijgt. In Soedan stromen deze rivieren samen in de Nijl. Doordat het debiet zo groot is (het basisdebiet van de Witte, de Blauwe en de Zwarte Nijl gecombineerd met de regen van de regenseizoenen) overstroomt de Nijl bijna elk jaar. De Nijl was en is van groot belang voor Egypte. Egypte is een vruchtbaar land in de Sahara en dat komt door de bevloeiing door de Nijl. Egypte werd daarom ook wel het geschenk van de Nijl genoemd. De Nijl kon het leven van een oude Egyptenaar totaal veranderen. Zonder de jaarlijkse overstroming van de Nijl was er geen voedsel, want er was geen irrigatiesysteem. Maar als de Nijl te lang buiten zijn oevers trad, verging het gewas en was er te weinig eten. De Nijl overstroomt niet meer in Egypte sinds de aanleg van de Aswandam in de jaren zestig, waarna het Nassermeer ontstond. In Zuid-Soedan wordt een groot deel van de hoofdstroom van de Nijl via het Jongleikanaal afgeleid, waardoor het Suddmoeras minder water krijgt. Zowel het stuwmeer in Boven-Egypte als het kanaal in Zuid-Soedan is te herkennen op de kaart hiernaast. Sedimenttransport Het sedimenttransport in de Nijl stroomaf van de Aswandam bedraagt jaarlijks. Te Aswan: 0,14 miljoen ton sediment in suspensie en bijkomend 28% rollend zand Te Quena: 0,27 miljoen ton sediment in suspensie en bijkomend 27% rollend zand Te Sohag: 1,5 miljoen ton sediment in suspensie en bijkomend 13% rollend zand Te Bani Sweif: miljoen ton sediment in suspensie en bijkomend 20% rollend zand Stuwdammen Voorbij de samenvloeiing van de Blauwe en Witte Nijl stroomt de rivier meer dan 3000 km door een woestijnlandschap, met als enige bijrivier de seizoensafhankelijke Atbarah op 300 km te noorden van Khartoem. Tussen Aswan en Rosetta legt hij 1200 km af waarin er geen druppel water bijkomt, maar waarin daarentegen veel water verdampt en een deel in de bodem dringt. Dat betekent dat Soedan en Egypte voor hun zoetwatervoorziening volledig afhankelijk zijn van de Nijl. De mytische farao Menes, stichter van de eerste dynastie meer dan 5000 jaar geleden, leefde tijdens een periode van hoge Nijloverstromingen. Tijdens zijn leven en de eeuwen daarna viel in de Sahel veel regen, en dat schiep welvaart in Egypte in de vorm van de eerste grootschalige graanbouw. In die tijd ontstonden de stad Memphis, de eerste irrigatiedam en de piramide van Cheops. Een periode van droogte 1000 jaar later bracht het oude koninkrijk ten val. In totaal liggen er op de Nijl meer dan 25 dammen en waterbeheerswerken. De Renaissancedam is de eerste grote dam op het Ethiopische deel van de Blauwe Nijl; eerder had Soedan al de twee grote dammen van Sennar en Roseires op die zijrivier. De grootste dam in het bekken is de Hoge Aswandam in het zuiden van Egypte met een reservoircapaciteit van 132 miljard m3. De eerste stuwdam in Aswan, de Lage Aswandam, kwam gereed in 1902, maar was inefficiënt, waardoor de sluizen moesten worden opengezet als het in Ethiopië te veel regende. Begin jaren zestig werd de tweede of Hoge Aswandam gebouwd. Soedan bouwde eveneens twee stuwdammen op de Nijl, iets wat Egypte jarenlang met alle middelen wilde voorkomen. De Egyptenaren wilden hun irrigatieplannen (het grootste is het Toshka-project ter hoogte van Aboe Simbel) niet zien sneuvelen als gevolg van te weinig water. De Soedanezen hadden elektriciteit nodig om hun snel groeiende bevolking van het nodige comfort te voorzien. De stuwdam bij de vierde Nijl-cataract, de Merowedam, maakte in Soedan een forse uitbreiding van het landbouwareaal mogelijk. Eind 20e eeuw kwam er een lichte toenadering tussen Caïro en Khartoem, waarna de grens in 1998 weer openging. De betere betrekkingen verslechterden evenwel terug tijdens de bouw van de Merowedam en met de bijkomende plannen voor hydro-elektrische centrales in Soedan op meerdere zijrivieren van de Nijl. Sinds 2010 ontstond bijkomend dispuut over de bouw van de Renaissancedam in Ethiopië op de Blauwe Nijl, die eveneens een gevaar oplevert voor de watervoorziening van Egypte. Het water van de Nijl wordt nu al geteisterd door vervuiling, klimaatverandering en de groeiende bevolking van Egypte, die inmiddels officieel 100 miljoen mensen telt. Een kolossale dam voor de opwekking van hydro-elektrische energie in de laaglanden van Ethiopië dreigt de watervoorziening van Egypte verder te beperken. Toch gingen de werken aan de Grote Renaissancedam in 2011 van start. Internationaal waterrecht Het Verdrag inzake het recht betreffende het gebruik van internationale waterlopen anders dan voor de scheepvaart (VN-Waterlopenverdrag) werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1997 en trad in werking op 17 augustus 2014. Het legt verscheidene gewoontebeginselen vast die al bestonden in het internationale waterrecht, zoals billijk en redelijk gebruik, de verplichting om geen aanmerkelijke schade toe te brengen, de algemene verplichting tot samenwerken en de verplichting tot bekendmaking van geplande maatregelen. Als aanvulling op het Verdrag nam de Algemene Vergadering in 2008 akte van de ontwerpartikelen over het recht van internationale waterlopen. Geen enkele van deze teksten wijst uitdrukkelijk waterrechten toe aan oeverstaten; ze bieden alleen een algemeen kader voor het sluiten van akkoorden. In het Midden-Oosten is geen enkele van de belangrijke internationale waterlopen (Nijl, Jordaan, Tigris, Eufraat) het voorwerp van een specifiek akkoord dat het hele rivierbekken beslaat. Ook heeft geen enkele oeverstaat van de Nijl het VN-verdrag van 1997 geratificeerd. Voor de Nijl bestaan twee gedeeltelijke akkoorden tussen Egypte en Soedan: de Uitwisseling van Notas uit 1929 tussen de Britse en de Egyptische regering met betrekking tot het gebruik van Nijlwater voor irrigatie, en het akkoord uit 1959 tussen de Soedanese en de Egyptische regering over het volledige gebruik van het Nijlwater. Het waterbeleid in het Nijlbekken werd lang gekenmerkt door eenzijdige maatregelen, maar heeft veranderingen ondergaan sinds de jaren 1990. In 1999 stichtten de Nijloeverstaten het Nile Basin Initiative als overlegorgaan en als kader voor samenwerkingsakkoorden. In 2010 werd het Akkoord over het Nile River Basin Cooperative Framework (samenwerkingskader voor het Nijlbekken) aangenomen door 5 van de 11 oeverstaten (een zesde is sindsdien toegetreden). Vanaf 2011 verslechterde de situatie door de politieke instabiliteit in Egypte en de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan. In 2015 bereikten Egypte, Soedan en Ethiopië een akkoord over de algemene beginselen voor de bouw en uitbating van de Renaissancedam, maar sinds 2017 zit de praktische uitwerking van dat akkoord in een impasse. Video's Literatuur Terje Tvedt, De Nijl. Biografie van een rivier. Wereldbibliotheek, 2022. (oorspr. Noors: Nilen. Historiens elv, 2012) Zie ook Egypte Oude Egypte Lijst van langste rivieren ter wereld Rivier in Egypte Rivier in Oeganda Rivier in Ethiopië Rivier in Zuid-Soedan Plaats in de Hebreeuwse Bijbel Nijlbekken
Bron van de Nijl De bron van de Nijl is lange tijd onbekend gebleven. In de 19e eeuw werd voor het eerst het Victoriameer, dat op het verloop van de rivier ligt, geïdentificeerd als bron van de Nijl, door John Hanning Speke. Maar uit verder onderzoek is gebleken dat het kleinere Tanameer aan het eind van het regenseizoen verantwoordelijk is voor meer dan 72% van het water dat door de Nijl stroomt. Voor die tijd hebben diverse ontdekkingsreizigers getracht de bron te vinden, onder wie David Livingstone en de Nederlandse ontdekkingsreizigster Alexine Tinne. Sinds 2005 wordt echter aangenomen dat de bron ligt in het Nationaal park Nyungwe Forest in Rwanda en via de rivier de Rukarara en de rivier Kagera naar het Victoriameer loopt. De nieuwe gegevens maken de rivier 107 km langer dan voorheen geschat.
1
vinden, opsporen, zoeken
10,690
Casino
1183441
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cotai
Cotai
Cotai is een stuk drooggelegd land van 5 km2 tussen Taipa en Coloane in de Speciale Bestuurlijke Regio Macau. Het is nog niet aangewezen als Freguesia. Het was gemaakt om voor nieuwe gokmogelijkheden en toerisme te zorgen, omdat het land in Macau ontzettend schaars is. Er staan veel casino's op de Cotai Strip, zoals het Grand Waldo Hotel en The Venetian Macao. Trivia De naam "Cotai" is een mengeling van COloane en TAIpa. Macau
Cotai is een stuk drooggelegd land van 5 km2 tussen Taipa en Coloane in de Speciale Bestuurlijke Regio Macau. Het is nog niet aangewezen als Freguesia. Het was gemaakt om voor nieuwe gokmogelijkheden en toerisme te zorgen, omdat het land in Macau ontzettend schaars is. Er staan veel casino's op de Cotai Strip, zoals het Grand Waldo Hotel en The Venetian Macao.
1
casino, gokhal, speelhal
5,170
BuddhistTemple
1222508
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wat%20Phrathat%20Doi%20Suthep
Wat Phrathat Doi Suthep
Wat Phrathat Doi Suthep (Thai: วัดพระธาตุดอยสุเทพ) is een boeddhistische tempel in de provincie Changwat Chiang Mai in Thailand. De tempel wordt ook wel Doi Suthep genoemd, al is dat feitelijk de naam van de berg waar hij op gebouwd is. De tempel wordt door vele Thai als heilig beschouwd. Hij geeft uitzicht op de stad Chiang Mai en is in trek bij buitenlandse toeristen. Geschiedenis Er bestaan verschillende verhalen over de oorspronkelijke stichting van de tempel. Een ervan is dat het gebouwd is in 1383 toen de eerste stoepa werd gebouwd. In de loop van de tijd is de tempel uitgebreid en zijn er extravagante relikwieën aan de tempel toegevoegd. De weg naar de tempel werd pas in het jaar 1935 aangelegd, op initiatief van de monnik Kruba Srivichai. Legende van de witte olifant Volgens de gangbare legende had een monnik met de naam Sumanathera uit Sukhothai een droom, waarin god hem vertelde naar Pang Cha te gaan en te zoeken naar een relikwie. Sumanathera vertrok naar Pang Cha en vond een been, waarvan men beweert dat het de schouderbeen is van Boeddha. De relikwie vertoonde magische krachten: het gloeide, was in staat te verdwijnen, het kon zich uit zichzelf bewegen en zich vermenigvuldigen. Sumanathera nam de relikwie mee naar de koning Dharmmaraja die toen over Sukhothai regeerde. De gretige Dharmmaraja deed offers en organiseerde een ceremonie toen Sumanathera aankwam, maar de relikwie vertoonde geen ongewone kenmerken. De koning betwijfelde de echtheid van de relikwie en vertelde Sumanathera het te houden. Ook koning Nu Naone uit Lanna hoorde van de relikwie en vroeg Sumanathera naar zijn koninkrijk te komen en hij vertrok met toestemming van zijn eigen koning Dharmmaraja in 1368 naar Lamphun in Noord-Thailand. De relikwie brak in tweeën, waarbij het ene deel even groot was als het origineel en het tweede kleiner. Het kleinste deel werd bij de relikwieën in een tempel in Suandok gezet; het andere deel werd bij de koning op de rug van een witte olifant gezet die losgelaten werd in de jungle. Volgens de legende beklom de olifant de berg Doi Suthep die vanaf dat moment Doi Aoy Chang (Suikerolifantberg) werd genoemd. Daar trompetterde hij drie keer en viel dood neer op de heuveltop. Dit werd geïnterpreteerd als een teken en koning Nu Naone gaf de opdracht voor de bouw van een tempel op de berg. Bezoek aan Wat Doi Suthep De tempel staat op een afstand van 15 kilometer (hemelsbreed 6 kilometer) van de stad Chiang Mai. Met songtaews, kleine vrachtwagentjes met twee (song) rijen zitplaatsen, wordt er voor bezoekers een dienst naar de tempel onderhouden. Vanaf de parkeerplaats vervolgt de route naar de tempel via een trap met 309 treden. Voor wie deze trap te veel is, bestaat ook de mogelijkheid om met een lift naar boven te gaan. Het meest heilige op de tempelberg is een grote met plaatkoper beklede chedi (ook wel stoepa of pagode). In dit gedeelte van de tempel moeten de bezoekers hun schoenen uittrekken en verzorgd gekleed zijn. Op het tempelcomplex staan kleinere chedi's, beelden, bellen en relikwieën, zowel van boeddhistische als hindoeïstische achtergrond. Ook is er een museum. Er is een model van de Smaragdgroene Boeddha en een beeld van de hindoegod Ganesha. Zie ook Lijst van boeddhistische tempels in Thailand Externe links Foto's Doi Suthep Chiang Mai (provincie)
Wat Phrathat Doi Suthep (Thai: วัดพระธาตุดอยสุเทพ) is een boeddhistische tempel in de provincie Changwat Chiang Mai in Thailand. De tempel wordt ook wel Doi Suthep genoemd, al is dat feitelijk de naam van de berg waar hij op gebouwd is. De tempel wordt door vele Thai als heilig beschouwd. Hij geeft uitzicht op de stad Chiang Mai en is in trek bij buitenlandse toeristen.
1
boeddhistische tempel, boeddhisme, gebedshuis
11,691
Restaurant
4017854
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfslaar%20Restaurant
Wolfslaar Restaurant
Wolfslaar Restaurant is een restaurant in Breda. Het heeft sinds 2005 een Michelinster. In de 2018 gids kent GaultMillau het restaurant 16 van de maximaal 20 punten toe. Chef-kok van Wolfslaar Restaurant is Maarten Camps. Het restaurant is gevestigd in het koetshuis van het Landgoed Wolfslaar. Het verhuisde in 2011 tijdelijk naar het landhuis toen het koetshuis grondig gerenoveerd werd. Het leeuwendeel van het landgoed is beschermd rijksmonument, inclusief het koetshuis zelf. Zie ook Lijst van Nederlandse restaurants met een Michelinster Noten Restaurant in Noord-Brabant Restaurant met Michelinster Bouwwerk in Breda
Wolfslaar Restaurant is een restaurant in Breda. Het heeft sinds 2005 een Michelinster.
2
restaurant, eetgelegenheid, horecazaak
5,766
CommentAction
707186
https://nl.wikipedia.org/wiki/Transactionele%20analyse
Transactionele analyse
Transactionele analyse of TA is een persoonlijkheidstheorie en tevens een psychotherapeutische behandelmethode. TA is oorspronkelijk ontwikkeld door Eric Berne in de jaren '50 en '60 van de twintigste eeuw. In haar modellen en theorie integreert TA humanistische psychologie met psychoanalyse, cognitieve gedragstherapie en groepsdynamica. Geschiedenis Eric Berne presenteerde TA in 1958 aan de wereld als een fenomenologische benadering. Hij vulde Sigmund Freuds filosofische constructies aan met observeerbare data en daagde freudiaanse gedachten uit. Zijn theorie is gebouwd op de wetenschap van Wilder Penfield en René Spitz, met de neopsychoanalytische gedachten van Paul Federn, Edoardo Weiss en Erik Erikson. Berne's eerste theoretische TA-concepten waren gebaseerd op ideeën van Sigmund Freud maar waren ook duidelijk afwijkend daarvan. Freudiaanse therapeuten hadden hun focus op de persoonlijkheid zelf. Berne geloofde dat inzicht beter kon worden verkregen door de transacties tussen patiënten/cliënten en 'een ander' te bekijken. TA legt uit dat een emotionele staat van iemand het gevolg is van een innerlijke dialoog tussen delen van het psyche. Zo ziet TA depressie als een 'vastzittende' dialoog tussen de innerlijke Ouder-egotoestand en de innerlijke Kind-egotoestand. In Berne's boek A layman’s guide to psychiatry and psychoanalysis (1957) waren al contouren van TA zichtbaar. Met zijn publicatie in het American Journal of Psychotherapy in 1958 werd Berne's TA theorie een permanent deel van de psychotherapeutische literatuur. Zijn eerste volledige boek Transactional Analysis in Psychotherapy verscheen in 1961. Belangrijke therapeuten die Berne's ideeën verder uitwerkten en opvolgden waren onder anderen Claude Steiner, Fanita English en Thomas Harris (zie ook hieronder bij de bronnen). In de jaren '70 kreeg TA de naam een 'pop-psychologie' te zijn, een populaire versie van psychologie die te weinig gefundeerd was op wetenschappelijk onderzoek. Eind jaren '90 en begin 21ste eeuw kwamen meerdere nieuwe ontwikkelingen en denkrichtingen binnen de TA. De diverse 'scholen' binnen de TA zien er nu als volgt uit: de klassieke school (in ontwikkeling sinds de jaren '50 vorige eeuw; begrippen als ego-toestanden, script, dramadriehoek, etc; o.a. werk van Eric Berne, Claude Steiner, Stephen Karpman, Taibi Kahler) de redecision school (in ontwikkeling sinds de jaren '70; het vermogen tot herbesluiten nemen; begrippen als injuncties; o.a. werk van Robert L. Goulding, Mary McClure-Goulding) de cathexis school (in ontwikkeling sinds de jaren '70; de stroom van energie; begrippen als miskenningen, contaminatie; o.a. werk van Eric Schiff, Ken Mellor, Jacqui Schiff) de co-creatieve school (in ontwikkeling sinds de jaren '90; gezamenlijk ontwikkelen; begrippen als Functional Fluency, Integrating Adult; o.a. werk van Keith Tudor, Graham Summers, Giles Barrow, Trudy Newton, Susannah Temple) Er is ook al jaren sprake van een relationele stroming binnen de TA, die door sommigen ook al als een volwassen school gezien wordt, maar door anderen als deel van de klassieke school beschouwd wordt. De IARTA is er als aparte organisatie voor opgericht. Er is ook de Developmental TA stroming, die zich meer uitsluitend richt op de ontwikkeling van mensen en minder op de therapie-aspecten: eveneens bijna een volwaardige school binnen de TA. Ook daarvoor bestaat een aparte organisatie, de IDTA. Wereldwijd zijn er professionele beoefenaars van TA. Internationaal overeengekomen certificeringen in TA-opleidingen: TA101, basisopleiding, CTA Certified Transactional Analyst, in een van de vier velden (hieronder benoemd), TSTA Teaching and Supervising Transactional Analyst, in een van de vier velden (en Provisional TSTA, P-TSTA, als stadium daarvoor), M.Sc. Master of Science in TA (bijvoorbeeld, in samenwerking: The Berne Institute UK & Middlesex University UK & TA Academie NL). De TA-theorie en -methoden vinden hun toepassing in een viertal velden, waarin internationaal onderzoekers, therapeuten, coaches en adviseurs TA onderzoeken en toepassen. Dezelfde vier velden worden in TA-opleidingen ook als specialisaties gezien, waarin men kan afstuderen: psychotherapie, counseling en coaching, onderwijs en educatie, organisatieadvies en organisatieverandering. Er zijn wereldwijd veel landelijke vakorganisaties die TA beroepsmatig uitdragen en ondersteunen. Belangrijke onderdelen van TA De TA kent drie uitgangspunten: Mensen zijn OK en altijd van waarde: ik ben OK, jij bent OK; Mensen hebben het vermogen om te denken; Mensen bepalen hun gedrag door middel van (deels onbewuste) besluiten, en die besluiten kunnen worden herzien. Alle concepten van de TA zijn ontwikkeld om mensen te helpen groeien in hun autonomie: groter bewustzijn, meer spontaniteit, grotere intimiteit, meer integriteit, ruimte voor zingeving, meer eigen verantwoordelijkheid nemen over zichzelf. Mensen besluiten zelf over zichzelf, de TA-beoefenaar begeleidt autonomiebevorderend. Ego-toestanden en transacties De TA onderscheidt drie egotoestanden die in elk persoon verenigd zijn: de Ouder, het Kind en de Volwassene. De egotoestanden zijn een model voor onze persoonlijkheid. Met behulp van dit model kunnen aspecten van de persoonlijkheid worden onderzocht, zoals de overtuigingen en ervaringen die de persoonlijkheid hebben gevormd en die gedachten, gevoelens en gedraging beïnvloeden. Ouder-egotoestand: deze egotoestand vullen we met het denken, voelen en gedrag dat we vroeger hebben aangeleerd en overgenomen van ouderfiguren die in ons leven belangrijk waren. Uit neurologisch onderzoek blijkt hoe we in onze hersenen daardoor neurologische schakelingen hebben gemaakt en andere hebben afgesloten. We "slijpen als het ware gebaande paden in". Dat leidt tot gedragspatronen. Volwassen-egotoestand: het denken, voelen en handelen op basis van wat er zich in het hier-en-nu afspeelt. Kind-egotoestand: deze egotoestand hebben we gevuld met al onze vroegere kinderlijke ervaringen. Ook dat is een manier waarop we in onze hersenen "gebaande paden inslijpen", en leidt eveneens tot gedragspatronen. Egotoestanden kunnen elkaar ook overlappen, en mensen kunnen soms niet in of uit een bepaalde egotoestand komen. Die (soms ook pathologische) situaties worden in de TA contaminatie respectievelijk uitsluiting genoemd en worden toegepast als model en behandelmethode om de client/patiënt, ook met pathologische verschijnselen, te helpen. Transacties zijn manieren waarop we met de ander communiceren, en hoe het gedrag het andere gedrag uitnodigt. Transacties zijn eenheden of fragmenten van een communicatiepatroon. Er is onderscheid tussen de rol van zender en die van ontvanger. De zender zegt iets (de stimulus), de ontvanger geeft daaraan betekenis én aan de andere communicatie van de zender (zoals lichaamstaal, intonatie, etc.). Die betekenis is merkbaar in de respons van de ontvanger. Een transactie is dus een wederzijdse communicatie, waarbij er tegelijkertijd sprake is van waarneembare feitelijke communicatie en parallel daaraan interactie op een onuitgesproken psychologisch niveau. Bijvoorbeeld: iets met een neutrale stem zeggen, maar met een duidelijk voelbare of zichtbare sarcastische bijbedoeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde complementaire transacties, gekruiste (of kruiselingse) transacties en transacties met bijbedoelingen. Complementaire transacties In complementaire transacties vullen mensen elkaar aan in hetzelfde patroon. De ander reageert terug op de wijze waarop de een hem uitnodigde. Bijvoorbeeld: een Kind-Kind transactie zoals aangegeven in het schematische voorbeeld. De praktische uitwerking daarvan kan de volgende korte dialoog zijn. De ene vraagt vanuit zijn Kind-egotoestand: "Wil je een snoepje?" en dan kan de ander vanuit zijn Kind-egotoestand reageren met: "Mmmmm, ik ben dol op snoep." In termen van egotoestanden: de reactie komt vanuit de egotoestand die ook geadresseerd werd. Zolang transacties complementair blijven, kan communicatie eindeloos doorgaan. Gekruiste (of kruiselingse) transacties In een gekruiste transactie reageert de ander anders dan van hem verwacht wordt. De egotoestand die de ene aanspreekt bij de ander, is een andere dan die van waaruit de ander reageert. Voorbeeld: Verzender vanuit Ouder-egotoestand, bijvoorbeeld moeder tegen kind: "Eet je bord leeg", daarmee de ander in zijn Kind-egotoestand aansprekend. Ontvanger echter vanuit Volwassen-egotoestand: "Ik ben inmiddels 18 jaar, volgens mij ben ik nu zelf in staat om dat te beslissen", en deze doet daarmee een appel op de Volwassen-egotoestand van de verzender vanuit zijn eigen Volwassen-egotoestand. Gekruiste transacties zijn dus een uitnodiging tot een ander transactiepatroon; er is een breuk in de communicatie en een van beide zal van egotoestand moeten veranderen om de communicatie te herstellen. Transacties met bijbedoelingen In deze transacties lijkt er op het oppervlakkige sociale niveau een transactie tussen twee egotoestanden te zijn, terwijl er eigenlijk op het dieperliggende psychologische niveau een transactie tussen twee andere egotoestanden is. Er zijn dan dus twee niveaus van communicatie. Voorbeeld, voortgaand op het vorige voorbeeld: de moeder reageert op de transactie van de zoon met "Jongen, je kunt toch niet zonder mij?". Dat is op sociaal niveau een transactie vanuit de Volwassen-egotoestand van de moeder naar de Volwassen-egotoestand van de zoon, maar op psychologisch niveau een transactie vanuit de Kind-egotoestand van de moeder naar de Ouder-egotoestand van de zoon. De boodschap op psychologisch niveau is bepalend voor de betekenis van de communicatie, en niet de boodschap op sociaal niveau. Contracten Het gebruik van specifieke contracten is zeer eigen aan de TA en dat komt direct voort uit de drie uitgangspunten van de TA zoals hierboven benoemd. Een contract in de TA betekenis is een expliciete wederzijdse verbintenis tot een goed omschreven begeleiding die leidt tot verandering, en is aangegaan vanuit de Volwassen egotoestand, met zichzelf en/of met de ander. Claude Steiner heeft vier vereisten opgesteld voor het maken van deugdelijke contracten in deze betekenis, en ook afgeleid van goede juridische contracten: Wederzijdse overeenstemming Redelijke tegenprestatie Wederzijdse competentie (voldoende professionele bekwaamheid bij de begeleider; voldoende fysieke en mentale vermogens bij de cliënt/patiënt om het contract te begrijpen en na te kunnen komen) Legaliteit en ethiek (passend binnen de wet, passend binnen de ethische beroepsregels van de begeleider) De meeste cliënten/patiënten komen met een probleem, het contract moet ervoor zorgen dat de focus niet daarop ligt maar op het doel van verandering. Het contract heeft een inhoudelijk deel en een relationeel deel. Er kan sprake van een driehoekscontract zijn, bijvoorbeeld: degene die betaalt, of die de inhoud bepaalt (in TA de Grote Macht genoemd), is een ander dan de cliënt/patiënt zelf. Dat roept specifieke aandacht op voor wat in de ene relatie thuishoort en wat in de andere twee relaties uit die driehoek. Er zijn vaak direct in het eerste contact al transacties met bijbedoelingen, als gevolg van de na te streven veranderingen en daarbij behorende verschuivende referentiekaders en/of onwil om te veranderen, bij zowel cliënt/patiënt als begeleider. Het sluiten van een goed contract leidt ertoe dat deze bijbedoelingen niet verborgen blijven, er geen verborgen contract ontstaat dus. Verborgen contracten zorgen ervoor dat het inhoudelijke contract niet gehaald wordt: Contracten kunnen te eenzijdig zijn (een verborgen contract waarbij slechts één partij verantwoordelijk is voor het slagen). Een contract kan een mislukkings-contract of vergiftigd contract zijn (een verborgen contract waarvan de strekking een Spel is, ofwel niet gaat waarover het echt moet gaan; zie ook hieronder onder Spel). Een contract kan een symbiosecontract zijn (een verborgen contract waarbij de relatie tussen begeleider en cliënt/patiënt belangrijker is dan het slagen van het inhoudelijke contract; bijvoorbeeld een begeleider die een vriend of vriendin begeleidt). Een contract kan een galgencontract zijn (een verborgen contract waarvan de strekking is dat het slagen van het inhoudelijke contract voor één of beide partijen meer nadelen dan voordelen oplevert). Er bestaan expliciete non-contracten, die zijn gericht op iets niet doen. Bijvoorbeeld: geen grens-overschrijdende fysieke agressie. Een goed contract is een contract waarbij voor beide partijen geldt dat alle drie de egotoestanden er volmondig ja tegen kunnen zeggen. Vanuit de Ouder-egotoestand gaat dat over ja dat is goed voor mij, vanuit de Kind-egotoestand over ja ik heb er zin in, vanuit de Volwassen-egotoestand over ja dit kan ik nu aan. Script, drivers en stoppers De wijze waarop de egotoestanden zich 'gevuld' hebben met beelden en ervaringen wisselt per persoon. De ervaringen van de een zijn niet die van de ander. De wijze waarop we onszelf gedrag aanleren en ons ontwikkelen is dus ook anders. In de TA noemen we dat scriptontwikkeling. Het belang van scriptanalyse is dat dat het ons een manier verschaft om te begrijpen waarom mensen zich gedragen zoals ze doen. Dat is belangrijk als we onderzoeken of begeleiden in situaties waarin mensen gedrag vertonen dat lastig, niet effectief, of zelfs pijnlijk of zelfvernietigend lijkt te zijn. Een opgroeiend kind probeert met zichzelf en de wereld om hem heen om te gaan en die hanteerbaar te maken, grotendeels onbewust. Het bouwt onbewust boodschappen in bij zichzelf, de stoppers (ook wel injuncties genoemd) die een gevolg zijn van het gedrag van ouders en belangrijke Ouderfiguren. Die boodschappen kunnen volgen uit thema's waarmee de ouders zelf nog niet klaar zijn, of het gevolg zijn van emotioneel moeilijke omstandigheden waarin voor het kind onvoldoende emotionele ruimte was. Het kind bouwt stoppers onbewust in als een soort verboden die het meent gekregen te hebben, of letterlijk krijgt. Voorbeeld: een vader overlijdt als zijn zoon vier jaar is, en vanaf dat moment krijgt hij subtiel en vaak ook openlijk te horen "jij bent nu de man in huis". De stopper die hij inbouwt heet Wees geen kind. Op soortgelijk wijze kunnen ook de Ouderfiguren (lees: de directie) in een organisatie de medewerkers dat gevoel geven. Voorbeeld: bij de politie en gerechtelijke instellingen in functie mag er vaak geen plezier zijn. Ze moeten de oppassende Ouder zijn, dat is hun rol. Dezelfde stopper Wees geen kind speelt daar dus een belangrijke rol in de cultuur. Om goed met die stoppers om te kunnen gaan ontwikkelt het kind gedrag wat dan wél de goedkeuring van de ouderfiguren krijgt. Dat gedrag wordt in de TA uitgedrukt in drivers: Wees sterk Doe je best Wees perfect Doe genoegen Maak voort Elk van deze drivers houdt voorwaardelijk gedrag in: "ik ben alleen OK, als ik sterk ben / voortmaak / mijn best doe / etc..". De driver voorkomt dat het kind de pijn van de stopper voelt, de drivers zijn een soort van ontsnappingsclausule. Er zijn auteurs en onderzoekers die nog andere drivers onderkennen: Wees de beste en Grijp alles worden in de TA-literatuur ook genoemd. Het geheel van drivers en stoppers van een persoon (of van een organisatie) en het proces van schakelen daartussen, wordt in de TA het script genoemd. Het script wordt gedurende de verdere levensloop steeds aangepast, maar de kern en uitgangspunten ervan worden al in de vroege jeugd vastgelegd. Eenmaal volwassen is men zich deels bewust maar vooral ook grotendeels onbewust van zijn eigen script. De TA gaat ervan uit dat de mens steeds weer opnieuw zijn eigen scriptstrategieën toepast, ook als die niet effectief zijn, en zelfs als die tot pijn of mislukking leiden. Kenmerkend voor scriptprocessen is dat ze cirkelvormige processen zijn: een ervaring leidt tot een besluit (waarin de stopper een rol speelt) en vervolgens in een gedrag (waarin de driver een rol speelt). De omgeving en/of de Ouderfiguren laten merken dat dat gedrag OK is, en dat bevestigt daarmee iemand's combinatie van stopper en driver - de cirkel is rond. Scripts kennen een inhoud en een proces. Op inhoud werden door Berne drie soorten scripts onderscheiden: de winnende, de verliezende en de niet-winnende. Mensen hebben in hun leven vaak meerdere soorten scripts tegelijk, bijvoorbeeld voor verschillende omstandigheden en relaties. Groei ontstaat doordat mensen leren hoe ze zichzelf in hun script vasthouden, om vervolgens heel helder te kunnen besluiten om ander gedrag in te zetten. Strooks Een strook is een 'eenheid' van aandacht. De Engelse term "stroke" waarvan de naam is afgeleid, heeft twee betekenissen: "liefkozing" maar ook "slag". Deze dubbele betekenis wordt gebruikt in de TA om de positieve zowel als negatieve uitwerking van een strook te duiden. Een strook is een specifieke transactie (of onderdeel daarvan) in de TA-zin van het woord. De achtergrond van het gebruik van het begrip strook is, dat mensen vanaf hun geboorte behoefte hebben aan aandacht. De mens heeft behoefte aan fysieke, mentale en emotionele stimulans om te kunnen groeien. En als dat niet kan worden verkregen door positieve strooks (compliment, aanmoediging, liefkozing), dan zal men aan die behoefte proberen tegemoet te komen door te gaan zoeken naar negatieve strooks (zoals boosheid, vernedering, klap). Een mens prefereert negatieve strooks altijd nog boven helemaal geen strooks. Een kind test allerlei verschillende soorten gedrag en strategieën uit, die strooks en daarmee behoeftebevrediging kunnen opleveren. Een strook kan worden beleefd als positief (fijn om te krijgen) of als negatief (pijnlijk om te krijgen). Strooks kunnen voorwaardelijk zijn (aandacht voor je gedrag, voor wat je doet) of onvoorwaardelijk (aandacht voor wie je bent, voor jou als mens). Strooks kunnen verbaal zijn of niet-verbaal. Doordat mensen in hun leven door hun gedrag aan specifieke strooks gewend zijn geraakt, ontwikkelen ze ook een strook-filter. Dat leidt ertoe, dat we specifieke strooks niet zien of horen, niet werkelijk ontvangen, en/of niet geven. De Vijf cultuurregels van Claude Steiner laten zien hoe in onze cultuur het omgaan met strooks er in het algemeen uit is gaan zien, grotendeels aangeleerd door onze (voor)ouders en hoe die omgingen met strooks. De strookhuishouding van Steiner benoemt de ‘symptomen’, en het tegendeel ervan is dus gewenst: Geef geen strooks ("wat hij deed hoorde bij zijn werk, ik zeg er niks van") Accepteer geen strooks ("Het was normaal wat ik deed, zou ieder mens gedaan hebben") Vraag geen strooks ("ik ga niet zelf om een complimentje vissen") Geef jezelf geen strooks ("Ik geef mezelf geen schouderklopjes") Weiger geen strooks ("als de baas zegt dat ik het verkeerd deed, zal hij wel gelijk hebben") Rackets Emoties kunnen zijn: bang, bedroefd, blij of boos, of mengvormen daarvan. Kenmerkend voor een authentiek karakter is dat de emotie klopt met de omstandigheid. Er zijn ook emoties die niet lijken te kloppen met de omstandigheid. Voorbeeld: iemand glimlacht in een omstandigheid die boosheid zou rechtvaardigen, maar de persoon heeft vroeger thuis nooit ruzies meegemaakt, dus hij heeft geleerd alles met een glimlach tegemoet te treden. Die gevoelens worden racket-gevoelens genoemd. De term stamt van het Engelstalige racket, wat letterlijk betekent: het geld wat je betaalt voor bescherming. Racket-gevoelens, -gedachten en/of -gedrag worden gebruikt om "niet-toegestane" gevoelens, gedachten en gedrag te verhullen, te beschermen. De behoefte aan deze "niet-toegestane" gevoelens, gedachten en gedrag is door ervaringen in de jeugd ontstaan en vastgelegd in het script. Het doel van de racket is niet om een probleem op te lossen, maar om onbewust interne en externe rechtvaardiging en bescherming te vinden voor de "niet-toegestane" gevoelens, en daarmee ook het