URL
stringlengths 72
79
⌀ | Content
stringlengths 652
14.9k
⌀ | Source
stringclasses 1
value |
---|---|---|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2016:63
|
ECLI:NL:TADRARL:2016:63ECLI:NL:TADRARL:2016:63 Raad van Discipline 25-01-2016 15-230nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2016-06-29Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2016-06-29Bij een beroep op niet-ontvankelijkheid dienen van geval tot geval twee belangen te worden afgewogen, te weten enerzijds het ten gunste van klagers wegende maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst en anderzijds het belang dat een advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid. Dit beginsel houdt onder meer in, kort gezegd, dat een advocaat zich niet na een als onredelijk te beschouwen lange termijn nog bij de deken en tuchtrechter moet verantwoorden voor zijn optreden van destijds. De raad is van oordeel dat, zelfs al zou ervan moet worden uitgegaan dat klager (anders dan hij zelf stelt) reeds in 2013 kennis droeg van de feiten waarover hij thans klaagt, klager in zijn klacht ontvankelijk is. In dat geval zit er tussen dat moment en de datum van indiening van de klacht (2 oktober 2014) op zijn hoogst een periode van nog geen twee jaren. Dat is geen erg lange periode en de raad is daarom van oordeel dat de belangenafweging ten voordele van klager moet uitvallen1Ontvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2016AdvocatenArnhem-Leeuwarden15-230Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht2016-01-25https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TADRARL:2016:63/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2016_63.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2016:63https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TADRARL:2016:63/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2016_63.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TADRARL:2016:63/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2016_63.xml2020-03-16T09:31:08.585149+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TDIVTC:2011:1
|
ECLI:NL:TDIVTC:2011:1ECLI:NL:TDIVTC:2011:1 Veterinair Tuchtcollege 14-07-2011 2010/24nl-NLVeterinair TuchtcollegeVeterinair Tuchtcollege2011-07-23Veterinair Tuchtcollege2011-07-23Gelijktijdige toepassing van een Glucocorticosteroïd en een NSAID is niet zonder gevaar en in beginsel niet gewenst. Als dat toch gebeurt, dan moet daarover goed worden gecommuniceerd. Beklaagde had klagers beter kunnen en moeten voorlichten over de risico’s, heeft te weinig controle gehouden op het effect van de behandeling en is te lang met het gelijktijdig gebruik van de middelen door gegaan. Klacht in zoverre gegrond. Waarschuwing.1Hondentuchtrechttuchtrecht/2011YF0346Diergeneeskundigen's-Gravenhage2010/24Gegrond met waarschuwing2011-07-14https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TDIVTC:2011:1/1/xml/ECLI_NL_TDIVTC_2011_1.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TDIVTC:2011:1https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TDIVTC:2011:1/1/pdf/ECLI_NL_TDIVTC_2011_1.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TDIVTC:2011:1/1/xml/ECLI_NL_TDIVTC_2011_1.xml2020-03-16T09:00:10.045127+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2021:107
|
ECLI:NL:TGZCTG:2021:107ECLI:NL:TGZCTG:2021:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 16-04-2021 c2020.217nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2021-05-20Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2021-05-20Klacht tegen verzekeringsarts. Klager is op enig moment uitgevallen en 35-80% arbeidsongeschikt verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt, waarop het UWV zijn bezwaar ongegrond heeft verklaard. Aan de verzekeringsarts is door klager gevraagd om een verzekeringsgeneeskundig advies op te stellen. Het rapport van de verzekeringsarts is door klager ingebracht bij het UWV en voorts bij een beroepsprocedure bij de Rechtbank. Het beroep van klager werd ook hier ongegrond verklaard. Ten behoeve van de procedure in hoger beroep heeft klager aan de verzekeringsarts opdracht gegeven om een aanvullende rapportage op te stellen. De rapporten van de verzekeringsarts zijn ingebracht in de beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep, waar de aangevallen uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Klager verwijt de verzekeringsarts dat hij een onvolledig en onzorgvuldig onderzoek heeft verricht, en dat zijn rapporten ondeugdelijk zijn en niet voldoende onderbouwd, en conclusies bevatten die tegenstrijdig en niet consistent zijn, en dat zijn rapporten niet zijn aangemerkt als een specialistische expertiserapportage. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt aan de verzekeringsarts de maatregel van berisping op en gelast de publicatie. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing uitsluitend wat betreft de opgelegde maatregel, legt een waarschuwing op en ziet af van publicatie.1Onjuiste verklaring of rapporttuchtrechttuchtrecht/2021GezondheidszorgDen Haagc2020.217Arts2021-04-162021-05-20T19:41:44.211449+02:002021-05-20T19:41:43.224https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TGZCTG:2021:107/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2021_107.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2021:107https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TGZCTG:2021:107/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2021_107.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TGZCTG:2021:107/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2021_107.xml2021-05-20T19:41:44.425221+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453
|
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453 Hof van Discipline 20-04-2012 6279nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2013-06-16Hof van Discipline 2013-06-16Verweeders waren door de raad geschorst en trokken uitgesteld appel in. Hof bepaalt de data waarop de onvoorwaardelijke schorsingen aanvangen.1Tuchtprocesrechttuchtrechttuchtrecht/2012YA4453Advocaten's-Hertogenbosch6279Hoger beroep niet mogelijkOnvoorwaardelijke schorsing2012-04-20https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2012_YA4453.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2012_YA4453.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4453/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2012_YA4453.xml2020-03-16T09:05:43.360303+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2022:109
|
ECLI:NL:TADRSGR:2022:109ECLI:NL:TADRSGR:2022:109 Raad van Discipline 04-07-2022 21-712/DH/DHnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2022-07-06Raad van Discipline 's-Gravenhage2022-07-06Verzet ongegrond.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2022Advocaten's-Gravenhage21-712/DH/DHBeleidsvrijheidKwaliteit van de dienstverleningFinanciënBeslissing op verzet2022-07-042022-07-06T21:10:28.207793+02:002022-07-06T21:10:25.44https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRSGR:2022:109/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2022_109.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2022:109https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRSGR:2022:109/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2022_109.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRSGR:2022:109/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2022_109.xml2022-07-06T21:10:29.253045+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2018:76
|
ECLI:NL:TADRAMS:2018:76ECLI:NL:TADRAMS:2018:76 Raad van Discipline 05-04-2018 18-131/A/Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2018-04-23Raad van Discipline Amsterdam2018-04-23Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamtWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2018AdvocatenAmsterdam18-131/A/ABelangenconflictVrijheid van handelenFouten2018-04-05https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRAMS:2018:76/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2018_76.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2018:76https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRAMS:2018:76/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2018_76.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRAMS:2018:76/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2018_76.xml2020-03-16T09:43:16.809378+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORARL:2018:63
|
ECLI:NL:TNORARL:2018:63ECLI:NL:TNORARL:2018:63 Kamer voor het notariaat 10-08-2018 C/05/333220 KL RK 18 -22nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2019-05-03Kamer voor het notariaat2019-05-03Klager heeft geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd die kunnen leiden tot de conclusie dat de notaris op basis van dit vonnis niet namens klager zijn medewerking aan de levering mocht verlenen en dat de notaris de akte van levering niet mocht passeren zonder de (persoonlijke) medewerking van klager.1Personen- en FamilierechtPersonen- en FamilierechtPersonen- en FamilierechtRegistergoedtuchtrechttuchtrecht/2018NotarissenArnhem-LeeuwardenC/05/333220 KL RK 18 -22Verzet ongegrond2018-08-10https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TNORARL:2018:63/1/xml/ECLI_NL_TNORARL_2018_63.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORARL:2018:63https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TNORARL:2018:63/1/pdf/ECLI_NL_TNORARL_2018_63.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TNORARL:2018:63/1/xml/ECLI_NL_TNORARL_2018_63.xml2020-03-16T09:48:37.289127+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2018:44
|
ECLI:NL:TGZCTG:2018:44ECLI:NL:TGZCTG:2018:44 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 15-02-2018 c2017.080nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2018-02-15Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2018-02-15 Klacht tegen assistent-gynaecoloog. De klacht betreft de bevalling van klaagster. Klaagster heeft in 2006 een niertransplantatie ondergaan. Klaagster werd in april 2013 wegens nierfunctieverslechtering ingeleid voor haar bevalling en is twee dagen na opname prematuur bevallen van een dochtertje die een matige start had. Na de bevalling is de dochter van klagers opgenomen op de neonatale intensive care unit, in verband met verdenking van een infectie. Verweerster was als arts-assistent gynaecologie werkzaam onder de supervisie van een gynaecoloog (eveneens aangeklaagd: C2017.079). Klagers verwijten verweerster evenals de gynaecoloog dat zij heeft gehandeld in strijd met de richtlijn van de NVOG ‘Preventie van neonatale GBS-ziekte’ dan wel de richtlijn onvoldoende in acht heeft genomen en zij: 1. gelet op de premature bevalling (36 weken en 6 dagen) en de beslisboom een kweek had moeten inzetten, waarbij verweerster op de hoogte was en zelf heeft aangegeven dat de kans groot was dat klaagster prematuur zou bevallen; 2. gelet op de duur van de gebroken vliezen (23 uur) ten minste een kweek had moeten inzetten. Voor zover verweerster de richtlijn juist heeft geïnterpreteerd zijn klagers van oordeel dat genoeg redenen aanwezig waren voor het afwijken van de richtlijn en verweerster daartoe had moeten besluiten, zeker gelet op de twijfel over de conditie van de baby. Er werd getracht een MBO te doen, hetgeen niet is gelukt; 3. ten onrechte eventuele resistentie tegen antibiotica boven het leven van een kind heeft gesteld. Het RTG Zwolle wees de klacht af. De arts kon en mocht vertrouwen op eerder ingezet beleid met betrekking tot bevalling door derdelijns gynaecoloog en perinatoloog. Geen aanleiding tot GBS-diagnostiek aanwezig voor de arts. Het beroep wordt verworpen. Het RTG pleitte ten overvloede nog voor helderheid in de NVOG richtlijn GBS-ziekte. Die is inmiddels herzien.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2018GezondheidszorgDen Haagc2017.080Arts2018-02-15https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TGZCTG:2018:44/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2018_44.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2018:44https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TGZCTG:2018:44/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2018_44.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TGZCTG:2018:44/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2018_44.xml2020-03-16T09:46:38.960852+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TACAKN:2021:66
|
ECLI:NL:TACAKN:2021:66ECLI:NL:TACAKN:2021:66 Accountantskamer 18-10-2021 21/736 Wtra AKnl-NLAccountantskamerAccountantskamer2021-10-18Accountantskamer2021-10-18De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd. 1tuchtrechttuchtrecht/2021AccountantsZwolle21/736 Wtra AKKlacht gegrond met tijdelijke doorhaling2021-10-182022-03-09T11:21:15.005612+01:002022-03-09T11:21:15.005612+01:00https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TACAKN:2021:66/1/xml/ECLI_NL_TACAKN_2021_66.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TACAKN:2021:66https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TACAKN:2021:66/1/pdf/ECLI_NL_TACAKN_2021_66.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TACAKN:2021:66/1/xml/ECLI_NL_TACAKN_2021_66.xml2022-03-09T11:21:15.504556+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 13-12-2011 2010/245nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2011-12-13Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2011-12-13 1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2011YG1600GezondheidszorgAmsterdam2010/245ArtsOngegrond/afwijzing2011-12-13https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2011_YG1600.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2011_YG1600.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1600/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2011_YG1600.xml2020-03-16T09:01:10.093997+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGDKG:2019:149
|
ECLI:NL:TGDKG:2019:149ECLI:NL:TGDKG:2019:149 kamer voor gerechtsdeurwaarders 11-06-2019 C/13/640859 DW RK 17/1241nl-NLkamer voor gerechtsdeurwaarderskamer voor gerechtsdeurwaarders2019-12-05kamer voor gerechtsdeurwaarders2019-12-05 De gerechtsdeurwaarders wordt verweten onrechtmatig bankbeslag hebben gelegd en dat zij geen rekening hebben gehouden met de beslagvrije voet, ook niet nadat de inkomensgegevens waren doorgegeven. De kamer overweegt dat het beslag niet onrechtmatig is maar de gerechtsdeurwaarders hadden wel een beslagvrije voet moeten vaststellen. Die klacht wordt gegrond verklaard en beide gerechtsdeurwaarders wordt de maatregel van berisping opgelegd.1Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)tuchtrechttuchtrecht/2019GerechtsdeurwaardersAmsterdamC/13/640859 DW RK 17/1241Berisping2019-06-11https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGDKG:2019:149/1/xml/ECLI_NL_TGDKG_2019_149.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGDKG:2019:149https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGDKG:2019:149/1/pdf/ECLI_NL_TGDKG_2019_149.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGDKG:2019:149/1/xml/ECLI_NL_TGDKG_2019_149.xml2020-03-16T09:51:36.786836+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177
|
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177 Raad van Discipline 21-06-2012 R. 3976/12.110nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2012-08-23Raad van Discipline 's-Gravenhage2012-08-23De tuchtrechter is niet bevoegd een oordeel te geven over declaratiegeschillen, tenzij sprake is van excessief declareren. Dit laatste kan niet worden vastgesteld. Wel kan worden vastgesteld dat klager heeft ingestemd met de door verweerder gestelde betalingsvoorwaarden verbonden aan de opdracht. Klacht is kennelijk ongegrond.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2012YA3177Advocaten's-GravenhageR. 3976/12.110Financiën2012-06-21https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2012_YA3177.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2012_YA3177.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2012_YA3177.xml2020-03-16T09:04:40.143275+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2015:194
|
ECLI:NL:TGZCTG:2015:194ECLI:NL:TGZCTG:2015:194 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 23-06-2015 c2014.144nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2015-06-23Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2015-06-23 De klacht is gericht tegen een kno-arts. Klager verwijt de kno-arts dat zij niet adequaat heeft gereageerd op het feit dat bij de behandeling met starre oesophagoscoop een slijmvlieslaesie met bloedverlies is ontstaan. Nadat klager na de behandeling wat had mogen drinken en hevige pijnen heeft gekregen, is klager in opdracht van verweerster wel overgebracht naar de IC, maar verweerster heeft daarna geen aandacht meer gehad voor klager, terwijl zij wel vermoedde dat er iets was misgegaan. Verweerster heeft ook geen actie ondernomen om te bezien of er daadwerkelijk iets mis was gegaan. Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Hoger beroep klager verworpen.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2015GezondheidszorgDen Haagc2014.144Arts2015-06-23https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZCTG:2015:194/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2015_194.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2015:194https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZCTG:2015:194/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2015_194.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZCTG:2015:194/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2015_194.xml2020-03-16T09:27:26.96828+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2013:150
|
ECLI:NL:TADRAMS:2013:150ECLI:NL:TADRAMS:2013:150 Raad van Discipline 12-11-2013 13-149Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2013-11-19Raad van Discipline Amsterdam2013-11-19Klachten tegen eigen advocaat. Uit stukken valt niet af te leiden dat verweerder de zaak onvoldoende voortvarend zou hebben behandeld. Klager heeft verwijt ook niet nader geconcretiseerd, klacht ongegrond. Ook klacht over hoogte declaraties is ongegrond, nu niet is gebleken van excessief declareren.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2013AdvocatenAmsterdam13-149AKwaliteit van de dienstverleningFinanciën2013-11-12https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRAMS:2013:150/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2013_150.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2013:150https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRAMS:2013:150/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2013_150.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRAMS:2013:150/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2013_150.xml2020-03-16T09:09:51.276562+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2015:70
|
ECLI:NL:TADRARL:2015:70ECLI:NL:TADRARL:2015:70 Raad van Discipline 30-01-2015 122/13nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2015-06-03Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2015-06-03Terecht heeft de voorzitter geoordeeld dat gebleken is dat de beklaagde advocaat (advocaat van de wederpartij van klager) toestemming heeft verleend voor verlenging van een dagvaardingstermijn. Verzet ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2015AdvocatenArnhem-Leeuwarden122/13Jegens wederpartij in acht te nemen zorg2015-01-30https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TADRARL:2015:70/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2015_70.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2015:70https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TADRARL:2015:70/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2015_70.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TADRARL:2015:70/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2015_70.xml2020-03-16T09:24:59.738752+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2025:149
|
ECLI:NL:TADRARL:2025:149ECLI:NL:TADRARL:2025:149 Raad van Discipline 02-06-2025 24-905/AL/NNnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2025-06-04Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2025-06-04Klacht over eigen advocaat. Klagers hadden moeten worden geïnformeerd over verloop van kosten (declaraties aan rechtsbijstandsverzekeraar) en over mogelijke overschrijding van de maximale dekking. Berisping1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2025AdvocatenArnhem-Leeuwarden24-905/AL/NNKwaliteit van de dienstverleningFinanciënRegulier2025-06-022025-07-07T20:03:15.365026+02:002025-07-07T20:03:09.537https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2025/ECLI:NL:TADRARL:2025:149/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2025_149.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2025:149https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2025/ECLI:NL:TADRARL:2025:149/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2025_149.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2025/ECLI:NL:TADRARL:2025:149/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2025_149.xml2025-07-07T20:03:15.856361+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2017:83
|
ECLI:NL:TADRAMS:2017:83ECLI:NL:TADRAMS:2017:83 Raad van Discipline 11-04-2017 16-1131/A/Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2017-04-18Raad van Discipline Amsterdam2017-04-18Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Vrijheid van handelen.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2017AdvocatenAmsterdam16-1131/A/AVrijheid van handelenJegens wederpartij in acht te nemen zorg2017-04-11https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TADRAMS:2017:83/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2017_83.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2017:83https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TADRAMS:2017:83/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2017_83.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TADRAMS:2017:83/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2017_83.xml2020-03-16T09:36:28.936453+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470
|
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470 Raad van Discipline 14-02-2012 11-164A 11-165Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2012-02-14Raad van Discipline Amsterdam2012-02-14Klacht over kwaliteit dienstverlening van eigen advocaat. Advocaat zou onder andere in strijd hebben gehandeld met instructies klager, onjuist hebben geadviseerd, in de dagvaarding een onjuist bedrag hebben gevorderd en excessief hebben gedeclareerd. De raad is van oordeel dat advocaat de belangen van klaagster op adequate wijze heeft behartigd; van excessief is geen sprake geweest. De raad is evenwel van oordeel dat de verschillend gehanteerde uurtarieven in de opdrachtbevestiging vermeld hadden moeten worden, maar in de gegeven omstandigheden van onvoldoende gewicht om verweerders tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Klacht in al zijn onderdelen ongegrond.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2012YA2470AdvocatenAmsterdam11-164A 11-165AVereiste communicatie met de cliëntKwaliteit van de dienstverleningKwaliteit van de dienstverleningKwaliteit van de dienstverleningFinanciën2012-02-14https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2012_YA2470.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2012_YA2470.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2470/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2012_YA2470.xml2020-03-16T09:03:11.133355+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2014:49
|
ECLI:NL:TADRSGR:2014:49ECLI:NL:TADRSGR:2014:49 Raad van Discipline 04-04-2014 R. 4480/14.66nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2014-05-11Raad van Discipline 's-Gravenhage2014-05-11Belangenconflict. Regel 7 lid 1 van de Gedragsregels 1992 Nu klagers geen direct belang bij hun klacht hebben, dient de klacht kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard.1Ontvankelijkheid van de klachtWat een behoorlijk advocaat betaamttuchtrechttuchtrecht/2014Advocaten's-GravenhageR. 4480/14.66Klachten waarbij klager geen belang heeftBelangenconflict2014-04-04https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRSGR:2014:49/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2014_49.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2014:49https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRSGR:2014:49/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2014_49.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRSGR:2014:49/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2014_49.xml2020-03-16T09:17:37.428232+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157
|
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157 Hof van Discipline 06-12-2010 5838nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2010-12-07Hof van Discipline 2010-12-07Deken behoeft geen advocaat aan te wijzen. Verzoek was al gedaan bij andere deken. Geen aanwijzingsplicht voor overbruggingsperiode tijdens duur behandeling beklag.1Aanwijzingtuchtrechttuchtrecht/2010YA1157Advocaten's-Hertogenbosch5838Artikel 13 Advocatenwet: aanwijzing van een advocaat2010-12-06https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2010_YA1157.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2010_YA1157.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1157/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2010_YA1157.xml2020-03-16T08:55:32.362105+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2020:75
|