script te herbevestigen. Een voorbeeld van een racket is iemand die zegt: "Waarom doen aardige mensen mij uiteindelijk altijd pijn!". De racket van deze persoon is een scriptstrategie die als doel heeft om aan te tonen en te concluderen dat "de mensen je uiteindelijk altijd zullen laten vallen". Om dit te bereiken vertoont de betreffende persoon vaak onbewust gedrag wat automatisch zal leiden tot de gewenste bevestiging, ondanks de tentoongespreide protesten en gekwetste gevoelens. Een achterliggende bedoeling kan daarbij bijvoorbeeld zijn om aan te tonen, dat het altijd de schuld van de ander is. In begeleiding gaat het er dus ook altijd om, om te werken met authentieke gevoelens, gedachten en behoeften, zoals die liggen achter de racket-gevoelens, -gedachten en/of -gedrag. Een gevleugelde TA-uitspraak is dan ook: never stroke a racket. Spel Eric Berne introduceerde in zijn boek Mens erger je niet (zie de literatuurlijst onderaan) het Spel. Binnen de TA wordt Spel gedefinieerd als een serie transacties met bijbedoelingen en een voorspelbare uitkomst. Deze uitkomst wordt de payoff genoemd en kan als doel hebben: het verkrijgen van aandacht, sympathie, genoegdoening, ontlading, wraak, of andere emoties die het script bevestigen. Zoals ook al besproken onder Script en onder Rackets hebben mensen scriptprocessen vanbinnen ter zelfbescherming, en in hun gedrag in Spelen uiten die zich in de interactie met anderen: in een Spel leef ik mijn script uit. De dramadriehoek, zie onder, is de vormgeving van een onderliggend patroon in alle Spelen. Voorbeelden: "waarom moet mij dit nu weer overkomen?" "nu heb ik je te pakken", mensen die anderen te grazen nemen; bijvoorbeeld: veel soorten haantjes gedrag, rücksichtloze zakelijke winst ten koste van een ander, juridisch steekspel met alle denkbare modder over de ander. "het is zo druk", mensen die willen laten geloven dat ze geleefd worden en daar niets aan kunnen doen. Eric Berne beschrijft een flink aantal Spelen, waarbij hij binnen de verschillende soorten Spelen steeds zeer vergelijkbare structuren waarneemt. Hij maakt daarbij een onderverdeling naar de schadelijkheid en het geaccepteerd zijn van het Spel: Eerstegraadsspel: is verwarrend binnen de sociale omgeving, en redelijk alledaags; in elke privé- en werk-relatie vind je ze. Tweedegraadsspel: heeft grote sociale gevolgen die vaak onomkeerbaar zijn; verlies van een baan, ontslag, einde van een relatie. Derdegraadsspel: heeft zeer grote psychische of lichamelijke schade en eindigt ofwel in de gevangenis, ofwel in een gesticht ofwel op het kerkhof. Dramadriehoek De dramadriehoek (in het Engels Karpman drama triangle, vernoemd naar de bedenker ervan) is misschien wel het meest bekende begrip afkomstig uit de TA. De dramadriehoek is de vormgeving van een onderliggend patroon in elk Spel (zie hierboven). De dramadriehoek is een instrument om specifieke blokkades en patronen in onderlinge communicatie op te sporen. Kenmerkend zijn situaties waarin je het gevoel hebt niet verder te komen, geen blijvende afspraken te kunnen maken. Zolang mensen transacties met bijbedoelingen hebben, gebeurt er niets wat werkelijk effectief is. De dramadriehoek kent drie rollen: de Aanklager, de Redder en het Slachtoffer. Het is een model dat begrijpelijk maakt hoe bijvoorbeeld discussies of meningsverschillen gebaseerd zijn op onbegrip van zowel elkaar als op onbegrip van eigen, onbewust en verdrongen gedrag. De rollen zijn: Aanklager: beschouwt anderen als minderwaardig, is kleinerend, miskent de waarde van de ander; Redder: beschouwt anderen als minderwaardig, helpt ongevraagd want "weet het beter", miskent de capaciteiten van de ander; Slachtoffer: beschouwt zichzelf als minderwaardig, stuurt erop aan dat de ander het voor hem oplost, miskent zijn eigen mogelijkheden. De dramadriehoek rollen roepen elkaar op. Aanklager-gedrag roept Slachtoffer-gedrag op. Net als bij elk Spel, is het van belang dat de Spelers in de dramadriehoek hun onderliggende meer authentieke gevoelens en behoeften leren onderkennen, waardoor ze "uit het drama" kunnen stappen. Voorbeeld: vrouw roept "je bent alweer zo laat thuis", een Aanklager-rol. Man reageert met "mijn werk is druk", een Slachtoffer-rol. Zolang ze in dit patroon bijven zitten, komen er nooit werkende beklijvende afspraken. Zij heeft het nodig om te leren zeggen dat ze behoefte aan zijn aanwezigheid heeft, hij heeft het nodig om te leren en te zeggen dat hij zelf zijn werk en privé tijd in eigen hand kan nemen. Voorbeeld: veel gedrag in de rechtszaal of in de boardroom is Aanklager's gedrag, het is vaak (onuitgesproken) de bedoeling om de ander klein te krijgen (Slachtoffer te maken) en de discussie aldus te winnen. Iemand laat zich dan vaak niet in een Slachtoffer rol duwen, en kiest dan vaak zelf ook voor een Aanklager rol naar de ander. Veel verbaal geweld dan dus, wat tot niets leidt zolang niet een van beiden uit de Aanklager rol stapt. Met name wordt de dramadriehoek gebruikt door therapeuten, counselors, coaches, adviseurs en bemiddelaars omdat het onbewuste beweegredenen bewust kan maken. Het maakt verborgen communicatie zichtbaar en begrijpelijk. Organisaties Er is een groot aantal verenigingen en wetenschappelijke werkverbanden in de TA. In Nederland bestaat sinds 1973 de NVTA, de Nederlandse Vereniging voor TA, en in België sinds 1978 de VITA, het Vlaams Instituut voor TA. De internationale vereniging voor TA is in Europa de EATA The European Association for Transactional Analysis, en wereldwijd is dat de ITAA International Transactional Analysis Association, opgericht in 1965. Voor de relationele stromingen binnen de TA bestaat de IARTA als internationale vereniging, The International Association of Relational Transactional Analysis. In Azië werd in 2006 de SAATA opgericht, de South Asian Association of Transactional Analysts. Kritiek en controverse Critici zoals Patrick Vermeren beschouwen Transactionele Analyse als onwetenschappelijk door gebrek aan wetenschappelijk onderzoek en stellen dat TA geen erkende therapie is. Een ander punt van kritiek is dat Eric Berne, net als Freud, eerder een schrijver was dan een onderzoeker. In reactie wijzen tegencritici op onderzoeken (dissertaties) zoals die van de psychiater Thunnissen of de psycholoog Horn, op de erkenning van TA door de Nederlandse Associatie voor Psychotherapie en de European Association for Psychotherapy, naar een topklinische ggz-instelling als De Viersprong waar TA een groepsbehandeling is en het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen. Historische controverse: Jacqui Schiff. In de jaren zeventig beweerde de Amerikaanse transactioneel analyst Jacqui Schiff schizofrenen te genezen door 'heropvoeding' of reparenting. In 1974 ontving zij de Eric Berne Scientific Memorial Award van de ITAA. In 1978 werd zij geroyeerd uit de ITAA na de dood van een patiënt in 1972 die was mishandeld, wat neerkwam op foltering. De methoden van Jacqui Schiff werden aan de kaak gesteld door Patricia Crossman, een andere Amerikaanse transactioneel analyst, in een artikel op de website SkepticRaport. Jacqui Schiff wordt soms nog door sommigen verdedigd, maar de totalitaire inslag van haar methoden en haar theorieën over 'reparenting' zijn duidelijke aangetoond door Alan Jacobs, een transactionaal analist die in 1996 de Eric Berne Memorial Award van de ITAA ontving. Externe links Verenigingen NVTA: de Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse, tijdschrift TA Magazine VITA: Vlaams Instituut voor Transactionele Analyse, tijdschrift TA Magazine EATA: The European Association for Transactional Analysis ITAA: The International Transactional Analysis Association, nieuwsbrief Script IARTA: The International Association of Relational Transactional Analysis IDTA: Institute of Developmental Transactional Analysis SAATA: South Asian Association of Transactional Analysts Publicaties, wetenschap en onderzoek IJTARP: The International Journal of Transactional Analysis Research and Practice; publicaties, artikelen en archief van publicaties TAJ: The Transactional Analysis Journal; publicaties, artikelen en archief van publicaties TA magazine: Het Nederlandstalige TA-Magazine, uitgegeven door NVTA en VITA samen; publicaties en archief TA literatuur: overzicht van Nederlandstalige TA-literatuur EATA TA database: Een internationale database van TA-onderzoekers ITAA wereldwijde research instruments database: enkele voorbeelden van recente wetenschappelijke onderzoekingen, gevalideerde en gereproduceerde wetenschappelijke tests van concepten, methoden en aannames uit de TA Conflict Gesprekstechniek Psychotherapie Sociologie Pseudowetenschap Psychologie Communicatie Kind Onderwijs Sociale wetenschap
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde complementaire transacties, gekruiste (of kruiselingse) transacties en transacties met bijbedoelingen. Complementaire transacties In complementaire transacties vullen mensen elkaar aan in hetzelfde patroon. De ander reageert terug op de wijze waarop de een hem uitnodigde. Bijvoorbeeld: een Kind-Kind transactie zoals aangegeven in het schematische voorbeeld. De praktische uitwerking daarvan kan de volgende korte dialoog zijn. De ene vraagt vanuit zijn Kind-egotoestand: "Wil je een snoepje?" en dan kan de ander vanuit zijn Kind-egotoestand reageren met: "Mmmmm, ik ben dol op snoep." In termen van egotoestanden: de reactie komt vanuit de egotoestand die ook geadresseerd werd. Zolang transacties complementair blijven, kan communicatie eindeloos doorgaan. Gekruiste (of kruiselingse) transacties In een gekruiste transactie reageert de ander anders dan van hem verwacht wordt. De egotoestand die de ene aanspreekt bij de ander, is een andere dan die van waaruit de ander reageert. Voorbeeld: Verzender vanuit Ouder-egotoestand, bijvoorbeeld moeder tegen kind: "Eet je bord leeg", daarmee de ander in zijn Kind-egotoestand aansprekend. Ontvanger echter vanuit Volwassen-egotoestand: "Ik ben inmiddels 18 jaar, volgens mij ben ik nu zelf in staat om dat te beslissen", en deze doet daarmee een appel op de Volwassen-egotoestand van de verzender vanuit zijn eigen Volwassen-egotoestand. Gekruiste transacties zijn dus een uitnodiging tot een ander transactiepatroon; er is een breuk in de communicatie en een van beide zal van egotoestand moeten veranderen om de communicatie te herstellen. Transacties met bijbedoelingen In deze transacties lijkt er op het oppervlakkige sociale niveau een transactie tussen twee egotoestanden te zijn, terwijl er eigenlijk op het dieperliggende psychologische niveau een transactie tussen twee andere egotoestanden is. Er zijn dan dus twee niveaus van communicatie. Voorbeeld, voortgaand op het vorige voorbeeld: de moeder reageert op de transactie van de zoon met "Jongen, je kunt toch niet zonder mij?". Dat is op sociaal niveau een transactie vanuit de Volwassen-egotoestand van de moeder naar de Volwassen-egotoestand van de zoon, maar op psychologisch niveau een transactie vanuit de Kind-egotoestand van de moeder naar de Ouder-egotoestand van de zoon. De boodschap op psychologisch niveau is bepalend voor de betekenis van de communicatie, en niet de boodschap op sociaal niveau.
1
commentaaractie, reactie, onderwerp
4,799
InvestmentOrDeposit
307255
https://nl.wikipedia.org/wiki/La%20Place
La Place
La Place is een Nederlandse keten van eet- en drinkgelegenheden. Het heeft meer dan 80 vestigingen in Nederland, maar is tevens gevestigd in Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Spanje, Denemarken, Indonesië en de Verenigde Staten. Het merendeel wordt geëxploiteerd door franchisenemers. La Place was jarenlang eigendom van de V&D Group Holding, totdat deze op 31 december 2015 failliet werd verklaard. Destijds telde La Place meer dan 250 vestigingen en werkten er ongeveer 5200 personen. Een belangrijk deel van La Place B.V. werd verkocht aan de Jumbo Groep Holding, inclusief het hoofdkantoor, de merknaam en 61 "losse" vestigingen. Deze onderdelen werden ondergebracht in een nieuwe organisatie: La Place Food B.V. Op 4 januari 2021 werd bekend dat Jumbo de exploitatie van een groot aantal La Place-vestigingen per 1 april 2021 over zou dragen aan de Vermaat Groep. Vermaat neemt de medewerkers, activa en exploitatie van 44 vestigingen over, terwijl Jumbo eigenaar blijft van het La Place-merk, zes eigen restaurants, vier stationslocaties en de (inter)nationale franchiserelaties. Ook zal Jumbo zich verder focussen op de uitbreidingsplannen van de gemaksformule La Place Express en de uitrol van La Place-producten binnen Jumbo Supermarkten. Begin juli 2021 maakte Jumbo-topman Frits van Eerd bekend dat La Place binnen enkele jaren honderden extra vestigingen zou krijgen in binnen- en buitenland. Geschiedenis Ontstaan Het eerste restaurant werd op 17 september 1987 geopend in het filiaal van de V&D in Utrecht. La Place begon met het serveren van "Franse broodjes". Toen de concurrentie dat ook ging doen, werd overgestapt op focaccia. La Place serveerde al in de jaren tachtig verse sinaasappelsap, maar de meeste klanten geloofden dat niet. Daarop werd in het zicht van de kopers het sap geperst, waaruit de uiteindelijk formule is voortgekomen om al het eten en drank in het zicht van de klant klaar te maken. Groei Op 25 oktober 2007 werd er in Antwerpen de eerste Belgische vestiging van La Place geopend. In maart 2010 volgde een tweede in het nieuwe winkelcentrum K in Kortrijk, maar deze werd in maart 2014 weer gesloten. Op 2 januari 2016 werd ook de vestiging in Antwerpen gesloten, waardoor er geen Belgische vestigingen meer waren. Een aantal stationsrestauraties werden ook onder de naam La Place geëxploiteerd, als onderdeel van Servex. De restaurants werden geen succes en werden binnen enkele jaren weer gesloten. In september en november van 2013 werden er twee La Place-vestigingen geopend in Duitsland, in Zweibrücken en in Metzingen. Een jaar later, op 23 mei 2014, werd er op Bali een nieuwe vestiging geopend – de eerste buiten Europa. De vestiging bevond zich op de Luchthaven Ngurah Rai. Op 1 juli 2014 werd een tweede vestiging geopend op dezelfde luchthaven. Op 4 augustus 2014 werd er een vestiging geopend in het kantoor van Google in New York dat plaats bood aan 1600 gasten. La Place werkte hiervoor samen met Restaurant Associates, een cateringsbedrijf van Google. In 2015 werd besloten dat La Place een eigen collectie servies en kookgerei zou krijgen. Anno 2015 had La Place 55 vestigingen in V&D-warenhuizen. Daarnaast waren er vestigingen in winkelcentra, op treinstations, op luchthavens en langs snelwegen. La Place werd in 2015 bezocht door ruim 35 miljoen klanten. Op 21 december 2015 nam horeca-exploitant HMSHost de drie La Place Express vestigingen op Nederlandse treinstations voor vijf jaar op franchisebasis over van de Nederlandse Spoorwegen. Ook het personeel ging over van de NS naar HMSHost. Het bedrijf gokte op een omzet van drie miljoen euro per jaar. Overname Na de overname in 2016 van het failliete La Place door de Jumbo Groep Holding was de nieuwe eigenaar in gesprek met de curatoren om een deel van de zestig inpandige vestigingen in de V&D-filialen over te nemen. Dit mislukte, maar uiteindelijk werden op 30 april 2016 de La Place Express en het La Place Bakkerij Café in het voormalige V&D-pand in Arnhem heropend. Hetzelfde gebeurde op 10 juni 2016 met het La Place Restaurant in het voormalige V&D-pand aan het Rokin in Amsterdam. Ook in Groningen werd het restaurant verbouwd en heropend. In 2016 bezochten zo'n vijftien miljoen klanten een van de La Place-filialen. In januari 2017 werden alle achttien AC-restaurants overgenomen van GR8 Investments. In april van dat jaar opende La Place een vestiging in Graz, het eerste filiaal in Oostenrijk. Het werd gevestigd op de derde verdieping van een warenhuis in sportartikelen in het centrum van de historische binnenstad. Later dat jaar, in september, werden filialen geopend in de Hudson's Bay vestigingen in Rotterdam, Den Haag, Maastricht, Leiden, Almere, Breda, Den Bosch, Tilburg en Zwolle. In maart en april 2018 werden vestigingen geopend in Haarlem, Amersfoort en Enschede. Later keerde La Place terug in Heerlen en vestigde zich in warenhuis Berden. Ook werd de vestiging in het voormalige V&D-pand in Hellevoetsluis heropend. Formules La Place is begonnen als een keten van eetgelegenheden van de in Nederland gevestigde warenhuisketen V&D. De bedenker van het format en oprichter van La Place B.V. is Paul Bringmann. La Place werkt zonder een afgezonderde keuken en bereidt verse producten gedeeltelijk met biologische ingrediënten. De keten werkt voor verswaren zonder voorraad. De producten worden dagelijks vers aangeleverd. Het concern tracht duurzaam te werken door bijvoorbeeld de koffiedrab te laten hergebruiken voor de teelt van oesterzwammen. La Place-restaurants La Place-restaurants waren te vinden in V&D-warenhuizen, ook zijn ze er langs autosnelwegen en op andere plekken met een drukke verkeersstroom. Het zijn zogeheten selfservice restaurants, waar de klant iets uitkiest en ter plekke betaalt voordat hij of zij gaat zitten. In tegenstelling tot andere selfservice restaurants is de ruimte ingedeeld als een markt waarin de gast zich kan bewegen tussen de buffetten en zodoende de producten kan pakken. Het eet- en drinkgedeelte is ingericht in verschillende stijlen met stoelen, banken en lange leestafels. De restaurants hebben minimaal een vloeroppervlakte van 500 m². Eind 2020 werd het concept van La Place aangepast. Dit vernieuwde concept werd geïntroduceerd in Laren en verzorgingsplaats De Lucht aan de A2 en zou worden uitgebreid naar alle filialen die aan renovatie toe waren. De omgeving kreeg lichtere en frisse kleuren en koffie ging een centrale plaats innemen. Werd de koffie eerst nog met volautomaten bij de kassa ingeschonken, nu werd de koffie in halfautomaten geserveerd en werden er barista's aangetrokken. Ontbijt zou de hele dag geserveerd worden en klanten kregen de mogelijkheid om een voorgesorteerd deli-assortiment mee te nemen. La Place-cafés La Place-cafés bevonden zich meestal op de begane grond van V&D-warenhuizen. Ze zijn een kleinere versie van de La Place-restaurants, met een vloeroppervlakte van 150 tot 300 m². La Place Express La Place Express werkt met een afhaalconcept. Klanten kunnen er sandwiches, vruchtensappen en koffie laten klaarmaken. De vestigingen zijn te vinden op plekken waar zich veel voetgangers bevinden, zoals winkelcentra, winkelstraten, vertrek- en aankomstplekken voor reizigers en stadspleinen. Eind 2015 was de vestiging op Schiphol het drukste. De vloeroppervlakte is 30 tot 150 m². De formule is bedoeld voor franchisers. Eigenaar V&D Group Holding B.V. bestond uit V&D B.V. en La Place B.V. Op 31 december 2015 werden alle drie de vennootschappen failliet verklaard. Sinds 2010 was de investeringsmaatschappij Sun Capital Partners via dochter Sun European Partners enig aandeelhouder van V&D Group Holding B.V. Op 26 januari 2016 werd bekend dat Jumbo Groep Holding een belangrijk deel van La Place B.V. zou overnemen: het hoofdkantoor, de merknaam, de "losse" vestigingen en de inventaris van de restaurants in V&D-filialen. Jumbo betaalde in totaal 48 miljoen euro: 7 miljoen voor inventaris, 1 miljoen voor voorraad, 30 miljoen voor intellectueel eigendom en 10 miljoen voor goodwill. Bedrijfsresultaten De omzet van La Place BV in 2014 bedroeg 230 miljoen euro, een stijging van 2,2% - ofwel 5 miljoen euro - tegenover een jaar eerder. La Place BV maakte in 2014 een winst van 4,7 miljoen euro. In de eerste elf maanden van 2015 was dat 1,4 miljoen euro. Keurmerk La Place was de eerste keten met het Beter Leven-keurmerk van de Nederlandse dierenbescherming. Externe link Officiële website Maxeda Restaurantketen Vroom & Dreesmann
Eigenaar V&D Group Holding B.V. bestond uit V&D B.V. en La Place B.V. Op 31 december 2015 werden alle drie de vennootschappen failliet verklaard. Sinds 2010 was de investeringsmaatschappij Sun Capital Partners via dochter Sun European Partners enig aandeelhouder van V&D Group Holding B.V.
1
investering, deposito, financieel product
7,051
EatAction
92157
https://nl.wikipedia.org/wiki/Slangen
Slangen
Slangen (Serpentes) zijn een groep van aan hagedissen verwante reptielen die behoren tot de orde schubreptielen (Squamata). Alle soorten worden gekenmerkt door een naar verhouding zeer lang en dun lichaam en het ontbreken van ledematen. Slangen zijn duidelijk te onderscheiden van alle andere dieren en de meeste andere reptielen als krokodilachtigen, schildpadden en brughagedissen. Met sommige groepen van hagedissen is het onderscheid echter niet zo duidelijk. Er zijn ongeveer 3950 verschillende soorten slangen beschreven, waarvan ongeveer 15% giftig is. Slangen bewegen zich altijd voort op de buik en de huid is geheel bedekt met schubben. Andere typische kenmerken zijn het ontbreken van beweegbare oogleden en de aangepaste gepaarde organen als de longen en de nieren. Slangen komen vrijwel wereldwijd voor en de verschillende soorten leven in uiteenlopende habitats. Omdat ze koudbloedig zijn, leven de meeste soorten in warmere streken. Een aantal soorten is aangepast aan het leven in extreem droge omgevingen, zoals woestijnen. Er zijn echter ook slangen die ondergronds leven en veel graven of juist sterk zijn aangepast aan een leven in waterige milieus zoals rivieren, meren en zelfs in de zee. Slangen zijn door hun lang onbegrepen levenswijze en gedrag en hun vermeende, maar vaak overschatte giftigheid een symbool van het kwaad. In de Bijbel duikt de slang op als een vertegenwoordiger van de duivel in het verhaal van Adam en Eva. Er is inmiddels veel bekend over de levenswijze, de taxonomie en de voortplanting van slangen. Slangen werden ooit als zustergroep van de hagedissen beschouwd, maar inmiddels is bekend dat slangen evolutionair gezien zijn ontstaan uit een groep van hagedissen. Naam De wetenschappelijke naam Serpentes werd voor het eerst gebruikt voor de groep van slangen door Carl Linnaeus in 1758 in de tiende editie van Systema naturae. De Latijnse term Serpentes betekent kruipenden. Dat geldt ook voor de Griekse naam Ophis (ὄφις). Beide woorden duiken op in afgeleide termen zoals serpent, een scheldwoord voor een verachtelijk iemand en ophifaag als aanduiding van slangeneter. Angst voor slangen heet ofidiofobie. Sommige dieren zijn om uiteenlopende redenen naar slangen vernoemd. Enkele hebben een zeer lange, slangachtige nek, zoals de families van de slangenhalsschildpadden (Chelidae) en de slangenhalsvogels (Anhingidae). De slangenkopvissen (familie Channidae) hebben een langwerpig lichaam en een kop die doet denken aan slangen. De slangenarend dankt zijn naam aan het menu dat voornamelijk uit slangen bestaat. Verspreiding en habitat Slangen hebben zich over de gehele wereld verspreid, met uitzondering van enkele geïsoleerde gebieden. Dit zijn vooral eilanden als Ierland, IJsland en een aantal eilanden in de Grote Oceaan. Ook komen geen slangen voor op het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika, op Antarctica en in uiterst noordelijk Europa en Azië en noordelijk Noord-Amerika, dicht bij de Noordpool. Slangen hebben zich aangepast aan de meest uiteenlopende omgevingen. Er zijn soorten die ondergronds leven, op de bodem, in bomen en zelfs in het water, zowel in zoet water (Agkistrodon, Natrix) als in zee (zeeslangen). Zeeslangen leven in de Grote Oceaan en de Indische Oceaan, ze ontbreken in de Noordelijke IJszee, de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Zeeslangen zijn pas ontstaan en verspreid nadat de landrug tussen Noord-Amerika en Zuid-Amerika drie miljoen jaar geleden ontstond. Ze kunnen niet van de Grote Oceaan langs Kaap Hoorn of van de Indische Oceaan langs Kaap de Goede Hoop, doordat het water te koud is. Ze kunnen niet langs de Rode Zee doordat die te zout is en niet langs het Panamakanaal doordat dat zoet water bevat. De meeste zeeslangen leven langs de kust in ondiep water, slechts enkele soorten hebben een groot verspreidingsgebied; een voorbeeld is de samengedrukte zeeslang (Pelamis platura). Niet alleen de strikt in water levende soorten, maar vrijwel alle slangen, kunnen uitstekend zwemmen en klimmen. De meeste slangen leven in begroeide gebieden, zoals bossen, maar ook op meer open plaatsen als bergstreken en steppen. In tropische bossen komen meer boombewonende slangen voor, die overdag rusten in bomen en 's nachts op jacht gaan. In kale gebieden, zoals woestijnen, leven slangen in de grond en graven zich vaak in. In Europa In Europa komen 38 soorten slangen voor, waarvan één boa en één wormslang. De toornslangachtigen zijn het ruimst vertegenwoordigd met 24 soorten die niet giftig zijn. Ten slotte leven er 12 soorten adders, de enige giftige slangen die in Europa voorkomen. Deze leven met name in het zuiden. Zie de lijst van slangen in Europa voor alle Europese soorten. In het Nederlandse taalgebied In Suriname komen 74 soorten slangen voor waarvan elf giftige soorten die behoren tot de adders en de koraalslangen. Op de Nederlandse Antillen leven acht soorten, waarvan twee giftig zijn. In Nederland en België ten slotte komen drie soorten voor: de adder (Vipera berus), de ringslang (Natrix natrix) en de gladde slang (Coronella austriaca). Van deze drie soorten is alleen de beet van de adder gevaarlijk; in de praktijk komt een adderbeet echter zelden voor. Kenmerken Slangen hebben een vrij uniforme lichaamsbouw maar uiteenlopende specifieke kenmerken zoals breedte en lengte van het lichaam of kleur van de huid. De zintuiglijke waarneming is sterk gespecialiseerd en wijkt af van die van de meeste dieren. De schubbenstructuur is een belangrijk determinatiekenmerk. Slangen worden voornamelijk ingedeeld in groepen aan de hand van de bouw van de schedel en met name de vorm en positie van de (gif)tanden. Bouw en anatomie Slangen hebben altijd dezelfde lichaamvormen, maar verschillen wel iets in de bouw. Met name de grootte wisselt: sommige soorten blijven rond de 15 centimeter, maar er zijn ook slangen die meer dan 9 meter kunnen worden. Daarnaast zijn er zowel relatief zeer lange en dunne slangen als slangen die niet zo lang worden maar zo dik zijn als een vuist. De dwarsdoorsnede varieert van rond tot ovaal of driehoekig. In water levende slangen hebben soms een kiel op de rug. Slangen hebben een langwerpig lichaam en vaak wordt verondersteld dat ze een lange staart hebben. In werkelijkheid klopt dit niet: de meeste soorten hebben juist een relatief korte staart. De staart van een slang begint bij de cloaca aan de buikzijde. Deze cloaca is vanwege de daar afwijkende schubbenstructuur meestal eenvoudig te herkennen. De staart van de slang is zeer beweeglijk. Sommige soorten lokken prooien door de staartpunt als een worm heen en weer te kronkelen. De staartpunt is soms verhard, zoals bij de schildstaartslangen (Uropeltidae; uro betekent staart en pelte betekent schild of plaat). De reden hiervan is niet duidelijk. Sommige slangen hebben afwijkende kenmerken, zoals de tentakelslang, die twee tentakelachtige baarddraden heeft die dienen als tastzintuig. Cobra's hebben vaak typische flappen aan weerszijden van de kop die getoond worden bij verstoring. Enkele soorten hebben hoornachtige uitsteeksels op de kop, zoals de wipneusadder en de hoornadder. De organen van slangen zijn net als het lichaam zeer langwerpig van vorm. Sommige gepaarde organen, zoals de nieren en de testikels, liggen niet naast elkaar maar in elkaars verlengde om de lichaamsruimte optimaal te benutten. Met name de spijsverteringsorganen beslaan bijna het gehele lichaam. Het voedsel komt via de slokdarm in de maag en begint daarna een lange reis door de darmen. Slangen verkleinen de prooi niet door te kauwen maar slikken deze in één keer door. Slangen eten meestal behaarde, gevederde of geschubde prooien, en de spijsvertering is goed ontwikkeld om de prooi volledig te verteren. Een slang gebruikt bij de ademhaling maar één ontwikkelde long – dit is altijd de rechterlong. De linkerlong is sterk onderontwikkeld en ontbreekt bij een aantal slangen, zoals veel adders, zelfs volledig. Deze aanpassing dient om ruimte te besparen, maar een uitzondering vormen de primitieve reuzenslangen waarbij de longen ongeveer even groot zijn. De meestal ongelijke longen vormen een belangrijk verschil met de hagedissen, die altijd twee ontwikkelde longen hebben. Een aantal slangen heeft zogenaamde tracheale longen, die gelegen zijn in de luchtpijp en bestaan uit zuurstofopnemend weefsel. De ademhaling geschiedt door de lichaamsspieren en de bewegingen van de ribben. Om te kunnen ademhalen tijdens het verzwelgen van de prooi, wat uren kan duren, loopt de luchtpijp van de slang als een buis over de onderzijde van de bek en is er een opening aan de voorzijde. Het uiteinde van de long eindigt in een niet-doorbloede, oprekbare luchtzak. Sommige slangen slaan hierin een voorraadje lucht op, zoals soorten die veel in het water leven. De lucht uit de luchtzak wordt ook gebruikt om de sissende geluiden te produceren bij bedreiging. Bij de slangen ontbreekt een urineblaas, net als bij de krokodilachtigen maar in tegenstelling tot de meeste hagedissen en alle schildpadden. De afvalstoffen die de nieren uitscheiden worden via de urineleider (ureter) direct naar de cloaca geleid. Het water wordt teruggevoerd in het lichaam. Het urinezuur wordt sterk geconcentreerd en met de ontlasting uitgescheiden. Het is zichtbaar als de witte tot gele substantie die met de ontlasting wordt afgegeven. Huid Slangen hebben een schubbenhuid die er soms glibberig uitziet door een olieachtige, iriserende glans. De huid is echter altijd droog en waterafstotend. Slangen kunnen door hun schubbenhuid niet zweten. De schubben zijn niet met elkaar verbonden, maar liggen op een rekbare huid, zodat de huid kan uitzetten bij de voortbeweging, ademhaling, zwangerschap en met name het verzwelgen van een prooi. De meeste slangen hebben een onopvallende kleur die lijkt op de natuurlijke ondergrond. Er zijn ook slangen die duidelijk afstekende kleuren hebben, maar desondanks volledig wegvallen tegen hun omgeving. Voorbeelden hiervan zijn de pofadders en de zwart-wit gebandeerde Vermicella annulata uit Australië. Sommige giftige soorten hebben juist felle kleuren, zodat vijanden weten dat ze moeten oppassen. Er zijn ook onschuldige soorten die gevaarlijke soorten in kleur en vorm imiteren: dit wordt mimicry genoemd. Dit verschijnsel gaat ver: er zijn zelfs hagedissen die slangen imiteren, zoals de zwartkopschubpoothagedis, die de Australische taipan (een zeer giftige slang) niet alleen in kleur maar ook in dreiggedrag imiteert. Sommige slangen kennen een sterk uiteenlopende kleurvariatie, van 'normale' kleuren als bruin en groen tot roze, rood, oranje en blauw. Vaak zijn deze kleuren in gevangenschap gekweekt, maar er zijn ook slangen met een natuurlijke variatie. Voorbeelden zijn de kousenbandslangen uit het geslacht Thamnophis. Veel slangen die normaal gesproken groen of bruin zijn, worden zwart als ze in bergstreken leven. Dit wordt melanisme genoemd en dient om in (koelere) bergstreken meer warmte op te nemen. Net als een hagedis kruipt de slang op zijn buik, waardoor de schubben afslijten. Doordat de schubben zijn verhoornd en niet kunnen groeien, moet een slang ze steeds vernieuwen, wat vervelling of ecdysis wordt genoemd. Als een slang vervelt, wordt de huid in één keer afgeworpen, in tegenstelling tot alle andere reptielen waarvan de huid afbladdert (hagedissen) of de beenplaten een voor een loslaten (schildpadden, krokodilachtigen). Door te vervellen raakt de slang ook op de huid levende parasieten, zoals mijten en teken, kwijt. Juvenielen (jonge dieren) groeien sneller en vervellen vaker dan oudere dieren. Jongere exemplaren gaan vaak pas eten na de eerste vervelling. Ook de vervelling van volwassen slangen valt vaak samen met veranderingen in het gedrag, zoals het aanbreken van de voortplantingstijd of het afzetten van de eitjes. De vervellingshuiden zijn een belangrijk hulpmiddel bij het onderzoek naar slangen. De afgeworpen huiden zijn binnenstebuiten gekeerd doordat de slang zijn huid als een sok afstroopt. Ook is de vervellingshuid ongeveer 10% langer dan de slang. In tegenstelling tot een hagedis heeft een slang gefuseerde, doorzichtige oogleden, de ogen kunnen nooit worden gesloten. Als een slang vervelt, worden ook de oogleden vervangen, hierdoor wordt de 'bril' vernieuwd, die bij het graven bekrast wordt. Vlak voordat de slang vervelt, krijgt het dier een melkachtige waas over de ogen, doordat er een olieachtige substantie tussen de oude en nieuwe huid wordt verspreid, de huidskleur wordt hierdoor grauwer. Het gezichtsvermogen is rond deze tijd erg slecht en veelal trekt de slang zich noodgedwongen terug en is alerter. Veel soorten eten niet van vlak voor de vervelling tot de huid is afgeworpen. Omdat een slang na een vervelling duidelijk heldere ogen heeft, de huidskleur feller en contrastrijker is en kleine wondjes zijn geheeld, lijkt het alsof de slang zichzelf heeft 'vernieuwd'. Al in de oudheid werd het verschijnsel beschreven en hierdoor is de slang een belangrijk symbool voor de geneeskunde. Schubben De schubben zijn gelegen in de dunne epidermis of opperhuid, in de lager gelegen dermis of lederhuid bevinden zich de chromatoforen, de pigmenthoudende cellen die de huidskleur bepalen. De schubben bedekken