ECLI:NL:TGZCTG:2020:75ECLI:NL:TGZCTG:2020:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 03-03-2020 c2019.181nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2020-03-05Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2020-03-05Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is TBS-gedetineerd op de instroomunit van een Forensische Psychiatrisch Centrum (FPC) waar de gz-psycholoog behandelcoördinator is. De gz-psycholoog heeft in het kader van klagers hoger beroep tegen een TBS-verlengingsbeslissing op verzoek van het Gerechtshof een aanvullende rapportage uitgebracht. Klager is op enig moment in de kliniek slachtoffer geweest van een geweldsincident. Klager verwijt verweerster onheuse bejegening, onzorgvuldig rapporteren, het bieden van onvoldoende zorg en het zich niet houden aan gemaakte afspraken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.1Onheuse bejegeningtuchtrechttuchtrecht/2020GezondheidszorgDen Haagc2019.181Gezondheidszorgpsycholoog2020-03-03https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TGZCTG:2020:75/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2020_75.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2020:75https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TGZCTG:2020:75/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2020_75.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TGZCTG:2020:75/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2020_75.xml2020-03-16T09:58:34.248122+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288
|
ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 07-08-2012 2011-187nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag2012-08-07Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag2012-08-07Klager verwijt de arts dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan en een diagnose heeft gemist. Waarschuwing. 1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2012YG2288GezondheidszorgDen Haag2011-187Arts2012-08-07https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288/1/xml/ECLI_NL_TGZRSGR_2012_YG2288.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288/1/pdf/ECLI_NL_TGZRSGR_2012_YG2288.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2288/1/xml/ECLI_NL_TGZRSGR_2012_YG2288.xml2020-03-16T09:08:43.03977+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394
|
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 24-06-2010 287/2009nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2010-06-24Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2010-06-24Klacht tegen oogarts. Klager wordt verwezen door de MDL-arts met het verzoek te bezien of de oogklachten te maken kunnen hebben met de medicatie tegen hepatitis C. Na onderzoek stelt verweerder klager gerust. Klager is van oordeel dat hij niet serieus is genomen en onheus is bejegend. Klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen. 1Geen of onvoldoende zorgtuchtrechttuchtrecht/2010YG0394GezondheidszorgZwolle287/2009ArtsOngegrond/afwijzing2010-06-24https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2010_YG0394.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394/1/pdf/ECLI_NL_TGZRZWO_2010_YG0394.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0394/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2010_YG0394.xml2020-03-16T08:56:59.953775+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793
|
ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793 Raad van Discipline 22-06-2012 61/10 nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Leeuwarden2002-02-19Raad van Discipline Leeuwarden2002-02-19Het staat een advocaat vrij een zaak niet in behandeling te nemen als hij van mening is dat hij voor de rechtzoekende niets kan betekenen. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond; in verzet niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn voor het instellen van verzet.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2012YA3793AdvocatenLeeuwarden61/10
Beleidsvrijheid2012-06-22https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793/1/xml/ECLI_NL_TADRLEE_2012_YA3793.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793/1/pdf/ECLI_NL_TADRLEE_2012_YA3793.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3793/1/xml/ECLI_NL_TADRLEE_2012_YA3793.xml2020-03-16T09:04:18.379551+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4
|
ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 20-01-2015 G2014/59nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2015-01-21Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2015-01-21TBS-patiënt klaagt een psychiater van de TBS-kliniek aan, omdat deze hem onjuiste medicatie zou hebben verstrekt en ook overigens te kort zou geschoten in zijn zorgverlening voor klager. Het College komt niet tot de vaststelling dat klagers stellingen juist zijn en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2015GezondheidszorgGroningenG2014/59ArtsOngegrond/afwijzing2015-01-20https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2015_4.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4/1/pdf/ECLI_NL_TGZRGRO_2015_4.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:4/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2015_4.xml2020-03-16T09:28:35.074051+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSHE:2014:141
|
ECLI:NL:TADRSHE:2014:141ECLI:NL:TADRSHE:2014:141 Raad van Discipline 27-05-2014 ZWB 123 - 2014nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Hertogenbosch2014-06-18Raad van Discipline 's-Hertogenbosch2014-06-18Advocaat mag afgaan op mededeling van de advcoaat van de wederpartij dat cliënt op zijn kantoor domicilie kiest. Steeds gehandeld in belang van cliënt. Klacht kennelijk ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2014Advocaten's-HertogenboschZWB 123 - 2014Vrijheid van handelen2014-05-27https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRSHE:2014:141/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2014_141.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSHE:2014:141https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRSHE:2014:141/1/pdf/ECLI_NL_TADRSHE_2014_141.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRSHE:2014:141/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2014_141.xml2020-03-16T09:17:49.071576+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2016:90
|
ECLI:NL:TADRAMS:2016:90ECLI:NL:TADRAMS:2016:90 Raad van Discipline 11-04-2016 15-672/A/Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2016-04-12Raad van Discipline Amsterdam2016-04-12Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zonder de ondubbelzinnige toestemming van klager gelden te verrekenen en door niet te reageren op klachten van klager. Klachten gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling. 1Wat een behoorlijk advocaat betaamtZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2016AdvocatenAmsterdam15-672/A/AWat in het algemeen niet betaamtFinanciënWaarschuwing2016-04-11https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TADRAMS:2016:90/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2016_90.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2016:90https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TADRAMS:2016:90/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2016_90.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TADRAMS:2016:90/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2016_90.xml2020-03-16T09:30:36.191606+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2019:199
|
ECLI:NL:TADRAMS:2019:199ECLI:NL:TADRAMS:2019:199 Raad van Discipline 14-10-2019 19-307/A/NH/Dnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2019-10-22Raad van Discipline Amsterdam2019-10-22Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd met de waarheid op de zitting bij de raad van discipline verklaard dat hij in een appelschriftuur slechts de emoties van zijn cliënt had opgeschreven en dat de appelschriftuur nooit is ingediend bij het hof. Daarnaast heeft verweerder in een andere kwestie niet desgevraagd de toevoegingsbescheiden en een urenspecificatie verstrekt aan de opvolgend advocaat. Verweerder heeft ook niet gereageerd op verzoeken van de opvolgend advocaat en de medewerker van de deken. Verweerder beschikt niet over een correcte urenspecificatie en heeft in strijd met de waarheid verklaard dat elk bezoek aan zijn cliënt in de PI twee uur heeft geduurd. Gelet op de ernst van de verweten gedragingen en het uitgebreide tuchtrechtelijke verleden van verweerder wordt de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vierentwintig weken opgelegd.1Wat een behoorlijk advocaat betaamtMaatregelentuchtrechttuchtrecht/2019AdvocatenAmsterdam19-307/A/NH/DBezwaren van de dekenSchorsingOnvoorwaardelijke schorsingKostenveroordeling2019-10-14https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TADRAMS:2019:199/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2019_199.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2019:199https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TADRAMS:2019:199/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2019_199.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TADRAMS:2019:199/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2019_199.xml2020-03-16T09:49:13.530878+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086
|
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086 Raad van Discipline 02-07-2012 H 45 - 2012nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Hertogenbosch2012-08-10Raad van Discipline 's-Hertogenbosch2012-08-10Als al op een klacht is beslist kan die klacht niet voor een tweede keer aan de tuchtrechter kan worden voorgelegd. Geen sprake van nieuwe feiten die tot een ander oordeel van de voorzitter zouden hebben geleid als hij deze gekend zou hebben. Niet is gebleken dat klager in enig belang is geschaad door de feiten – indien al juist – dat verweerder een financieel belang bij de uitkomst van de zaak had en tegenstrijdige belangen heeft behartigd. Verzet ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamttuchtrechttuchtrecht/2012YA3086Advocaten's-HertogenboschH 45 - 2012Belangenconflict2012-07-02https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2012_YA3086.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086/1/pdf/ECLI_NL_TADRSHE_2012_YA3086.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3086/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2012_YA3086.xml2020-03-16T09:05:06.073588+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2023:12
|
ECLI:NL:TADRSGR:2023:12ECLI:NL:TADRSGR:2023:12 Raad van Discipline 16-01-2023 22-448/DH/DHnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2023-01-17Raad van Discipline 's-Gravenhage2023-01-17Verzet ongegrond.1Tuchtprocesrechttuchtrechttuchtrecht/2023Advocaten's-Gravenhage22-448/DH/DHHoger beroep niet mogelijkBeslissing op verzet2023-01-162023-01-17T19:22:18.460739+01:002023-01-17T19:22:17.742https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRSGR:2023:12/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2023_12.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2023:12https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRSGR:2023:12/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2023_12.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRSGR:2023:12/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2023_12.xml2023-01-17T19:22:18.595778+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSHE:2013:185
|
ECLI:NL:TADRSHE:2013:185ECLI:NL:TADRSHE:2013:185 Raad van Discipline 09-12-2013 ZWB 347 - 2013nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Hertogenbosch2014-01-21Raad van Discipline 's-Hertogenbosch2014-01-21 Geen concrete feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat kon worden geklaagd voor gedragingen in der periode 1996/2006 cq in april 2010. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.1Ontvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2013Advocaten's-HertogenboschZWB 347 - 2013Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht2013-12-09https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRSHE:2013:185/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2013_185.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSHE:2013:185https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRSHE:2013:185/1/pdf/ECLI_NL_TADRSHE_2013_185.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRSHE:2013:185/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2013_185.xml2020-03-16T09:11:42.155843+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2014:199
|
ECLI:NL:TGZCTG:2014:199ECLI:NL:TGZCTG:2014:199 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 15-05-2014 c2013.129nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2014-05-15Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2014-05-15 Klacht tegen chirurg. Bij klaagster is een spataderoperatie door middel van lasertechniek verricht. De chirurg heeft aan de op hem rustende informatieplicht voldaan. Deze informatieplicht strekt zich in beginsel niet uit tot de uitzonderlijke complicatie die zich bij klaagster heeft voorgedaan. Van medisch onzorgvuldig en/of verwijtbaar handelen is niet gebleken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond en het hoger beroep van klaagster wordt verworpen.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2014GezondheidszorgDen Haagc2013.129Arts2014-05-15https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TGZCTG:2014:199/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2014_199.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2014:199https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TGZCTG:2014:199/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2014_199.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TGZCTG:2014:199/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2014_199.xml2020-03-16T09:20:01.072967+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815
|
ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815 Raad van Discipline 10-06-2011 R. 3719/11.121nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2011-07-13Raad van Discipline 's-Gravenhage2011-07-13Een advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Daarbij komt de advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd zijn indien en voor zover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2011YA1815Advocaten's-GravenhageR. 3719/11.121Beleidsvrijheid2011-06-10https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2011_YA1815.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2011_YA1815.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2011_YA1815.xml2020-03-16T08:59:16.994174+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2013:56
|
ECLI:NL:TADRSGR:2013:56ECLI:NL:TADRSGR:2013:56 Raad van Discipline 03-07-2013 R. 4129/13.36nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2013-07-11Raad van Discipline 's-Gravenhage2013-07-11De opvolgend advocaat heeft bij de overdracht van een dossier een eigen belang bij overdracht van originele toevoeging in verband met de vergoeding van zijn werkzaamheden. De goede beroepsuitoefening binnen de advocatuur is gediend met een onderlinge verhouding tussen advocaten die berust op vertrouwen en welwillendheid. Klacht gegrond. Berisping.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocatenWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocatentuchtrechttuchtrecht/2013YA4639Advocaten's-GravenhageR. 4129/13.36Overname van zakenWelwillendheid in het algemeenBerisping2013-07-03https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRSGR:2013:56/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2013_56.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2013:56https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRSGR:2013:56/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2013_56.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TADRSGR:2013:56/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2013_56.xml2020-03-16T09:11:18.698791+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2023:203
|
ECLI:NL:TAHVD:2023:203ECLI:NL:TAHVD:2023:203 Hof van Discipline 13-11-2023 220337nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2023-11-15Hof van Discipline 2023-11-15Klacht over advocaat wederpartij. De cliënt van verweerder was de ex-man van klaagster en aan hem was een straatverbod opgelegd jegens klaagster. Verweerder heeft stukken met vertrouwelijke en gevoelige informatie over klaagster (waaronder slachtofferverklaringen, een lijst met contactgegevens van haar vrienden die zij opgaf als potentiële getuigen) aan zijn cliënt verstrekt. Vast staat dat het OM een fout heeft gemaakt door deze informatie te verstrekken aan verweerder. Het hof stelt vast dat van een advocaat wederpartij in het strafrecht wordt verwacht dat hij geen stukken uit het OM-dossier aan zijn cliënt verstrekt, die ongebruikelijk zijn en waarvan hij kan vermoeden dat die niet voor zijn cliënt zijn bedoeld. In dit geval had verweerder geen aanleiding daarvoor. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad. 1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2023Advocaten's Gravenhage220337Jegens wederpartij in acht te nemen zorgRegulier2023-11-132023-11-15T19:23:15.037168+01:002023-11-15T19:23:14.291https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TAHVD:2023:203/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2023_203.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2023:203https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TAHVD:2023:203/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2023_203.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TAHVD:2023:203/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2023_203.xml2023-11-15T19:23:15.143639+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724
|
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 30-11-2010 C2009.282nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2010-12-01Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2010-12-01Klacht tegen bedrijfsarts die klager op verzoek van gemeente tweemaal op zijn spreekuur heeft gezien ter beoordeling van klagers arbeidsongeschiktheid. De klacht komt hier op neer dat de arts niet zorgvuldig jegens klager heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat op grond van de aantekeningen die de arts van de consulten heeft gemaakt niet geconcludeerd kan worden dat de arts jegens klager niet zorgvuldig heeft gehandeld en acht voorts hetgeen waarover wordt geklaagd niet aannemelijk gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is en verwerpt het beroep. 1Onheuse bejegeningOnjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2010YG0724GezondheidszorgDen HaagC2009.282Arts2010-11-30https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2010_YG0724.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2010_YG0724.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2010/ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0724/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2010_YG0724.xml2020-03-16T08:56:04.891182+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692
|
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692 Raad van Discipline 25-04-2012 11-247Hnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2012-05-07Raad van Discipline Amsterdam2012-05-07Klacht tegen advocaat wederpartij wegens onjuist informeren van de voorzieningenrechter ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijOntvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2012YA2692AdvocatenAmsterdam11-247HVrijheid van handelenBerichten aan derdenJegens wederpartij in acht te nemen zorgTijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht2012-04-25https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2012_YA2692.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2012_YA2692.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2692/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2012_YA2692.xml2020-03-16T09:03:18.617095+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 07-02-2023 A2022/4262nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2023-02-07Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2023-02-07Ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld omdat hij een onjuiste dosering Mirtazapine heeft voorgeschreven, zonder dat klager en zijn echtgenote daarvan op de hoogte waren. Volgens klager is hij gedrogeerd, waardoor hij niet in staat was om te revalideren. Het college overweegt dat niet in het geschil is dat er een medicatiefout is gemaakt. De vraag is echter in hoeverre de specialist ouderengeneeskunde daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Het college is van oordeel dat terugkijkend op het revalidatietraject en de medicatiefout die binnen dat traject gemaakt is en die in deze klacht centraal staat er sprake is van een menselijke fout, waarvoor de specialist ouderengeneeskunde gezien de geschetste omstandigheden (zie punt 5.3, 5.4 en 5.5 van de beslissing) geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Klacht ongegrond verklaard.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2023GezondheidszorgAmsterdamA2022/4262Ongegrond/afwijzing2023-02-072023-02-07T19:24:27.01215+01:002023-02-07T19:24:25.857https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2023_27.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2023_27.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZRAMS:2023:27/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2023_27.xml2023-02-07T19:24:27.12082+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2018:103
|
ECLI:NL:TADRSGR:2018:103ECLI:NL:TADRSGR:2018:103 Raad van Discipline 28-05-2018 17-366/DH/DHnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2018-05-30Raad van Discipline 's-Gravenhage2018-05-30Beslissing op verzet. Verzet ongegrond.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2018Advocaten's-Gravenhage17-366/DH/DHBeleidsvrijheidKwaliteit van de dienstverlening2018-05-28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRSGR:2018:103/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2018_103.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2018:103https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRSGR:2018:103/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2018_103.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRSGR:2018:103/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2018_103.xml2020-03-16T09:43:52.741993+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2020:111
|
ECLI:NL:TAHVD:2020:111ECLI:NL:TAHVD:2020:111 Hof van Discipline 07-02-2020 190259nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2020-05-12Hof van Discipline 2020-05-12Geen doorbreking appelverbod. Wat klagers stellen over door hen aangedragen feiten waarop de raad niet is ingegaan betreft niet het beginsel van hoor en wederhoor, maar de inhoud van de beslissing en daarmee de motivering. Hoger beroep niet-ontvankelijk.1Tuchtprocesrechttuchtrechttuchtrecht/2020Advocaten's-Hertogenbosch190259Hoger beroep niet mogelijk2020-02-07https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TAHVD:2020:111/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2020_111.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2020:111https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TAHVD:2020:111/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2020_111.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TAHVD:2020:111/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2020_111.xml2020-05-12T19:14:38.815797+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337
|
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 18-09-2012 c2011.255nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2012-09-28Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2012-09-28Patiënte, a terme voor haar bevalling, wordt met ernstige buikpijn opgenomen in het ziekenhuis. Zij bevalt van een gezonde zoon maar blijft last houden van buikpijn en een bolle buik. Artsen besluiten een dag later tot een operatie waarbij een a-vitaal darmpakket wordt aangetroffen. Zij besluiten tot een abstinerend beleid en patiënte overlijdt. De klacht houdt in dat de aangeklaagde chirurg in zijn zorgplicht is tekortgeschoten ten opzichte van patiënte. Hij had: 1. aan moeten dringen op een zorgvuldige overdracht van patiënte; 2. patiënte zelf moeten bezoeken en onderzoeken; 3. zich op de hoogte moeten stellen van de uitslag van de CT-scan. Het RTG oordeelt alle klachtonderdelen gegrond en legt de chirurg een waarschuwing op. De Inspectie komt in beroep tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel en de chirurg dient incidenteel beroep in. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt de Inspectie ontvankelijk in zijn beroep ook nu het alleen is gericht tegen de zwaarte van de aan de arts opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege acht evenals het Regionaal Tuchtcollege alle klachtonderdelen gegrond en legt de zwaardere maatregel van berisping op.1Geen of onvoldoende zorgtuchtrechttuchtrecht/2012YG2337GezondheidszorgDen Haagc2011.255Arts2012-09-18https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2012_YG2337.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2012_YG2337.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2337/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2012_YG2337.xml2020-03-16T09:06:50.630891+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2017:147
|
ECLI:NL:TADRSGR:2017:147ECLI:NL:TADRSGR:2017:147 Raad van Discipline 28-08-2017 16-1018/DH/DH nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2017-08-29Raad van Discipline 's-Gravenhage2017-08-29Beslissing op verzet. Evenals de voorzitter is de raad van oordeel dat verweerster bij het behartigen van de belangen van haar cliënt binnen de grenzen van professioneel gedrag is gebleven. Verzet ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2017Advocaten's-Gravenhage16-1018/DH/DH Vrijheid van handelenGrievende uitlatingen2017-08-28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TADRSGR:2017:147/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2017_147.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2017:147https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TADRSGR:2017:147/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2017_147.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TADRSGR:2017:147/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2017_147.xml2020-03-16T09:37:05.0869+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2023:173
|