het gehele lichaam, ze liggen naast elkaar en overlappen soms door kleine uitsteeksels. De vorm, grootte en functie van de schubben kan sterk verschillen; soorten die veel graven of zwemmen, hebben platte, gladde schubben om minder last te ondervinden van de wrijving; andere soorten hebben gekielde, Λ-vormige schubben. Ten slotte zijn er ook soorten met wratachtige, bulterige schubben, zoals de Javaanse wrattenslang. Deze soort leeft in het water en grijpt vissen met de bek, waarna ze door het ruwe lichaam worden omstrengeld ter verankering. De zaag-schubadders uit het geslacht Echis danken hun naam aan de rijen opstaande randen op de flankschubben. Bij bedreiging worden de schubben langs elkaar gestreken waarbij een kenmerkend, raspend geluid wordt geproduceerd ter afschrikking. Een belangrijk verschil met de hagedissen zijn de schubben op de buik: bij slangen bestaan de buikschubben uit een enkele verticale rij schubben over de gehele breedte, bij hagedissen bestaan de buikschubben uit meerdere naast elkaar liggende rijen. Deze brede en dikke schubben bij slangen dienen niet alleen om de kwetsbare buik te beschermen, ze spelen ook een rol bij de voortbeweging. De buikschubben kunnen als lamellen worden opgericht wat de slang van meer grip voorziet. De schubben van de huid zijn in regelmatige rijen gerangschikt, de schubben op de kop zijn groter, dikker en meer glanzend, en vallen meer op. De schubbenpatronen op met name de kop van de meeste slangen zijn terug te voeren op een basisstructuur, die per familie iets verschilt.Ook aan de kleurpatronen van de huid zijn de slangen te herkennen. Er is een grote variatie in kleuren en patronen, die echter per soort vrij sterk verschillen. Soorten die in bomen leven, hebben vaak een groene kleur om niet op te vallen tussen de groene boombladeren, soorten die meer op de bodem leven hebben een kleur die ze doet wegvallen tegen de ondergrond. Bodembewonende soorten zijn daarom meestal bruin van kleur en hebben patronen die ze minder doen opvallen tussen de dode bladeren in de strooisellaag. Voorbeelden zijn veel adders die zigzagpatronen hebben, waardoor ze beter versmelten met de achtergrond. Slangen die in woestijnen leven, hebben vaak een zandkleurige huid, zodat ze vrijwel onzichtbaar zijn als ze half ingegraven wachten op een prooi. Zintuigen Het belangrijkste zintuiglijke orgaan van slangen is de reukzin. Slangen ademen door neusgaten, maar ruiken niet met hun neus. Slangen hechten geurdeeltjes aan hun tong, die permanent vochtig is, zodat de deeltjes blijven plakken. De slang 'kwispelt' met de tong om zo meer geurdeeltjes op te vangen, wat tongelen wordt genoemd. Daarna wordt de tong in de bek teruggetrokken en langs een met sterk doorbloed weefsel gevulde holte in het verhemelte gestreken. Deze holte wordt het orgaan van Jacobson genoemd; ook bij andere reptielen, zoals skinken en varanen, is dit orgaan sterk ontwikkeld. Het orgaan van Jacobson analyseert de geurdeeltjes, zodat de slang kan bepalen of er een prooi dan wel een vijand in de buurt is. Omdat de tong gespleten is, kan de slang 'in stereo' ruiken en zo bepalen waar de geur het sterkst is, ofwel waar de geur vandaan komt en hierop anticiperen. Bij een 'aangename' geur van bijvoorbeeld een prooi of potentiële partner zal de slang het geurspoor volgen, een vijandelijke geur zal de slang alerter maken en doen vluchten. De tong wordt bij een gesloten bek naar buiten gestoken door een inkeping in de bovenkaak. In tegenstelling tot de meeste dieren wordt de tong dus niet gebruikt bij het doorslikken van voedsel of om te proeven, maar om te ruiken. De tong wordt tijdens het verzwelgen van de prooi ter bescherming in een dunne gleuf aan de onderzijde van de bek geborgen. De tong heeft, ondanks de zwarte of soms felle rode of blauwe kleuren, niets met giftigheid of het toedienen van gif te maken. Om zich in hun omgeving te kunnen oriënteren maken slangen gebruik van de tastzin door middel van tastzintuiglijke puntjes op de schubben. Bij de toornslangachtigen zijn deze voornamelijk rond de kop gepositioneerd, bij gravende slangen zijn deze ook rond de staart aanwezig. De visuele waarneming door de ogen speelt eveneens een rol bij de zintuiglijke waarneming, al kunnen slangen niet zo goed zien. Slangen hebben namelijk, in tegenstelling tot zoogdieren, geen irisspier en geen retractorspier van de oogbol. Slangen hebben over het algemeen een visueel bereik van een paar meter en kunnen geen statische objecten onderscheiden, alleen bewegende objecten. Visuele waarneming wordt voornamelijk gebruikt om andere slangen en bedreigingen te identificeren en niet om prooien op te sporen. Er zijn enkele uitzonderingen die 's nachts jagen, deze zijn te herkennen aan de relatief grote ogen en de verticale pupil. Dagactieve soorten hebben in de regel kleinere ogen en een rondere pupil. Soorten die voornamelijk graven zijn soms zelfs vrijwel blind, maar soorten die in bomen leven hebben over het algemeen een beter gezichtsvermogen. Slechts enkele slangen hebben binoculair zicht en kunnen beide ogen richten op hetzelfde object. Voorbeelden zijn de twijgslangen uit het geslacht Ahaetulla. Bij zoogdieren verandert tijdens het focussen van het oog de lens van vorm, doordat deze wordt ingedrukt of ontspannen door contractie of verslapping van de spieren in de iris. De vervorming van de lens zorgt dus voor het verkrijgen van de juiste scherpte. Slangen daarentegen laten de lens naar voren en naar achteren bewegen ten opzichte van het netvlies. Slangen hebben geen beweeglijke oogleden, het onderste ooglid is vergroeid met het bovenste ooglid en is doorzichtig. Het onderste ooglid dient als een soort bril, het ooglid wordt vernieuwd na een vervelling omdat het net als de schubbenhuid mee vervelt. Deze aanpassing van het oog vermindert de beweeglijkheid van het oog aanzienlijk en zorgt voor de starre, 'hypnotiserende' blik van slangen. Biologen vermoeden dat deze afwijkende bouw van het oog te maken heeft met de prehistorische ontwikkeling van de slangen in zee. Ook het ontbreken van uitwendige ooropeningen wordt toegeschreven aan de mariene oorsprong van de slangen, die zich pas later op het land hebben aangepast en verspreid (zie ook het kopje Evolutie). Slangen bezitten wel het oorbotje columella auris, maar hebben geen middenoor en ook een trommelvlies ontbreekt. Ze kunnen daarom geen geluiden met een hoge frequentie horen, maar wel geluiden met een lage frequentie waarnemen. Slangen zijn gevoelig voor trillingen, omdat de qua oppervlak relatief grote buikzijde permanent contact maakt met de bodem. Ook met het binnenoor kunnen trillingen in de bodem worden opgemerkt en dit is hieraan speciaal aangepast door een bolvormige holte. Een slang kan aan de hand van de sterkte van de trillingen inschatten of een mogelijke vijand dichterbij komt en zo snel wegvluchten voor de slang is opgemerkt. Sommige slangen hebben een binnen de dierenwereld unieke aanpassing; ze hebben speciale beeldvormende organen voor infraroodstraling. Er zijn twee groepen van slangen met een dergelijk zintuig, die echter niet aan elkaar verwant zijn. Het betreft de groefkopadders (onderfamilie Crotalinae) uit de familie adders en verschillende soorten uit de familie reuzenslangen (Boidae), zoals de soorten uit het geslacht van de hondskopboa's (Corallus). De groefkopadders hebben allemaal één groef schuin onder ieder neusgat, de boa's hebben een rij van groeven op de onderlip, van neuspunt tot achter het oog. Het wordt bij de groefkopadders wel groeforgaan genoemd, bij de boa-achtigen labiaalgroeven (labiaal betekent aan de lip). Met het orgaan kunnen prooidieren in totale duisternis gemakkelijk worden opgemerkt, wat een groot voordeel is voor nachtactieve soorten. Hoe goed gecamoufleerd een warmbloedig dier ook is, zijn uitgestraalde lichaamswarmte wordt gemakkelijk door de slang opgemerkt. De groefkopadders kunnen een temperatuurverschil waarnemen van 0,002° Celsius Slangen met dergelijke groeforganen jagen meestal op warmbloedige prooien; soorten die op reptielen of amfibieën jagen, hebben niet zoveel aan warmtereceptoren, omdat deze prooidieren koudbloedig zijn, hebben ze dezelfde temperatuur als hun omgeving. Skelet Het skelet van een slang bestaat uit een schedel en een ruggengraat met zeer veel wervels; ongeveer 160 tot meer dan 400, afhankelijk van de soort. Behalve de eerste twee nekwervels (de atlas en de draaier) draagt iedere borstwervel steeds twee ribben, die zeer flexibel zijn en in verbinding staan met de buikschubben. Een aantal slangen heeft gevorkte ribben aan de cloaca. De staartwervels dragen geen ribben en bij alle slangen ontbreken het borstbeen en het heiligbeen. Sommige slangen, zoals de reuzenslangen, hebben nog wel restanten van een bekken en soms kleine flapachtige uitsteekseltjes van wat ooit achterpoten waren, slangen hebben echter nooit functionele poten. Voortbeweging Dankzij het buigzame skelet zijn slangen bijzonder lenig en kunnen zich op uiteenlopende manieren voortbewegen. Slangen bewegen zich voort op de buik met behulp van de lichaamsspieren en de ribben. De methode van voortbeweging is afhankelijk van de ondergrond, waarbij het substraat en de steilheid van het terrein een rol spelen. Mogelijke bewegingen zijn: 1. Kronkelen: slangen die over een stevige ondergrond kruipen, bewegen zich onder normale omstandigheden voort met de typische kronkelbeweging waarbij de slang zijn lichaam zijdelings afplat en naar beneden afzet om vooruit te komen. Als de slang kronkelt valt op dat het lichaam in dezelfde bocht blijft liggen en de voorliggende kronkels precies volgt. Deze wijze van voortbeweging is het efficiëntst en de slang kan er gemiddeld de hoogste snelheden mee halen. Ook zwemmende slangen bewegen zich altijd kronkelend voort door het water. 2. Voorwaarts schuiven: op een gladde ondergrond, waartegen een slang zich niet kan afzetten, wordt een meer harmonica-achtige beweging gemaakt, die doet denken aan de motoriek van een rups. Ook heel zware slangen bewegen zich op deze manier voort. De buikschubben worden naar voren geplaatst, waarna de rest van het lichaam wordt meegetrokken. 3. Lussen maken: om in bomen te klimmen krult een slang zijn lichaam in lussen en brengt de kop omhoog, daarna wordt het lichaam omhoog gehesen. De schubben van deze soorten zijn vaak gekield om meer grip te bieden. 4. Side-winding: slangen die over rul zand of modder kruipen, maken zigzaggende bewegingen om het lichaam af te zetten tegen de ondergrond. Hierbij moet de slang echter zo veel mogelijk gewicht op zo min mogelijk ondergrond drukken, omdat de slang anders wegglijdt. Een bekend voorbeeld is de sidewinder. De slang maakt bochten met zijn lichaam en zet deze af tegen de bodem om zo vooruit te komen. Voornamelijk kleine, dikke slangen bewegen zich op deze manier voort. Sidewinding laat kenmerkende evenwijdige sporen na in het zand. Vroeger werd wel gedacht dat deze manier van voortbeweging diende om het contact met het hete woestijnzand te verminderen om zo niet oververhit te raken, maar hier is geen bewijs voor gevonden. 5. Zweven: enkele slangen uit het geslacht Chrysopelea zijn in staat om stukjes te zweven, door het lichaam sterk af te platten en een spiraalvormige lichaamshouding aan te nemen. Zo kunnen ze zich door gebruik te maken van de zwaartekracht en de luchtweerstand uit hoge bomen laten vallen zonder te pletter te slaan. Schedel Slangen hebben verschillende schedelvormen; soorten die grote prooien verzwelgen hebben een brede kop met veel kaakmassa en kaakspieren, gravende soorten bezitten een platte, wigvormige kop en een puntige snuit. De schedel van slangen is bij de eerste groep duidelijk te onderscheiden van het lichaam, bij de laatste groep is een insnoering niet of nauwelijks zichtbaar. De kaakdelen van slangen zijn aangepast en kunnen extreem ver worden opengesperd zonder dat het dier daar last van heeft. Dit komt door de vorm en beweeglijkheid van het vierkantsbeen, maar ook de positie van het kaakgewricht speelt een grote rol. Doordat het scharnierpunt van de onder- en bovenkaak relatief ver naar achter is geplaatst, kan een slang zijn bek verder opendoen dan bijvoorbeeld een hagedis. Het vermogen de bek zeer ver open te sperren stelt de slang in staat om prooien te eten met een grotere diameter dan het lichaam. Een slang kan zijn kaak niet ontwrichten zoals weleens wordt beweerd. De linker- en rechterhelft van de onderkaak zijn niet met elkaar vergroeid maar met pezen verbonden, de onderkaak is hierdoor flexibeler. Hierdoor kan de slang bij grote prooien met zijn ene rij tanden de prooi verankeren in de bek, terwijl de andere rij eerst naar voren wordt geschoven en verderop in de prooi wordt gehaakt. Daarna laat de andere rij tanden los en herhaalt dit proces zich waardoor de prooi langzaam naar binnen wordt gewerkt. Slangen die hun bek extreem ver kunnen opensperren zijn de eieretende slangen uit het geslacht Dasypeltis. Gebit Slangen zijn te onderscheiden aan het type gebit, dat bestaat uit rijen vele kleine scherpe tanden om de prooi vast te houden, gifslangen hebben daarnaast giftanden. Slangen zijn acrodont; de tanden zijn boven op de kaakbeenrand gepositioneerd. De tanden van alle slangen worden gedurende het gehele leven regelmatig vervangen. Het gebit van slangen is onder te verdelen in vier groepen; een voor de slangen zonder duidelijke giftanden (aglyf) en drie voor de slangen die wel giftanden dragen (opisthoglyf, proteroglyf en solenoglyf). Omdat de bouw van het gebit een zeer belangrijk onderscheid is, worden de verschillende families van slangen ingedeeld naar het gebitstype. De gebruikte wetenschappelijke termen zijn respectievelijk Aglypha, Opisthoglypha, Proteroglypha en Solenoglypha. De wetenschappelijke namen geven enigszins al aan hoe het zit; A- glyf betekent letterlijk geen-tand, Opistho- glyf betekent achter-tand, Protero- glyf betekent voor-tand, Soleno- glyf betekent buisvormige tand. Aglyf wil zeggen dat een slang geen gespecialiseerde giftanden heeft. De meeste soorten slangen zijn aglyf en hebben geen giftanden, gifklieren of groeven waar gif doorheen stroomt. Voorbeelden zijn wurgslangen als pythons en reuzenslangen, die geen gif nodig hebben omdat ze de prooi wurgen. Alle slangen hebben massieve, naar achteren gerichte tanden om de prooi beter vast te kunnen houden bij het doorslikken. Met name bij soorten die amfibieën of vissen eten is dit handig omdat veel prooien slijm produceren als ze worden aangevallen. Giftige slangen zijn te verdelen in drie groepen: Opisthoglyfe slangen hebben twee iets vergrote giftanden die meer achter in de bek staan. Een prooi zit al in de bek als deze ermee in aanraking komt en het gif heeft een werking die voornamelijk de spijsvertering ondersteunt. Slangen met dergelijke giftanden komen ook voor in families van over het algemeen niet-giftige slangen, zoals de familie toornslangachtigen (Colubridae). Sommige soorten kunnen echter, als men er al in slaagt om zich aan de achter in de bek staande giftanden te prikken, levensgevaarlijk zijn. Proteroglyfe slangen hebben wel giftanden, maar deze zijn relatief kort en onbeweeglijk. De giftanden zijn gegroefd en staan voor in de bek in de bovenkaak. Het gif stroomt door de groef in de giftand naar de wond, om de efficiëntie te vergroten moet de slang kauwbewegingen maken. Slangen met dergelijke giftanden vindt men in de familie koraalslangachtigen (Elapidae), voorbeelden zijn cobra's, koraalslangen, mamba's en zeeslangen. Solenoglyf zijn slangen die het best ontwikkelde gifapparaat hebben en bezitten juist heel grote giftanden die als ze niet worden gebruikt naar achteren tegen het gehemelte geklapt zitten. Door dit hefboomachtige systeem worden de tanden automatisch uitgeklapt zodra de bek wordt geopend. Vanwege het vermogen de giftanden in te klappen zijn deze veel langer zodat het gif dieper in de prooi wordt geïnjecteerd, wat de efficiëntie sterk vergroot. Sommige soorten hebben giftanden van enkele centimeters lang. De tanden zijn hol en staan in directe verbinding met de gifklieren. Omdat solenoglyfe slangen niet eerst een kauwbeweging hoeven te maken maar het gif direct injecteren zijn veel soorten erg gevaarlijk. Voorbeelden van solenoglyfe slangen zijn de soorten uit de familie adders, met als bekende groepen de groefkopadders en de pofadders. Sommige slangen hebben een sterk op de gegeten prooidieren aangepast gebit, een voorbeeld zijn soorten uit het geslacht Pareas (familie toornslangachtigen). Deze soorten leven uitsluitend van landbewonende slakken, die niet in hun geheel worden verzwolgen maar letterlijk uit hun huisje worden getrokken. De slangen hebben meer tanden in de rechterkaak dan in de linkerkaak, wat een voordeel is bij het eten van huisjesslakken omdat een slakkenhuisje altijd rechtsgewonden is. Met een (zeldzame) linksgewonden slak heeft de slang meer moeite. De meeste slangen met tanden zijn polyphyodont, waarbij de tanden continu vervangen worden. Giftige slangen Giftige slangen zijn geen aparte groep van slangen: soorten uit verschillende, niet-verwante families dragen gif. Ze worden zowel giftige slangen als gifslangen genoemd, strikt genomen is de naam gifslangen beter, want slangen zelf zijn nooit giftig. Gifslangen zijn gevaarlijk, omdat ze giftige verbindingen kunnen overdragen door een beet. Het innemen van slangengif is in principe niet schadelijk, mits er geen wondjes zijn in de mondholte of het spijsverteringskanaal. Alleen als het in het bloed terechtkomt is het gif bijzonder effectief en in een aantal gevallen levensgevaarlijk voor de mens. De belangrijkste functie van slangengif is echter niet het doden van vijanden, maar het efficiënter verteren van de prooi. Slangengif bestaat grotendeels uit verbindingen die eiwitten afbreken. Hierdoor is de slang als een van de weinige dieren in staat de vertering van de prooi al buiten het lichaam te beginnen, nog voordat de prooi is opgegeten. De bekendste familie van gifslangen is de adderfamilie (Viperidae), waartoe ook alle groefkopadders en ratelslangen behoren. Tot de familie Elapidae worden alle mambas, koraalslangen en cobra's gerekend. Van de toornslangachtigen (Colubridae) zijn wel enkele soorten giftig, maar ze zijn over het algemeen niet gevaarlijk voor de mens, een uitzondering is de boomslang (Dispholidus typus). De zeeslangen leven in kuststreken in zee, een groot aantal soorten is giftig. Veel gifslangen zijn ongevaarlijk voor de mens. Dit komt doordat de tanden te ver achter in de bek staan, het gif te zwak is, er te weinig wordt toegediend of het gif simpelweg niet werkt op mensen. Het gif van een aantal soorten bevat stoffen die gebruikt worden in de geneeskunde om medicijnen van te maken, zie ook onder het kopje nuttig gebruik van slangen. De gifklieren van gifslangen zijn ontstaan uit de speekselklieren. Het eigenlijke gif van slangen bestaat uit verschillende soorten giftige verbindingen en de spijsvertering ondersteunende enzymen, zoals gif dat levend weefsel doodt (cytotoxine), gif wat op het hart werkt (cardiotoxine) of het zenuwstelsel platlegt (neurotoxine). Met name de laatste twee zijn gevaarlijk omdat het hart en/of de ademhaling kan stoppen. Cytotoxisch gif veroorzaakt weefselafsterving (necrose) zodat soms amputatie van een vinger of ledemaat noodzakelijk is. Naast gifstoffen bevat slangengif ook stoffen die de bloeddruk verlagen en stoffen die dienen voor de voorvertering van de prooi. Ook ATPases en proteases worden geïnjecteerd, deze laatste breken eiwitten af, ATPases verstoren de energiehuishouding. Over gifslangen en hun giftigheid bestaan veel fabeltjes, zoals het 'feit' dat alleen felgekleurde soorten gevaarlijk zouden zijn. Dit heeft echter geen enkele relatie met de werkelijkheid. Slechts een klein aantal soorten heeft felle kleuren ter afschrikking, maar dit geeft geen uitsluitsel, omdat vele niet-giftige slangen deze duidelijk herkenbare kleuren en patronen van de giftige soorten imiteren om er zelf voordeel bij te hebben.Ook de lengte van een slang heeft geen enkele invloed op de giftigheid: gifslangen zijn direct uit het ei al even gevaarlijk als volwassen exemplaren. Over het algemeen zijn in Europa de giftigste slangen (adders) juist relatief klein, zo'n 70 tot 80 centimeter. De meeste soorten gifslangen, zoals de adders en de mambas, hebben geen schrikkleuren maar zijn juist goed gecamoufleerd. Ze vallen volledig weg tegen de achtergrond waardoor ze moeilijk zijn op te merken. In Nederland en België zijn slangenbeten zeldzaam, zeker van de enige giftige soort, de adder (Vipera berus). Dodelijke beten zijn in Nederland in de moderne geschiedenis niet bekend, ook niet van gedumpte of ontsnapte slangen uit andere landen. In tropische streken echter zijn giftige slangen soms heel algemeen en is de kans dat men er een tegenkomt zeker aanwezig. Landarbeiders in de tropen lopen tijdens hun werk, bijvoorbeeld tijdens de theeoogst of de oogst van suikerriet, het meeste risico op een slangenbeet. Levenswijze Slangen zijn solitaire dieren die behalve in de paartijd alleen leven, enkele uitzonderingen daargelaten. Van een aantal soorten is bekend dat de slangen in groepen voorkomen maar deze zijn dan te vinden rond een grote voedselbron, zoals een poel waar veel kikkers leven die door de slangen worden gegeten. Slangen die in een winterslaap gaan, zoeken een geschikte plaats uit om te overwinteren en vaak worden meerdere exemplaren aangetroffen in dezelfde schuilplaats, een voorbeeld is de ringslang (Natrix natrix). Het gezamenlijk houden van een winterslaap beperkt tevens warmteverlies. De zwangere vrouwtjes van sommige soorten verstoppen zich soms met meerdere exemplaren in dezelfde schuilplaats. In de paartijd vechten de mannetjes soms door elkaar met de staart te omstrengelen en uitvallen te maken met de kop. Het 'gevecht' bestaat altijd uit een korte krachtmeting waarbij de verliezer al snel afdruipt. Vooral de gevechten van de adders (Viperidae) zijn spectaculair om te zien, maar lang niet alle slangen vechten in de paartijd. Bij een aantal soorten trekken de mannetjes zich niets van elkaar aan en vormen een soort kluwen rond het vrouwtje, waarbij het grootste mannetje vaak dominant is en als eerste met haar paart. Het komt wel voor dat juvenielen een andere levenswijze hebben dan volwassen exemplaren, zoals de anaconda (Eunectes murinus), waarvan de jongere dieren in bomen leven en oudere slangen vanuit het water jagen. Dit heeft niet alleen te maken met het voorkomen van voedselconcurrentie, oudere anaconda's zijn simpelweg te zwaar om door takken gedragen te kunnen worden. Voortplanting Slangen zijn solitaire dieren die elkaar alleen in de voortplantingstijd dulden en soortgenoten opzoeken om te paren. Soorten in de tropen kunnen jaarlijks eieren produceren, soorten in meer gematigde streken paren om het jaar. Dit komt doordat zowel tijdens de dracht als de winterslaap niet gegeten wordt door het vrouwtje, die het daaropvolgende jaar gebruikt om op krachten te komen, een voorbeeld is de gladde slang. De eieren worden bij deze soorten in de late lente of in de zomer afgezet en komen in de vroege zomer uit. Hierdoor kunnen de juvenielen zich volvreten om hun eerste winterslaap te doorstaan. Alle slangen kennen een inwendige bevruchting, de mannetjes hebben een hemipenis. Dit is een gepaarde penis zodat het mannetje langs beide zijden contact kan maken. Net als bij de hagedissen zit de staart namelijk in de weg. De hemipenis wordt bij een erectie letterlijk binnenstebuiten gekeerd en stulpt buiten de cloaca. De penis heeft vaak soortspecifieke stekeltjes of doornachtige uitsteeksels die als weerhaken naar achteren gericht staan om zo beter te hechten aan de cloaca van het vrouwtje. Dit komt doordat slangen elkaar tijdens de paring vanwege het ontbreken van ledematen niet vast kunnen houden. De aanwezigheid van de hemipenis kan een geslachtskenmerk zijn omdat het mannetje een meer gewelfde cloaca-omgeving heeft maar dit gaat niet op voor iedere soort. Vrouwtjes zijn over het algemeen langer en zwaarder bij de slangen. De meeste slangen zijn eierleggend, maar er zijn enkele uitzonderingen; een aantal soorten is eierlevendbarend; de jongen komen direct ter wereld, zoals bij de reuzenslangen (Boidae). De pythons, die vroeger tot de reuzenslangen werden gerekend, zijn juist eierleggend. Pythons hebben als bijzonderheid dat de vrouwtjes de eieren 'uitbroeden' door zich eromheen te kronkelen en door te rillen met het lichaam de lichaamstemperatuur verhogen. Hierdoor ontwikkelen de eieren zich niet alleen sneller, maar genieten ook voordeel van de aanwezigheid van de moeder, die zeer agressief reageert op verstoring. Er zijn zelfs soorten, bijvoorbeeld de boa constrictor (Boa constrictor) die een placenta met een dooier ontwikkelen, waardoor er sprake is van 'echte' levendbarendheid, een grote uitzondering binnen de reptielen. Het voordeel van (eier)levendbarendheid is dat een slang zich in een koelere omgeving voort kan planten door de eieren bij zich te dragen en ze zo warm te houden. Van de in Nederland en België levende slangen zijn dan ook twee van de drie soorten levendbarend, de adder en de gladde slang. De derde soort, de ringslang, gebruikt de warmte van broeihopen voor de ontwikkeling van de eieren. Sommige slangen bewaken hun eitjes, maar als de eieren uitkomen, staan de juvenielen er alleen voor; geen enkele slang kent enige vorm van broedzorg voor de nakomelingen. De jonge slangen dragen vaak een jeugdkleed zodat ze een andere kleur hebben dan hun ouders maar de vorm en schubbenstructuren zijn al hetzelfde. In de regel krijgen kleine slangen relatief grote jongen terwijl veel grote soorten relatief kleine jongen ter wereld brengen. Voedsel Alle slangen zijn carnivoor, ze leven dus van levende dieren. De meeste slangen blijven klein en eten kleinere prooien als amfibieën en ongewervelden, die levend en in één keer worden doorgeslikt. Grotere prooien worden eerst gedood door wurging of vergiftiging voor ze worden verslonden. Kleine slangen zijn vaak insectivoor en eten dus uitsluitend insecten, of leven juist geheel van (naakt)slakken. Soorten als de hagedisslang en de katslang eten enkel en alleen hagedissen (saurivoor). Van gravende soorten is bekend dat ze soms leven van mieren en termieten. Van sommige slangen is beschreven dat ze eens bessen of vruchten eten. Er is een waarneming bekend van een eieretende slang die zaden van vruchten in zijn maag had en een tijgerpython die bezig was een mango op te eten. Van alle slangen is geen enkele soort bekend die deels van planten eet. Grotere slangen eten ook grotere prooien als knaagdieren. Deze hebben vaak scherpe tanden en zullen zich verdedigen en de slang aanvreten. De meeste grotere slangen zijn daarom giftig, nadat de prooi gebeten is wacht de slang rustig af tot de prooi sterft en spoort het lijk op met de goed ontwikkelde reukzin. Wurgslangen grijpen de prooi met de bek, die voorzien is van vele, naar achter gekromde tandjes en wikkelen zich om de prooi tot deze stikt. Een behaarde of gevederde prooi wordt eerst onderzocht op de groeirichting van de haren of veren. Een grote prooi kan vast kan komen te zitten in de keel zodat de slang stikt als de groeirichting van de beharing of bevedering verkeerd wordt ingeschat. Slangen kunnen gedurende hun leven van voedselvoorkeur veranderen, dit komt veel voor bij grote soorten. De jonge slangen eten niet alleen kleinere exemplaren dan de volwassen slangen, maar soms ook totaal andere prooidieren. Veel grote wurgslangen bijvoorbeeld eten als juveniel met name hagedissen en grote insecten, pas later gaan ze op grotere dieren jagen als vogels of grote zoogdieren. Dit heeft als voordeel dat de jonge en oude exemplaren van dezelfde soort elkaar niet beconcurreren om het voedsel. De meeste slangen zijn opportunistisch en pakken alles wat ze aankunnen en in de bek past, slechts een klein aantal soorten heeft zich gespecialiseerd in bepaalde prooidieren: hagedissen (saurivoor): Sommige slangen leven uitsluitend van hagedissen, andere dieren zoals knaagdieren zijn soms niet eens gevoelig voor het gif dat alleen verlammend werkt op hagedissen. Een voorbeeld is de katslang, die voornamelijk op gekko's jaagt. slakken: Slangen die op slakken jagen kraken het huisje en eten de weke delen op, de restanten van het huisje worden weer uitgespuugd. Voorbeelden zijn de roodbuikslang, de Amerikaanse bruine slang en soorten uit het geslacht Duberria. mieren of termieten (formicivoor): Mierenetende slangen zijn altijd gravende soorten die niet erg groot worden. Vaak worden niet zozeer de volwassen mieren of termieten gegeten maar hun poppen en larven. Voorbeelden zijn de slanke wormslang (een wormslang) en verschillende soorten uit de familie ijzerslangen (Leptotyphlopidae). slangen (ophifaag): Sommige slangen hebben andere soorten op het menu staan, zelfs giftige soorten. Een voorbeeld is de melkslang, die zelf ongevaarlijk is. Slangen uit de familie koningsslangen jagen op andere slangen. Een ander voorbeeld is de koningscobra die voornamelijk andere slangen eet. Slangen die andere soorten slangen eten worden overigens niet gezien als kannibalistisch, omdat het gaat om verschillende soorten. vissen (piscivoor): Een aantal soorten leeft voor een belangrijk deel in het water, voorbeelden zijn de Europese soorten uit het geslacht Natrix, zoals de ringslang maar vooral de dobbelsteenslang, ook de uit Azië afkomstige tentakelslang leeft in hoofdzaak van vis. eieren (ovivoor): Enkele soorten slangen eten uitsluitend eieren van andere dieren, vooral vogels. Het ei wordt in één keer verzwolgen, gekraakt door een uitstekende halswervel en de vloeibare inhoud gaat naar de maag terwijl de schaal wordt uitgebraakt. Voorbeelden zijn de soorten uit het geslacht Dasypeltis, zoals de eieretende slang (Dasypletis scabra). Vanwege hun opportunisme kiezen slangen soms erg grote prooien uit, er zijn exemplaren bekend die een jong nijlpaard en een volwassen krokodil hebben verzwolgen. Dergelijke prooien kunnen alleen worden doorgeslikt dankzij de zeer rekbare schedel en huid en de beweeglijke ribben van de slang. Daarnaast heeft het lichaam enkele andere aanpassingen, een voorbeeld is het hart. Het hart heeft geen vaste plaats maar is in een vlies gepositioneerd zodat het kan meebewegen tijdens het doorslikken van een prooi zodat geen schade wordt toegebracht. De verteringstijd is sterk afhankelijk van de prooigrootte en de omgevingstemperatuur, een slang kan er 10 tot 20 dagen over doen om een heel grote prooi te verteren. Gedurende deze tijd moet de slang zijn prooi meezeulen en is veel zwaarder dan normaal. Het eten van grote prooidieren heeft ook een voordeel; sommige grotere soorten kunnen na een grote maaltijd lange tijd zonder voedsel. Slangen kunnen de prooi weer uitbraken als deze te veel last veroorzaakt. Als een slang net gegeten heeft en verstoord wordt kan de prooi worden uitgebraakt om zich efficiënter te kunnen verdedigen. Ook als de temperatuur te laag is om deze te verteren wordt de prooi uitgespuugd, de spijsvertering van een slang werkt pas boven een bepaalde temperatuur. Beneden deze temperatuur ligt de spijsvertering zo goed als stil en gaan eventuele verzwolgen prooidieren rotten, wat fataal kan zijn voor de slang. Bij een ideale temperatuur, die per soort afhankelijk is, wordt de prooi effectief verteerd inclusief botten, alleen haren en klauwen worden weer uitgescheiden. Tijdens het verteren van de prooi wordt de spijsvertering actief wat een aantal veranderingen in verschillende lichaamsprocessen veroorzaakt. Door de verzwolgen prooi verandert de positie van de ingewanden en ook de ademhaling, de gassamenstelling van het bloed en de lichaamstemperatuur veranderen. Ratelslangen bijvoorbeeld krijgen een 0,9 tot 1,2 °C hogere lichaamstemperatuur als gevolg van de spijsvertering. Opmerkelijk is dat slangen zich soms fysiek aanpassen op hun prooi, een voorbeeld zijn de Australische zwarte adder en de soort Dendrelaphis punctulatus. Deze hebben sinds de komst van de giftige agapad (Chaunus marinus), die erg groot wordt, een kleinere bek ontwikkeld zodat de pad te groot is om op te eten en de slangen zich niet meer kunnen vergiftigen. Slechts weinig soorten hebben zich aangepast op het eten van giftige prooidieren, een uitzondering is de nevelbosslang die onder andere pijlgifkikkers op het menu heeft staan. Jacht Een slang kan tijdens de jacht door zijn dunne, lenige en vaak gespierde lichaam vrijwel overal in, tussen en onder kruipen om op prooien te jagen. Wurgslangen leven meestal in bomen, ze zijn sterk gespierd om te klimmen en prooien te wurgen, de meeste slangen zijn bodembewonend. Veel soorten zijn dagactief, maar een groot aantal soorten is schemer- of nachtactief. Ook de jachtmethode verschilt: slangen kunnen stil in een hinderlaag liggen (adders) om bij een langslopende prooi plotseling toe te slaan of jagen actief op prooien. Dit hangt enigszins samen met de groep van slangen, veel adders zijn kleine, plompe dieren die op hun camouflage vertrouwen en de prooi afwachten, veel toornslangachtigen (bijvoorbeeld uit het geslacht Natrix) zijn lang, snel en zeer levendig: ze foerageren actief. Sommige slangen lokken de prooi door de staartpunt als een worm heen en weer te kronkelen. Dit trekt insecteneters als muizen aan, die als ze dichtbij genoeg zijn razendsnel worden gegrepen. De staartpunt