ECLI:NL:TADRSGR:2023:173ECLI:NL:TADRSGR:2023:173 Raad van Discipline 16-08-2023 23-415/DH/ROnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2023-08-16Raad van Discipline 's-Gravenhage2023-08-16Klacht kennelijk ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door geen schikkingsonderhandelingen te willen voeren, omdat zijn cliënte dat niet wenste te doen. Geen sprake van een onnodig grievende uitlating het verstrekken van onjuiste informatie of ondermijning van de rechtspraak.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2023Advocaten's-Gravenhage23-415/DH/ROVrijheid van handelenVoorzittersbeslissing2023-08-162023-08-16T19:33:01.569296+02:002023-08-16T19:33:00.472https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRSGR:2023:173/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2023_173.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2023:173https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRSGR:2023:173/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2023_173.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRSGR:2023:173/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2023_173.xml2023-08-16T19:33:01.763248+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORDHA:2013:6
|
ECLI:NL:TNORDHA:2013:6ECLI:NL:TNORDHA:2013:6 Kamer voor het notariaat 11-12-2013 13-20 en 13-37nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2013-12-12Kamer voor het notariaat2013-12-12 Zoals blijkt uit het betoog van klaagster in haar repliek komt de klacht samengevat op het volgende neer: “(…) Mijn klacht hield in samenvatting in dat door toedoen van mr. [notaris} de toedeling aan mij van de onverdeelde helft van de woning aan de [adres en woonplaats] niet is doorgegaan en dat mr. [notaris} ten onrechte niet heeft voldaan aan mijn verzoek om het door mij gestorte bedrag van € 216.469,95 aan mij terug te betalen. De reden daartoe was gelegen in het feit, dat de titel op grond waarvan dit bedrag in depot bij mr. [notaris} lag, was weggevallen”. (…)’. Klaagster verwijt de notaris dat hij ten onrechte en zonder haar toestemming een bedrag van € 3.327,50 heeft ingehouden op het aan klaagster toekomende bedrag van de verkoop van de woning.1Registergoedtuchtrechttuchtrecht/2013NotarissenDen Haag13-20 en 13-372013-12-11https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TNORDHA:2013:6/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2013_6.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORDHA:2013:6https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TNORDHA:2013:6/1/pdf/ECLI_NL_TNORDHA_2013_6.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TNORDHA:2013:6/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2013_6.xml2020-03-16T09:15:19.895428+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2018:217
|
ECLI:NL:TADRAMS:2018:217ECLI:NL:TADRAMS:2018:217 Raad van Discipline 12-11-2018 17-1005/A/Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2018-11-19Raad van Discipline Amsterdam2018-11-19Ongegrond verzet.1Tuchtprocesrechttuchtrechttuchtrecht/2018AdvocatenAmsterdam17-1005/A/AHoger beroep niet mogelijk2018-11-12https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRAMS:2018:217/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2018_217.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2018:217https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRAMS:2018:217/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2018_217.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRAMS:2018:217/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2018_217.xml2020-03-16T09:43:06.963607+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 05-04-2022 D2021/3526nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2022-04-12Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2022-04-12Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster was 41 weken en 5 dagen zwanger toen zij via de verloskundige naar het ziekenhuis werd doorverwezen. De gynaecoloog is daar werkzaam als supervisor. Het college begrijpt dat klaagster teleurgesteld is dat er uiteindelijk een keizersnede heeft plaatsgevonden in plaats van een bevalling via de natuurlijke weg. De opname en het inleiden van de bevalling zijn echter logische keuzes geweest gelet op ruime bloedverlies en de vergevorderde zwangerschap. Met het plaatsen van een katheter heeft klaagster zelf ook ingestemd. Bij het voorstel van een keizersnede en de uitvoering daarvan was de aangeklaagde gynaecoloog niet betrokken, dus daar kan zij niet verantwoordelijk voor worden gehouden. De klacht is kennelijk ongegrond.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2022GezondheidszorgAmsterdamD2021/3526Ongegrond, kennelijk ongegrond2022-04-052022-04-12T19:29:03.438862+02:002022-04-12T19:29:01.675https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2022_34.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2022_34.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZRAMS:2022:34/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2022_34.xml2022-04-12T19:29:03.564149+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZREIN:2019:81
|
ECLI:NL:TGZREIN:2019:81ECLI:NL:TGZREIN:2019:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 16-12-2019 19168nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven2019-12-16Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven2019-12-16Voordracht voorziening wegens ongeschiktheid uitoefenen beroep van arts (79 Wet BIG). IGJ: ernstige aanwijzingen arts ongeschikt. Onduidelijk of behandeling psychiatrische aandoeningen (bipolaire stoornis en stoornis in middelengebruik) adequaat is. Arts onttrekt zich aan onderzoek en toezicht. Arts: nauwelijks gereageerd op stellingen inspectie en niet verschenen ter zitting. College: gezien feiten, duur traject inspectie, onderbouwde vermoeden van ongeschiktheid en inhoud voordracht, had arts aannemelijk moeten maken dat hij wél geschikt is. Nagelaten. Geen deskundigenonderzoek wegens niet nakomen afspraken door arts. College moet ervan uitgaan dat arts wegens geestelijke gesteldheid en/of drankmisbruik en/of misbruik van middelen niet geschiktheid is om beroep uit te oefenen. Maatregel: doorhaling inschrijving in BIG-register en directe schorsing.1Geestelijke toestandAlcoholisch misbruikLichamelijke toestandtuchtrechttuchtrecht/2019GezondheidszorgEindhoven19168ArtsGegrond, doorhaling inschrijving register2019-12-16https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGZREIN:2019:81/1/xml/ECLI_NL_TGZREIN_2019_81.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZREIN:2019:81https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGZREIN:2019:81/1/pdf/ECLI_NL_TGZREIN_2019_81.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGZREIN:2019:81/1/xml/ECLI_NL_TGZREIN_2019_81.xml2020-03-16T09:53:29.878834+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2021:127
|
ECLI:NL:TADRAMS:2021:127ECLI:NL:TADRAMS:2021:127 Raad van Discipline 31-05-2021 21-037/A/Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2021-06-21Raad van Discipline Amsterdam2021-06-21Ongegronde klacht over de eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerder inadequaat en/of onzorgvuldig heeft gehandeld of klager inadequaat heeft geadviseerd.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2021AdvocatenAmsterdam21-037/A/AKwaliteit van de dienstverlening2021-05-312021-06-21T19:41:37.051505+02:002021-06-21T19:41:36.193https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRAMS:2021:127/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2021_127.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2021:127https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRAMS:2021:127/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2021_127.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRAMS:2021:127/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2021_127.xml2021-06-21T19:41:37.156255+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSHE:2021:28
|
ECLI:NL:TADRSHE:2021:28ECLI:NL:TADRSHE:2021:28 Raad van Discipline 28-01-2021 20-616/DB/OBnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Hertogenbosch2021-02-03Raad van Discipline 's-Hertogenbosch2021-02-03Klager verzoekt een herbeoordeling van een tweetal onderdelen van de door hem in 2015 tegen verweerder ingediende klacht, waarop de tuchtrechter reeds onherroepelijk heeft beslist. Klager dient op grond van het in artikel 47b Advocatenwet vastgelegde ne bis in idem-beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit onderdeel van zijn klacht. Klacht verder deels niet-ontvankelijk ex art. 46g Advocatenwet en deels ongegrond omdat niet is gebleken dat verweerder onwaarheden heeft verkondigd, noch dat hij zich onnodig grievend heeft uitgelaten.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijOntvankelijkheid van de klachtOntvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2021Advocaten's-Hertogenbosch20-616/DB/OBVrijheid van handelenGrievende uitlatingenKlachten waarop al eerder is beslistTijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht2021-01-282021-02-03T19:18:53.376024+01:002021-02-03T19:18:52.371https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRSHE:2021:28/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2021_28.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSHE:2021:28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRSHE:2021:28/1/pdf/ECLI_NL_TADRSHE_2021_28.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRSHE:2021:28/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2021_28.xml2021-02-03T19:18:53.486091+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269
|
ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 26-07-2012 285/2011nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2012-07-26Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2012-07-26Klacht tegen neuroloog. Klaagster verwijt verweerder dat hij de diagnose meningeoom van de sinus cavernosus heeft gemist. Klacht afgewezen.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2012YG2269GezondheidszorgZwolle285/2011ArtsOngegrond/afwijzing2012-07-26https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2012_YG2269.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269/1/pdf/ECLI_NL_TGZRZWO_2012_YG2269.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2269/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2012_YG2269.xml2020-03-16T09:09:01.503237+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164
|
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164 kamer voor gerechtsdeurwaarders 10-07-2007 2007.21nl-NLkamer voor gerechtsdeurwaarderskamer voor gerechtsdeurwaarders2009-04-20kamer voor gerechtsdeurwaarders2009-04-20Onvoldoende voortvarend uitvoeren opdracht, schenden informatieplicht, niet tijdig afdragen ontvangen gelden. Klachten gegrond, geen maatregel omdat in soortgelijke zaak al een maatregel is opgelegd.1Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)tuchtrechttuchtrecht/2007YB0164GerechtsdeurwaardersAmsterdam2007.212007-07-10https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2007/ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2007_YB0164.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2007/ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164/1/pdf/ECLI_NL_RBAMS_2007_YB0164.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2007/ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0164/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2007_YB0164.xml2020-03-16T08:51:07.044071+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2016:102
|
ECLI:NL:TAHVD:2016:102ECLI:NL:TAHVD:2016:102 Hof van Discipline 06-06-2016 160003nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2016-06-08Hof van Discipline 2016-06-08Klacht dat verwerende advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de uitspraak van het hof van discipline van 6 juni 2014 te negeren door schriftelijk te ontkennen dat verweerder doof was voor herhaaldelijk aandringen op voortgang van die zaak, ook in hoger beroep ongegrond. 1Wat een behoorlijk advocaat betaamttuchtrechttuchtrecht/2016Advocaten's-Hertogenbosch160003Wat in het algemeen niet betaamt2016-06-06https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TAHVD:2016:102/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2016_102.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2016:102https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TAHVD:2016:102/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2016_102.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TAHVD:2016:102/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2016_102.xml2020-03-16T09:32:14.188531+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725
|
ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725 Raad van Discipline 07-03-2011 10-180nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem2011-06-15Raad van Discipline Arnhem2011-06-15Weigering dossier af te geven aan opvolgend advocaat. Toezegging dossier toe te zenden niet nagekomen. Belangen van deze klaagsters en die van zes anderen waren in de periode van voorjaar 2009 tot zomer 2010 bij verweerder niet in goede handen. In deze zaak en die zes andere wordt daarom aan verweerder, die zich inmiddels van het tableau heeft laten schrappen, een schorsing van 7 dagen opgelegd.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocatentuchtrechttuchtrecht/2011YA1725AdvocatenArnhem10-180Overname van zakenOnvoorwaardelijke schorsing2011-03-07https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725/1/xml/ECLI_NL_TADRARN_2011_YA1725.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725/1/pdf/ECLI_NL_TADRARN_2011_YA1725.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1725/1/xml/ECLI_NL_TADRARN_2011_YA1725.xml2020-03-16T08:58:48.449964+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124
|
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 03-10-2022 Z2022/3788nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2022-10-03Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2022-10-03Klacht tegen huisarts. Klaagster is twee maal met buikklachten bij beklaagde geweest. Beklaagde heeft urineonderzoek, bloedonderzoek en een echografie onderbuik aangevraagd. Er kwamen geen afwijkingen aan het licht. Na enkele weken waren de klachten verminderd en werd besloten tot afwachtend beleid. Bij het tweede consult had klaagster last van de maag en van misselijkheid. Tijdens het tweede consult bleek dat klaagster drie weken ibuprofen had gebruikt. Toen adviseerde beklaagde daarmee te stoppen. Maanden nadien kwam patiënte bij een collega-huisarts op de praktijk met een toegenomen buikomvang. Na onderzoek werd de diagnose peritonitis carcinomatosis gesteld, uitgaande van het ovarium. Klaagster meent dat beklaagde niet zorgvuldig heeft gehandeld. Dit zou klaagster een aanzienlijke tijd hebben gescheeld. Haar kansen op genezing zouden beter zijn geweest. Het college oordeelt echter dat de beklaagde adequaat onderzoek heeft ingesteld en geen alarmsignalen heeft gemist. Het uiteindelijke verloop van klaagsters gezondheidstoestand bewijst niet dat beklaagde fout heeft gehandeld. Klacht ongegrond.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2022GezondheidszorgZwolleZ2022/3788Ongegrond, kennelijk ongegrond2022-10-032022-10-03T19:31:31.355766+02:002022-10-03T19:31:30.558https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2022_124.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124/1/pdf/ECLI_NL_TGZRZWO_2022_124.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2022_124.xml2022-10-03T19:31:31.624643+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORSHE:2023:28
|
ECLI:NL:TNORSHE:2023:28ECLI:NL:TNORSHE:2023:28 Kamer voor het notariaat 17-07-2023 SHE/2023/01nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2024-02-19Kamer voor het notariaat2024-02-19Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Zo had de notaris wetenschap van het overlijden van de zus van klaagster en de inhoud van haar testament waarin klaagster via een zogenaamde tweetrapsmaking erfgenaam (verwachter) werd van haar overleden zus, maar heeft hij klaagster niet (tijdig) geïnformeerd over haar positie in de nalatenschap. Nadat de erfgenaam van de zus van klaagster overleed en klaagster erfgename werd, heeft de notaris klaagster evenmin geïnformeerd. Vervolgens heeft de verkoopopbrengst van het appartementsrecht van de aanvankelijke erfgenaam van de zus van klaagster jarenlang op de derdengeldrekening gestaan zonder dat enige actie richting de rechthebbenden, waaronder klaagster, werd ondernomen. Bovendien heeft de notaris op enig moment klaagster toegezegd haar nader te informeren, maar is hij die toezegging niet (tijdig) nagekomen. De klacht wordt grotendeels gegrond verklaard.1Personen- en Familierechttuchtrechttuchtrecht/2023Notarissen's-HertogenboschSHE/2023/01TestamentenKlacht gegrond met schorsing als notaris2023-07-172024-02-20T19:25:54.734388+01:002024-02-20T19:25:50.883https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TNORSHE:2023:28/1/xml/ECLI_NL_TNORSHE_2023_28.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORSHE:2023:28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TNORSHE:2023:28/1/pdf/ECLI_NL_TNORSHE_2023_28.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TNORSHE:2023:28/1/xml/ECLI_NL_TNORSHE_2023_28.xml2024-02-20T19:25:54.884609+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORDHA:2018:18
|
ECLI:NL:TNORDHA:2018:18ECLI:NL:TNORDHA:2018:18 Kamer voor het notariaat 31-10-2018 18-22nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2018-11-21Kamer voor het notariaat2018-11-21 Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. schending van de geheimhoudingsplicht. 2. schending van de beroeps-en gedragsregels ter zake voorlichting over financiële gevolgen.1Registergoedtuchtrechttuchtrecht/2018NotarissenDen Haag18-22Klacht gegrond met waarschuwing2018-10-31https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TNORDHA:2018:18/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2018_18.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORDHA:2018:18https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TNORDHA:2018:18/1/pdf/ECLI_NL_TNORDHA_2018_18.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TNORDHA:2018:18/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2018_18.xml2020-03-16T09:48:39.194364+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2014:360
|
ECLI:NL:TADRARL:2014:360ECLI:NL:TADRARL:2014:360 Raad van Discipline 14-11-2014 14-175nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2014-12-08Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2014-12-08Klagers en verweerder hebben een civielrechtelijk geschil. Klachten over privégedragingen van advocaten zijn ontvankelijk dus ook deze klacht is ontvankelijk. De klacht is echter kennelijk ongegrond.1Wat een behoorlijk advocaat betaamtGrenzen van het tuchtrechttuchtrechttuchtrecht/2014AdvocatenArnhem-Leeuwarden14-175Wat in het algemeen niet betaamtDe advocaat privé2014-11-14https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRARL:2014:360/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2014_360.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2014:360https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRARL:2014:360/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2014_360.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TADRARL:2014:360/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2014_360.xml2020-03-16T09:16:53.760192+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941
|
ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941 kamer voor gerechtsdeurwaarders 09-04-2013 687.2012nl-NLkamer voor gerechtsdeurwaarderskamer voor gerechtsdeurwaarders2013-05-10kamer voor gerechtsdeurwaarders2013-05-10 Beslissing op verzet. De Kamer verklaart het verzet ongegrond. De inleidende klacht ziet er samengevat op dat klaagster van mening is dat de gerechtsdeurwaarder haar geen informatie verschaft over de vordering en dat zijn medewerkers haar onbehoorlijk te woord staan. Uit de door de gerechtsdeurwaarder ingezonden stukken blijkt dat hij klaagster meermalen heeft geïnformeerd. Dat de gerechtsdeurwaarder zijn brieven niet aangetekend heeft verzonden leidt niet tot twijfel over de verzending daarvan. Gelet op de betwisting en het ontbreken van een nadere onderbouwing van het standpunt van klaagster dat zij onbehoorlijk te woord is gestaan kan tuchtrechtelijk laakbaar handelen op dat punt niet worden vastgesteld. Voorts bevestiging van de uit vaste jurisprudentie blijkende lijn dat een authentieke akte in het algemeen dwingend bewijs levert van hetgeen een gerechtsdeurwaarder binnen de kring van zijn bevoegdheden omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen verklaart.1Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)tuchtrechttuchtrecht/2013YB0941GerechtsdeurwaardersAmsterdam687.20122013-04-09https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2013_YB0941.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941/1/pdf/ECLI_NL_RBAMS_2013_YB0941.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0941/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2013_YB0941.xml2020-03-16T09:09:29.428344+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502
|
ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 15-11-2011 G2011/09nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2011-11-15Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2011-11-15-1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2011YG1502GezondheidszorgGroningenG2011/09ArtsOngegrond/afwijzing2011-11-15https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2011_YG1502.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502/1/pdf/ECLI_NL_TGZRGRO_2011_YG1502.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1502/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2011_YG1502.xml2020-03-16T09:01:31.505341+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 02-04-2021 2020/179nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2021-04-02Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2021-04-02 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar aanleiding van de op 5 augustus 2020 binnengekomen klacht van: A , wonende te B, k l a g e r, gemachtigde: mr. P.F. Keuchenius, advocaat te Hoorn, tegen C , arts, werkzaam te D, v e r w e e r d e r, gemachtigde: mr. M.C. Hazenberg, verbonden aan VvAA Rechtsbijstand te Utrecht. 1. De procedure Het college heeft kennisgenomen van: - het klaagschrift met de bijlagen; - het verweerschrift met de bijlagen; - de correspondentie met betrekking tot het vooronderzoek; - het proces-verbaal van het op 16 december 2020 gehouden vooronderzoek. De klacht is op een openbare zitting behandeld. Partijen waren aanwezig. Klager werd bijgestaan door mr. P.F. Keuchenius, advocaat te Hoorn, en verweerder door mr. M.C. Hazenberg, verbonden aan VvAA Rechtsbijstand te Utrecht. 2. De feiten 2.1. Verweerder is als deskundige (psychiater) verbonden aan E te D. 2.2. Op 24 januari 2019 heeft de zoon van klager een verzoek tot onderbewindstelling ingediend met betrekking tot klager. 2.3. De kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie F heeft verweerder op 1 april 2020 benoemd tot deskundige om een onderzoek te doen naar de gezondheidstoestand van klager ter beantwoording van de vraag of klager in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. 2.4. E heeft klager voorafgaand aan het onderzoek geïnformeerd, onder meer over het inzage-, correctie en blokkeringsrecht. Klager heeft op 24 juli 2019 een instemmingsformulier getekend. 2.5. Op 24 juli 2019 heeft verweerder klager voor het eerst gezien. Klager werd op dat moment begeleid door zijn schoonzoon. Verweerder heeft aangegeven klager zelf te willen spreken, waarmee de schoonzoon niet instemde. De bijeenkomst is toen beëindigd. 2.6. E heeft op 25 juli 2019 de rechtbank om advies gevraagd. De rechtbank heeft op 22 augustus 2019 aan de advocaat van klager laten weten dat het niet de bedoeling is dat een derde bij het onderzoek aanwezig is. De rechtbank heeft verweerder verzocht klager nogmaals uit te nodigen ten behoeve van het te verrichten onderzoek. 2.7. Naar aanleiding van het bericht van de rechtbank heeft verweerder het onderzoek voortgezet en een concept rapportage opgesteld. 2.8. Op 7 oktober 2019 heeft verweerder de concept rapportage verzonden aan E. Verweerder stond op het punt met vakantie te gaan, maar was nog in afwachting van bij de huisarts opgevraagde informatie. 2.9. Op 15 oktober 2019 heeft E de van de huisarts ontvangen informatie aan verweerder gezonden. Verweerder heeft aangegeven dat deze informatie niet tot aanpassing van de rapportage leidde, waarna E de rapportage op 18 oktober 2019 heeft afgerond en aan de rechtbank heeft gestuurd. De conclusie van het rapport luidt dat klager niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. 2.10. Begin november 2019 ontstond discussie tussen de advocaat van klager en E over het feit dat de rapportage niet eerst in concept was voorgelegd aan klager. E heeft daarop aangegeven volgens instructie van de rechtbank te hebben gehandeld. Na overleg met de rechtbank heeft E de rapportage aan de advocaat van klager verzonden, maar hiervoor abusievelijk het adres van de zoon van klager gebruikt. Nadat deze fout was ontdekt, is de rapportage alsnog naar de advocaat van klager gestuurd. 2.11. Bij beschikking van 18 november 2019 heeft de kantonrechter – op basis van de rapportage van verweerder – een bewind ingesteld over de goederen van klager. 3. De klacht en het standpunt van klager De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat: 1. de door verweerder opgestelde rapportage niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen; 2. verweerder de concept rapportage niet eerst aan klager heeft voorgelegd ter uitoefening van zijn inzage-, correctie- en blokkeringsrecht; 3. de rapportage aan de verkeerde persoon is gestuurd. 