is bij deze slangen afwijkend van kleur, zoals roze, rood of geel. Een voorbeeld zijn de juveniele exemplaren van Agkistrodon- soorten, die deze gewoonte als ze volwassen worden verliezen. Vijanden Slangen hebben vele vijanden, zoals andere slangen, vogels, krokodilachtigen, zoogdieren en zelfs sommige vissen en amfibieën zijn een gevaar voor met name jonge slangen. Niet altijd omdat ze de slang opeten, sommige kikkers dragen een voor slangen dodelijk gif, zoals de pijlgifkikkers. Zoogdieren die slangen eten zijn vooral marterachtigen als de wezel, ook mangoesten, jakhalzen, dassen, grote katachtigen, primaten en varkens eten slangen. Als het gaat om giftige slangen moeten veel dieren uitkijken niet gebeten te worden omdat dit fataal kan aflopen maar als de slang eenmaal gedood is kan deze geheel worden verslonden; slangengif is alleen gevaarlijk als het direct in het bloed terechtkomt. Kleine gravende slangen worden ook belaagd door mollen en spitsmuizen. Hoefdieren vertrappen slangen om zichzelf en het kroost te beschermen. Reptielen als krokodillen en grote schildpadden grijpen slangen die het water betreden. Naast de eerder genoemde koningsslangen die specifiek op slangen jagen zijn er ook andere soorten die weleens slangen eten; de in Europa veel voorkomende gladde slang (Coronella austriaca) is een geduchte slangenjager. Vogels die slangen eten zijn meestal grotere roofvogels, ook sommige uilen jagen actief op slangen. Een voorbeeld van een soort die zich zo sterk heeft gespecialiseerd in het vangen van slangen dat het dier ernaar vernoemd is, is de slangenarend. De belangrijkste vijand is de mens, die aanzienlijke delen van het leefgebied van slangen aantast. Jaarlijks worden grote aantallen slangen gedood omdat ze gevaarlijk zouden zijn en worden daarnaast massaal verzameld voor de handel in exotische dieren. Verdediging De meeste slangen zullen een aanval proberen te vermijden. Grotere soorten zijn over het algemeen sneller en zullen wegvluchten, kleinere slangen vertrouwen vaak op hun camouflagekleur. Sommige soorten houden zich schijndood door op de rug te gaan liggen, de tong half uit de bek te laten hangen en roerloos te blijven liggen. Een aantal soorten scheidt een smerig goedje af uit klieren bij de anus. Veel slangen laten hun waterige ontlasting lopen als ze worden opgepakt. Sommige kleinere slangen kennen geen enkele vorm van verdediging en zijn volkomen weerloos, maar de meeste slangen zijn in staat zich zeer effectief te verdedigen. De voornaamste verdediging bestaat uit vluchten, bluffen of dreigen. Veel slangen maken eerst waarschuwende sissende geluiden en pas in het nauw gedreven zal een slang bijten. De giftige soorten kunnen hierbij een gif injecteren dat vergiftiging van weefsels of verlamming van het zenuwstelsel veroorzaakt. Zie voor de giftige soorten, hun gifstoffen en de werking daarvan het kopje giftige slangen. De beet van niet-giftige slangen kan echter ook tot verwondingen leiden door de zeer sterke lichaams- en kaakspieren en de lange rijen naar achteren gekromde tandjes, die vlijmscherp zijn om prooien te verankeren in de bek. Voor een slang bijt, probeert hij de confrontatie te vermijden. Juist de gevaarlijkste soorten hebben de verst ontwikkelde manieren om vijanden te waarschuwen. Voorbeelden zijn: Ratelslangen hebben een uit schijfjes bestaande staartpunt waarmee kenmerkende geluiden worden geproduceerd die vijanden afschrikken. De nauw aan ratelslangen verwante lanspuntslangen (Bothrops) slaan bij irritatie hun verharde staartpunt razendsnel tegen de grond. De staartpunt van de lanspuntslangen wordt gezien als voorloper van de staart van de ratelslangen. De zeer giftige zaagschubadders uit het geslacht Echis schuren de van richeltjes voorziene flankschubben tegen elkaar, wat een kenmerkend ratelend geluid veroorzaakt. De meeste slangen vertonen om een directe confrontatie te voorkomen een dreighouding waarbij ze zich oprichten en sissende geluiden maken om te imponeren. De moccasinslang heeft een opvallend witte binnenzijde van de bek en toont deze bij bedreiging als waarschuwing, de Engelse naam van deze soort is 'cotton-mouth' of katoenbek. Veel slangen voeren schijnaanvallen uit, waarbij snel uitgehaald wordt maar de bek gesloten blijft en niet wordt gebeten. Ook gifslangen proberen zo een beet te voorkomen om hun gif te sparen. Ze bijten soms zonder vergif toe te dienen, wat een droge beet wordt genoemd. Als de slang daadwerkelijk bijt, zal deze geen directe maar een meer slaande beweging maken met de kop. Hierdoor dringen de giftanden sneller en dieper het slachtoffer binnen. Sommige slangen hebben een aparte manier om hun boosheid te uiten: de roodbuikslang (Storeria occipitomaculata) heeft de gewoonte om bij bedreiging de bovenlip op te rollen, wat een zeer opmerkelijk gezicht is omdat het doet denken aan een boze hond. Thermoregulatie Slangen zijn net als andere reptielen koudbloedig, meer specifiek ectotherm, dit wil zeggen dat slangen zelf geen warmte kunnen opwekken zoals warmbloedige dieren. Het lange dunne lichaam heeft als voordeel dat een slang sneller op kan warmen en af kan koelen, het regelen van de lichaamstemperatuur wordt thermoregulatie genoemd. Veel slangen nemen graag een zonnebad, dit bevordert voornamelijk de spijsvertering maar versnelt ook de motoriek. Bij een te hoge temperatuur wordt de schaduw of het water opgezocht ter verkoeling. Vanwege de schubbenhuid kan een slang niet zweten om af te koelen. Omdat slangen de lichaamstemperatuur niet kunnen regelen, komen slangen niet voor in koude gebieden, dit heeft te maken met de warmtebehoefte van de eieren en het spijsverteringsstelsel. Als het kouder is ligt de spijsvertering stil en eventuele prooien in de maag zullen gaan rotten. In landen waar het in de winter te koud is om voedsel te zoeken houden slangen daarom een winterslaap. Slangen die veel in het water leven, zijn afhankelijk van de watertemperatuur. Dit geldt met name voor de zeeslangen, die zelden uit het water komen. Zeeslangen leven daarom alleen in warmere wateren waar de temperatuur hoog genoeg is om zich te kunnen handhaven. Dat de watertemperatuur een grote rol speelt is goed te zien bij de waterminnende soorten uit het geslacht Natrix, waarvan de soorten in Europa voorkomen. De ringslang (Natrix natrix) leeft voornamelijk van kikkers die langs de oever worden gevangen. De dobbelsteenslang (Natrix tessellata) leeft meer van vissen die in het water worden gevangen. De dobbelsteenslang is dus sterker afhankelijk van een hogere watertemperatuur en vanwege zijn voedsel ligt het verspreidingsgebied van de dobbelsteenslang zuidelijker dan dat van de ringslang. Alleen de pythons kunnen enigszins warmte opwekken, maar dit komt alleen voor bij de vrouwtjes. Deze wikkelen het lichaam om de eieren en verhogen de temperatuur door spiercontracties ('rillen'). Evolutie Slangen zijn later ontstaan dan de meeste groepen reptielen zoals die traditioneel onderscheiden worden, zoals de krokodilachtigen, de schildpadden en de hagedissen. Omdat slangen zijn voortgekomen uit de hagedissen zijn ze biologisch gezien een groep hagedissen die de vier poten gedurende de evolutie heeft verloren. Slechts enkele primitieve soorten (boa's) hebben nog resten van een bekkengordel en soms sporen die als kleine 'nageltjes' of flapachtige uitsteekseltjes zichtbaar zijn. Dit zijn de restanten van het dijbeen (femur). Ook bij veel andere slangen is nog te zien dat er ooit poten aanwezig waren vanwege de daar wat afwijkende schubben. Sommige andere hagedissen, zoals hazelwormen en sommige skinken lijken op slangen omdat ze eveneens geen of zeer korte pootjes hebben. Slangen verschillen, naast het ontbreken van poten, van deze hagedissen door de afwezigheid van een borstbeen, een heiligbeen en een schoudergordel. Daarnaast telt de wervelkolom vele honderden wervels en hebben de ogen in beginsel gefuseerde oogleden. Er is dus meer gebeurd met de slangen dan alleen het verdwijnen van de poten, maar hoe dit evolutieproces precies is verlopen is nog onzeker. Dit vraagstuk hangt weer samen met het probleem tot welke ruimere groep hagedissen de slangen eigenlijk behoren. Evolutie van de bouwwijze Er zijn twee belangrijke hypothesen over het ontstaan van de typische bouwwijze van de slangen. Volgens de oudste, al in 1869 opgesteld door Edward Drinker Cope, zijn slangen in zee ontstaan en zijn ze verwant aan de Mosasauriërs. Later zouden deze voorouders van de moderne slangen weer op het land zijn gaan leven waarna ze hun huidige vormenrijkdom ontwikkelden. Eind jaren negentig werd deze hypothese nieuw leven ingeblazen door Michael Lee, die vele unieke kenmerken aangaf die slangen en mosasauriërs gemeen hadden. De bouw van het oog van de moderne slangen verschilt wezenlijk van die van de hagedissen en wijst op een ontwikkeling in de zee. Doordat onder zee niet veel licht doordringt is het gezichtsvermogen gedegenereerd. De daarop volgende herkolonisatie van het land, waar een goed gezichtsvermogen een voordeel is, verklaart waarschijnlijk de totaal andere anatomie van het oog van de slangen in vergelijking met het oog van hagedissen. Andere aanwijzingen zijn de gefuseerde oogleden, die een slang een soort permanente duikbril geven en het ontbreken van uitwendige ooropeningen die alleen maar zouden vollopen met zeewater, zie ook onder het kopje zintuigen. Lee bevestigde een overkoepelende groep Pythonomorpha waarin Cope ze had samengevoegd. Verschillende fossiele zeeslangen met achterpoten, zoals Pachyrhachis, Haasiophis en Eupodophis werden aangevoerd als ondersteuning van deze hypothese. Omdat mosasauriërs onbetwistbaar nauw aan de varanen verwant zijn, zouden ook de slangen tot de Varanoidea behoren. Een alternatieve hypothese werd in 1923 gepubliceerd door Charles Lewis Camp: slangen zouden door een gravende levenswijze de poten hebben verloren, net als de skinken en de hazelwormen. De in 2003 ontdekte fossiele slang Najash rionegrina ondersteunt deze theorie. Najash leefde in het late Krijt, zo'n 90 miljoen jaar geleden. Deze soort leek uiterlijk al sterk op de moderne slangen en had ook de voor slangen typische kenmerken van de schedel en de wervelkolom. Hij had echter twee buiten de ribbenkast uitstekende achterpoten en een echte bekkengordel, minder gereduceerd dan bij alle andere bekende slangen.<ref>PZ Myers - Najash rionegrina: A snake with legs - Website</ref> Daarmee lijkt hij de meest basale bekende slang te zijn en oorspronkelijker in vorm dan de zeeslangen uit het Krijt, wat een aanwijzing vormt dat hun levenswijze pas een latere aanpassing vertegenwoordigt. In ieder geval lijkt de laatste gemeenschappelijke voorouder van alle moderne slangen een landdier te zijn geweest want ze delen allen de synapomorfie, nieuw gedeeld kenmerk, van een binnenoor dat goed trillingen kan opvangen. De tweede hypothese is geleidelijk ook verbonden geraakt aan een andere opvatting over de directe verwantschappen van de slangen. Camp dacht nog dat ze nauw verwant waren aan de varaanachtigen. Dit was op basis van de algemene bouw. Onderzoek van het mitochondriaal DNA heeft echter vaak tot uitkomst dat de slangen niet heel dicht bij de Varanidae staan. Sommige analyses geven ze als verwanten van de hazelwormen, andere van de leguaanachtigen. Er zijn echter ook studies die toch een directe verwantschap tonen met de groep die het gilamonster, de dove varaan en de Varanidae omvat. Het grote probleem bij het achterhalen van de ontstaansgeschiedenis is dat slangen een erg broos skelet hebben dat maar moeilijk fossiliseert, waardoor er meestal niets van overblijft. Hierdoor zijn er relatief weinig fossielen aangetroffen die belangrijke informatie kunnen geven over de ontwikkeling van de slangen. De eerste resten die ondubbelzinnig van een slang zijn, stammen uit het bovenste Albien, zo'n 100 miljoen jaar geleden: Lapparentophis en Coniophis. Coniophis wordt vaak genoemd als de meest basale bekende slang, dus de tak die zich helemaal onder in de stamboom heeft afgesplitst. Uit het Cenomanien, 99-93 miljoen jaar geleden, zijn al meer vormen bekend. Slangen moeten echter al eerder ontstaan zijn. Een studie uit 2015 concludeerde dat de eerste slang rond de 128 miljoen jaar geleden geleefd moet hebben, en een landdier was dat 's nachts op het supercontinent Laurazië in bossen op kleine dieren joeg. De laatste gemeenschappelijke voorouder van de moderne slangen zou ongeveer honderd miljoen jaar oud zijn. Evolutie na 65 Ma Na het uitsterven van de dinosauriërs, bij de overgang van het Krijt naar het Paleogeen, zo'n 65,5 miljoen jaar geleden, behoorden de slangen samen met de Crocodilia en de schildpadden tot de grootste reptielen. Een van de vroegste fossiele vondsten van een slang na deze voor de biodiversiteit desastreuze inslag dateert van zo'n 6 miljoen jaar later, uit het Selandien (~ 60 Ma) en Thanetien (tot ongeveer 58 Ma) van Noord-Colombia. In de Cerrejón-formatie zijn de fossielen gevonden van de grootste bekende slang ooit; Titanoboa. Deze reuzenslang die een lengte van 12 tot 15 meter en een gewicht van ruim 1100 kilo gehad moet hebben, leefde in het eerste tropische oerwoud met minimumtemperaturen van ongeveer 30 tot 34 °C (10 graden warmer dan heden ten dage) en jaarlijkse regenval van meer dan 4 meter.Titanoboa wordt verondersteld gejaagd te hebben op krokodillen als Acherontisuchus en Cerrejonisuchus. In de documentaire Titanoboa: Monster Snake verklaren paleontologen de uitzonderlijke klimaatomstandigheden van het vroege Paleoceen. Taxonomie Slangen behoren tot de reptielen (Reptilia) en zijn verdeeld in verschillende groepen, die ook wel taxa worden genoemd. Voorbeelden zijn superfamilies, families, onderfamilies en geslachten. Net als bij andere reptielen zijn sommige families veel bekender dan andere. In totaal zijn er zeventien families, met als bekendere de reuzenslangen, de adders, de cobra's en de in Europa bekende toornslangachtigen, waartoe de inheemse gladde slang en de ringslang behoren. Families zijn onderverdeeld in geslachten, vaak worden de verschillende geslachten als aan elkaar verwante groepjes gezien binnen de familie. Dergelijke geslachtsgroepen worden onderfamilies genoemd. De wetenschappelijke namen van de families hebben altijd de uitgang dae, zoals de familie adders (Viperidae). De onderfamilies hebben als uitgang nae zoals de onderfamilie groefkopadders (Crotalinae). De verschillende geslachten kunnen uiteenlopende namen hebben, veel geslachten zijn vrij onbekend. Van de adders is het geslacht ratelslangen (Crotalus'') echter een van de bekendste groepen van slangen.Soms veranderen wetenschappers de indeling van de slangen doordat recente ontdekkingen tot nieuwe inzichten leiden over de onderlinge verwantschappen. Het aantal soorten slangen kan per familie sterk verschillen, de familie toornslangachtigen telt meer dan duizend soorten, sommige families tellen slechts een enkele soort. In totaal zijn er ruim 3950 moderne soorten slangen beschreven. De hogere indelingen van de slangen verschillen. ITIS deelt de slangen in twee infraorden in: Alethinophidia en Scolecophidia. De Reptile Database, die in dit artikel wordt gebruikt als bron, kent deze hoofdindeling ook maar verdeelt de Alethinophidia in de infraorde Henophidia en de infraorde Xenophidia. Tot de Scolecophidia behoren de moderne Typhlopoidea, een superfamilie die drie families van relatief kleine, dunne slangetjes omvat, die meestal ondergronds leven en niet giftig zijn. Binnen de Alethinophidia behoren tot de superfamilie of infraorde Henophidia zeven families, waaronder de reuzenslangen en de pythons. Alle overige Henophidia-families zijn vrij onbekend en bestaan zowel uit op reuzenslangen gelijkende soorten als soorten die een totaal andere fysiologie en levenswijze hebben. Soorten uit sommige families zijn giftig. Tot de Xenophidia behoren de zeeslangen, de adders, de wrattenslangen, de toornslangachtigen en de familie koraalslangachtigen (Elapidae), die soms gifslangen wordt genoemd. Over de status van de onderfamilie zeeslangen (Hydrophiinae) en de familie pythons (Pythonidae) bestaat veel discussie. Er zijn drie families van slangen met giftige soorten, de koraalslangachtigen worden echter als de gevaarlijkste giftige slangen gezien, voorbeelden zijn de mamba's, de koraalslangen en de cobra's. Voor een overzicht van de verschillende families van slangen, zie de lijst van families van slangen. Slangen en de mens Slangen spelen een rol in de cultuur. Veel mensen zijn bang van slangen, hoewel slechts een klein deel van alle soorten gevaarlijk is. Sommige grotere wurgslangen als pythons worden als gevaarlijk beschouwd. Ongeveer vijftien procent van de slangen is giftig en gevaarlijk voor de mens. Externe links Tabel met de LD50 (giftigheid) van veel gifslangen Filmpjes over slangen op YouTube Animal world.com - Caresheets van enkele bekende slangen Citizendium - Snakes Discover Life & Animal Diversity Web - Snakes (Afbeeldingen) Oplin.org - Quick ID - Een tool voor het op naam brengen bij een onbekende soort slang Snakecell.org - Veel informatie over slangen Bronvermelding
De organen van slangen zijn net als het lichaam zeer langwerpig van vorm. Sommige gepaarde organen, zoals de nieren en de testikels, liggen niet naast elkaar maar in elkaars verlengde om de lichaamsruimte optimaal te benutten. Met name de spijsverteringsorganen beslaan bijna het gehele lichaam. Het voedsel komt via de slokdarm in de maag en begint daarna een lange reis door de darmen. Slangen verkleinen de prooi niet door te kauwen maar slikken deze in één keer door. Slangen eten meestal behaarde, gevederde of geschubde prooien, en de spijsvertering is goed ontwikkeld om de prooi volledig te verteren.
2
kauwen, slikken, gastronomie
5,687
DepositAccount
4114343
https://nl.wikipedia.org/wiki/Museum%20van%20de%20Nationale%20Bank%20van%20Belgi%C3%AB
Museum van de Nationale Bank van België
Het Museum van de Nationale Bank van België in Brussel heeft als thema de instelling zelf en het geldwezen in het algemeen. Het heeft een numismatische collectie en vertelt het ontstaan van geld doorheen de eeuwen. Sinds 2018 is het museum ondergebracht in het voormalige hoofdkantoor van de Union du Crédit aan de Warmoesberg. Geschiedenis Het museum werd opgericht in 1982 en was toen gehuisvest in de gebouwen gelegen aan de Wildewoudstraat te Brussel. De gebouwen waren reeds eigendom van de Nationale bank bij de eerste uitbreiding in 1865. Wegens verbouwingen werd het museum van 2013 tot 2017 gehuisvest in de lokettenzaal van de bank in de aanpalende de Berlaimontlaan. Tijdens de herinrichting sloot het museum op 1 juli 2017 volledig de deuren. In januari 2018 opende het nieuwe museum in het voormalige bibliotheekgebouw aan de Warmoesberg. Collectie Het Museum van de Nationale Bank van België biedt een overzicht van de betaalmiddelen in België en in de rest van de wereld, vanaf de ruilhandel tot de euromunten en -biljetten van vandaag. De museumcollectie omvat voorwerpen die het financiële, economische en monetaire leven belichten: bankbiljetten, munten, prenten, schilderijen, bankmeubilair, meet- en weeginstrumenten, archieven en foto's. Gebouw Het gebouw waar het museum sinds 2018 huist, werd van 1872 tot 1874 opgetrokken voor de Union du Crédit (in 1901 omgedoopt tot Union du Crédit de Bruxelles), een bank die in 1848 werd opgericht door de bankier Jonathan Bischoffsheim. De wijk, die zich dicht bij de drukke lanen van de stad bevond, was toen pas gerenoveerd en kwam op commercieel vlak tot een nieuwe bloei. Na een lange periode als zelfstandige bank werd de Union du Crédit de Bruxelles in 1969 overgenomen door de United California Bank, die in het gebouw een filiaal vestigde. In 1979 kocht de Nationale Bank van België het pand, samen met verschillende gebouwen in de onmiddellijke omgeving, om haar hoofdzetel uit te breiden. De Koning Boudewijnstichting kreeg er tijdelijk beschikking over. In 1984 werden verschillende elementen van het gebouw als monument beschermd. Van 2004 tot 2009 vonden uitgebreide restauratiewerken plaats. Van 2010 tot 2016 was de bibliotheek van de Nationale Bank er in ondergebracht. Een Brusselse creatie Het gebouw werd ontworpen door de Brusselse architect Désiré De Keyser. De Keyser koos voor een typische bankarchitectuur van het einde van de 19e eeuw, die gezag en prestige uitstraalt. Het overvloedige licht en de imposante ruimtes moesten de invloed van de instelling weerspiegelen en het vertrouwen van de cliënten wekken. De stijl van het gebouw is eclectisch en combineert elementen die aan verschillende stijlen of tijdperken werden ontleend. Het algemene ontwerp was klassiek, maar er werd al gebruikgemaakt van moderne bouwtechnieken, zoals blijkt uit de metalen geraamten voor de koepels. Deze technieken zouden later uitmonden in de art-nouveaustijl, die aan het begin van de 20e eeuw een hoogtepunt zou bereiken. De neogotische invloed komt dan weer tot uiting in de decoratieve sculpturen, die plantenmotieven, grijnzende duiveltjes en gezichten van dames of jongeheren voorstellen. Die decoratieve stijl nam in het midden van de 19e eeuw een hoge vlucht in België. De sculpturen werden vervaardigd door de Franse ornamentist Georges Houtstont (1832-1912). Deze werkte mee aan tal van andere projecten in Brussel, zoals de Congreskolom, het Koninklijk Conservatorium Brussel en het Hotel van de Gouverneur van de Nationale Bank. Restauratie Vóór de restauratie van het gebouw bleef er nog maar weinig over van het oorspronkelijke ontwerp. Diverse aanpassingen over de decennia heen veranderden het karakter van het gebouw. Bovendien had de houtzwam veel schade aangericht. De restauratie vond plaats onder toezicht van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, die de grote hal en de lokettenzaal met hun glasramen, alsook de vestibule en het trappenhuis in bescherming nam wegens hun unieke karakter. De restaurateurs probeerden alles in de mate van het mogelijke naar oorspronkelijke staat te herstellen, indien ze daartoe voldoende nauwkeurige concrete aanwijzingen konden bemachtigen. Dit resulteerde in een gedetailleerde restauratie van de voornaamste componenten van het gebouw, gaande van de funderingen tot het dak, met aanpassingen aan de vloeren, de muren, het schrijnwerk, het smeedwerk, de sculpturen en de glasramen. Aangezien de meeste sculpturen verloren waren gegaan of sterk beschadigd waren, werden er replica's gemaakt op basis van foto's en oude schetsen en door middel van traditionele ambachtelijke technieken. De huidige kleur van de muren is een soort beige dat overeenkomt met de oorspronkelijke kleur die werd teruggevonden onder zeven opeenliggende verflagen. Kluizen De kluizen in de kelders vormen een uniek en interessant erfgoed uit de bankwereld. Twee kluizen, die op meerdere vernuftige manieren beveiligd zijn, werden immers volledig naar het origineel gerestaureerd. Speciale brandkasten bestrijken drie zijden van elk van de kluizen. Kunst en tentoonstellingen Sinds 1972 legt de Nationale Bank zich erop toe een collectie Belgische kunst te verzamelen. Ze stelt zich op als mecenas door zich vooral te richten op Belgische of in België wonende kunstenaars. Ter gelegenheid van de officiële opening van het gebouw in zijn bibliotheekfunctie (2010) ontwierp de Vlaamse kunstenaar Pieter Vermeersch een wandtapijt. Het gaat om een kunstwerk in situ, dat op maat gemaakt is voor de ruimte waarin het tentoongesteld wordt. Tijdens de restauratiewerken nam Vermeersch een foto van de nis achteraan in de lokettenzaal, dus van de plek waar het wandtapijt nu hangt. Hij heeft die foto uitvergroot en volgens verschillende procedés bewerkt. De kunstenaar heeft er als het ware een « achtergrondgeluid » aan toegevoegd en heeft de kleuren ervan weggelaten. Het werk lijkt aldus gepatineerd door de tijd en vult de restauratie van het gebouw perfect aan. Pieter Vermeersch heeft een Belgisch bedrijf de opdracht gegeven zijn werk te vervaardigen, dat zo in de lange regionale traditie van de tapijtkunst past. Zie ook Bibliotheek van de Nationale Bank van België Lijst van musea in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Externe link Officiële website Museum in Brussel
Collectie Het Museum van de Nationale Bank van België biedt een overzicht van de betaalmiddelen in België en in de rest van de wereld, vanaf de ruilhandel tot de euromunten en -biljetten van vandaag. De museumcollectie omvat voorwerpen die het financiële, economische en monetaire leven belichten: bankbiljetten, munten, prenten, schilderijen, bankmeubilair, meet- en weeginstrumenten, archieven en foto's.
1
depositorekening, spaarrekening, rente
11,840
AddAction
1487628
https://nl.wikipedia.org/wiki/Museum%20Kampa
Museum Kampa
Museum Kampa is een museum voor moderne kunst in de Tsjechische hoofdstad Praag. Het museum Het museum is gelegen op het eiland Kampa in de rivier de Moldau, van de wijk Malá Strana gescheiden door het kanaal Čertovka, dicht bij de Karelsbrug. Het museum is in 2003 gesticht door de collectionneurs Jan Mládek en Meda Mládková in de voormalige, in neogotische stijl gebouwde, fabriek Sovovy mlyny (Sova's watermolen), waarvan de oorsprong teruggaat naar 1478. Als herkenningsteken voor het museum werd in de rivier een zes meter hoge stoel geplaatst. Collecties Jan en Meda Mládek-collectie Meda Mládková is kunsthistoricus en verzamelaar van klassiek moderne en hedendaagse Europese en Tsjechische kunst. Haar echtgenoot, Jan Mládek die in 1989 overleed, was zakenman. Samen hebben zij, vooral na hun vestiging in Washington D.C. in de zestiger jaren, een indrukwekkende collectie van zo'n duizend werken opgebouwd van Tsjechische en Slovaakse kunstenaars. Tot de verzameling behoren voorts honderden kunstwerken van Polen, Hongaren, Joegoslaven, Russen, Amerikanen, Fransen en Belgen. Jan en Meda Mládek behoren tot de belangrijkste verzamelaars van werk van de Tsjechische beeldhouwer Otto Gutfreund en de schilder František Kupka. Jiří en Běla Kolář-collectie Jiří Kolář en Běla Kolářova verzamelden werk van Tsjechische collega-kunstenaars. Deze collectie, alsmede eigen werk kwam in 2002 als legaat in eigendom van het museum. Tot de collectie behoort onder andere werk van Alfons Mucha, werk van de kunstenaarsgroep Skupina 42 (Groep 42), diverse avant-garde-bewegingen en werk van internationale kunstenaars als Auguste Rodin, François Morellet, George Macunias en Hans Hartung. Jindřich Chalupecký-collectie De collectie werd samengesteld in 1989 ten behoeve van een expositie in het Nationale Museum in Praag en was oorspronkelijk bestemd voor de verkoop. De collectie is door diverse omstandigheden intact gebleven en werd vanaf 1990 getoond in de Praagse burcht. Het grootste deel van de collectie is uiteindelijk in het Museum Kampa terechtgekomen. Externe links Website Museum Kampa Museum Kampa Museum in Praag Kunstmuseum in Tsjechië
Jindřich Chalupecký-collectie De collectie werd samengesteld in 1989 ten behoeve van een expositie in het Nationale Museum in Praag en was oorspronkelijk bestemd voor de verkoop. De collectie is door diverse omstandigheden intact gebleven en werd vanaf 1990 getoond in de Praagse burcht. Het grootste deel van de collectie is uiteindelijk in het Museum Kampa terechtgekomen.
4
toevoegen, collectie, object
581
WholesaleStore
1734245
https://nl.wikipedia.org/wiki/Drop%20shipping
Drop shipping
Drop shipping (of met Nederlandse spelling dropshipping, ook bekend als doorverkoop of direct shipment) is een techniek voor integraal ketenbeheer. Bij deze constructie ontvangt een handelaar een bestelling van een klant. De handelaar plaatst de bestelling door naar een producent of groothandel. De producent of groothandelaar levert het product rechtstreeks aan de koper. De factuur van de producent gaat naar de (tussen)handelaar. De factuur van de handelaar gaat naar de klant. De dropshipping-methode wordt veel gebruikt door startende ondernemers, aangezien zij normaliter geen grote investeringsmogelijkheden hebben. Dropshipping is namelijk een relatief kapitaalextensieve vorm van ondernemen, doordat de ondernemer niet hoeft te investeren in voorraden. Meestal gaat dit ook direct gepaard met kostenbesparing op het gebied van inventaris, personeel en logistiek. Dit resulteert meestal wel in slechtere marges bij de leverancier. De dropshipper is verantwoordelijk voor de levering en de veiligheid van producten. Dit kan risicovol zijn bijvoorbeeld bij het doorverkopen van producten uit niet-Europese landen zoals China, onder andere vanwege lange levertermijnen. Wanneer een klant gebruik maakt van het retourrecht, kan de ondernemer verzendkosten kwijt zijn of kan het zijn dat de goederen niet probleemloos aan producent/groothandel kunnen worden teruggegeven. Indien een dropshipper niet voldoet aan de rechten van de klant dan kan de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een boete opleggen van maximaal € 900.000 per overtreding. Ook zijn producten van buiten de EU niet altijd veilig zoals brandgevaarlijke elektronica of stoffen in speelgoed die kanker verwekken. De klant kan de dropshipper verantwoordelijk stellen als er iets mis is met de veiligheid van het product. Bij overtreding van de veiligheid van het product kunnen boetes opgelegd worden door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Een eenvoudige vorm van dropshipping kan zich voordoen als een winkel een artikel niet in voorraad heeft. Het artikel kan besteld worden, maar dat duurt een paar dagen. In plaats daarvan kan de winkelier, na overleg met de groothandel, tegen de klant zeggen dat hij het artikel bij de groothandel kan ophalen. De klant betaalt aan de winkel. Logistiek Handel
Drop shipping (of met Nederlandse spelling dropshipping, ook bekend als doorverkoop of direct shipment) is een techniek voor integraal ketenbeheer. Bij deze constructie ontvangt een handelaar een bestelling van een klant. De handelaar plaatst de bestelling door naar een producent of groothandel. De producent of groothandelaar levert het product rechtstreeks aan de koper. De factuur van de producent gaat naar de (tussen)handelaar. De factuur van de handelaar gaat naar de klant.
2
groothandel, groothandelswinkel, zakelijke verkoop
11,158
ToyStore
5754223
https://nl.wikipedia.org/wiki/Winkelcentrum%20%27t%20Rond
Winkelcentrum 't Rond
Winkelcentrum 't Rond is een overdekt winkelcentrum met parkeergarage in het centrum van de Groningse stad Winschoten. De parkeergarage kent geen betaald parkeren en is geopend tijdens de winkelopeningstijden. Het winkelcentrum opende haar deuren in 2002 en kwam op de plek van het Israëlplein. In het centrum zijn twee overdekte winkelstraten: de Synagogepassage en de Reivelpassage. Verder zijn aan de buitenzijde van het centrum winkels en horeca te vinden aan het Israëlplein en de Venne. Het winkelcentrum heeft een grote vestiging van supermarktketen Lidl, verder zijn er diverse modezaken, een bakkerij, slagerij, bloemenzaak, speelgoedwinkel, schoenenzaak, woonwinkel, telefoniezaak, drogisterijen en horeca te vinden. Op de eerste etage is een sportschool gevestigd. Boven het winkelcentrum bevinden zich huur- en koopappartementen. De woontoren boven het winkelcentrum is een baken in de skyline van Winschoten. Winkelcentrum in Nederland Bouwwerk in Oldambt
Het winkelcentrum heeft een grote vestiging van supermarktketen Lidl, verder zijn er diverse modezaken, een bakkerij, slagerij, bloemenzaak, speelgoedwinkel, schoenenzaak, woonwinkel, telefoniezaak, drogisterijen en horeca te vinden. Op de eerste etage is een sportschool gevestigd.
1
speelgoedwinkel, speelgoedzaak, speelgoedhandel
4,694
DigitalDocument
938332
https://nl.wikipedia.org/wiki/Forensische%20informatica
Forensische informatica
Forensische informatica veelal aangeduid met 'IT Forensics' is een soort forensisch onderzoek dat zich richt op het vinden van juridisch bewijs in computers en digitale opslagmedia. Het doel van forensische informatica is het verklaren van de status van een digitaal voorwerp. Dit kan een compleet computersysteem zijn, een opslagmedium (zoals een harde schijf, cd-rom of USB-stick) een digitaal document (zoals een e-mailbericht of een JPG-afbeelding) of zelf een aantal pakketten in een netwerk. De verklaring kan bestaan uit de beantwoording van de simpele vraag "Welke informatie staat hierop?" maar ook de beantwoording van de moeilijkere vraag "Wat is de opeenvolging van handelen die heeft geleid tot de huidige samenhang van bits?". Forensische IT-specialisten zijn te vinden bij de politie, zoals bij de Federal Computer Crime Unit in België en de Groep digitale recherche van het KLPD in Nederland, maar ook in de particuliere sector. Sinds 2008 is ook bij de Koninklijke Marechaussee een afdeling digitale recherche actief onder de afdeling forensische opsporing. Zie ook Digitaal sporenonderzoek Forensisch onderzoek
Het doel van forensische informatica is het verklaren van de status van een digitaal voorwerp. Dit kan een compleet computersysteem zijn, een opslagmedium (zoals een harde schijf, cd-rom of USB-stick) een digitaal document (zoals een e-mailbericht of een JPG-afbeelding) of zelf een aantal pakketten in een netwerk. De verklaring kan bestaan uit de beantwoording van de simpele vraag "Welke informatie staat hierop?" maar ook de beantwoording van de moeilijkere vraag "Wat is de opeenvolging van handelen die heeft geleid tot de huidige samenhang van bits?".
1
digitaal document, elektronisch bestand, digitaal bestand
11,341
ContactPointOption
8138
https://nl.wikipedia.org/wiki/Watersnood%20van%201953
Watersnood van 1953
De watersnood van 1953, meestal aangeduid als de Watersnoodramp of Februariramp en aanvankelijk ook wel als Sint-Ignatiusvloed of Beatrixvloed, voltrok zich in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953. De ramp was het gevolg van een combinatie van zware storm uit noordwestelijke richting, met een ongunstig daarmee samenvallend tijdstip van vloed en springtij. Het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee steeg daardoor tot extreme hoogte. Te Vlissingen, Hoek van Holland, IJmuiden en Harlingen werd de hoogste waterstand in 100 jaar gemeten, respectievelijk 4,55, 3,85, 3,85 en 3,85 meter hoger dan Normaal Amsterdams Peil (NAP). Het gevolg was dat veel dijken overspoeld werden en doorbraken. Hele eilanden en landstreken inclusief steden en dorpen raakten overstroomd; dit leidde tot veel slachtoffers en grote schade. Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Britse veerboot en 28 in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van een sterk verbeterde kustverdediging met zware stormvloedkeringen. Het meest ingrijpend zijn de Deltawerken in Nederland, terwijl in het Verenigd Koninkrijk onder meer de Thames Barrier en een stormvloedkering in de rivier Hull zijn gebouwd. Karakteristieken Oorzaken Een stormvloed kan aan de kust extra gevaarlijk zijn als hij samenvalt met de vloed of, nog riskanter, met een springvloed: het getij waarin eens in de 15 dagen het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. De (spring)vloed wordt dan verhoogd met de stormvloed. Dit was de oorzaak van de watersnood van 1953. Op zaterdag 31 januari stond er bij de Orkney-eilanden ten noorden van Schotland een storm met orkaankracht. Deze zware noordwesterstorm ontwikkelde zich in de loop van de dag over de volle lengte van de Noordzee en stuwde het water in de trechtervormige Noordzee op tot recordhoogte. In de avond en nacht was er sprake van een langgerekt stormveld uit noordwest tot noord, de gevaarlijkste richting. Bovendien duurde de storm erg lang: weerstation De Kooy bij Den Helder meldde zowel op de 31 januari als op 1 februari een daggemiddelde van windkracht acht. In Nederland begaven de dijken in het Deltagebied het op veel plaatsen en liepen een groot deel van de provincie Zeeland, de Zuid-Hollandse Eilanden en delen van westelijk Noord-Brabant onder water. Zo werd Nederland in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 getroffen door een van de grootste natuurrampen uit zijn geschiedenis, de grootste zelfs sinds 1570 (derde Allerheiligenvloed). Voorgeschiedenis Veel dijken, vooral in het deltagebied, waren te laag en te zwak. Rijkswaterstaat onderkende dit al in de jaren 1920 en werkte aan plannen om binnenwateren van de zee af te sluiten door het aanleggen van nieuwe kunstwerken. De Afsluitdijk, die gereed was gekomen in 1932, was een eerste belangrijke aanzet daartoe. Pas na de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog werden de eerste werken in Zuidwest-Nederland uitgevoerd: de Botlek, de Brielse Maas (1950) en de Braakman (1952) werden afgedamd. Toch had de kustbescherming geen prioriteit. In 1950 werd het reeds bescheiden budget nog eens beperkt. De naoorlogse economische wederopbouw had voorrang. De ramp van 1953 leidde tot snelle en ingrijpende maatregelen en vormde de directe aanleiding tot de Deltawerken. Schade In Nederland kostte de ramp aan 1836 mensen het leven. Daarnaast veroorzaakte de vloed in Zuidwest-Nederland grote schade aan de veestapel, woningen, gebouwen en infrastructuur. Zo'n 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen. Er verdronken tienduizenden dieren. Er werden 4500 huizen en gebouwen verwoest en 200.000 hectare grond kwam onder water te staan. Het Zuid-Hollandse dorp Oude Tonge was de plaats waar de meeste slachtoffers vielen: 305 doden. Voor veel overlevenden uit de getroffen gebieden vormen de herinneringen aan de ramp een levenslang trauma. Ook in het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland vonden overstromingen plaats en vielen honderden slachtoffers. Op zee verloren velen het leven door schipbreuken. In de Ardennen ontstond een sneeuwlaag van twee meter ook omdat na de storm nog een aantal dagen een noordelijke stroming koude onstabiele lucht bleef aanvoeren. Naam De Watersnood(-ramp) van 1953 werd aanvankelijk ook wel aangeduid als 'Sint-Ignatiusvloed', naar Sint Ignatius, wiens naamdag tot 1969 op 1 februari viel (maar sinds 1969 op 17 oktober). Met deze naam werd een traditie gevolgd om grote overstromingen in het Deltagebied te vernoemen naar de dag van de rooms-katholieke heiligenkalender. Onder meer de Sint-Elisabethsvloeden van 1404, 1421 en 1424, en de Allerheiligenvloeden van 1532 en 1570 zijn hier voorbeelden van. De naam 'Sint-Ignatiusvloed' vond echter niet algemeen ingang. Protestants-christelijken spraken aanvankelijk liever van Beatrixvloed, omdat de watersnood plaatsvond in de nacht na de vijftiende verjaardag van prinses Beatrix. Deze tweede naam maakte nog minder opgang. Stormramp was een meer zakelijke term, maar te weinig specifiek. Later werd steeds vaker van 'de Watersnoodramp' gesproken, of van 'de Watersnood', of eenvoudig van 'de ramp (van 1953)'. Gebeurtenissen Verloop van de ramp in Nederland Zaterdagavond 31 januari 1953 stond er een zware noordwesterstorm. Rond middernacht was het aan de zuidwestkust van Nederland laagwater. Het zou daar dus op zondagmorgen 1 februari tussen 4 en 6 uur hoogwater zijn. De Stormvloedseindienst maakte vanaf zaterdagmorgen aan de op de dienst geabonneerde autoriteiten melding van de opkomende 'zeer zware noordwesterstorm'. Tijdens laagwater op die zaterdagavond stond het waterpeil ongeveer even hoog als het normaal bij hoogwater staat. Bovendien was het springtij, wat betekende dat het waterpeil nog extra zou stijgen. In de algemene weersverwachting werd die zaterdagavond gewaarschuwd voor 'gevaarlijk hoogwater', toen de hoogst mogelijke staat van alarm. Deze waarschuwing werd echter door velen in het rampgebied niet gehoord of verkeerd begrepen. Toendertijd sloot de radio om middernacht, en pogingen om deze langer in de lucht te houden mislukten. Ook de toen nog bemande telefooncentrales sloten in de avond. De Grevelingen en Oosterschelde waren in 1953 nog geheel open zee-armen. Tijdens de rampnacht werd het water daar zeer hoog opgestuwd. Op de kop van het eiland Schouwen-Duiveland bereikte de waterstand het hoogste niveau van de gehele Nederlandse kustlijn. Meer landinwaarts, bij Bruinisse, kwam het opkomende water uit de Grevelingen en uit de Oosterschelde samen. Zondagmorgen vroeg kwam het waterpeil daar tot NAP + 4,5 meter: een ongeëvenaard hoog niveau. Tussen 4 en 6 uur 's morgens braken op vele plaatsen de dijken. Vooral de noord- en oostkant van de Oosterschelde (Stavenisse, Ouwerkerk, Nieuwerkerk), van de Grevelingen (Oude-Tonge en Nieuwe-Tonge) en van het Hollandsch Diep (Schuring en 's-Gravendeel) werden zwaar getroffen. De eerste berichten die duidden op een ramp van ongekende omvang kwamen op zondagochtend vanuit Zwijndrecht, waar het water over de ringdijk sloeg, en uit Willemstad, waar de polders Ruygenhil en Oude Heyningen en het stadje zelf begonnen onder te lopen. Hierna volgden berichten over dijkdoorbraken tussen Hoek van Holland en Maassluis; bij Cadzand in Zeeuws-Vlaanderen bleek een stuk duin weggeslagen en snel werd duidelijk dat er ook reeds overstromingen gaande waren op vele tussenliggende plaatsen waarmee nog geen telefonisch contact mogelijk was. Reeds op 2 februari werd terwijl de totale omvang nog onbekend was bericht over een "watersnoodramp". Op sommige plaatsen op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee stroomde het water zo hard de polders in, dat dorpen als Oude- en Nieuwe-Tonge binnen ongeveer een half uur twee tot drie meter onder water stonden. Elders verliep de overstroming geleidelijker en/of kwam het water niet zo hoog. Zo bereikte het water Ooltgensplaat, een dorp vlak bij Oude- en Nieuwe-Tonge, pas rond 7 uur 's morgens, en steeg het er tot een hoogte van zo'n twee meter. Op Duiveland werd de hoogste waterstand zelfs pas in de loop van de zondagmiddag bereikt. Telefoon- en telegraafverbindingen waren door de overstroming beschadigd en onbruikbaar geworden. Enkele tientallen zendamateurs zetten binnen enkele uren een noodradionetwerk op. Ze werkten gedurende tien dagen en nachten om met hun zenders radiocommunicatie te verzorgen. Het was in die eerste dagen vrijwel de enige contactmogelijkheid tussen de overstroomde gebieden en de buitenwereld. Overstromingen in Nederland In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere. Door de diverse dijkdoorbraken vielen er op sommige plaatsen veel slachtoffers. In Stavenisse op Tholen kwamen meer dan 150 mensen om, in Stellendam op Goeree vielen 61 slachtoffers en het Brabantse Fijnaart telde 76 doden. Het zwaarst werden de zuidzijde van Duiveland en van Overflakkee getroffen. Daar viel ruim 40% van het totale aantal slachtoffers van deze watersnoodramp. In Oude-Tonge kwamen 305 mensen om (9,9% van de bevolking), in Nieuwe-Tonge 85 (4%), in Nieuwerkerk 288 (15,4%) en in Ouwerkerk 91 (16,3%). Het aantal slachtoffers in de genoemde vier dorpen verschilt soms sterk van dat in nabijgelegen dorpen. In Ooltgensplaat, enkele kilometers ten oosten van Oude- en Nieuwe-Tonge, vielen twee slachtoffers. In Den Bommel en in Stad aan 't Haringvliet, gelegen aan de noordzijde van Overflakkee, kwamen respectievelijk negen en geen mensen om. En terwijl er honderden doden in Nieuwerkerk en Ouwerkerk vielen, kwam er in het aan de noordzijde van Duiveland gelegen Bruinisse slechts één inwoner om het leven. De meest waarschijnlijke oorzaken voor dergelijke verschillen in aantallen slachtoffers zijn: de richting van de waterstromen; hoogteverschillen binnen polders; de kwaliteit van binnendijken; de kwaliteit van het plaatselijk bestuur; de vaak deplorabele staat van met name arbeiderswoningen. Deze factoren maakten het verschil tussen een kolossale ramp zoals in Oude-Tonge en Nieuwerkerk of een noodlottige overstroming zoals in Ooltgensplaat of Bruinisse. Op tal van andere plaatsen vielen ook slachtoffers te betreuren of vonden opvallende gebeurtenissen plaats. Op Texel verdronken zes polderarbeiders op weg naar een bedreigd dijkvak. Bij Cadzand sloeg water over de dijk en bij Kruiningen werd door de nog openstaande coupure de veerhaven geheel weggeslagen. In zeer korte tijd liep de Kruiningerpolder (1400 hectare) onder water. Het water stroomde aan de noordkant van Dordrecht binnen. In Rotterdam werd een recordwaterhoogte gemeld en kwamen delen van Rotterdam-Zuid onder water te staan, evenals in Vlaardingen het gebied van de Maasboulevard tot aan de spoorlijn Rotterdam-Hoek van Holland. Op het eiland Rozenburg waren de dijken doorgebroken. In Stellendam stond het water tot aan de zolders van de huizen. Veere stond onder water. Bij Wolphaartsdijk sloeg een gat in de dijk, en ook bij Ossenisse was de dijk doorgebroken. De Nieuwerkerkpolder en Suzannapolder overstroomden. Bij Rammekens sloegen gaten in de dijk. Reigerspolder en gedeelten van Zuid-Beveland stonden onder water. Rilland-Bath was geïsoleerd. Stavenisse stond onder water, in Zeeuws-Vlaanderen braken er een paar dijken door. Bij strandtoegang Beukel bij 's-Gravenzande versterkten ca. honderd opgeroepen mannen de smalle duinenrij met zandzakken om het Westland voor overstroming te behoeden. Tweede vloed Circa de helft van het totale aantal slachtoffers viel in de nacht van zaterdag op zondag. De zondagmiddag daarop zorgde het getij in combinatie met harde wind ervoor dat vele overlevenden van de nacht tevoren toen alsnog de dood vonden. Veel huizen die de eerste vloed hadden doorstaan (met de bewoners op zolders of op de daken) stortten alsnog door de sterke stroming ineen. De hulpverlening van buiten de door het water aangetaste gebieden kwam de eerste dag nog nauwelijks op gang, de schaal van de catastrofe werd pas maandag goed duidelijk. Directe hulpverlening Directe hulpverlening werd op en meteen na 1 februari onder andere geboden door reddingsboten van de KNRM die gestationeerd waren in Stellendam, Veere, Ouddorp, Hoek van Holland, Cadzand, 's-Gravenzande en Breskens. De bemanningen van veel vissersschepen, ook van buiten het rampgebied, behoorden tot de eerste hulpverleners. Ook particulieren met schepen en boten verleenden reddingsdiensten. Vanuit Maasbracht vertrokken op 2 februari dertig riviersleepboten richting Zeeland. De Nederlandse krijgsmacht zette die dag haar enige helikopter in, al snel bijgestaan door hefschroefvliegtuigen van de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena. Schepen in de dijk In Zuid-Holland sloeg om half zes een gat van vijftien meter in Schielands Hoge Zeedijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel. De dijkdoorbraak werd ternauwernood voorkomen doordat een 18 meter lang binnenschip op last van de burgemeester dwars voor het gat in de dijk gemanoeuvreerd werd en het zo dichtte. Het overstromen van grote delen van Zuid-Holland werd hierdoor voorkomen. Om ongeveer half zeven in die nacht brak aan de overkant bij Ouderkerk aan den IJssel de IJsseldijk door. Er ontstond een gat van veertig meter. Met twee sloopschepen en zandzakken werd om twee uur ’s middags geprobeerd het gat te dichten. Maar pas door het storten van puin en zand uit het schip Avontuur, dat tegen de sloopschepen was afgemeerd, lukte het toch een stabielere dam te maken. Watersnood in België, Groot-Brittannië en Duitsland Tegelijk met de watersnood in Nederland vonden ook in België, Groot-Brittannië en Noordwest-Duitsland overstromingen plaats. In België braken dijken op 37 plaatsen door. Diverse kleinere en grotere steden aan de kust en langs de Schelde liepen (deels) onder. De binnenstad van Oostende stond geheel onder water, na doorbraak van de naburige zeedijk. De stad Antwerpen werd getroffen en ook de polderdorpen Lillo, Zandvliet en Berendrecht werden overspoeld. In Wintam en Hingene (deelgemeenten van Bornem) stond het water tot twee meter hoog: er was een bres in de Rupeldijk geslagen van 75 m lang en 15 m diep. Pas op 10 april kon deze gedicht worden. In België overstroomden zo'n vijftienduizend hectare landbouwgrond en er kwamen 28 mensen om het leven. Langs de kust en de Schelde vonden na de watersnood vele dijkverhogingen plaats. Ook het Verenigd Koninkrijk werd door het water overvallen. Daar werd 1.600 kilometer kust getroffen en kilometers dijk beschadigd, waardoor 1.000 vierkante kilometer aan land overstroomde. Dertigduizend mensen moesten geëvacueerd worden. Na de watersnood werden in het Verenigd Koninkrijk plannen gemaakt die onder andere resulteerden in de Thames Barrier. Verslaggeving, televisie-uitzending en radiocommunicatie Heel Nederland luisterde de hele dag door naar radio-uitzendingen met de laatste nieuwsberichten over de ramp. Radioverslaggevers als Jan de Troye en Arie Kleijwegt van de VARA, Siebe van der Zee van de AVRO en Herman Felderhof en Goos Kamphuis van de NCRV maakten indringende verslagen. Omdat het rampgebied moeilijk toegankelijk was werden de uitzendingen noodgedwongen vanuit de randgebieden gemaakt. Alleen daar was PTT-verbinding met de zenders in Hilversum mogelijk. Voor de hulpverlening noodzakelijke verbindingen vanuit het Nederlandse rampgebied werden vaak door radiozendamateurs verzorgd. De in Zierikzee wonende radiotechnicus Peter Hossfeld bewerkstelligde dat Schouwen-Duiveland contact kreeg met de buitenwereld. Daarmee redde hij waarschijnlijk vele mensenlevens. Carel Enkelaar, verslaggever van de Volkskrant, huurde op zondag 1 februari een Dakota. Omdat de Rijksluchtvaartdienst geen toestemming gaf voor een vlucht boven het rampgebied, werd in het vluchtplan Brussel als bestemming aangegeven. Fotograaf Jan Stevens legde tijdens deze vlucht de beelden van de Watersnoodramp vast, die de hele wereld overgingen. Lange tijd werd gedacht dat piloot Willem van Veenendaal de Dakota bestuurde. Hoewel Van Veenendaal wel als waarnemer aanwezig was bij de vlucht, was het KLM-piloot Piet Hoorweg die de vlucht maakte. Na de vlucht stelde Van Veenendaal telefonisch de president-directeur van de KLM Plesman op de hoogte van hun bevindingen. Plesman heeft vervolgens bij de regering de ernst van de situatie onder ogen gebracht. Mede dankzij deze inlichtingen en vooral door de gemaakte pers- en fotoreportage kwam de binnen- en buitenlandse hulpverlening op gang. Geheel nieuw was de berichtgeving via het medium televisie, waardoor in binnen- en buitenland beelden konden worden getoond van de overstromingen: de NTS wijdde extra uitzendingen aan de ramp, alsook de diverse omroepverenigingen. Nasleep in Nederland Bezoek van de koninklijke familie Koningin Juliana, prins Bernhard, kroonprinses Beatrix en prinses Wilhelmina bezochten het rampgebied en de slachtoffers. Dag van nationale rouw Op 8 februari 1953 hield Nederland een dag van nationale rouw en hield koningin Juliana een toespraak op de radio. Civiele hulp Een grote landelijke hulpactie kwam op gang, ondersteund door de radio. De NCRV-presentator Johan Bodegraven werd beroemd met de zeer succesvolle – en eerste massale – geldinzamelingsactie Beurzen open, dijken dicht. Zowel op lokaal, nationaal en internationaal niveau werd veel hulp geboden – in totaal zou er zo'n 138 miljoen gulden (62,5 miljoen euro) worden opgehaald voor de getroffenen. Ook werden er vanuit de hele wereld hulpgoederen (kleding, huisraad, linnengoed en voedsel) gestuurd. Het Nederlandse Rode Kruis ontving zoveel goederen dat ze na enige tijd niet meer wist wat ze ermee aan moest. Een deel van de goederen is vervolgens verscheept naar andere rampgebieden of landen in de derde wereld. Al in 1953 werd begonnen met de wederopbouw van de getroffen gebieden. Vooral de Scandinavische landen leverden veel bouwmaterialen, soms zelfs hele prefabhuizen. In het rampgebied kan men ook nu nog huizen naar Zweedse, Noorse, Deense of Finse snit zien. Vanuit Italië werd hulp geboden door de Corpo Nazionale Vigili del Fuoco (Nationale brandweer) met mankracht, zelf meegebracht divers materieel en gereedschappen. Zo werden onder andere ingezet een roeibootje van de VVF Milano en een DUKW-amfibievoertuig van de VVF Corpo Roma rond Zevenbergen. Militaire hulp De Franse regering stuurde als eerste genietroepen naar de Nederlandse rampgebieden. Ook vanuit België, Verenigde Staten, Duitsland, Zweden, Italië en Groot-Brittannië werd hulp geboden. Economie en Deltawerken In de Nederlandse politiek kwam de discussie over de dijkbeveiliging op gang. De Deltacommissie werd ingesteld en het Deltaplan werd geboren, dat onder meer de afsluiting van enkele zeearmen behelsde. De wederopbouw en de totstandkoming van de Deltawerken brachten veel werkgelegenheid naar Zeeland. Bovendien was er door de hulp zoveel geld binnengekomen, dat veel slachtoffers financieel beter af waren dan voor de ramp. De provincie maakte in de jaren na de watersnood een bloeiperiode door, waardoor men in een paar jaar tijd tientallen jaren vooruitging. In Zeeland kent men daarom het cynische grapje: 'Heer, geef ons heden het dagelijks brood en elke vijf jaar een watersnood'. Voor heel Nederland groeide het bruto binnenlands product in het jaar van de ramp volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek met 8,4 procent, een ongehoord hoog percentage. De rijksoverheid schroefde de consumptie met tien procent op en de investeringen waren in 1953 zestig procent hoger dan het jaar ervoor. Dit alles gaf een krachtige positieve impuls aan de Nederlandse economie. Aantal slachtoffers Nederland Kort na de ramp verzochten de burgerlijke autoriteiten het Rode Kruis om te zorgen voor de administratie van slachtoffers. Tot eind september 1953 publiceerde het Rode Kruis regelmatig overzichten van omgekomen en vermiste personen. De laatst gepubliceerde lijst is van eind september 1953 en telt 1795 slachtoffers. Ze zijn als volgt over de provincies verdeeld: Noord-Brabant: 247 Noord-Holland: 7 Zeeland: 864 Zuid-Holland: 677 Later werd bekend dat er in Nieuwerkerk (Zeeland) tijdens de rampnacht nog twee kinderen zijn geboren. Beide kwamen met hun moeders om het leven. Verder staan er in de slachtofferlijst 97 vermiste of (nog) niet geïdentificeerde personen. Daar moeten de twee pasgeborenen aan worden toegevoegd. Na publicatie van de 'Volledige lijst' zijn er nog slachtoffers teruggevonden en geïdentificeerd. Het aantal vermisten of niet-geïdentificeerden is dus lager, maar het precieze aantal is onbekend. Naast de slachtoffers in Nederland vergingen er op de Noordzee drie onder Nederlandse vlag varende schepen, de haringkotter IJM 60 Catharina Duyvis en de kustvaarders Salland en Westland met in totaal 33 à 37 opvarenden. Het totale aantal personen, verblijvend in Nederland of op een Nederlands schip, van wie bekend is dat zij omgekomen zijn door of tijdens de noordwesterstorm of de watersnoodramp van februari 1953, komt daarmee op 1795 + 2 + 33 (+ 4?) = 1830 à 1834 personen. Vaak wordt het aantal slachtoffers van de overstromingen, dus zonder de omgekomen zeelieden, gesteld op 1835. Dat is het voorlopige aantal slachtoffers zoals in februari 1954 door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerd. Het verschil met de hier genoemde bronnen is onverklaarbaar, aangezien de basisgegevens van het CBS verdwenen zijn. Waarschijnlijk is het toepassen van verschillende criteria de belangrijkste oorzaak. Op de 'Volledige lijst' van het Rode Kruis staat ten minste een persoon die op zondagmorgen een natuurlijke dood is gestorven. Verder staan er enkele militairen op die respectievelijk op 2 en 4 februari tijdens reddingswerk omkwamen. Tot slot zijn er waarschijnlijk personen als gevolg van de watersnoodramp overleden nadat zij waren geëvacueerd. Hun aantal is onbekend. Het KNMI spreekt van 1836 slachtoffers. Dit kan als volgt worden verklaard: zaterdagmorgen 31 januari werd er een kind geboren, maar omdat het weekend was, was het gemeentehuis gesloten en kon er dus nog geen aangifte van de geboorte gedaan worden; dit moest na het weekend gebeuren. In de nacht van zaterdag op zondag vond echter deze ramp plaats, waarbij ook deze moeder met haar baby in de golven verdwenen. België In België verdronken gedurende de ramp 28 mensen. Verenigd Koninkrijk In Engeland verloren 307 en in Schotland 19 mensen het leven als gevolg van deze watersnoodramp. Op zee In totaal zijn door de februaristorm van 1953 ongeveer 220 mensen op zee omgekomen, onder wie 133 opvarenden van de Britse veerboot Princess Victoria, en de bemanningen van de Nederlandse schepen Salland, Westland en IJM 60 Catharina Duyvis. De IJM 60 Catharina Duyvis met 16 bemanningsleden en de kustvaarder Salland vergingen ter hoogte van Egmond aan Zee, respectievelijk op ongeveer 16 kilometer en 30 kilometer uit de kust. De Salland was vertrokken uit Par (Cornwall) en op weg naar Stockholm, met 7 à 10 opvarenden. De kustvaarder Westland met 10 koppen was onderweg van Cuxhaven naar King's Lynn en verging op ongeveer 10 kilometer uit de kust van Terschelling. Acties In binnen- en buitenland werd massaal kleding, geld en goederen ingezameld ten behoeve van de getroffenen. De Nederlandse radio produceerde een wekelijks geldinzamelingsprogramma onder het motto Beurzen open, dijken dicht. Deze actie bracht bijna 138 miljoen gulden (omgerekend bijna 500 miljoen euro) op voor het Rampenfonds. De beroepsvoetballers Bram Appel en Theo Timmermans organiseerden samen met andere, in het buitenland spelende, Nederlandse voetballers een officieuze interland tegen Frankrijk om zo geld voor de slachtoffers van de ramp in te zamelen. De Nederlandse profs speelden op 12 maart voor 8.000 toegestroomde landgenoten in Parijs tegen het veel sterker geachte Frankrijk en wonnen met 1–2. Deze voetbalwedstrijd zou de geschiedenis ingaan als de watersnoodwedstrijd. De watersnood in de hedendaagse cultuur Geschiedschrijving De watersnood van 1953 heeft een belangrijke plaats in de Nederlandse geschiedschrijving en droeg middels die geschiedschrijving bij aan de Nederlandse identiteitsvorming in de decennia erna. Selma Leydesdorff probeerde in 1993 in haar op mondelinge overleveringen gebaseerde onderzoek naar de Zeeuwse ramp het nationale perspectief te verlaten opdat de getroffenen hun eigen geschiedenis zouden kunnen vertellen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn neergelegd in het boek 'Het water en de herinnering'. Met de hierin weergegeven interviews zijn lijnen getrokken tussen de individuele herinneringen en is gekeken naar waar de overeenkomsten liggen. Wat opvalt, is dat de herinnering voor een deel collectief is, gebonden aan de regionale gebeurtenissen en omstandigheden. De geïnterviewden hebben wel geprobeerd een plaats te zoeken in de nationale herinnering, maar hebben die niet gevonden. Zij herkennen zich niet in de nationale trots, de Deltawerken, het spreekwoordelijke 'luctor et emergo' (ik worstel en kom boven), de wapenspreuk van de Zeeuwen. Ze zijn er wel trots op, maar hun denken valt in de reeks: water, verdriet, bijna verdrinken, redding en veiligheid. Nationaal zou de reeks ongeveer luiden: Nederlandse identiteit, wederopbouw, beheersbaarheid van de natuur, technologische vernieuwing. In ieder geval een reeks waarin persoonlijk leed en bestaande angst van ondergeschikte betekenis zijn. Na het gezamenlijke in de herinnering van de geïnterviewden houdt collectiviteit op. Er volgt een verhaal over verdriet, verwerking en terugkeer naar het vernielde land. Niet alle geïnterviewden zijn slachtoffer gebleven, hoe zij worstelend zijn bovengekomen, bepaalt hun beeld van de ramp. Kees Slager gaf in zijn boek 'De ramp' een reconstructie van gebeurtenissen en beslissingen door diverse instanties (1992; negende, uitgebreide druk 2013). Hij ging ook in op de oorzaken en de gevolgen van de ramp. Daarvoor deed hij uitvoerig onderzoek in archieven en sprak met ruim 250 ooggetuigen. Hij onthulde niet eerder gepubliceerde feiten over vergeefse waarschuwingen voor de te zwakke zeewering, verwaarloosde dijken en slecht toegeruste hulporganisaties. Het boek geeft een verslag van wat er zich van uur tot uur en van plaats tot plaats afspeelde. Geschiedeniscanons De watersnood van 1953 is opgenomen in de Canon van Zeeland en de Canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom zag de ramp als een van de vijftig essentiële onderwerpen voor de Nederlandse geschiedenis in het voortgezet onderwijs. Muziek In 1988 namen The Amazing Stroopwafels het lied 'Voor De Storm' op. Dit lied gaat over de belevenissen van een jongen op Schouwen-Duiveland de dag voor de storm uitbrak. Ter gelegenheid van de vijftigste herdenking van de ramp schreef Douwe Eisenga Requiem 1953, een groot werk voor koor en orkest. Componist Jan Bosveld schreef een concertwerk voor fanfareorkest over de ramp en de herdenking ervan in het dorp Oude-Tonge, waar in 1953 vele dorpelingen verdronken. De compositie, die in 2009 te Oude-Tonge in première ging, is getiteld Grijsoord. Theater In 2011 kwam het tot een musical getiteld 1953. Hoofdrollen worden vertolkt door Ben Cramer en Joke de Kruijf. Film In 2009 kwam de film De Storm uit van regisseur Ben Sombogaart. De belangrijkste spelers zijn Sylvia Hoeks en Barry Atsma. Straatnamen De straten in de Rotterdamse wijk Pendrecht zijn vrijwel allemaal vernoemd naar Zuid-Hollandse, Zeeuwse en Brabantse plaatsen die door de watersnoodramp werden getroffen. Centraal in de wijk ligt Plein 1953. Externe links Watersnoodmuseum en Nationaal Monument Watersnood 1953 bij Ouwerkerk, Schouwen-Duiveland Multimedia onderwijswebsite ramp 1953 en Deltaplan Het KNMI over de watersnoodramp Ooggetuigen van de Watersnoodramp, verhaal op geschiedenisvanzuidholland.nl Overstroming in Holland Overstroming in Nederland Overstroming in Zeeland Geschiedenis van Noord-Holland Geschiedenis van Zuid-Holland Geschiedenis van Noord-Brabant Geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw Ramp in 1953 Overstroming in België Overstroming in het Verenigd Koninkrijk Storm in Nederland Storm in België Storm in Europa
Telefoon- en telegraafverbindingen waren door de overstroming beschadigd en onbruikbaar geworden. Enkele tientallen zendamateurs zetten binnen enkele uren een noodradionetwerk op. Ze werkten gedurende tien dagen en nachten om met hun zenders radiocommunicatie te verzorgen. Het was in die eerste dagen vrijwel de enige contactmogelijkheid tussen de overstroomde gebieden en de buitenwereld.
1
contactmogelijkheid, communicatiekeuze, verbindingsoptie
1,611
Role
5062299
https://nl.wikipedia.org/wiki/Was%20getekend%2C%20Annie%20M.G.%20Schmidt
Was getekend, Annie M.G. Schmidt
Was getekend, Annie M.G. Schmidt is een Nederlandstalige musical over het leven van Annie M.G. Schmidt. De productie ging op 24 september 2017 in première in het DeLaMar Theater in Amsterdam. De show toerde tijdens theaterseizoen 2017/2018 door het land. En vanaf mei 2018 tot en met 13 januari 2019 was de verlenging van de show exclusief te zien in het DeLaMar theater in Amsterdam. Verhaal De verhaallijn is gebaseerd op de biografie Anna, het leven van Annie M.G. Schmidt, dat geschreven is door Annejet van der Zijl. Samen met zoon Flip (gespeeld door William Spaaij) kijkt Annie M.G. Schmidt (in de musical gespeeld door Simone Kleinsma en Doris Baaten), terug op haar leven. Rolverdeling Prijzen Simone Kleinsma: Conny Stuart Award, Beste Vrouwelijke Hoofdrol in een grote musical 2018 Marjolijn Touw: Beste Vrouwelijke Bijrol in een grote musical 2018 Gehele cast: Beste grote musical 2018 Dick van den Heuvel: Beste Script voor een grote musical 2018 Externe link Officiële website Nederlandse musical Annie M.G. Schmidt
Prijzen Simone Kleinsma: Conny Stuart Award, Beste Vrouwelijke Hoofdrol in een grote musical 2018 Marjolijn Touw: Beste Vrouwelijke Bijrol in een grote musical 2018 Gehele cast: Beste grote musical 2018 Dick van den Heuvel: Beste Script voor een grote musical 2018
2
rol, functie, positie
1,884
DefenceEstablishment
1780039
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kalvermarkt
Kalvermarkt
De Kalvermarkt is een straat in Den Haag, tussen de Fluwelen Burgwal en het Spui. Vanaf de eerste Haagse bebouwingen op de veengronden liep de Kalvermarkt als doodlopend plein van de Wijnhaven richting Spui. In de jaren 1920 werd gedeeltelijk bebouwing afgebroken en ontstond de doorbraak naar het Spui. Etymologie De naam is ontleend aan de markt in kalveren die van 1642 tot 1664 hier gehouden werd en toen naar de huidige Varkenmarkt verhuisde. Voor 1642 was hier een gracht. De naam werd in 1923 officieel vastgesteld voor een verlenging. Geschiedenis Kalveren en andere runderen werden op de Kalvermarkt verhandeld. Deze werden per kar of schip (via de Nieuwe Haven of de Fluwelen Burgwal) aangevoerd. De Kalvermarkt was gedeeltelijk gracht, aangesloten op de Wijnhaven (na de demping Nieuwe Markt). Deze gracht ging door als slootje en liep dood op de Bagijnestraat. (Zie de kaart van Blaeu). Iedere diersoort had in Den Haag oorspronkelijk een ander handelscentrum. De namen Varkenmarkt, Lange en Korte Beestenmarkt en Riviervismarkt getuigen hiervan. De Kalvermarkt en omstreken stond bekend als een slechte buurt. Dicht erbij waren vele kroegen, louche hotels, enkele brouwerijen en floreerde de betaalde liefde. Op nr.9 was bordeel Madame Jeanne gevestigd. Het Spui was slechts door twee kleine steegjes bereikbaar, enerzijds de Schapensteeg en aan de andere kant door de (Kleine) Bagijnestraat. Een deel van dit bochtige steegje bestaat nog als verbinding naar de Lange Poten. Pas nadat de gemeente Den Haag in 1911 een slachthuis in het industriegebied Laakhavens opende, verviel de functie van de koop en verkoop van runderen op de Kalvermarkt. Twintigste eeuw In de jaren 1920 en 1930 zocht men naar een verbetering van de doorstroming van het verkeer. Tram- en particulier verkeer groeide en er werd besloten tot enkele verkeersdoorbraken. Dit resulteerde in – voor die tijd – enkele logisch rechtere en overzichtelijkere routes door het centrum. Een van de doorbraken was het aanleggen van de Grote Marktstraat. Deze kruiste het Spui en ging door als Kalvermarkt. Hiervoor werden vele huizen afgebroken en er ontstond een duidelijke noordoost naar zuidwest route door het Haagse centrum: Bezuidenhoutseweg – Herengracht – Fluwelen Burgwal – Kalvermarkt – Grote Marktstraat – Prinsegracht. De Kalvermarkt kreeg tramsporen waardoor het mogelijk werd de kronkelroute voor trams door de Lange Poten en over het Plein te verlaten. Tramlijn 6 ging als eerste via Grote Marktstraat en Kalvermarkt rijden, in 1926. In 1930 gingen lijn 4 en 13 ook over de Kalvermarkt rijden. In 1940 worden op Duits bevel de interlokale lijnen I-1, I-2 & I-3 van het Plein verplaatst naar de Turfmarkt. Daarvoor komen ook de routes Spui-Kalvermarkt-Turfmarkt (4 & I-1 & I-3) en Hofweg-Spui-Turfmarkt-Kalvermarkt (I-2) in gebruik. Na de oorlog wordt de bocht Spui-Kalvermarkt gebruikt door lijn 4, 4A en I-1 & I-3. In 1959 wordt lijn 4 en 4A vervangen door lijn 16 en 17 (3e). Lijn 16 keert via de Turfmarkt. In 1961 verdwijnt lijn I-2, en in 1963 is lijn I-3 vervangen door lijn 36, die in 1966 veranderd in lijn 10. In 1965 veranderd lijn I-1 in lijn 37, en in 1966 in lijn 1. Lijn 10 rijd echter niet over de Kalvermarkt, en vanaf 1983 lijn 1 en 16 ook niet meer. Lijn 13 (4e) is in 1952 opgeheven, maar lijn 6 blijft tot de aanleg van de tramtunnel over de Kalvermarkt rijden. Vanaf 1976 ging lijn 3 permanent over de Kalvermarkt rijden, en in 1983 lijn 9. Tussen 1976 en 2001 reed lijn 7 (2e) er ook. Lijn 16 wordt in 1983 opgeheven, maar keert in 1996 terug. Vanaf 1999 heeft lijn 17 (5e) er ook gereden, en vanaf 2002 ook lijn 15. Anno 2022 rijden lijn 9 en 16 er. Tweede helft Na de Tweede Wereldoorlog verloederde de omgeving verder en werd besloten de noordkant van de markt te benutten voor de uitbreiding van het aan het Plein gevestigde Ministerie van Oorlog (nu Ministerie van Defensie). De uitbreiding werd ontworpen door Rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff en zijn assistent Mart Bolten en is in 1954 voltooid. De entree van het gebouw telt vier pylonen waarop tot in de jaren 1980 kunststenen beelden pronkten. Ze werden verwijderd omdat ze verweerden en niet goed verankerd waren. Na een onderbreking van een tiental jaren zijn deze begin 21ste weer gerestaureerd en teruggeplaatst. In 1956 werd het ministerie nogmaals uitgebreid met een hoekpand op de hoek van de Kalvermarkt en het Spui. Een tot nu toe laatste uitbreiding vond plaats op een braakliggend stukje op de hoek van de Korte Houtstraat. In 1987 werd hier een grijsgevelig 4 etages tellend gebouw geplaatst. Architect is H. Ritter. Aan de zuidkant bevonden zich de Grote Brouwersstraat en de Kleine Brouwersstraat. Letterlijk te nemen aanduidingen, want er werd bier gebrouwen en de ene straat was veel smaller dan de ander. Beide straten kwamen op de Turfmarkt uit. Nadat het bierbrouwen vanaf 1881 elders in de stad werd voortgezet (bij de Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij (ZHB) heeft er nog tot in de jaren 1930 een kurkfabriek gestaan. Na de Tweede Wereldoorlog is het grootste gedeelte afgebroken. Jarenlang stond hier een metershoge en honderden meters lange schutting met de tekst: ‘Deze bouwgrond is te verkrijgen. Inl. V. Speykstraat 75’ met vele tientallen meters aanplakbiljetten. Daarna verrees een tweedelig kantoorgebouw (bekend als het Lummus-gebouw, architecten Van den Broek en Bakema) dat doorliep tot de Turfmarkt. Tussen de gebouwen was parkeren mogelijk. Door de hoogte van het ministerie en het Lummus-gebouw kreeg de Kalvermarkt een streng en somber uiterlijk. In 1934 verving de nieuwbouw van de ‘N.V. Hulshoff & Esselmann's Manufacturen & Beddenhandel’, ontworpen door A.J. Kropholler, een aantal zeer oude panden op de zuidelijke hoek van het Spui en de Kalvermarkt. Op de oude panden was de naam prominent geschilderd. Tevens stond er als muurschildering "Speciale Afdeeling Vakkleeding" te lezen. Recente ontwikkelingen De Lummus-panden werden gesloopt in 1988 en dat van Hulshoff in 1992, om plaats te maken voor het (tweede) nieuwe Haagse stadhuis. In de jaren 1990 verving deze nieuwbouw (architect Richard Meier) het kantoorgebouw. Tussen 1996 en 2004 werd onder de Kalvermarkt de Haagse tramtunnel met parkeergarage (het Souterrain) gegraven. De graafwerkzaamheden leidden tot enkele verzakkingen van het wegdek, afsluitingen en lekkages. De verkeersdoorbraken uit het verleden waren eind 20ste eeuw tot hinder geworden en met de afsluiting voor autoverkeer van de Grote Marktstraat verloor de Kalvermarkt een groot deel van haar betekenis voor het gemotoriseerd doorgaand verkeer. In november 2009 is de Kalvermarkt weer een doodlopende straat. Door het in werking stellen van het Haagse verkeerscirculatieplan is het met particuliere auto’s doorrijden naar het Spui niet meer mogelijk. De Kalvermarkt was geruime tijd een van de Haagse straten waar niemand woonde, maar met de komst van appartementencomplex "Amadeus" is hier verandering in gekomen: de entree en postbussen van woongebouw Amadeus liggen aan de Kalvermarkt. In het Haagse Binnenstadsplan 2000-2010 wordt de Kalvermarkt een "scharnier" genoemd waarmee wordt bedoeld dat het tussen de twee entreeroutes vanaf het Centraal Station ligt (Turfmarkt enerzijds en Herengracht anderzijds) en een ontwikkellocatie zou kunnen zijn. De noordkant van de hoek met het Spui had het college van B&W in gedachte als nieuwbouwplek voor het Nationaal Historisch Museum. Nadat er andere plekken in Nederland in beeld kwamen voor de huisvesting van het NHM gingen de gedachten uit naar het vestigen van het Huis voor democratie en rechtsstaat op dezelfde plek. In 2013 is het defensiegebouw uit 1956 bebouwing afgebroken en een aanvang gemaakt met de bouw van een complex met winkels en appartementen. Galerij Straat in Den Haag Centrum
De Kalvermarkt was geruime tijd een van de Haagse straten waar niemand woonde, maar met de komst van appartementencomplex "Amadeus" is hier verandering in gekomen: de entree en postbussen van woongebouw Amadeus liggen aan de Kalvermarkt. In het Haagse Binnenstadsplan 2000-2010 wordt de Kalvermarkt een "scharnier" genoemd waarmee wordt bedoeld dat het tussen de twee entreeroutes vanaf het Centraal Station ligt (Turfmarkt enerzijds en Herengracht anderzijds) en een ontwikkellocatie zou kunnen zijn. De noordkant van de hoek met het Spui had het college van B&W in gedachte als nieuwbouwplek voor het Nationaal Historisch Museum. Nadat er andere plekken in Nederland in beeld kwamen voor de huisvesting van het NHM gingen de gedachten uit naar het vestigen van het Huis voor democratie en rechtsstaat op dezelfde plek. In 2013 is het defensiegebouw uit 1956 bebouwing afgebroken en een aanvang gemaakt met de bouw van een complex met winkels en appartementen.
1
legerbasis, marinebasis, defensiegebouw
5,613
TransferAction
3902681
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dusitpaleis
Dusitpaleis
Het Dusitpaleis is een paleizencomplex in het disctict Dusit in Bangkok (Thailand). Tijdens een van zijn reizen naar Europa aan het einde van de 19e eeuw zag koning Rama V hoe een aantal monarchen aldaar hun residenties in ruimtelijke buitengebieden hadden, volop in de natuur. Bij terugkomst in Bangkok besloot hij een nieuw koninklijk verblijf te bouwen te midden van ruime tuinen, op loopafstand van het Koninklijk Paleis. Dit om een plek te hebben om het voor hem beklemmende Koninklijk Paleis van tijd tot tijd te kunnen ontvluchten. Het paleis op het eiland Rattanakosin was door de vele uitbreidingen namelijk overvol en erg druk geworden. In de loop van de tijd gingen Rama V en zijn opvolgers het complex in Dusit steeds meer gebruiken, als residentie en als werkpaleis, in plaats van het oude Koninklijk Paleis. De voormalige koning, Bhumibol, woonde er permanent. Paleizen en gebouwen In 1901 werd het Vimanmekpaleis, het belangrijkste bouwwerk op het complex, volledig opgebouwd met teakhout, nadat het van de oorspronkelijke locatie op Ko Si Chang was weggehaald. Het is het grootste teakhouten bouwwerk ter wereld. In 1992 werd het paleis gerestaureerd en nu is het de meest toeristische bezienswaardigheid van Dusit. Het tweede paleis in het complex, het Chitraladapaleis, werd in 1913 gebouwd in opdracht van Rama VI. Het grote park rondom het paleis werd door koning Bhumibol gebruikt voor agrarisch onderzoek. In de buurt van dit paleis bevindt zich Wat Benchamabophit, dat werd gebouwd als koninklijke tempel. De Troonzaal Ananta Samakhom werd gebouwd als ontvangstzaal voor audiënties. Nadat in 1932 een eind was gekomen aan de absolute monarchie van de koning van Thailand, kreeg dit gebouw de functie van parlementsgebouw. In de Troonzaal Abhisek Dusit zit tegenwoordig een ambachtsmuseum. Vroeger werd het gebruikt als troonzaal voor koninklijke bezoeken. Paleis in Bangkok
In 1901 werd het Vimanmekpaleis, het belangrijkste bouwwerk op het complex, volledig opgebouwd met teakhout, nadat het van de oorspronkelijke locatie op Ko Si Chang was weggehaald. Het is het grootste teakhouten bouwwerk ter wereld. In 1992 werd het paleis gerestaureerd en nu is het de meest toeristische bezienswaardigheid van Dusit.
1
overdracht, verplaatsing, locatie
5,741
SubwayStation
5530157
https://nl.wikipedia.org/wiki/Segesta%20%28metrostation%29
Segesta (metrostation)
Segesta is een metrostation in de Italiaanse stad Milaan dat werd geopend op 29 april 2015 en wordt bediend door lijn 5 van de metro van Milaan. Ligging en inrichting Het station is het oostelijkste van de drie metrostations in de wijk San Siro. De bouw begon in november 2010 als onderdeel van het westelijke deel van lijn 5. In en rond het station werd de Milano Massivo methode toegepast voor het spoorbed om trillingen door voorbijrijdende metrostellen te beperken. Het station is ingedeeld volgens het standaardontwerp voor lijn 5 met een verdeelhal op niveau -1 boven de sporen op niveau -2. Tussen de perrons en de verdeelhal zijn een vaste trap, twee roltrappen en twee liften beschikbaar voor reizigers. De lift tussen verdeelhal en het maaiveld staat bij de hoek van de Via degli Ottoboni en de Via Simone Stratico. Midden op het plein is een toegang met roltrap en vaste trap die eveneens direct aansluit op de verdeelhal. Daarnaast liggen nog twee toegangen langs de Via degli Ottoboni die via een korte tunnel eveneens met de verdeelhal verbonden zijn. Segesta
Segesta is een metrostation in de Italiaanse stad Milaan dat werd geopend op 29 april 2015 en wordt bediend door lijn 5 van de metro van Milaan.
1
metrostation, ondergrondse, openbaar vervoer
7,879
ParkingFacility
2226098
https://nl.wikipedia.org/wiki/Binnenstad%20%28Enschede%29
Binnenstad (Enschede)
De binnenstad, ook wel city genoemd, is een wijk in het stadsdeel Centrum in Enschede, in de Nederlandse provincie Overijssel. De wijk wordt omgrensd door de Centrumring. Beschrijving In de binnenstad bevinden zich zowel het winkelhart als het uitgaansgebied van de stad. De meeste winkels zijn gevestigd in het gebied rond het Van Heekplein en de meeste horeca is te vinden op en rond de Oude Markt. In het noorden van de binnenstad zijn veel culturele instellingen te vinden, zoals het Nationaal Muziekkwartier en het Muziekcentrum Enschede. Met het Stadhuis en het Stadskantoor bevindt ook het bestuurlijke centrum van Enschede zich in de binnenstad. Ook op het gebied van verkeer en vervoer ligt het zwaartepunt in de binnenstad van Enschede. Zo is er het Centraal Station gevestigd en het centrale busstation. Het merendeel van de bussen doet daarnaast ook nog de bushalte aan het Van Heekplein aan. Daarnaast zijn er twee gratis bewaakt fietsenstallingen, één bij het Van Heekplein en één onder het Werkplein Enschede bij kruispunt De Graaff. Ook zijn er meerdere parkeergarages in de binnenstad gelegen, waarvan de grootste (1650 plaatsen) onder het Van Heekplein ligt. Bezienswaardigheden Grote Kerk Jacobuskerk Stadhuis van Enschede Werkplein Enschede (voormalige V&D) Station Enschede Het ei van Ko 't Saethuys Afbeeldingen Externe links de binnenstad op de site van het Stadsdeel Centrum de binnenstad op Enschede-Stad.nl Wijk in Enschede
Ook op het gebied van verkeer en vervoer ligt het zwaartepunt in de binnenstad van Enschede. Zo is er het Centraal Station gevestigd en het centrale busstation. Het merendeel van de bussen doet daarnaast ook nog de bushalte aan het Van Heekplein aan. Daarnaast zijn er twee gratis bewaakt fietsenstallingen, één bij het Van Heekplein en één onder het Werkplein Enschede bij kruispunt De Graaff. Ook zijn er meerdere parkeergarages in de binnenstad gelegen, waarvan de grootste (1650 plaatsen) onder het Van Heekplein ligt.
1
parkeerplaats, parkeergarage, parkeerterrein
1,353
EventVenue
785589
https://nl.wikipedia.org/wiki/Evenementen%20in%20Arnhem
Evenementen in Arnhem
De stad Arnhem kent naast grote, eenmalige evenementen, ook een aantal terugkerende lokale evenementen en herdenkingen. Airborne Herdenking Tijdens de jaarlijkse herdenking, met een internationaal karakter, bij het monument op het Airborneplein worden alle geallieerden herdacht, die gesneuveld zijn bij hun pogingen om de brug over de Rijn (de John Frost brug) te veroveren en te behouden in de periode 17 – 26 september 1944. Na de officiële herdenking op het Airborneplein, vindt The Bridge to Liberation plaats bij de John Frostbrug. Duizenden mensen worden meegenomen in het verhaal van de Slag om Arnhem met beeld en muziek van Het Gelders Orkest en bekende Nederlandse artiesten. Na afloop van The Bridge to Liberation vindt het Airborne Festival plaats op de Korenmarkt. Op de Korenmarkt verschijnt een groot podium, waar diverse optredens te zien zijn. De activiteiten worden traditioneel afgesloten met de speciale Airborne-wedstrijd van Vitesse, waarbij de supporters en de club de veteranen eren. Oud-strijders worden uitgenodigd om de wedstrijd te bekijken en voorafgaand aan het duel volgen sfeeracties met doeken en vlaggen; in de rust treden doedelzakspelers op. Zoals inmiddels traditie is, spelen de spelers van Vitesse tevens in een aangepast tenue in Airborne-stijl. Harley Davidson Dag Jaarlijks wordt op da dag na Hemelvaartsdag de Harley Davidson Dag georganiseerd door de Harley Davidson Club Nederland regio Oost in samenwerking met VVV Arnhem Plus. De editie 2011 ging op last van de gemeente Arnhem niet door. Er waren aanwijzingen dat rivaliserende motorclubs met elkaar op de vuist zouden gaan. Free Your Mind Festival Sinds 2004 wordt in Arnhem jaarlijks het Free Your Mind Festival georganiseerd. Dit evenement in de Stadsblokken is vooral populair onder jongeren. De locatie van het festival is ook uniek: het festival vindt plaats op de grond waar aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de Slag om Arnhem werd uitgevochten. Vele dj's treden op, verdeeld over meerdere tenten en podia. Behalve dj's zijn ook andere artiesten vertegenwoordigd, die meerdere stijlen ten tonele brengen: onder meer techno, club, minimal, house, electro, progressive. Ieder jaar is er een actie waarmee VIP-kaartjes te winnen zijn. Zo bestond de actie in 2006 uit het meebrengen van een stuk grasmat. Van alle stukken grasmat die werden meegenomen door de bezoekers, werd een groot grasveld gemaakt. Hierop werden vervolgens penalty shoot-outs georganiseerd waar ook prijzen te winnen waren. Dancetour Dancetour is een gratis dance-evenement dat jaarlijks in Arnhem en meerdere Nederlandse steden wordt georganiseerd. Dancetour wordt georganiseerd door BOD Events in opdracht van Stichting Dancetour, doorgaans op een feestdag of zondag. Rondom de Dancetour evenementen worden allerlei jongerenparticipatieprojecten georganiseerd als een dj-contest in de stad onder regionaal talent. De winnaar van deze wedstrijd wint een plek op Dancetour. De Rabo Bridge to Bridge De Rabo Bridge to Bridge is hét hardloopevenement van Arnhem. Ieder jaar klinkt op de tweede zondag van september het startschot. Het parcours van de Rabo Bridge to Bridge is uniek. De deelnemers lopen niet alleen door de binnenstad, maar ook door het prachtige natuurgebied Meinerswijk Koningsdag Arnhem behoort tot de populairste steden van Nederland voor Koningsdag-festiviteiten. Om de drukte in de stad te verminderen, worden er evenementen op diverse locaties in het centrum, zoals de Korenmarkt, Jansplaats en op de Grote Markt georganiseerd. ArnhemProeft! ArnhemProeft! is een culinair smaakfestival in het Musis Park. Op het evenement presenteren ongeveer 30 keukens, uit de Arnhemse horeca, de mooiste en lekkerste gerechten en de hipste drankjes. Tevens worden er talloze optredens gegeven. Hommelsemarkt Jaarlijks wordt op Hemelvaartsdag sinds 1987 aan de Hommelstraat en de Hommelseweg een grote markt gehouden. Met een lengte van 2 kilometer telt de markt meer dan 400 kraampjes en trekt jaarlijks zo'n 60.000 bezoekers. Arnhem Mode Biënnale De Arnhem Mode Biënnale wordt gehouden in juni. Sinterklaasintocht Jaarlijks komt Sinterklaas in november met de boot aan bij de Rijnkade, ter hoogte van het Provinciehuis. Hierna volgt een intocht door de stad. Oogstfeest Elden In Elden, rond de Eldense molen, wordt in augustus jaarlijks het oogstfeest gehouden. Taptoe: Arnhem Tattoo De NATO Taptoe in Arnhem werd tussen 1958 en eind jaren 60 jaarlijks gehouden op het plein voor het Gelderse provinciehuis. In 2015 werd bekend dat dit evenement na 46 jaar zal terugkomen, het zal in juli 2016 bij de Rijnhal plaatsvinden. Sonsbeek Theater Avenue Tijdens het jaarlijkse Sonsbeek Theater Avenue in augustus bij de Witte Villa in Park Sonsbeek worden meer dan 50 voorstellingen van elke mogelijke theatervorm gegeven: circus, muziek, strips, tango, dans en cabaret. Westerveld Fair De Eldense Dorpsvereniging organiseert jaarlijks een evenement om Park Westerveld onder de aandacht te brengen van een breder publiek. Hoogte80 Festival Vier dagen lang muziek, theater, literatuur, eten en drinken in het park Hoogte 80. Voorjaars- Kermis Jaarlijks staat er in het voorjaar een kermis op de Grote Markt. Winterfestijn Arnhem Winterfestijn Arnhem is een jaarlijks winterevenement in het centrum van Arnhem. Het evenement biedt naast de kerstmarkt en de kleinschaliger opgezette winterkermis op het Gele Rijders Plein ook diverse activiteiten in verschillende delen van de binnenstad, met onder meer het Nederlands kampioenschap Icecarving, een ijsbaan, straattheater en muziek, en een stamppottentour. World Living Statues Festival Het World Living Statues festival (eerder bekend als het Rijnfestijn) is een jaarlijks terugkerend tweedaags evenement, meestal in augustus, met als hoogtepunt het wereldkampioenschap Living Statues. Daarnaast is er muziek en entertainment, een zomerkermis, een vlootschouw van historische schepen en vuurwerk aan de Rijnkade. Sprookjesfestival Het Sprookjesfestival is een jaarlijkse terugkerend negendaagse evenement tijdens de herfstvakantie, dat in het teken staat van sprookjes. Op 40 verschillende locaties in Arnhem zijn er diverse sprookjesachtige activiteiten. De Nijmeegse Vierdaagse door Elden De 50 kilometer-route op de eerste dag van de Nijmeegse Vierdaagse loopt jaarlijks door de wijk Elden. Nacht van de Vluchteling Een sinds 2016 jaarlijkse terugkerende lange sponsorwandeling van Nijmegen naar Arnhem, die in het teken staat van vluchtelingen en ontheemden, in de maand juni ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag, tegelijkertijd met een soortgelijk evenement tussen Rotterdam en Den Haag. In navolging van deze twee evenementen worden sindsdien ook elders in Nederland tegelijkertijd dergelijke nachtwandelingen georganiseerd. Ome Joop's Tour Ome Joop's Tour is de jaarlijkse Arnhemse jeugdronde door Nederland, een fietstour van tien dagen voor jongens en meisjes in de leeftijd vanaf 10 jaar. Voorwaarde is dat het kind nog op de basisschool zit en verder geen vakantiemogelijkheid heeft. Er wordt geen onderscheid gemaakt ten aanzien van afkomst, godsdienst, nationaliteit, of anderszins. Naast de gezelligheid wordt ook aan wedstrijdjes gedaan: sprints, heel langzaam fietsen en behendigheidsritten. Hiermee zijn - net als in de Tour de France - truien te verdienen. Kinderen in het bezit van een Arnhem Card zijn gegarandeerd van deelname. UITboulevard De UITboulevard is een jaarlijks evenement in Arnhem in het eerste weekeinde van september. Het kondigt de start van een nieuw cultureel seizoen aan. De UITboulebard bestaat uit een grootschalige publieksmanifestatie in de Binnenstad van Arnhem. Theatergezelschappen, orkesten, ensembles, theaters, cabaretiers, impresariaten, musea, jazz-, wereldmuziek- en popartiesten presenteren zichzelf met nieuwe programma's en tentoonstellingen op verschillende locaties Arnhem-Veenendaal Classic Sinds 2014 start de wielerwedstrijd Arnhem-Veenendaal Classic jaarlijks in Arnhem. De wedstrijd maakte deel uit van de UCI Europe Tour, in de categorie 1.1. Evenementen in GelreDome GelreDome richt zich met name op concerten en evenementen, maar ook op vergaderingen en congressen. In het jaar 2008-2009 ontving GelreDome ruim 1,1 miljoen bezoekers. Met rond de 782.000 evenementbezoekers was GelreDome in het boekjaar 2008-2009 de best bezochte evenementenlocatie van Nederland. Op 8 en 11 maart 2012 werd een nieuw bezoekersrecord van 40.000 gevestigd. Voor concerten wordt het veld naar buiten geschoven, waarna er plaats is voor circa 34.000 bezoekers bij een "endstage" en 30.000 bij een podium "in the round" (podium in het midden van de zaal). Daarnaast vindt een aantal jaarlijks terugkerende muziekevenementen plaats, zoals de EO-Jongerendag (begin juni), hardstyle-evenementen Hard Bass (begin februari) en Qlimax (eind november), het Giga Piratenfestijn (elke vierde week in december), Andre Rieu (derde weekend van december) en Night of the Proms (tweede weekend van november). In 2019 won Duncan Laurence het Eurovisiesongfestival. Door de winst is Nederland in 2020 het gastland waar het grootse liedjesspektakel wordt gehouden. Direct na de finale maakte Arnhem bekend het Eurovisiesongfestival samen met GelreDome te willen organiseren. Op 3 juli 2019 werd bekend dat de Arnhemse gemeenteraad zich officieel achter de kandidatuur van Arnhem schaarde. Vitesse stemde ook onder bepaalde voorwaarden mee om drie thuiswedstrijden af te werken in een tijdelijk onderkomen naast GelreDome. Achter het stadion zouden twee noodtribunes, voor ongeveer 15.000 supporters, moesten verrijzen. De steden Rotterdam, Utrecht, Den Bosch en Maastricht meldden zich ook officieel aan bij de organisatie om het Eurovisiesongfestival te organiseren. Geïnteresseerde steden hadden tot 10 juli 2019 om een bidbook in te dienen, waarna de organisatie samen met de EBU de steden zal bezoeken. Hierbij werd gelet op de locatie, de capaciteit en technische faciliteiten, accommodatie, infrastructuur en bereikbaarheid. Op 16 juli viel Arnhem met Den Bosch en Utrecht af als potentiële gaststad. In financieel opzicht kon het budget van Arnhem niet tippen aan Rotterdam en Maastricht. Van 2006 t/m 2013 vond ook Symphonica in Rosso plaats in het Gelredome. Dit evenement verhuisde daarna naar de Ziggo Dome in Amsterdam. Evenementen in het verleden Ernem Zweet Ernem Zweet was een jaarlijkse talentenjacht. Het evenement beleefde zes edities van 2003 tot en met 2007. Papendal Games Tussen 1975 en 2008 werden op het Nationaal Sportcentrum Papendal, in de bossen aan de rand van Arnhem, de Papendal Games georganiseerd. Samen met de Fanny Blankers-Koen Games en het NK Atletiek behoorden de Papendal Games tot de grootste atletiekwedstrijden van Nederland. De wedstrijd is van oudsher al een van de laatste mogelijkheden voor Nederlandse atleten om zich te kwalificeren voor grote internationale toernooien. Dit zorgde dan ook ieder jaar voor een groot deelnemersveld. De Papendal Games werden voor het laatst in 2008 georganiseerd; de organisatie slaagde er sindsdien niet meer in om voldoende sponsors te vinden om het grote atletiekevenement in Arnhem mogelijk te maken. Paralympische Zomerspelen 1980 Nadat de Sovjet-Unie afzag van het organiseren van de Olympische Spelen voor gehandicapten, werd Arnhem in 1980 de gastheer van de zesde Paralympische Spelen op Papendal. Europees kampioenschap voetbal 2000 In 2000 vonden er in het GelreDome 3 wedstrijden plaats in het kader van het Europees kampioenschap: op 11 juni won Italië met 2-1 van Turkije, op 17 juni versloeg Portugal Roemenië met 2-1, en op 21 juni kwamen Slovenië en Noorwegen niet verder dan 0-0. Al deze wedstrijden vonden plaats in de poulefase. Europees kampioenschap voetbal onder 21 In juni 2007 werden in GelreDome 4 wedstrijden gespeeld tijdens het EK voetbal onder 21, te weten de poulewedstrijden Tsjechië - Engeland, Engeland - Italië en Italië - Tsjechië, en een van de halve finales van het toernooi: op 20 juni versloeg Servië België met 2-0. Europees kampioenschap volleybal vrouwen In 1995 wint Nederland het EK volleybal voor vrouwen wat plaatsvond in de Rijnhal. Giro d'Italia In 2016 startte de Giro d'Italia in Gelderland. Er voerden 3 etappes van de Giro door Gelderland. De eerste was in Apeldoorn en etappe 2 en 3 voerden van Arnhem naar Nijmegen en vice versa. Beide hadden een lengte van zo'n 190 kilometer. Internationale Filmfestival Het Rembrandt Theater was van 1955 tot 1983 het centrum van het internationale Filmfestival. Rio aan de Rijn Sinds 2001 werd er in Arnhem onder de naam Rio aan de Rijn elk derde weekend van augustus een groot driedaags zomercarnaval gehouden dat tienduizenden bezoekers trok. Op de negende editie van het festival in 2010 werd er een moord gepleegd. Op een eerdere editie was er al een grote vechtpartij uitgebroken. De vereiste kosten voor toekomstige beveiliging werden te hoog geacht waardoor het evenement ten einde kwam. World Liberty Concert Het World Liberty Concert was een groots concert ter ere van de vijftigste viering van de bevrijding van Europa. Het concert vond plaats op 8 mei 1995 bij de John Frostbrug. Optredende artiesten waren onder meer Alan Parsons, Cyndi Lauper, Joe Cocker, UB40, Candy Dulfer en René Froger. Het is het grootste herdenkingsconcert ooit gehouden in Nederland.
Evenementen in GelreDome GelreDome richt zich met name op concerten en evenementen, maar ook op vergaderingen en congressen. In het jaar 2008-2009 ontving GelreDome ruim 1,1 miljoen bezoekers. Met rond de 782.000 evenementbezoekers was GelreDome in het boekjaar 2008-2009 de best bezochte evenementenlocatie van Nederland. Op 8 en 11 maart 2012 werd een nieuw bezoekersrecord van 40.000 gevestigd.
1
evenementlocatie, evenementenruimte, evenementenlocatie
12,109
InstallAction
2084580
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cydia
Cydia
Cydia is een appstore voor gebruikers van Appleapparaten die werken op het iOS besturingssysteem, maar die niet door Apple goedgekeurd zijn, en dus ook niet te vinden zijn in de officiële Apple App Store. Om deze apps te kunnen installeren op een Apple-apparaat is het noodzakelijk om (al dan niet eenmalig) een jailbreak uit te voeren. Hiermee wordt voorkomen dat het apparaat herkent dat de app niet door Apple is goedgekeurd en deze weigert te installeren. De apps van Cydia kunnen onder andere op de iPod touch, iPhone en de iPad worden geïnstalleerd. Cydia is gemaakt door Jay Freeman (beter bekend als saurik). Geschiedenis Cydia, gelanceerd in maart 2008, was niet het eerste programma dat iPhone en iPod Touchgebruikers de mogelijkheid gaf om niet door Apple goedgekeurde software te installeren. Maar door het gebruiksgemak en de betrouwbaarheid groeide het uit tot de grootste appstore van niet-goedgekeurde apps. Voor gebruikers van een gejailbreakte iPod/iPhone was het al lang mogelijk om alternatieve applicaties te installeren voordat Apple pas in juli 2008 met een eigen AppStore kwam. In maart 2011 werd de update Cydia 1.1 uitgebracht, deze versie is een stuk sneller en verbruikt minder geheugen vergeleken met Cydia 1.0. Sinds Cydia 1.1 is de lay-out van de applicatie totaal veranderd met ondersteuning voor de Nederlandse taal en is er een back-up functie geïntegreerd voor gedownloade apps en tweaks. Mogelijkheden Evenals in de Apple App Store kunnen programmeurs in Cydia hun software gratis of tegen betaling aanbieden aan gebruikers. De meeste softwareprogramma's in Cydia zijn bedoeld om de functionaliteit van het apparaat te verbreden of aan te passen. De standaard Cydia repositories bevatten een groot aantal apps. Cydia biedt tevens de mogelijkheid om andere repositories (bronnen) toe te voegen. Een paar bekende Cydia Apps zijn: Cycorder Lang voordat Apple met de iPhone 3GS kwam, waarmee filmen officieel mogelijk werd gemaakt, was het door Cycorder en andere apps al mogelijk om videobeelden te maken met de iPhone. Backgrounder Backgrounder maakt het mogelijk om applicaties op de achtergrond te draaien. In combinatie met een "appswitcher" zoals ProSwitcher geeft dit de iPhone volwaardige "multitasking", jaren voordat Apple met iOS-versie 4.0 multitasking officieel toevoegde aan de iPhone. LockInfo LockInfo geeft de gebruiker de mogelijkheid om informatie weer te geven op het "Lock"scherm van de iPhone iPod of iPad, iets wat tot iOS 5 officieel onmogelijk was. MyWi Geeft de gebruiker de mogelijkheid om zijn iPhone geschikt te maken voor tethering en om te toveren tot een wifihotspot, waardoor de iPhone-internetverbinding gebruikt kan worden door andere apparaten. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld met een laptop via de iPhone het internet op te gaan. TetherMe TetherMe lijkt op MyWi, maar hiermee is geen aparte app nodig om de iPhone als hotspot in te stellen. Hiermee wordt de optie Persoonlijke hotspot in de instellingen beschikbaar gemaakt als dat niet mogelijk is (onder andere bij T-Mobile). Winterboard Geeft gebruikers de mogelijkheid om de gehele grafische stijl van de iPhone aan te passen. Er zijn duizenden verschillende ontwerpen te downloaden met de meest uiteenlopende onderwerpen. Installous Maakte het mogelijk om de meeste betaalde apps (uit de App Store) gratis te verkrijgen. Het verkrijgen van apps op deze manier was wel illegaal. Installous (en AppSync) zijn op 31 december 2012 uit de lucht gegaan. Installous kan hierdoor dus niet meer worden geïnstalleerd of geüpgraded. Er zijn al verschillende alternatieven voor Installous, zoals Appcake, Vshare (AppVV) en KuaiYong. AnyRing Hiermee kunnen gebruikers ieder MP3-bestand dat op hun apparaat staat instellen als beltoon of sms-toon. 3G Unrestrictor Hiermee kan met gebruik van FaceTime gevideobeld worden over 3G. Ook wordt bij het gebruiken van YouTube over 3G niet meer overgeschakeld naar een lagere videokwaliteit om de belasting van het netwerk te verminderen. Het is echter sinds iOS 6 standaard mogelijk op apparaten vanaf iPhone 4S. Externe links Jay Freeman Homepage Update Cydia 1.1 Lijst met Cydia repositories Software voor iOS
Cydia is een appstore voor gebruikers van Appleapparaten die werken op het iOS besturingssysteem, maar die niet door Apple goedgekeurd zijn, en dus ook niet te vinden zijn in de officiële Apple App Store. Om deze apps te kunnen installeren op een Apple-apparaat is het noodzakelijk om (al dan niet eenmalig) een jailbreak uit te voeren. Hiermee wordt voorkomen dat het apparaat herkent dat de app niet door Apple is goedgekeurd en deze weigert te installeren. De apps van Cydia kunnen onder andere op de iPod touch, iPhone en de iPad worden geïnstalleerd. Cydia is gemaakt door Jay Freeman (beter bekend als saurik).
2
installeren, applicatie-installatie, software-installatie
10,045
Bridge
5178670
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brug%201829
Brug 1829
Brug 1829 is een vaste brug in Amsterdam Nieuw-West. De brug verbindt voor voetgangers de wijken Geuzenveld-Slotermeer en De Eendracht met elkaar. De brug ligt in het verlengde van de Goeman Borgesiusstraat en voert vanaf de Cort van der Lindenkade over een afwateringstocht richting Park de Kuil. De brug kwam in 1992. De brug heeft betonnen landhoofden en brugpijlers. Vanaf de eveneens betonnen borstweringen volgen houten leuningen en een houten loopdek, gemonteerd op stalen liggers. Midden op de brug staat een lantaarn ontworpen door (of geïnspireerd op werk van) Friso Kramer. Hekjes moeten fietsers etc. weghouden van de brug. 1829
De brug verbindt voor voetgangers de wijken Geuzenveld-Slotermeer en De Eendracht met elkaar. De brug ligt in het verlengde van de Goeman Borgesiusstraat en voert vanaf de Cort van der Lindenkade over een afwateringstocht richting Park de Kuil. De brug kwam in 1992. De brug heeft betonnen landhoofden en brugpijlers. Vanaf de eveneens betonnen borstweringen volgen houten leuningen en een houten loopdek, gemonteerd op stalen liggers. Midden op de brug staat een lantaarn ontworpen door (of geïnspireerd op werk van) Friso Kramer. Hekjes moeten fietsers etc. weghouden van de brug.
7
brug, viaduct, oeververbinding
2,102
PayAction
220133
https://nl.wikipedia.org/wiki/Taartgooien
Taartgooien
Taartgooien of taarten is een handeling waarbij iets of iemand wordt bekogeld met taart. Het meest voorkomende fenomeen is het gooien ofwel drukken van een taart in iemands gezicht. Hierbij worden meestal slagroomtaarten gebruikt. Taartgooien is een ludieke actie die kan gebruikt worden om hoofdzakelijk twee redenen: Een daad van amusement, soms om geld voor een goed doel op te halen. Een politiek actiemiddel als protest tegen politici, ondernemers of anderen. Er zijn tegenstanders die het als voedselverspilling bestempelen. Amusement: film, taartgevechten, goede doelen Taartgooien komt voort uit de slapstickkomedie, een filmgenre dat in het Nederlands ook wel bekendstaat als een 'gooi- en smijtfilm'. Het taartgooien in films is later in het echt overgenomen voor het amusement in de vorm van taartgevechten. Nog later kwam het taartgooien ook voor bij weldadigheidsevenementen, door iemand tegen betaling een taart in het gezicht te drukken; dit geld gaat dan naar een goed doel. Politiek actiemiddel Taartgooien is buiten de amusementswereld in zwang geraakt om te protesteren tegen bepaalde personen. Het geldt als een speelse -en ook wel vriendelijke- variant op het gooien met modder. In dit verband wordt het werkwoord "taarten" gebruikt. Zo zijn de afgelopen jaren verschillende politici en ondernemers door tegenstanders getaart, onder anderen Henk Vonhoff (1980), Frits Bolkestein (1998), Bill Gates (1998), Gerrit Zalm (1999), koning Karel XVI Gustaaf van Zweden (2001), Pim Fortuyn (2002), Elio Di Rupo (2005 en 2012), Wijnand Duyvendak (2008) en aartsbisschop van Mechelen-Brussel André Léonard (2010). Pim Fortuyn Fortuyn kreeg op 14 maart 2002 bij de presentatie van zijn boek annex verkiezingsprogramma De puinhopen van acht jaar Paars taarten in het gezicht gedrukt door activisten die daarbij riepen "Op naar de NUL zetels!" en "Geef racisme geen stem!" Na de moord op Fortuyn werd de beveiliging rondom politici in Nederland aangescherpt, waardoor taartacties vrijwel onmogelijk zijn geworden. Taartgroepen De Belg Noël Godin is de 'peetvader' van het taarten sinds 1969. Zijn actiegroep is verantwoordelijk voor de 'aanslagen' op Nicolas Sarkozy (1997), Bill Gates (1998) en Bernard-Henri Lévy (zes maal tussen 1985 en 2000). De actiegroep TAART (Tegen Autoritaire Anti-Revolutionaire Types) heeft enkele taartgooiacties opgeëist, waaronder die op minister Gerrit Zalm. TAART is verbonden aan het Leidse Eurodusnie. Een andere bekende groep was Banketbakkers zonder grenzen van Kees Hudig, die in oktober 2000 de Amsterdamse wethouder Pauline Krikke taartte. De taarters van Fortuyn werkten onder de naam Biologische Bakkers Brigade. Wetgeving In België is taartgooi een strafbare overtreding, ook als er geen klacht wordt ingediend voor belediging (laster). Met ingang van 1 april 2005 valt het onder de gemeentelijke administratieve sancties. Artikel 563 van het Strafwetboek heeft het over: Daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen. De basisstraf is één tot zeven dagen gevangenis of 15 tot 25 euro boete (te vermenigvuldigen met opcentiemen). Taartgooiers worden (werden) meestal echter niet vervolgd om ze de bijkomende aandacht niet te gunnen. Ook in Nederland is taarten strafbaar; zo werden de taarters van Wijnand Duyvendak (drie leden van actiegroep Voorpost) opgepakt op verdenking van openlijke geweldpleging. Externe link actiegroep TAART Actiemiddel Overtreding
Amusement: film, taartgevechten, goede doelen Taartgooien komt voort uit de slapstickkomedie, een filmgenre dat in het Nederlands ook wel bekendstaat als een 'gooi- en smijtfilm'. Het taartgooien in films is later in het echt overgenomen voor het amusement in de vorm van taartgevechten. Nog later kwam het taartgooien ook voor bij weldadigheidsevenementen, door iemand tegen betaling een taart in het gezicht te drukken; dit geld gaat dan naar een goed doel.
1
betalen, betaling, prijs
12,520
LiveBlogPosting
351668
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeroen%20Overbeek
Jeroen Overbeek
Jeroen Overbeek (Haarlem, 25 april 1966), is een Nederlandse journalist, presentator en nieuwslezer. Hij is presentator van het NOS Journaal en van Nieuwsuur. Hij was onder andere nieuwslezer en redacteur voor het ANP, Omroep Flevoland en NOS Radio. Leven en werk Overbeek werd in 1966 in Haarlem geboren. Hij studeerde Nederlands Recht in Amsterdam en behaalde zijn doctoraalexamen in het staats- en bestuursrecht. Sinds 1997 werkt hij als redacteur voor NOS. Vanaf 1999 is hij werkzaam als presentatorredacteur bij het NOS Journaal en zowel presentator als verslaggever voor NOS Actueel bij een aantal grote nationale evenementen. Overbeek versloeg onder andere de Millennium-nacht en op 2 februari 2002 het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Daarnaast viel hij in 2001 geregeld in als presentator van het Sportjournaal bij NOS Studio Sport. Sinds 2010 werkt hij ook voor Nieuwsuur. Sinds 2001 beoordeelt hij enkele keren per jaar als gecommitteerde eindexamens van studenten hbo op de School voor Journalistiek in Utrecht. Vanaf 2011 is Overbeek ook expert-assessor bij de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg. Ook verzorgt Overbeek commentaar-, verslaggeving- en presentatieworkshops voor journalistieke opleidingen, waaronder de Saxion Hogeschool in Enschede en voor lokale en regionale omroepen. Als workshopleider bij het educatief project Making Movies News van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie maakt hij jongeren in het voortgezet onderwijs mediawijs. Verder begeleidt Overbeek als internetverslaggever-coach redacteuren bij het maken van videoreportages voor de jongerensite van NOS Headlines. Sinds 2003 is hij presentator en commentator op de Dam in Amsterdam tijdens de jaarlijkse Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Daarnaast presenteert hij live verslaggeving van het NOS Journaal bij 'breaking news' zoals de aanslagen in Parijs, eind 2015. In 2007 en 2009 trainde Overbeek presentatoren en verslaggevers uit onder andere Afghanistan, Pakistan, Kenia, Zambia, Oeganda, Indonesië, Nepal, Filipijnen en Albanië bij het aan Radio Nederland Wereldomroep verbonden internationale opleidingscentrum Radio Nederland Training Centre. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 2008 schreef en presenteerde hij, van 9 tot en met 24 augustus 2008, in 16 dagen tijd in totaal 101 NOS Flitsjournaals voor NOS Studio Sport. Tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen presenteerde hij vaak 's ochtends flitsjournaals op Nederland 1. In 2009 speelde Overbeek in het Sinterklaasjournaal de rol van Pieter Baas. Nederlands journalist Nederlands televisiepresentator Nederlands nieuwslezer
Sinds 2003 is hij presentator en commentator op de Dam in Amsterdam tijdens de jaarlijkse Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Daarnaast presenteert hij live verslaggeving van het NOS Journaal bij 'breaking news' zoals de aanslagen in Parijs, eind 2015.
1
live verslaggeving, dynamische berichtgeving, doorlopende tekstupdates
9,680
MensClothingStore
648036
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verzorgingsplaats%20Den%20Ruygen%20Hoek
Verzorgingsplaats Den Ruygen Hoek
Verzorgingsplaats Den Ruygen Hoek is een Nederlandse verzorgingsplaats gelegen aan de A4 Amsterdam – Ossendrecht, tussen afritten 3a en 4, nabij Nieuw-Vennep in de Haarlemmermeer. De naam "Den Ruygen Hoek" geeft aan dat het hier vroeger, voor de inpoldering van de Haarlemmermeer, volgens de overlevering behoorlijk kon spoken. Het is een voor Nederlandse begrippen grote rust- en recreatieplaats langs de snelweg waar de reiziger aan beide rijrichtingen kan tanken en de keuze heeft uit verschillende restaurants, een hotel, een casino en winkels. De verzorgingsplaatsen aan beide zijden van de weg zijn met elkaar verbonden door een loopbrug met diverse horecagelegenheden. Aan de oostzijde van de A4 bevindt zich een vestiging van Jack's Casino en een hotel van Van der Valk. Ook is er een vestiging van Suitsupply, een herenmodezaak. Omdat de verzorgingsplaats dicht bij Schiphol is gelegen wordt ze onder andere gebruikt door mensen die met het vliegtuig reizen. Ze kunnen hier dan voor en na hun vliegreis eten en overnachten. Waterstofstation Op 15 oktober 2020 opende in de richting van Amsterdam bij Shell een waterstoftankstation. Het was hiermee de eerste waterstoftankstation dat direct gelegen is aan een snelweg. Bereikbaarheid openbaar vervoer Buslijnen 361 (Qliner: Sassenheim, Station - Schiphol, Airport) en 365 (Qliner: Leiden, Centraal Station - Schiphol, Airport) hebben per richting een halte aan de betreffende zijde van Den Ruygen Hoek. Externe link Den Ruygen Hoek op Wegenwiki.nl Ruygen Hoek Rijksweg 4 Verkeer en vervoer in Haarlemmermeer
Het is een voor Nederlandse begrippen grote rust- en recreatieplaats langs de snelweg waar de reiziger aan beide rijrichtingen kan tanken en de keuze heeft uit verschillende restaurants, een hotel, een casino en winkels. De verzorgingsplaatsen aan beide zijden van de weg zijn met elkaar verbonden door een loopbrug met diverse horecagelegenheden. Aan de oostzijde van de A4 bevindt zich een vestiging van Jack's Casino en een hotel van Van der Valk. Ook is er een vestiging van Suitsupply, een herenmodezaak.
1
herenkledingwinkel, mannenmodezaak, herenmodezaak
8,257
DataFeedItem
1701962
https://nl.wikipedia.org/wiki/VDR
VDR
voltage dependent resistor: spanningsafhankelijke weerstand voyage data recorder: reisgegevensrecorder
voltage dependent resistor: spanningsafhankelijke weerstand voyage data recorder: reisgegevensrecorder
1
gegevensrecord, feedelement, datainvoer
11,643
Preschool
5477823
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dr.%20De%20Visserschool%20%28Utrecht%29
Dr. De Visserschool (Utrecht)
De Dr. De Visserschool was een onderwijsgebouw in Utrecht. De school stond op de hoek van de Vondellaan en de Croesestraat en was gebouwd in 1916/1917. De school was ontworpen door gemeentearchitect Martin Rietbergen. De bouwstijl was Amsterdamse School. Het was een lagere school met kleuterschool. Het gebouw had negen klaslokalen en een gymnastiekzaal. In de gangen hingen veel keramische tegeltableaus. Een aantal van deze tableaus zijn behouden gebleven en kwamen terecht in diverse musea, onder andere in het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo. De naam van de school verwijst naar Johannes Theodoor de Visser, de eerste minister van Onderwijs. Het gebouw was tot 1990 als schoolgebouw in gebruik. Buurtbewoners protesteerden in 1994 tevergeefs tegen de op handen zijnde sloop. Ze hingen een spandoek over de voorgevel met daarop een groot hart en de tekst: Een betonnen glazen flatwordt hier op uw naam neergezetMoeten wij u condolerenof kunnen wij het tij nog keren? De school werd in 1995 gesloopt en er kwam een flatgebouw voor in de plaats. In 2018 werd een grote foto van de school op de gevel van dit wooncomplex geplaatst. Fotogalerij Externe link Bouwplan 1918 - i.pinimg.com School in Utrecht (stad) Verdwenen bouwwerk Voormalig bouwwerk in Utrecht (stad) Bouwwerk in Utrecht (Zuidwest)
De Dr. De Visserschool was een onderwijsgebouw in Utrecht. De school stond op de hoek van de Vondellaan en de Croesestraat en was gebouwd in 1916/1917. De school was ontworpen door gemeentearchitect Martin Rietbergen. De bouwstijl was Amsterdamse School. Het was een lagere school met kleuterschool. Het gebouw had negen klaslokalen en een gymnastiekzaal. In de gangen hingen veel keramische tegeltableaus. Een aantal van deze tableaus zijn behouden gebleven en kwamen terecht in diverse musea, onder andere in het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo. De naam van de school verwijst naar Johannes Theodoor de Visser, de eerste minister van Onderwijs. Het gebouw was tot 1990 als schoolgebouw in gebruik.
1
kleuterschool, peuterspeelzaal, voorschool
10,644
BankAccount
1307063
https://nl.wikipedia.org/wiki/Icesave
Icesave
Icesave was de handelsnaam waaronder de op een na grootste bank van IJsland, Landsbanki Íslands, sinds mei 2008 op de Nederlandse markt actief was met het aantrekken van spaargeld via online spaarrekeningen. Onder dezelfde naam was de bank al langer actief op de Britse markt. Icesave beloofde spaarders 5% rente op hun spaargeld (en later 5,25%), terwijl in Nederland de gemiddelde rente op dat moment rond de 4% lag. Op 6 oktober 2008 werd duidelijk dat Icesave zijn verplichtingen niet kon nakomen. Dat betekende het einde van deze internetbank en het begin van een omvangrijke affaire. Het omvallen van Icesave maakte deel uit van de IJslandse bankencrisis. Icesave in Nederland In mei 2008 meldde Landsbanki bij De Nederlandsche Bank (DNB) dat het een internetspaarbank in Nederland ging opzetten: Icesave. Op grond van Europese regels kan DNB de bankvergunning niet weigeren; DNB mocht en mag wel aanvullende eisen stellen. DNB stelde als aanvullende eis dat Icesave in het eerste jaar maximaal 500 miljoen euro uit Nederland aan mocht trekken. Al een maand later, in juni 2008, bleek dat Icesave veel meer dan 500 miljoen euro had aangetrokken. DNB wilde daar een eind aan maken en stuurde toezichthouders naar Reykjavik om over de schending van de afspraken te praten. Het gesprek leverde niets op, waarna Nout Wellink, de president van DNB, zich met de zaak bemoeide. Er volgde overleg op directieniveau tussen de Nederlandse en de IJslandse autoriteiten, maar ook dat leidde tot niets. De daarop volgende maanden probeerde DNB een strategie uit te stippelen. Terwijl DNB daarmee nog bezig was, stuurde Icesave op 23 september een brief naar DNB. In de brief meldde Icesave dat ze zich niet gebonden voelde aan de afspraken uit mei van dat jaar, en intussen openden vele Nederlanders een spaarrekening bij Icesave. Onder die spaarders waren ook veel gemeenten en provincies. Begin oktober 2008 hadden in Nederland ongeveer 108.000 spaarders een rekening bij Icesave; volgens Icesave hadden zij bij elkaar ruim € 1,6 miljard ingelegd. In Groot-Brittannië waren ongeveer 300.000 Icesave-spaarders. Zij hadden ongeveer £ 4,5 miljard ingelegd. DNB wilde weer overleggen, maar voordat het overleg gestalte kon krijgen werd de bank genationaliseerd door IJsland en werden alle activiteiten stilgelegd: De IJslandse bank Landsbanki, waar Icesave onderdeel van was, was in solvabiliteitsproblemen geraakt. DNB zei: 'We zijn ingehaald door de kredietcrisis.' Op 6 oktober 2008 werd Landsbanki genationaliseerd door de IJslandse overheid Op 7 oktober 2008 werden alle activiteiten van Icesave Nederland, Icesave Groot-Brittannië en Landsbanki stilgelegd; opname van geld was niet meer mogelijk. Ook werden de websites van Icesave uit de lucht gehaald en vervangen door een informatiescherm waarop staat vermeld dat nadere informatie zal worden verspreid via de website van DNB. Op 8 oktober 2008 maakte Landsbanki zelf bekend aan Icesavespaarders dat het zijn verplichtingen niet kon nakomen. Icesave verwees de Nederlandse klanten naar de IJslandse en Nederlandse depositogarantiestelsels. Op verzoek van DNB werd door Icesave de rente tot en met 12 oktober 2008 op de spaarrekeningen bijgeschreven. Rekeninghouders kunnen dit saldo gebruiken voor een aanvraag tot vergoeding bij DNB. Achtergrond van de problemen In de voorgaande jaren was de IJslandse financiële sector zeer sterk gegroeid. Medio 2008 was de omvang van de IJslandse financiële sector een veelvoud van het IJslandse bruto nationaal product. De omvang van het balanstotaal van de IJslandse banken was gestegen van bijna tweemaal het IJslandse bbp in 2003 tot tien keer het IJslandse bbp in juni 2008. Het merendeel van deze groei was echter gefinancierd met leningen, afkomstig van buitenlandse investeerders, voor een belangrijk deel opgenomen in andere valuta dan de IJslandse kroon. De uitzettingen hadden echter voor een relevant deel plaatsgevonden in IJsland zelf, onder meer in de vorm van hypotheken. Hierdoor hadden IJslandse banken niet alleen een valutarisico, maar ook een herfinancieringsrisico. Naarmate 2008 vorderde, hadden IJslandse banken steeds meer moeite om vervallende leningen te herfinancieren. Dit bracht Landsbanki ertoe om particulier spaargeld te gaan aantrekken op de Nederlandse (en Britse) markt. Het algehele wegvallen van het vertrouwen op de markt voor interbancaire deposito's in september 2008, een centraal moment in de kredietcrisis, leidde ertoe dat Landsbanki zijn verplichtingen niet meer kon nakomen. Op 6 oktober 2008 werd Landsbanki genationaliseerd, hetgeen de problemen echter niet verhielp: de IJslandse overheid was niet bij machte de bank te saneren. Depositogarantiestelsel Landsbanki viel voor de eerste € 20.887 onder het IJslandse depositogarantiestelsel. Landsbanki nam bovendien aanvullend deel aan het Nederlandse depositogarantiestelsel, dat het verschil vergoedt tussen wat het Nederlandse stelsel zou vergoeden als het volledig van toepassing zou zijn, en wat het IJslandse depositogarantiestelsel behoort te vergoeden. Het Nederlandse stelsel vergoedde voorheen tot € 20.000 spaargeld 100% en tot € 40.000 spaargeld 90%. Sinds 7 oktober 2008 geldt een maximumbedrag van € 100.000. Nadat het onzeker bleek of IJsland aan de genoemde garantieverplichtingen kon en wilde voldoen heeft de Nederlandse overheid zich hiervoor tegenover de spaarders garant gesteld. De Nederlandsche Bank zal bovendien de volledige afwikkeling van de aanvragen verzorgen, waardoor de spaarders niet zelf de claim in IJsland hoeven in te dienen. Op 13 oktober liet DNB het depositogarantiestelsel in werking treden. Een kleine 100.000 aanvragers hebben een aanvraag bij DNB ingediend. Op 11 december 2008 is DNB gestart met het uitbetalen van de gedupeerde spaarders. Nog wel gedupeerd zijn degenen die meer dan € 100.000 op hun rekening hadden. Bovendien geldt het depositogarantiestelsel alleen voor particulieren en kleine ondernemers. Echter bleken ook veel gemeenten en provincies voor miljoenen euro's in IJsland te hebben gespaard, deze tegoeden worden niet vergoed vanuit het depositogarantiestelsel. Minister Wouter Bos van Financiën ziet in deze zaak het antwoord op de schuldvraag van de problemen liggen bij de IJslandse toezichthouder. DNB bleek afspraken te hebben gemaakt over het maximum spaargeld dat Landsbanki in Nederland mocht binnenhalen, € 500 miljoen. Landsbanki heeft zich niet aan deze afspraak gehouden, begin oktober was er reeds € 1,6 miljard ingelegd. Ook bekijkt de minister of de informatie van de IJslandse toezichthouder wel compleet en correct was. Terugvordering spaartegoeden Namens enkele duizenden Icesave-klanten heeft het Nationaal Incasso Bureau (NIB) geprobeerd beslag te laten leggen op hun tegoeden bij Icesave Nederland. De Consumentenbond had aangekondigd een kort geding tegen de bank starten om de spaarders toegang te geven tot hun spaartegoeden. Omdat IceSave woensdagmiddag 8 oktober 2008 heeft bekendgemaakt niet meer aan zijn verplichtingen als spaarbank te kunnen voldoen is het kort geding van de Consumentenbond van de baan. De beslaglegging door het NIB was om dezelfde redenen niet meer zinvol. Op 9 oktober werd duidelijk dat de Nederlandse Minister van Financiën Wouter Bos IJsland dreigt met een rechtszaak, als het land niet aan zijn verplichtingen voldoet en als blijkt dat de IJslandse autoriteiten in het verleden verkeerde informatie hebben verstrekt over de kredietwaardigheid van Icesave. Icesave heeft sinds een halfjaar een vergunning van De Nederlandsche Bank, Bos laat onderzoeken op grond van welke informatie over de kredietwaardigheid van Icesave deze vergunning is verstrekt. De minister weigert uit diplomatiek-tactische overwegingen vooralsnog de Nederlandse Staat garant te laten staan voor de eerste € 20.887 van Nederlandse Icesave-spaarders, dat behoort tot de verplichtingen van IJsland, maar hij vindt wel dat de Nederlandse spaarders niet maandenlang in onzekerheid mogen zitten over hun geld. Tijdens een persconferentie op de avond van 9 oktober 2008 zei Wouter Bos dat de Nederlandse Icesave-spaarder linksom of rechtsom zijn geld zou terugkrijgen. De Nederlandse staat garandeert dat ook de € 20.887 van IJsland uitgekeerd zal worden en de spaarders zullen hun geld tot een maximum van € 100.000 terugzien. Nout Wellink van De Nederlandsche Bank voegde eraan toe dat uiterlijk 22 oktober alle spaarders van Icesave een vorderingsformulier toegezonden zullen krijgen. Hij beloofde het geld terug te geven aan de spaarders bij de IJslandse bank. Op 11 oktober heeft de IJslandse staat toegezegd de verplichtingen op basis van haar garantiestelsel na te komen; de Nederlandse staat zal dit geld voorschieten. Op 17 november 2008 werd bekend dat de IJslandse, Britse en Nederlandse regeringen een akkoord bereikt hadden over terugbetaling van tegoeden bij Icesave. In augustus 2009 bleek in het IJslandse parlement geen meerderheid te bestaan voor de goedkeuring van deze akkoorden. Het IMF en andere kredietverstrekkers stelden zich op het standpunt dat toegezegde leningen eerst na het definitief worden van de akkoorden zouden worden uitbetaald. Op 31 december 2009 nam het IJslandse parlement de desbetreffende wet, die voorzag in overheidsgaranties ter waarde van $ 5,5 miljard, alsnog aan. Na protesten van de IJslandse bevolking weigerde de president de wet te tekenen, waarna de premier een referendum aankondigde. Onderhandelingen tussen de regeringen van IJsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk omtrent wijziging van de leningsvoorwaarden, in februari 2010, leidden niet tot resultaat. Op 6 maart 2010 wees de IJslandse bevolking in een referendum de wet omtrent de terugbetaling van de aan IJsland verstrekte leningen met een overweldigende meerderheid af: slechts 1,5% stemde ervoor. Op 9 december 2010 werd een akkoord bekendgemaakt tussen IJsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Afgesproken werd dat een bedrag van € 1,3 miljard door IJsland betaald wordt aan Nederland. Op 16 februari 2011 ging het IJslandse parlement akkoord met deze nieuwe overeenkomst tussen IJsland en het Verenigd Koninkrijk en Nederland over terugbetaling van de voorgeschoten € 3,8 miljard: de rente werd verlaagd van 5,5% tot 3,0%; de terugbetaling zou starten in 2016 en uiterlijk in 2046 klaar zijn. Op 20 februari 2011 weigerde de IJslandse president Grimsson wederom het wetsvoorstel te ondertekenen. Op 9 april 2011 verwierp de IJslandse bevolking in een referendum ook dit akkoord. In januari 2013 heeft het hof van justitie van de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA) IJsland gelijk gegeven dat het weigerde Nederlandse en Britse rekeninghouders van Icesave te compenseren. Tegen de uitspraak is geen beroep mogelijk. Volgens het hof waren de gevolgen van de kredietcrisis voor IJsland dermate zwaar, dat het land van compensatie af kon zien. De uitspraak is een tegenslag voor Nederland, maar de Nederlandse overheid heeft inmiddels ongeveer de helft, dat is € 734 miljoen, van dat geld teruggekregen uit de failliete boedel van Landsbanki. IJsland liet direct na de uitspraak weten dat het verwacht dat de gedupeerden de komende jaren wel volledig zullen worden gecompenseerd uit de boedel van Landsbanki. Volgens de regering van IJsland vertegenwoordigen de bezittingen van Landsbanki een waarde van zo'n € 8,8 miljard en zijn de schulden maar € 7,6 miljard. Terugbetaling vorderingen op Icesave De bewindvoerders van Landsbanki zeiden in november 2011 te verwachten dat na de verkoop van Iceland Foods, voor 67% eigendom van Landsbanki, een eerste betaling aan de crediteuren gedaan zou kunnen worden van 432 miljard kronur, omgerekend ongeveer € 2,8 miljard. Bijna 6 jaar later verkocht DNB de nog openstaande vorderingen op de moeder van Icesave, Landsbanki, via Deutsche Bank aan beleggers met een winst van € 6 miljoen. Met deze verkoop is de € 1,636 miljard die is uitbetaald onder het depositogarantiestelsel aan Icesavespaarders volledig terugbetaald. DNB procedeert door over rentebetalingen over de schuld van circa 100 miljoen euro. Op 20 oktober 2014 werd bekend dat ook de lokale overheden hun schuld met rente hadden terugbetaald gekregen, door hun vorderingen commercieel te verkopen. Vijf december 2014 werd bekend dat ook de spaarders met meer dan € 100.000 inleg, snel hun tegoed volledig zouden terugontvangen. In september 2015 werd met een schikking van ruim € 48 miljoen het dossier Icesave na zeven jaar definitief afgesloten. Nederland ontvangt verder nog ongeveer € 12 miljoen die op een rekening in IJsland waren geblokkeerd. De totale hoofdsom van de voorgeschoten bedragen, in totaal € 1428 miljoen, is terugbetaald aan Nederland. Externe links Informatiebulletin nr. 1 voor Icesave spaarders Bewindvoerders Landsbanki NL, 18 november 2008 DLA Piper Insolventies: Landsbanki Islands HF Veel gestelde vragen over Icesave De Nederlandsche Bank Gehele tekst uitspraak EFTA rechtbank over Icesave IJslandse bank
Icesave was de handelsnaam waaronder de op een na grootste bank van IJsland, Landsbanki Íslands, sinds mei 2008 op de Nederlandse markt actief was met het aantrekken van spaargeld via online spaarrekeningen. Onder dezelfde naam was de bank al langer actief op de Britse markt. Icesave beloofde spaarders 5% rente op hun spaargeld (en later 5,25%), terwijl in Nederland de gemiddelde rente op dat moment rond de 4% lag.
1
bankrekening, spaarrekening, betaalrekening
2,397
ChooseAction
915400
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonen%20en%20minnaars
Zonen en minnaars
Zonen en minnaars (Engels: Sons and Lovers) is een boek van D.H. Lawrence (1885 - 1930). Het boek is uitgebracht in 1913 en valt binnen het genre van de autobiografische fictie. Verhaal Mr en Mrs Morel leven in een huis in ‘The Bottoms’. Mr Morel komt uit een groot mijnarbeidersgezin. Hij is zelf ook mijnwerker en houdt van het werk in de mijn en het bezig zijn op zich. Mrs Morel komt uit een gezin in de hogere middenstand (over haar jeugd wordt verder niet uitgeweid). Ze had hem ontmoet in een kroeg tijdens kerstmis. Hier viel hij haar op als een typische arbeider, open en niet intellectueel, maar wel vriendelijk, grappig en vlot. Ze viel voor hem en binnen een jaar waren ze getrouwd. Het bleek geen gelukkig huwelijk: er was een continue strijd tussen hen. In eerste instantie was alles prima, maar Mr Morel bleek ronduit lomp te zijn en tevens dronk hij veel. Daarop krijgt hij ruzie met Mrs Morel, waarna hij wegloopt en zijn grief wegdrinkt in de kroeg. Dit gaat van kwaad tot erger. Dat Mrs Morel niet vertrekt komt doordat ze samen vier kinderen krijgen, drie jongens en een meisje. In volgorde: William, Annie, Paul en Walter. William en Paul zijn de enige kinderen die goed in beeld komen. Mrs Morel heeft een voorkeur voor jongens. Zij zegt zelf dat ze zich als vrouw niet minderwaardig voelt, maar ze zegt wel dat ze trots is dat ze de moeder is van een zoon in plaats van een dochter. William William is de oudste zoon van de Morels en is aantrekkelijk en intelligent. Hij heeft het in zijn jeugd nogal te verduren door pesterijen van zijn vader. Hij probeert Mrs Morel indirect te raken door haar zoon te pesten. William is duidelijk op de hand van zijn moeder. Later gaat William naar school waar hij het erg goed doet. Hij is de beste van zijn school en snapt alles snel. Hierna volgt hij een lerarenopleiding, maar hij is geen goede leraar. Hij is zeer ongeduldig, aangezien hij alles snel snapt en zijn leerlingen niet. Hij besluit als kantoorklerk te werken en hij geeft zijn moeder maandelijks een bedrag. Hij werkt dan in Nottingham. Hier gaat hij om met de gegoede middenklasse. Hij ontmoet veel meisjes, maar met niemand is het serieus. Hierna kan hij doorgroeien tot Londen. Hij verdient een fors bedrag per maand, maar stuurt niets meer naar zijn moeder. Zijn moeder neemt hem dat kwalijk, maar William geeft alles uit aan feestjes en dergelijke. Terwijl William in Londen is, krijgt hij bronchitis. Zijn ouders vertrekken gelijk naar Londen om hem bij te staan. Iedereen denkt dat hij het redt, maar hij sterft. Zijn moeder is hier zeer verdrietig over. Doordat Paul dan echter ook heel ziek is, besteedt ze alle aandacht aan hem, hierdoor komt ze over het verdriet van William heen. Annie Annie heeft geen belangrijke rol in het boek. Ze blijft wel tot het einde in het verhaal, maar staat waarschijnlijk voor de machteloosheid van vrouwen. Mrs Morel kijkt niet haar om. Ze trouwt in het verhaal, maar daar wordt verder geen aandacht aan besteed. Paul Paul is in het boek het belangrijkste kind. Hij is erg op de hand van zijn moeder. In zijn jeugd trekt heel veel met haar op en trekt zich haar verdriet erg aan. Hij doet het goed op school, niet zo goed als William, maar wel goed. Na zijn basisschool weet hij niet wat hij wil worden. Hij kan goed tekenen, maar hij denkt dat hij daar geen geld mee kan verdienen. Hij wordt ook kantoorklerk, echter niet zo’n belangrijke. Hij ontmoet twee meisjes Clara en Miriam. Hij kan niet tussen hen kiezen en wil dat eigenlijk ook niet, hij wil namelijk voor zijn moeder kiezen. Om die keuze voor zijn moeder of een van de twee meisjes draait het grootste deel van het boek. Hij kiest in zijn jeugd voor zijn moeder, later tijdens zijn adolescentie voor de meisjes, hij trouwt echter niet met een van hen, daarna kiest hij weer voor zijn moeder. Aan het eind van het boek, na de keuze, sterft Mrs Morel. Na deze dood wil Clara hem niet meer. Miriam wil hem wel half, maar ze wil dat hij de keuze maakt. Paul wil deze keuze niet maken, hier stopt het boek. Walter Walter is het laatste kind, over hem is bijna niets bekend. Hij heeft in het leger gezeten en is teruggekomen, wat er daarna met hem is gebeurd, wordt niet verteld. Werk van D.H. Lawrence
Paul Paul is in het boek het belangrijkste kind. Hij is erg op de hand van zijn moeder. In zijn jeugd trekt heel veel met haar op en trekt zich haar verdriet erg aan. Hij doet het goed op school, niet zo goed als William, maar wel goed. Na zijn basisschool weet hij niet wat hij wil worden. Hij kan goed tekenen, maar hij denkt dat hij daar geen geld mee kan verdienen. Hij wordt ook kantoorklerk, echter niet zo’n belangrijke. Hij ontmoet twee meisjes Clara en Miriam. Hij kan niet tussen hen kiezen en wil dat eigenlijk ook niet, hij wil namelijk voor zijn moeder kiezen. Om die keuze voor zijn moeder of een van de twee meisjes draait het grootste deel van het boek. Hij kiest in zijn jeugd voor zijn moeder, later tijdens zijn adolescentie voor de meisjes, hij trouwt echter niet met een van hen, daarna kiest hij weer voor zijn moeder. Aan het eind van het boek, na de keuze, sterft Mrs Morel. Na deze dood wil Clara hem niet meer. Miriam wil hem wel half, maar ze wil dat hij de keuze maakt. Paul wil deze keuze niet maken, hier stopt het boek.
4
keuze, voorkeur, opties
5,002
SocialEvent
2178533
https://nl.wikipedia.org/wiki/Father%20Ted
Father Ted
Father Ted is een sitcom, geproduceerd door Hat Trick Productions voor het Engelse Channel 4. De serie is geschreven door Arthur Mathews en Graham Linehan en duurde drie seizoenen met in totaal 25 afleveringen waaronder een speciale kerst-aflevering. Father Ted speelt zich af op het fictieve Craggy Island aan de westkust van Ierland. Dermot Morgan speelde het titelpersonage priester Ted Crilly, medepriesters Dougal McGuire en Jack Hackett werden gespeeld door Ardal O'Hanlon en Frank Kelly. Vanwege vroegere incidenten werden de priesters verbannen naar het eiland waar ze samen in een pastorie wonen met hun huishoudster Mrs. Doyle (Pauline McLynn). De serie kreeg lovende kritieken en won meerdere BAFTA-prijzen. Diverse Ierse acteurs en komieken speelden een rol in de serie, zoals Graham Norton, Tommy Tiernan, Patrick McDonnell, Don Wycherley, Joe Rooney, Jason Byrne, Jim Norton, Pat Shortt, Jon Kenny, Ed Byrne, Brendan Grace en Gerard McSorley. Synopsis De serie volgt de avonturen van drie Rooms-katholieke priesters die een parochie op Craggy Island hebben, aan de westkust van Ierland. Priesters Ted Crilly, Dougal McGuire en Jack Hackett leven in de pastorie samen met hun huishoudster Mrs. Doyle, die hen graag thee met koekjes aanbiedt. De drie priesters staan onder bisschop Len Brennan, die ze naar Craggy Island stuurde vanwege incidenten in hun verleden: Ted voor vermeende financiële ongepastheid, Dougal voor het "Blackrock-incident" en Jack voor zijn alcoholisme en vrouwenjagen. De serie draait om het leven van de priesters, soms over kerkelijke zaken maar vaker over Teds pogingen om problemen op te lossen, of om wedstrijden te winnen van zijn aartsvijand priester Dick Byrne van het nabijgelegen Rugged Island. Prijzen In 1995 en 1998 won de show de BAFTA-prijs voor Beste Komedie. Morgan won in 1998 ook de BAFTA voor Beste Komische Rol. Tijdens de British Comedy Awards in 1996 won McLynn de prijs voor Komische Actrice. Personages Hoofdpersonages Priester Ted Crilly Priester Dougal McGuire Priester Jack Hackett Mrs. Doyle Terugkerende personages Bisschop Brennan Priester Dick Byrne Priester Noel Furlong Kleine rollen Priester Larry Duff Priester Paul Stone Priester Fintan Stack Priester Austin Purcell Priester Todd Unctious John en Mary O'Leary Tom Afleveringen Seizoen 1 (1995) Good Luck, Father Ted Entertaining Father Stone The Passion of St Tibulus Competition Time And God Created Woman Grant Unto Him Eternal Rest Seizoen 2 (1996) Hell Think Fast, Father Ted Tentacles of Doom Old Grey Whistle Theft A Song for Europe The Plague Rock-a-Hula Ted Cigarettes and Alcohol and Rollerblading New Jack City Flight into Terror A Christmassy Ted (speciale kerst-aflevering) Seizoen 3 (1998) Are You Right There, Father Ted? Chirpy Burpy Cheap Sheep Speed 3 The Mainland Escape from Victory (*) Kicking Bishop Brennan up the Arse (*) Night of the Nearly Dead Going to America *De afleveringen "Escape from Victory" en "Kicking Bishop Brennan up the Arse" volgen elkaar als enige direct op. DVD's De volledige serie is in Europa op dvd (regio 2) verschenen, zowel als losse seizoenen als een box set. Ontstaan Volgens Linehan is het personage Priester Ted bedacht door Mathews voor Paul Woodfull, toen de drie samen optraden als The Joshua Trio in het komediecircuit in Ierland. Dermot Morgan werd gekozen voor de rol omdat hij eerder een priester had gespeeld Mathews gaf aan dat Seinfeld een grote invloed had op Father Ted. Linehan en hij zijn grote fans van de serie. Productie Naast de drie seizoenen hebben Morgan en O'Hanlon ook een uur Comic Relief gepresenteerd als de twee priesters. Kelly en McLynn traden ook kort op. Kort na het voltooien van seizoen drie stierf Dermot Morgan aan een hartinfarct op 45-jarige leeftijd. Hierdoor werd het derde seizoen een week later uitgezonden dan oorspronkelijk gepland. Enkele weken voor zijn dood zei Morgan dat hij niet langer Father Ted wilde spelen uit angst voor typecasting: "Ik wil niet net als Clive Dunn jarenlang hetzelfde personage spelen". Muziek Het themanummer voor de serie is geschreven en uitgevoerd door The Divine Comedy en verscheen later als "Songs of Love" op het album Casanova. (Het nummer "Woman of the World" van hetzelfde album was een mogelijk themanummer, maar werd afgewezen.) De band speelde ook de meeste muziek in de serie, zoals "My Lovely Horse" in de aflevering "Song For Europe" en "My Lovely Mayo Mammy" in "Night of the Nearly Dead". Locatie De meeste locaties in Father Ted zijn in County Clare, waaronder Ennis, Kilfenora, Ennistymon en Kilnaboy. Het parochiaal huis is McCormack's in Glenquin, aan de weg naar Kilnaboy. De bioscoop die te zien was in "The Passion of St Tibulus" was de Ormonde Cinema, Greystones, County Wicklow en "Het Veld", de locatie van Funland in "Good Luck, Father Ted", is in Portrane, noord County Dublin. De "zeer donkere grotten" in "The Mainland" is de Aillwee Cave in de Burren, County Clare. Sommige scènes voor "And God Created Woman zijn gefilmd in Dún Laoghaire, zuid County Dublin. De openingsscène is gefilmd bij Inis Oírr - het kleinste van de Aran Islands. Binnenscènes zijn gefilmd in The London Studios. Nalatenschap Sinds 2007 wordt elk jaar een fanbijeenkomst gehouden, genaamd Ted Fest. In januari 2007 kregen Inis Oírr (250 inwoners) en Inis Mór (1200 inwoners) ruzie over welk eiland Craggy Island genoemd mocht worden en daarmee het festival kan organiseren. Er werd besloten een voetbalwedstrijd te organiseren om het geschil bij te leggen. Inis Mór won met 2-0 waardoor zij de naam "Craggy Island" een jaar mochten dragen terwijl Inis Oírr de naam Rugged Island kreeg. Father Ted Night Op 1 januari 2011 organiseerde Channel 4 een avond opgedragen aan Father Ted vanwege de vijftiende verjaardag. Er werd onder andere een documentaire uitgezonden waarbij de spelers en schrijvers de oude locaties bezochten. Pauline McLynn deed niet mee aan de documentaire. De show werd opgedragen aan Dermot Morgan. Externe links Father Ted - the TV Series bij de BBC Ierse televisieserie Programma van Channel 4
Nalatenschap Sinds 2007 wordt elk jaar een fanbijeenkomst gehouden, genaamd Ted Fest.
1
sociaal evenement, bijeenkomst, sociale activiteit
12,167
Movie
512637
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rambo%20%28film%29
Rambo (film)
Rambo (ook bekend als Rambo IV of John Rambo) is een Amerikaanse film uit 2008 van Sylvester Stallone. Het is gebaseerd op een script van Art Monterassteli en Sylvester Stallone, dat voortborduurt op de voorgaande Rambo-trilogie. De film ging in première twintig jaar nadat de film Rambo III in de bioscopen draaide. In Nederland ging de film in roulatie op 21 februari 2008 met Sylvester Stallone en Julie Benz in de hoofdrollen. Productie Voorafgaande waren er problemen over de titel van de film, deze werden onder andere genoemd: Rambo IV: End of Peace Rambo IV: In the Serpent's Eye Rambo IV: Pearl of the Cobra Rambo: First Blood Part IV Rambo: To Hell and Back Verhaal Het verhaal speelt zich af op de grens tussen Myanmar en Noord-Thailand. Vietnamveteraan John Rambo heeft lang in een afgezonderde levensstijl in Bangkok geleefd. Hij wordt echter ingehuurd door een groep christelijke zendelingen om hen te beschermen tijdens een humanitaire missie in Myanmar. Wanneer een aantal van de zendelingen wordt ontvoerd, raakt Rambo weer hevig in strijd verwikkeld met een groep huurlingen. Rolverdeling Sylvester Stallone - John Rambo Julie Benz - Sarah Miller Matthew Marsden - Schooljongen Graham McTavish - Lewis Rey Gallegos - Diaz Jake La Botz - Reese Tim Kang - En-Joo Maung Maung Khin - Tint Paul Schulze - Michael Burnett Ken Howard - Rev. Arthur Marsh James With - Preacher Missionary Amerikaanse film Film uit 2008 Oorlogsfilm Actiefilm Film van Lions Gate Entertainment Film van Columbia Pictures Rambo Film van Warner Brothers Film van Sylvester Stallone
Amerikaanse film Film uit 2008 Oorlogsfilm Actiefilm Film van Lions Gate Entertainment Film van Columbia Pictures Rambo Film van Warner Brothers Film van Sylvester Stallone
8
film, speelfilm, bioscoopfilm
5,349
HowToTool
191349
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pons
Pons
pons (constructieleer), een bezwijkmechanisme uit de constructieleer Pons (gemeente), een plaats en gemeente in Frankrijk pons (hersenen), een onderdeel van de hersenen ponsen en tangen of ponsen en nieten, oud ritueel in januari Gereedschap Een pons is een werktuig (handgereedschap) om gaten te ponsen. Enkele soorten van ponsen zijn centerpons (of centerpunt of puntslag) (metaalbewerking), handgereedschap voor het markeren van een punt cijferpons / letterpons (ook wel slagletters genoemd), gereedschap voor het ponsen van getallen en tekst doorslag, handgereedschap met een cilindrische pen dat gebruikt wordt bij het (de)monteren van pennen in gaten drevel, handgereedschap met een massieve dunne punt, om een spijker of draaistang verder in het materiaal te slaan met behulp van een hamer holpijp of pons, handgereedschap met een holle punt met een scherpe rand om gaatjes in karton, leer, tapijt, rubber en andere dunne materialen te stansen (ponsen) kettingpons, handgereedschap om een fietsketting op maat te maken papierpons, handgereedschap om gaten in een vorm uit papier te stansen (ponsen) perforator, handgereedschap om twee of meer (2/3/4/17/23) gaten te maken in papier (om het in te kunnen binden) kaartponser, apparaat om ponskaarten te maken Personen Leendert Japhet Pons, een Nederlands bodemkundige Stanley Pons, een Amerikaans elektrochemicus
Enkele soorten van ponsen zijn centerpons (of centerpunt of puntslag) (metaalbewerking), handgereedschap voor het markeren van een punt cijferpons / letterpons (ook wel slagletters genoemd), gereedschap voor het ponsen van getallen en tekst doorslag, handgereedschap met een cilindrische pen dat gebruikt wordt bij het (de)monteren van pennen in gaten drevel, handgereedschap met een massieve dunne punt, om een spijker of draaistang verder in het materiaal te slaan met behulp van een hamer holpijp of pons, handgereedschap met een holle punt met een scherpe rand om gaatjes in karton, leer, tapijt, rubber en andere dunne materialen te stansen (ponsen) kettingpons, handgereedschap om een fietsketting op maat te maken papierpons, handgereedschap om gaten in een vorm uit papier te stansen (ponsen) perforator, handgereedschap om twee of meer (2/3/4/17/23) gaten te maken in papier (om het in te kunnen binden) kaartponser, apparaat om ponskaarten te maken
8
gereedschap, hulpmiddel, instructie
9,381
ArriveAction
5711348
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ernest%20Courtois
Ernest Courtois
Ernest Stanislas Marie-Léon Courtois (Halle, 13 januari 1856 - Congo, 26 juni 1884) was een koloniale pionier in Congo. Biografie Ernest Courtois werd in Halle geboren als zoon van Pierre Louis Gabriel Courtois (geboren te Brussel) en Catherine Mathilde Jeanne Lemmens. De vader van Courtois was stationschef in het eerste station van Halle. Hij woonde dan ook een tijd in het stationsgebouw.[1] Congo Hij vertrok op 26-jarige leeftijd naar Congo als eerste Hallenaar. Hij was op dat ogenblik ook pas afgestudeerd als apotheker. Hij was er in de regio in dienst van de Association Internationale du Congo (AIC). Bij zijn aankomst in Congo werd Courtois meteen ingeschakeld in Vivi (rechteroever van de Congostroom, tegenover Matadi) waar hij als dokter werkzaam was. Op dat ogenblik waren maar 74 Belgen in West-Congo en 21 in Oost-Congo actief. Begin 1884 werd Courtois benoemd in Oost-Leopoldstad (Kintamo) tot adjunct-chef van postoverste Louis Valcke. Hier ontmoette hij op 12 januari Stanley, die net teruggekeerd was van zijn expeditie naar de Stanley Falls die nieuwe posten moest oprichten voor Leopold II. Courtois werd aangeduid om er postoverste te worden na zijn expeditie naar de Stanley Falls. Zijn belangrijkste opdracht was om er verdragen te sluiten met inheemse leiders en handelsposten te vestigen. De taken van de expedities waren niet gemakkelijk. Vermoeidheid, ziekten (malaria, e.d.) en slechte voeding maakten deze onderneming extra zwaar. Courtois werd ziek na enkele weken te hebben gevaren. Hij overleed nabij Basoko op 26 juni aan de gevolgen van een hematurie (bloed in de urine ten gevolge van een blaas- of nieraandoening). Volgens de overlevering stierf hij in de armen van zijn vriend Amelot. De expeditie zou uiteindelijk Stanley Falls bereiken op 3 juli 1884. Wester nam de taak van postoverste op zich tot 1886. Courtois werd begraven in Congo. Gedachtenis Courtois' naam staat vermeld op de gedenkplaat in het Afrikamuseum te Tervuren van de “Belgische Baanbrekers bij de Bezetting van Congo 1879-1885”. Ontdekkingsreiziger van Afrika Ambtenaar in de Onafhankelijke Congostaat Belgisch persoon in de 19e eeuw Halle
Bij zijn aankomst in Congo werd Courtois meteen ingeschakeld in Vivi (rechteroever van de Congostroom, tegenover Matadi) waar hij als dokter werkzaam was. Op dat ogenblik waren maar 74 Belgen in West-Congo en 21 in Oost-Congo actief.
1
aankomst, arriveren, bestemming
5,442
OrganizeAction
314461
https://nl.wikipedia.org/wiki/Touroperator
Touroperator
Een touroperator, ook wel reisorganisator genoemd, is een bedrijf dat pakketreizen samenstelt bestaande uit vervoer (zoals een chartervlucht), verblijf (zoals hotelovernachting), vervoer van de luchthaven naar het hotel en de diensten van een plaatselijke vertegenwoordiger van de reisorganisator, allemaal voor één enkele prijs. Daarnaast kunnen dagtochten, het gebruik van een huurauto en andere keuzes deel uitmaken van het pakket. Sommige touroperators specialiseren zich in bepaalde bestemmingen, of bepaalde activiteiten zoals skiën of golf. Sommige touroperators zijn gespecialiseerd in het organiseren van congressen, etc. Anderen bieden de mogelijkheid om zelf een reis samen te stellen of om een pakketreis aan te passen aan de eigen wensen. Reisbureaus bieden pakketten van touroperators aan, maar ook online kan je rechtstreeks bij een touroperator een pakketreis boeken. Sommige touroperators hebben hun eigen reisbureaus. Bekende firma's zijn o.a. TUI, Sunweb, Corendon. Thomas Cook was tot het faillissement in september 2019 de oudste en bekende reisorganisator. Touroperators maken afspraken met hotels waarbij ze voor bepaalde periodes een afgesproken aantal kamers toegewezen krijgen, dit wordt allotment genoemd. Hierdoor gebeurt het dat een hotel volgeboekt kan zijn bij de ene reisorganisatie, terwijl er nog kamers beschikbaar zijn. Door deze overeenkomst worden soms betere prijscondities bedongen. Anderzijds zal een touroperator soms kamers over houden, die ze tegen een laag tarief aanbieden om zo toch een deel van hun kosten te dekken, de zogenaamde last minute aanbiedingen. Vroeger gaven veel vakantiegangers de voorkeur aan het kopen van complete vakanties en lieten zij de moeilijkheden verbonden aan het organiseren van hotelaccommodatie en vervoer in het verre en vreemde buitenland liever aan touroperators over. Met de opkomst van het internet stellen veel mensen hun eigen vakantiepakket samen omwille van de grotere vrijheid en meer keuzemogelijkheden. De meeste reisorganisatoren zijn aangesloten bij een garantiefonds of in Nederland ook bij het calamiteitenfonds, wat de klant bescherming biedt. Tijdens de coronapandemie werden reizigers die via een touroperator een pakketreis boekten die geannuleerd werd, in de mate van het mogelijke vergoed, of de reis werd uitgesteld. Het bood meer zekerheid dan een zelf samengestelde reis waar de reiziger zelf vliegtuigmaatschappij of hotel of vakantieverblijf moesten contacteren. ABTO Association of Belgian Travel Organisers is sedert 1973 een beroepsvereniging voor reisorganisatoren in België.
Sommige touroperators specialiseren zich in bepaalde bestemmingen, of bepaalde activiteiten zoals skiën of golf. Sommige touroperators zijn gespecialiseerd in het organiseren van congressen, etc. Anderen bieden de mogelijkheid om zelf een reis samen te stellen of om een pakketreis aan te passen aan de eigen wensen. Reisbureaus bieden pakketten van touroperators aan, maar ook online kan je rechtstreeks bij een touroperator een pakketreis boeken. Sommige touroperators hebben hun eigen reisbureaus. Bekende firma's zijn o.a. TUI, Sunweb, Corendon. Thomas Cook was tot het faillissement in september 2019 de oudste en bekende reisorganisator.
1
organiseren, beheren, superviseren
10,326
MusicComposition
1806416
https://nl.wikipedia.org/wiki/Strijkkwartet%20nr.%205%20%28B.%20Tsjajkovski%29
Strijkkwartet nr. 5 (B. Tsjajkovski)
Boris Tsjajkovski voltooide zijn Strijkkwartet nr. 5 in 1974. Dit eendelig strijkkwartet wordt beschouwd als het middendeel van het drieluik strijkkwartet nr. 4, nummer 5 en strijkkwartet nr. 6. Het is ten opzichte van nummer 4 melodieus, doch het lijkt erop dat de zanglijn maar niet op gang wil komen. Zonder een strikte driedeling te hebben zijn wel drie secties hoorbaar. De laatste sectie kent een soort basso continuo, die veel weg heeft van de minimal music van Philip Glass, maar niet zo standvastig is. De eerste uitvoering vond plaats op 28 november 1975 door het Prokofjev Quartet. Plaats van handeling was Moskou; het Componistenhuis aldaar. Discografie Er was tot 2009 een opname beschikbaar en wel één door het Prokofjev Quartet uit het elpeetijdperk (voor 1983). In 2009 volgde een uitgave met alle zes strijkkwartetten door Ilja Zoff, Elena Raskova (viool), Lydia Kovalenko (altviool) en Alexey Massarsky (cello). Het platenlabel Northern Flowers nam de strijkkwartetten in 2008 in samenwerking met de Boris Tsjajkovski Society op. Inmiddels sponsorde de Russische Kunst Stichting dergelijke opnamen ook. Bron de compact disc Boris Tsjajkovski Foundation Compositie van Boris Tsjaikovski 5 Tsjajkovski Compositie voltooid in 1974
Compositie van Boris Tsjaikovski 5 Tsjajkovski Compositie voltooid in 1974
2
muziekcompositie, muziekstuk, compositie
8,430
MapCategoryType
1439428
https://nl.wikipedia.org/wiki/Trans%20regio
Trans regio
De Trans Regio Deutsche Regionalbahn GmbH is een Duitse spoorwegonderneming uit Koblenz en een dochteronderneming van Transdev GmbH. Trans Regio is actief in de deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts en rijdt onder de naam MittelrheinBahn op de Linke Rheinstrecke. Achtergrond Trans Regio werd in 1999 in Trier opgericht. Het bedrijf was in handen van Rheinbahn uit Düsseldorf en Moselbahn uit Trier. Nadat de Moselbahn in 2002 uit de onderneming stapte, zocht de Rheinbahn een nieuwe partner. Dat werd de Franse vervoersonderneming EuRailCo, die per 1 januari 2004 75,1% van de aandelen overnam. Op 30 juni 2011 besloot de raad van commissarissen van Rheinbahn dat de rest van de aandelen (24,9%) aan EuRailCo verkocht werden. EuRailCo is op haar beurt een dochteronderneming van Transdev en de RATP, de maatschappij die het bus- en metrovervoer in Parijs exploiteert. In 2012 werd EuRailCo voor 100% een dochteronderneming van Transdev en in januari 2014 werd EuRailCo vervangen door Transdev Regio GmbH. Trans Regio is een dochteronderneming van Transdev GmbH, de Duitse tak van de Franse Transdev-groep. Trajecten Onder de naam MittelrheinBahn exploiteert Trans Regio sinds 14 december 2008 reizigersverkeer op de volgende spoorlijnen in Rijnland-Palts en Noordrijn-Westfalen: MRB 26 (voormalige Rheinlandbahn): Keulen - Bonn - Remagen - Andernach - Koblenz; MRB 32 (voormalige Mittelrhein-Burgen-Bahn): Koblenz - Bingen - Mainz - Frankfurt. De uit station Köln Messe/Deutz komende treinen rijden in Koblenz in de regel verder naar Mainz Hbf, evenals in de tegenrichting. Hierdoor vindt in Koblenz een wissel plaats van lijn- en treinnummer. De Trans Regio heeft hiervoor elektrische treinstellen van het type Siemens Desiro MainLine (Baureihe 460) van Alpha Trains geleased. Op de website van de MittelrheinBahn biedt de vervoerder een gratis audiotour aan voor tijdens de treinreis. Voormalige trajecten Op de volgende lijnen in Rijnland-Palts reed Trans Regio tot 13 december 2008 het reizigersverkeer: Eifelquerbahn: Andernach - Mayen West - Kaisersesch (verlengd tot Mayen West in mei 2000; verlengd tot Kaiseresch in augustus 2000); Kaiserslautern Hbf - Landstuhl-Kusel (vanaf 28 mei 2000); Moselstrecke: Koblenz Hbf - Winningen - Kobern-Gondorf - Treis-Karden - Cochem - Bullay (eenmaal per week); Moselweinbahn: Bullay - Traben-Trarbach. Sinds 14 december 2008 worden deze lijnen weer door DB Regio geëxploiteerd. Materieel Trans Regio heeft in 2008 16 elektrische treinstellen van het type Desiro ML (Baureihe 460), met een totale waarde van €70 miljoen, bij Alpha Trains geleased voor de MittelrheinBahn. Een verder voertuig werd in januari 2009 uitgeleverd en slaagde verdere testritten, onder andere als gekoppeld treinstel. Hiervoor werd kort de 460 007 met 4 rijtuigen uitgeleend. Sindsdien kan de Baureihe 460 als twee-, drie- en vierdelige treinstel worden ingezet. De 460 017 werd medio juni 2009 aan Trans Regio overgegeven en reed op 9 juni de eerste verbinding. De treinen hebben een capaciteit van 252 zit- en 240 staanplaatsen en zijn met reizigerstel- en bezettingssystemen uitgerust, zodat eventueel de capaciteit van een trein verhoogd kan worden. Bij de deuren zijn instaphulpen voor minder valide reizigers aanwezig. Dicht bij de deuren zijn er plaatsen voor rolstoelen en per treinstel twaalf plaatsen voor fietsen. De treinen hebben een klimaatsysteem en hebben geluidsisolatie. In de toiletten bevinden zich een noodknop en een verschoningstafel. Daarnaast zijn de treinen uitgerust met stopcontacten in de eerste klas. Voor de veiligheid is er videobewaking en wordt het aandeel treinpersoneel vergroot na 19 uur. De treinen werden gebouwd met oog op huidige en toekomstige milieunormen. Door de hogere acceleratie van de treinen kunnen alle haltes weer bediend worden, wat de voormalige exploitant DB Regio niet kon doen. Afhankelijk van de vraag kunnen de treinen gekoppeld worden, waardoor de lengte van de treinen tussen de 49 en 282 meter ligt. Op de zijlijnen in Rijnland-Palts werd tot 13 december 2008 dieseltreinstellen van het type Regio-Shuttle RS1 ingezet. Door een treinsteltekort reed in december 2015 een Bombardier Talent 2 van National Express op de MRB 26, zodat National Express ook ervaring voor de eigen exploitatie kon opdoen. Service en onderhoud Trans Regio bezit met onderhoudscentrum Koblenz-Mosel in Koblenz-Moselweiß een werkplaats waar de Desiro ML treinstellen onderhouden worden. Bovendien heeft Trans Regio nog werkplaatsen in Mayen en Altenglan, waar vroeger de RS1 onderhouden werd. Deze twee onderhoudscentra zijn aan andere vervoersbedrijven verhuurd. Operationele centrale De operationele centrale voor de exploitatie en personeelsplanningen bevindt zich sinds 2009 in het onderhoudscentrum Koblenz-Mosel in Koblenz-Moselweiß. Verkoopplaatsen Trans Regio heeft op alle stations waar zij stoppen een kaartenautomaat geplaatst en exploiteert een Service Center in de buurt van Koblenz Hauptbahnhof. Hier kunnen reizigers vragen stellen over verbindingen en tarieven, evenals alle kaartsoorten kopen of ook verloren voorwerpen ophalen of melden. Daarnaast kan in het Service Center telefonisch overleg worden gepleegd. Zie ook Lijst van Duitse spoorwegondernemingen Externe links http://www.trans-regio.de/ http://www.mittelrheinbahn.de Duitse spoorwegmaatschappij Duits openbaarvervoerbedrijf
Verkoopplaatsen Trans Regio heeft op alle stations waar zij stoppen een kaartenautomaat geplaatst en exploiteert een Service Center in de buurt van Koblenz Hauptbahnhof. Hier kunnen reizigers vragen stellen over verbindingen en tarieven, evenals alle kaartsoorten kopen of ook verloren voorwerpen ophalen of melden. Daarnaast kan in het Service Center telefonisch overleg worden gepleegd.
1
kaarttype, kaartcategorie, kaartsoort
10,930
MiddleSchool
2297994
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ichthus%20College%20%28Veenendaal%29
Ichthus College (Veenendaal)
Het Ichthus College is een middelbare school op reformatorische grondslag in de Nederlandse plaats Veenendaal, die in de provincie Utrecht ligt. De school werd in 1956 opgericht als hervormde ULO en had in het eerste jaar 51 leerlingen. In 2017 telde de school 2040 leerlingen en ruim 200 werknemers. Visie, identiteit De eerste letters van het Griekse woord voor vis, I-Ch-Th-U–S, vormen de beginletters van een oude Griekstalige christelijke geloofsbelijdenis, namelijk I-esous Ch-ristos Th-eou Hu-ios S-ooter ("Jezus Christus Gods Zoon Redder"). De school wil midden in de samenleving staan en van daaruit de leerlingen "begeleid confronteren". De grondslagen zijn daarbij de Bijbel, die als onfeilbaar wordt beschouwd, en de gereformeerde belijdenisgeschriften. Van personeel en van ouders wordt instemming met deze grondslag gevraagd. De school gaat uit van de PKN (Hervormde Gemeente Veenendaal), de Christelijke Gereformeerde Kerken (Pniëlkerk), de Gereformeerde Gemeenten (Adventkerk) en de Hersteld Hervormde Kerk (HHG Veenendaal). Hoewel het Ichthus College dezelfde grondslag kent als de scholen die behoren tot de reformatorische of bevindelijk-gereformeerde zuil, wordt de school niet tot deze zuil gerekend. Het Ichthus College hanteert minder strikte leefregels dan de reformatorische scholen. Zo is het bijvoorbeeld aan meisjes toegestaan om op school een broek te dragen. De school profileert zich dan ook als een school op zich, tussen de protestants-christelijke en de bevindelijk-gereformeerde scholen in. Streekschool De leerlingen komen voor iets minder dan de helft uit Veenendaal en verder uit Ede, de Betuwe en de Utrechtse Heuvelrug. De school ligt vlak bij NS station Veenendaal West. In samenwerking met de ouders was er een schoolbus naar de Betuwe opgezet. Helaas is deze door te weinig aanmeldingen van leerlingen in 2016 gestopt en is er een mogelijkheid van school gekomen om korting te krijgen voor elektrische fietsen. Externe links http://www.ichthuscollege.nl/ School in het voortgezet onderwijs in Nederland School in Utrecht (provincie) Protestants-christelijke school in Nederland Ichthus College
Het Ichthus College is een middelbare school op reformatorische grondslag in de Nederlandse plaats Veenendaal, die in de provincie Utrecht ligt.
1
middelbare school, voortgezet onderwijs, onderbouw
5,148
BeautySalon
1696111
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mari%20van%20de%20Ven
Mari van de Ven
Mari van de Ven (Nistelrode, 5 augustus 1959) is een Nederlands visagist en haarstylist. Biografie Van de Ven begon zijn loopbaan op de kappersopleiding in 's-Hertogenbosch. Hij merkte al vrij snel dat zijn interesse verder reikte dan het kappersvak alleen. Tijdens zijn werk begon hij zich daarom meer toe te leggen op visagie. Hij deed dit onder andere bij de school van Dik Peeters. Van de Ven werkte meer dan tien jaar via Corine Rottschäfer als visagie- en haarspecialist voor vele tientallen opdrachtgevers. Hij werkte mee aan verschillende interviews en reportages in binnen- en buitenland zoals de Cosmopolitan, Elle, Esquire, Margriet, Marie Claire, Maxim, Quote en Viva. Voor het kledingmerk O'Neill verzorgde Van de Ven zes jaar lang fotoshoots voor de presentatie van nieuwe kledinglijnen. Verder werkt hij nog regelmatig mee in Salon Rob Peetoom/Mari van de Ven in 's-Hertogenbosch. In 2008 lanceerde Van de Ven de Eye Care Lijn van Herôme. Een jaar later werd deze lijn verder uitgebreid. In 2009 kreeg Van de Ven een eigen rubriek in het televisieprogramma 4ME. In juli van datzelfde jaar werd bekend dat hij, samen met oud-hockeyster Margje Teeuwen, een nieuw televisieprogramma zou gaan presenteren. Ze zouden op zoek gaan naar talent in het voormalig oorlogsgebied Bosnië. De winnaars zouden op droomstage naar Nederland of een ander land gaan. Van de Ven zorgde in 2010 bij de bruiloft van Wesley Sneijder en Yolanthe Cabau van Kasbergen voor het kapsel en de make-up van Cabau van Kasbergen. Van de Ven zit inmiddels ruim vijfentwintig jaar in 'het (beauty)vak' en is een van de meest bekende en toonaangevende visagisten en haarstylisten van Nederland. Hij is de vaste visagist en kapper (geweest) van onder andere Wendy van Dijk, Sylvie Meis, Connie Breukhoven, Yolanthe Sneijder-Cabau, Tatjana Šimić, Trijntje Oosterhuis en Winonah de Jong. Van de Ven heeft een eigen opleiding, de Mari van de Ven Academy, vallend onder Regionaal opleidingencentrum. Dit is een opleiding visagie op MBO niveau 4. Een select groepje talenten van de opleiding Allround Schoonheidsspecialiste niveau 4 zal jaarlijks worden toegelaten tot de opleiding Masterclass hairstyling en visagie. De studenten leren in een half jaar van Van de Ven de fijne kneepjes van het vak. Deze opleiding wordt gegeven bij Savarin in Rijswijk. Trivia In 2008 speelde hij een gastrol als presentator van een metamorfoseprogramma in de televisieserie Voetbalvrouwen. Bibliografie Mari en de magie van schoonheid (2005) Puur Mari (2007) Externe links Officiële website De Mari Academy, website Mari van de Ven Academy Kapper Nederlands visagist
Van de Ven heeft een eigen opleiding, de Mari van de Ven Academy, vallend onder Regionaal opleidingencentrum. Dit is een opleiding visagie op MBO niveau 4. Een select groepje talenten van de opleiding Allround Schoonheidsspecialiste niveau 4 zal jaarlijks worden toegelaten tot de opleiding Masterclass hairstyling en visagie. De studenten leren in een half jaar van Van de Ven de fijne kneepjes van het vak. Deze opleiding wordt gegeven bij Savarin in Rijswijk.
1
schoonheidssalon, schoonheidsspecialist, beautysalon
10,421
QuoteAction
211180
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verkoop
Verkoop
Verkoop is het leveren van goederen of diensten aan derden tegen betaling. De verkoop kan plaatsvinden tussen twee bedrijven (B2B, business to business) of tussen een bedrijf en een consument (B2C, business to consumer). Minder belangrijk maar niet onmogelijk is de verkoop onder particulieren (C2C, consumer to consumer). Verkoop en marketing Veel organisaties hebben zowel een verkoop- als een marketingafdeling. In sommige organisaties is marketing leidend en in andere organisaties is dit verkoop. Welke afdeling het voortouw neemt, is afhankelijk van het aantal en type klanten. Ook zijn de soort en de hoeveelheid producten en/of diensten die vermarkt worden van invloed op de inrichting van de organisatie. Vanwege de verschillen in accent is het binnen veel organisaties lastig om marketing en verkoop goed samen te laten werken. Marketing denkt vanuit producten/diensten, is van binnen naar buiten gericht en werkt planmatig en meer op de lange termijn. De markt wordt gezien als een verzameling van groepen klanten met overeenkomstige karakteristieken en behoeften (segmenten, doelgroepen). Verkoop heeft de klant als uitgangspunt, is van buiten naar binnen gericht en werkt meer ad hoc. In verkoop is er veel minder gedacht vanuit segmenten of doelgroepen, maar vanuit de individuele klant. Zo zullen marketeers extra middelen willen inzetten om meer zendtijd voor reclame in te kopen en verkopers deze middelen bij voorkeur inzetten om de prijzen voor de klanten te verlagen. Verkooptraject Afhankelijk van de grootte en professionaliteit van een organisatie worden verschillende stappen in een verkooptraject doorlopen. Het traject bestaat uit: oriënteren op de concurrenten voor het product oriënteren op de klanten voor het product oriënteren op de beslissingsnemers binnen het klantsysteem; de DMU; decision making unit promotie maken bij potentiële klanten aanbieden van offerte aan klant onderhandelen met klanten over inkoop- en verkoopvoorwaarden opstellen van een (raam)contract met een klant bestelling ontvangen opdrachtbevestiging met verkoopvoorwaarden goederen of diensten leveren aan klant factuur opsturen naar klant met verkoopvoorwaarden ontvangst van betaling van klanten Bij een verkoop tussen een bedrijf en een consument worden meestal enkele stappen overgeslagen. Op een markt worden producten verkocht en meteen betaald. In de fase tussen oriënteren en raamcontract wordt er minder formeel onderhandeld. "Verkoop" van een profsporter Onder de "verkoop" van een profsporter door zijn werkgever aan een nieuwe werkgever wordt een overeenkomst tussen de drie partijen verstaan, waarbij de nieuwe werkgever de oude een vergoeding betaalt voor het akkoord gaan met het ontbinden van de nog lopende arbeidsovereenkomst. Zie ook Transfer (sport). Zie ook Koopovereenkomst Handel Marketing en verkoop
oriënteren op de concurrenten voor het product oriënteren op de klanten voor het product oriënteren op de beslissingsnemers binnen het klantsysteem; de DMU; decision making unit promotie maken bij potentiële klanten aanbieden van offerte aan klant onderhandelen met klanten over inkoop- en verkoopvoorwaarden opstellen van een (raam)contract met een klant bestelling ontvangen opdrachtbevestiging met verkoopvoorwaarden goederen of diensten leveren aan klant factuur opsturen naar klant met verkoopvoorwaarden ontvangst van betaling van klanten
1
offerte, prijsopgave, taxatie