4. Het standpunt van verweerder 4.1 Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan. 5. De beoordeling 5.1. Het college wijst er allereerst op dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen niet gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard. Klachtonderdeel 1 5.2. Het eerste klachtonderdeel betreft de door verweerder opgestelde rapportage. Volgens klager is verweerder niet binnen de grenzen van zijn deskundigheid gebleven, heeft hij een onderzoeksmethode gebruikt die niet geschikt is om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden, heeft hij niet op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke objectieve en daartoe relevante gronden de conclusies in het rapport zijn gebaseerd en heeft hij niet tot de aan de kantonrechter gepresenteerde conclusie kunnen komen. Verweerder is van mening dat de door hem opgestelde rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Hij heeft toegelicht hoe hij het onderzoek heeft uitgevoerd en op welke wijze hij tot zijn conclusie is gekomen. Het onderzoek kan volgens verweerder, uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid, de tuchtrechtelijke toets der kritiek doorstaan. Volgens verweerder heeft hij in redelijkheid tot zijn conclusie kunnen komen. 5.3. Bij de beoordeling van de vraag of de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen neemt het college de volgende (volgens vaste jurisprudentie geldende) criteria in aanmerking: 1. Het rapport vermeldt de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust; 2. Het rapport geeft blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden; 3. In het rapport wordt op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen; 4. Het rapport vermeldt de bronnen waarop het berust, daaronder begrepen de gebruikte literatuur en de geconsulteerde personen; 5. De rapporteur blijft binnen de grenzen van zijn deskundigheid. Het tuchtcollege toetst ten volle of het onderzoek van de arts uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de tuchtrechtelijke toets der kritiek kan doorstaan. Ten aanzien van de conclusies van de rapportage wordt beoordeeld of de deskundige in redelijkheid tot zijn conclusie heeft kunnen komen. 5.4. Naar het oordeel van het college voldoet de rapportage niet aan de daarvoor geldende eisen. Verweerder is weliswaar binnen de grenzen van zijn deskundigheid gebleven en heeft – ter beantwoording van de vraag van de kantonrechter – een geschikte methode van onderzoek gebruikt, maar de gebruikte onderzoeksmethode is niet op de juiste wijze toegepast en de interpretatie van de bevindingen is onvoldoende onderbouwd. Het onderzoek heeft bestaan uit een analyse van voorvallen, aangevuld met oriënterend testonderzoek. De voorvallen zijn niet eenduidig te interpreteren, omdat de keuzes van betrokkene in de voorgestelde situaties voor meerdere uitleg vatbaar waren, mede ook gelet op specifieke omstandigheden. Bij het aanvullende testonderzoek zijn geen scores en cut-off-points aangegeven en technisch is de Trailmaking-B niet goed uitgevoerd. De uitslagen van het testonderzoek waren niet of marginaal afwijkend en bij de interpretatie heeft verweerder niet de scholing en het karakter van klager betrokken. Passend zou zijn geweest, mede gezien het belang van het onderzoek voor klager, om aanvullend onderzoek, bijvoorbeeld door een neuropsycholoog te laten verrichten. De uitkomsten van deze tests voegde verweerder bij beschrijvingen van voorvallen, waaruit hij concludeerde dat klager onvoldoende zijn financiële belangen kon behartigen. Ter zitting gaf verweerder aan dat het een wat subjectieve inschatting was, en hij zich ook geen idee had gevormd van het functioneren op financieel gebied van klager voor de beschreven episodes. Scholing, karakter en eerdere manier van omgaan met financiën zijn niet betrokken bij de beoordeling van de voorvallen en de eventuele verandering in cognitief functioneren. Uit het rapport is niet duidelijk en heeft verweerder ook ter zitting niet goed kunnen uitleggen hoe zijn bevindingen tot de conclusie hebben geleid dat klager niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Klachtonderdeel 1 is gegrond. Klachtonderdeel 2 5.5. Met klachtonderdeel 2 verwijt klager verweerder dat de rapportage niet eerst in concept aan hem is voorgelegd. Hierdoor heeft hij geen gebruik kunnen maken van zijn inzage-, correctie- en blokkeringsrecht. Klager had naar aanleiding van het concept feiten kunnen corrigeren die verweerder ten grondslag heeft gelegd aan zijn beoordeling. Verweerder vindt het vervelend dat de rapportage niet eerst in concept aan klager is voorgelegd. Volgens verweerder heeft hij in de door hem aangeleverde concept rapportage gewezen op het inzage- en correctierecht. Deze passage heeft E verwijderd na contact met de rechtbank. De rechtbank zou op 15 oktober 2019 aan E hebben laten weten zorg te dragen voor toepassing van het inzage- en correctierecht. E heeft daarop de passage over het inzage- en correctierecht, zonder medeweten van verweerder, uit de concept rapportage verwijderd, de rapportage afgerond en naar de rechtbank opgestuurd. Volgens verweerder kan hem op dit punt geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. 5.6. Voor de beoordeling van dit klachtonderdeel stelt het college voorop dat bij het antwoord op de vraag of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld in de zin van art. 47, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) het persoonlijk handelen van verweerder centraal staat. Naar het oordeel van het college lag het op de weg van verweerder toe te zien op een correcte en zorgvuldige afronding van het rapport, waaronder ook valt de juiste toepassing van het inzage-, correctie- en blokkeringsrecht. Verweerder heeft de afronding van het rapport - vanwege een op handen zijnde vakantie – echter overgelaten aan E. E heeft klager echter niet in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van zijn inzage-, correctie-en blokkeringsrecht. Het feit dat E, zoals verweerder stelt na overleg met de rechtbank, hetgeen door klager wordt weersproken, het concept rapport niet eerst aan klager heeft toegezonden, doet hieraan niet af. Het lag op de weg van verweerder erop toe te zien dat op juiste en zorgvuldige wijze invulling werd gegeven aan de aan klager toekomende rechten, door toezicht te houden op de uiteindelijke afhandeling van zijn rapport. Verweerder heeft dit nagelaten door de afronding van het rapport geheel over te laten aan E. Klachtonderdeel 2 is gegrond. Klachtonderdeel 3 5.7. Met klachtonderdeel 3 verwijt klager verweerder dat de rapportage aan de verkeerde persoon is gestuurd, te weten zijn zoon die aanvrager is van de onderbewindstelling en tegen klager procedeert vanwege een gepretendeerde geldvordering. Verweerder betreurt het dat de rapportage naar de zoon van klager is gestuurd, maar volgens hem betreft dit een administratieve fout van E. Verweerder kan hiervan geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. 5.8. Ook voor de beoordeling van dit klachtonderdeel staat de vraag centraal of verweerder persoonlijk tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor de verzending van het rapport naar het verkeerde adres. Verweerder heeft toegelicht dat de administratieve afhandeling van het onderzoek, waaronder het versturen van het rapport aan klager, gebeurt door E. Naar het oordeel van het college bestond er voor verweerder geen aanleiding toe te zien op juiste verzending van het rapport. Het betrof louter een administratieve afhandeling. Naar het oordeel van het college kan verweerder in deze omstandigheden niet persoonlijk verantwoordelijk worden gehouden voor het feit dat de rapportage per abuis naar het verkeerde adres is gestuurd. Klachtonderdeel 3 is ongegrond. Conclusie en maatregel 5.9. De conclusie van het voorgaande is dat de klacht deels gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg jegens klager had behoren te betrachten. 5.10. Ten aanzien van de gegrond bevonden klachtonderdelen kan met een waarschuwing worden volstaan. Het college heeft hierbij in aanmerking genomen dat verweerder weliswaar de gebruikte onderzoeksmethode niet goed heeft toegepast en zijn conclusie niet duidelijk heeft gemotiveerd, verweerder is echter niet lichtzinnig tot zijn conclusie gekomen. Daarnaast heeft verweerder ter zitting toegelicht zijn werkwijze ten aanzien van de afronding van zijn rapportages te hebben aangepast. 6. De beslissing Het college: - verklaart klachtonderdeel 1 gegrond; - verklaart klachtonderdeel 2 gegrond; - legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op; - verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Aldus beslist door: G.M. Boekhoudt, voorzitter, J.M.C. van Dam, A.C.M. Kleinsman en A.M. van Hemert, leden-arts, S. Colsen, lid-jurist, bijgestaan door A. Kerstens, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2021 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris. WG WG secretaris voorzitter 1Onjuiste verklaring of rapporttuchtrechttuchtrecht/2021GezondheidszorgAmsterdam2020/179ArtsGegrond, waarschuwing2021-04-022021-04-15T19:49:15.736383+02:002021-04-15T19:49:14.586https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2021_41.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2021_41.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TGZRAMS:2021:41/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2021_41.xml2021-04-15T19:49:15.830289+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28
|
ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 19-05-2015 G2014/79nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2015-05-19Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2015-05-19 Klacht tegen arts-assistent in opleiding tot gynaecoloog. Klaagster had een uitgebreid bevalplan opgesteld met daarin een uiteenzetting van de wensen waarop zij wilde bevallen. De bevalling werd ingeleid door verweerster. Zij week van bepaalde wensen in het bevalplan af. Verweerster heeft goed gemotiveerd waarom zij op sommige punten moest afwijken van het bevalplan. Het College verklaart de klacht ongegrond.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2015GezondheidszorgGroningenG2014/79ArtsOngegrond/afwijzing2015-05-19https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2015_28.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28/1/pdf/ECLI_NL_TGZRGRO_2015_28.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TGZRGRO:2015:28/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2015_28.xml2020-03-16T09:28:33.47219+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877
|
ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 24-04-2013 12119nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven2013-04-25Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven2013-04-25psychiater. Klager verwijt verweerster dat zij: een verkeerde diagnose heeft gesteld en verkeerde medicatie heeft voorgeschreven waardoor klager veel in gewicht toenam. Ongegrond.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2013YG2877GezondheidszorgEindhoven12119ArtsOngegrond/afwijzing2013-04-24https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877/1/xml/ECLI_NL_TGZREIN_2013_YG2877.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877/1/pdf/ECLI_NL_TGZREIN_2013_YG2877.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2013/ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2877/1/xml/ECLI_NL_TGZREIN_2013_YG2877.xml2020-03-16T09:14:16.832214+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 15-05-2012 2011/349nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2013-05-15Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2013-05-15 De klacht betreft de behandeling van klagers destijds twee-jarige dochter. Klager verwijt de huisarts dat hij onzorgvuldig zijn dochter heeft gehandeld door inadequaat te reageren op de klachten (o.a. hoesten en koorts) en geen tijdige verwijzing naar het ziekenhuis te regelen. Bij patiënt is een rhabdomyosarcoom vastgesteld. Afwijzing1Niet of te laat verwijzentuchtrechttuchtrecht/2012YG2040GezondheidszorgAmsterdam2011/349ArtsOngegrond/afwijzing2012-05-15https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2012_YG2040.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2012_YG2040.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2040/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2012_YG2040.xml2020-03-16T09:07:26.148909+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918
|
ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918 Kamer van toezicht 01-06-2012 3/2011 en 4/2011nl-NLKamer van toezichtKamer van toezicht Zutphen2012-12-19Kamer van toezicht Zutphen2012-12-19 De Kamer constateert dat de notaris in de periode van november 2009 tot mei 2010 vrijwel geen enkele activiteit heeft ondernomen om de nalatenschap van moeder af te wikkelen. Er was een klacht van klager onder 1a en een telefoongesprek naar aanleiding daarvan met de secretaris van de Kamer voor nodig om de notaris weer zijn werkzaamheden en de communicatie met klagers te laten hervatten. Na oktober 2010 zijn de activiteiten van de notaris wederom stilgevallen. Hij heeft nog wel de erfdelen uit vaders nalatenschap uitgekeerd, maar om onduidelijke redenen is dit bij een aantal klagers met een forse vertraging gebeurd. De toezeggingen in zijn brieven van 27 oktober 2010 en 14 juni 2011 dat hij binnen een in de brieven vermelde termijn een voorstel voor de afwikkeling van de nalatenschap van moeder zou doen, is hij niet nagekomen. De onderhavige klachten en het verzoek om reactie van de KNB op een klachtbrief van klaagster onder 2a hebben ook niet tot enige activiteit geleid. Indien de notaris meende dat hij om welke reden dan ook zijn werkzaamheden niet meer naar behoren kon uitoefenen, had het op zijn weg gelegen om de afwikkeling van de nalatenschap over te dragen aan een andere notaris. Uiteindelijk heeft de passiviteit van de notaris ertoe geleid dat klagers zelf hun toevlucht hebben moeten zoeken tot een andere notaris voor de afwikkeling van de nalatenschap. Voorts stelt de Kamer vast dat de notaris ernstig is tekort geschoten in zijn communicatie met klagers. Hij heeft stelselmatig niet gereageerd op de talrijke pogingen van klagers om met hem in contact te komen; brieven en e-mailberichten werden niet beantwoord en klagers werden niet door hem teruggebeld als zij hadden geprobeerd hem telefonisch te bereiken. Conclusie dient derhalve te zijn, dat de klachten gegrond zijn. De notaris is bij de afwikkeling van de nalatenschap ernstig in gebreke gebleven. De Kamer acht het optreden van de notaris dermate strijdig met de zorgplicht die hij jegens zijn cliënten dient te betrachten, dat zij de maatregel van berisping aangewezen acht. Zij neemt daarbij het volgende in aanmerking. De notaris heeft in zijn verweer niet duidelijk kunnen maken hoe het zo ver heeft kunnen komen dat klagers uiteindelijk het dossier bij hem weg hebben moeten halen. Hoewel hij tijdens de mondelinge behandeling van de klachten zijn fouten ruiterlijk toegaf, gaf hij daarbij geen blijk van enige zelfanalyse noch van de wil om zich te verbeteren. Uit zijn reacties sprak eerder een zekere gelatenheid. De notaris heeft naar aanleiding van de klacht geen naar het oordeel van de Kamer overtuigende maatregelen genomen om orde op zaken te stellen. 1Personen- en Familierechttuchtrechttuchtrecht/2012YC0918NotarissenZutphen3/2011 en 4/2011Klacht gegrond met berisping2012-06-01https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918/1/xml/ECLI_NL_TNOKZUT_2012_YC0918.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918/1/pdf/ECLI_NL_TNOKZUT_2012_YC0918.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TNOKZUT:2012:YC0918/1/xml/ECLI_NL_TNOKZUT_2012_YC0918.xml2020-03-16T09:09:22.493912+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2015:209
|
ECLI:NL:TADRSGR:2015:209ECLI:NL:TADRSGR:2015:209 Raad van Discipline 25-09-2015 15-350a DH/RO nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2015-10-23Raad van Discipline 's-Gravenhage2015-10-23 Klacht kennelijk ongegrond. Van klachtwaardig optreden van verweerster zou slechts sprake kunnen zijn indien zij volstrekt tegen beter weten in bepaalde standpunten huldigt, met welke standpunten zij niet gebaat is en die (dus) zijn ingenomen met het uitsluitende doel om klagers te belasten en/of te beschadigen. Uit de ter beschikking staande stukken kan dit niet worden afgeleid.1Wat een behoorlijk advocaat betaamttuchtrechttuchtrecht/2015Advocaten's-Gravenhage15-350a DH/RO Wat in het algemeen niet betaamt2015-09-25https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TADRSGR:2015:209/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2015_209.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2015:209https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TADRSGR:2015:209/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2015_209.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2015/ECLI:NL:TADRSGR:2015:209/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2015_209.xml2020-03-16T09:25:15.078064+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSHE:2022:118
|
ECLI:NL:TADRSHE:2022:118ECLI:NL:TADRSHE:2022:118 Raad van Discipline 19-07-2022 22-487/DB/LInl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Hertogenbosch2022-08-05Raad van Discipline 's-Hertogenbosch2022-08-05Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de art. 46g Advocatenwet bedoelde termijn en deels kennelijk ongegrond: niet is gebleken dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten, noch dat hij feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of kon weten dat deze onjuist waren. Voor de juistheid van de ernstige verwijten dat verweerders bijstand getuigt van oplichterspraktijken, zonder inhoudelijke verweren en schaamteloze koehandel en dat verweerder zich bedient van leugens, verzinsels en intimidatie heeft de voorzitter voorts in het dossier geen enkel aanknopingspunt gevonden.1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijOntvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2022Advocaten's-Hertogenbosch22-487/DB/LIVrijheid van handelenGrievende uitlatingenFoutenTijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klachtVoorzittersbeslissing2022-07-192022-08-05T19:29:01.685575+02:002022-08-05T19:29:01.007https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRSHE:2022:118/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2022_118.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSHE:2022:118https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRSHE:2022:118/1/pdf/ECLI_NL_TADRSHE_2022_118.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRSHE:2022:118/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2022_118.xml2022-08-05T19:29:01.795127+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSHE:2020:35
|
ECLI:NL:TADRSHE:2020:35ECLI:NL:TADRSHE:2020:35 Raad van Discipline 14-04-2020 20-175/DB/OBnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Hertogenbosch2020-05-01Raad van Discipline 's-Hertogenbosch2020-05-01Advocaat in hoedanigheid van curator. Klacht niet-ontvankelijk voor zover deze betrekking heeft op het optreden van de advocaat in 2012. Curator is niet gehouden rekening en verantwoording af te leggen dan wel informatie te verschaffen over de afwikkeling van een faillissement aan derden. Klacht ged. niet-ontvankelijk, ged. kennelijk ongegrond.1Grenzen van het tuchtrechtOntvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2020Advocaten's-Hertogenbosch20-175/DB/OBAdvocaat in hoedanigheid van rechter-plaatsvervangerTijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht2020-04-14https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TADRSHE:2020:35/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2020_35.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSHE:2020:35https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TADRSHE:2020:35/1/pdf/ECLI_NL_TADRSHE_2020_35.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TADRSHE:2020:35/1/xml/ECLI_NL_TADRSHE_2020_35.xml2020-05-01T19:12:59.231481+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRSGR:2021:235
|
ECLI:NL:TADRSGR:2021:235ECLI:NL:TADRSGR:2021:235 Raad van Discipline 27-12-2021 21-632/DH/DHnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline 's-Gravenhage2022-01-10Raad van Discipline 's-Gravenhage2022-01-10Verzet ongegrond.1Tuchtprocesrechttuchtrechttuchtrecht/2021Advocaten's-Gravenhage21-632/DH/DHHoger beroep niet mogelijkBeslissing op verzet2021-12-272022-01-10T19:31:07.538871+01:002022-01-10T19:31:06.607https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRSGR:2021:235/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2021_235.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRSGR:2021:235https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRSGR:2021:235/1/pdf/ECLI_NL_TADRSGR_2021_235.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRSGR:2021:235/1/xml/ECLI_NL_TADRSGR_2021_235.xml2022-01-10T19:31:07.645405+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670
|
ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 05-01-2012 315/2010nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2012-01-05Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2012-01-05 Klacht tegen huisarts. Huisarts zou verkeerde diagnose hebben gesteld. Klacht gegrond, waarschuwing.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2012YG1670GezondheidszorgZwolle315/2010ArtsGegrond, waarschuwing2012-01-05https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2012_YG1670.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670/1/pdf/ECLI_NL_TGZRZWO_2012_YG1670.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1670/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2012_YG1670.xml2020-03-16T09:08:48.402476+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009
|
ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009 Raad van Discipline 28-07-2009 09-036A en 09-037Anl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2009-10-13Raad van Discipline Amsterdam2009-10-13 Klager heeft zonder schriftelijke instemming van cliënt een vaststellingsovereenkomst namens laatstgenoemde getekend. Klacht gegrond, nu advocaat het risico heeft genomen dat zijn cliënt het met de inhoud van de overeenkomst niet eens was. Handelen in strijd met artikel 24 lid 2 van de Gedragsregels door in een toegevoegde zaak een beloning te bedingen. Het niet onverwijld overmaken van gelden naar de rechthebbende dan wel naar derdenrekening. Belangenverstrengeling. Klachten gegrond. 1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliëntWat een behoorlijk advocaat betaamtWat een behoorlijk advocaat betaamttuchtrechttuchtrecht/2009YA0009AdvocatenAmsterdam09-036A en 09-037AVereiste communicatie met de cliëntKwaliteit van de dienstverleningKwaliteit van de dienstverleningFinanciënFinanciënBezwaren van de dekenBelangenconflictOnvoorwaardelijke schorsing2009-07-28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2009/ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2009_YA0009.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2009/ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2009_YA0009.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2009/ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0009/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2009_YA0009.xml2020-03-16T08:52:16.035397+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TDIVTC:2014:53
|
ECLI:NL:TDIVTC:2014:53ECLI:NL:TDIVTC:2014:53 Veterinair Tuchtcollege 24-10-2014 2013/16 nl-NLVeterinair TuchtcollegeVeterinair Tuchtcollege2014-11-21Veterinair Tuchtcollege2014-11-21Been van een pony wordt ter behandeling van een schiefel ingespoten met Depocort (werkzame stof: Triamcinolon), dat niet is geregistreerd voor het gebruik bij paarden. Enkele dagen later raakt de pony hoefbevangen. Causaal verband niet komen vast te staan. Niet voldaan aan de informatie- en administratieplicht. In zoverre gegrond. Waarschuwing. 1Paardentuchtrechttuchtrecht/2014Diergeneeskundigen's-Gravenhage2013/16 Gegrond met waarschuwing2014-10-24https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TDIVTC:2014:53/1/xml/ECLI_NL_TDIVTC_2014_53.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TDIVTC:2014:53https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TDIVTC:2014:53/1/pdf/ECLI_NL_TDIVTC_2014_53.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TDIVTC:2014:53/1/xml/ECLI_NL_TDIVTC_2014_53.xml2020-03-16T09:19:11.168023+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORSHE:2022:35
|
ECLI:NL:TNORSHE:2022:35ECLI:NL:TNORSHE:2022:35 Kamer voor het notariaat 21-11-2022 SHE/2021/77nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2022-12-01Kamer voor het notariaat2022-12-01Projectnotaris bij nieuwbouwplan heeft 26 akten gepasseerd waarbij percelen aan klagers (kopers) zijn geleverd. De notaris heeft niet (voldoende) onderzocht of klagers ten tijde van de levering over een afbouwgarantiecertificaat beschikten, terwijl het ontbreken daarvan als ontbindende voorwaarde was opgenomen in de aannemingsovereenkomsten en daarbij eveneens was bepaald dat ontbinding van de aannemingsovereenkomst eveneens zal leiden tot ontbinding van de koopovereenkomst. Bovendien heeft de notaris nagelaten de klagers die ten tijde van de levering niet over zo’n certificaat beschikten, te informeren over de rechtsgevolgen van het ontbreken daarvan, kort gezegd dat zij niet aan de levering hoefden mee te werken zolang zij geen certificaat hadden ontvangen. De kamer rekent het de notaris ernstig aan dat hij zijn zorgplicht en zijn daaruit voortvloeiende onderzoeks- en informatieplicht heeft geschonden, waardoor hij het vertrouwen van klagers in het notariaat heeft geschonden. Daarbij komt dat de notaris zich er op enig moment kennelijk wel bewust van was dat de certificaten niet aanwezig waren, maar dat hij vervolgens gelden in depot is gaan houden zonder daarvoor de juiste juridische weg te bewandelen. Schorsing van twee weken en proceskostenveroordeling. Klacht overigens ongegrond.1Registergoedtuchtrechttuchtrecht/2022Notarissen's-HertogenboschSHE/2021/77leveringsakteKlacht gegrond met schorsing als notaris2022-11-212022-12-01T19:42:22.896082+01:002022-12-01T19:42:21.549https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TNORSHE:2022:35/1/xml/ECLI_NL_TNORSHE_2022_35.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORSHE:2022:35https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TNORSHE:2022:35/1/pdf/ECLI_NL_TNORSHE_2022_35.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TNORSHE:2022:35/1/xml/ECLI_NL_TNORSHE_2022_35.xml2022-12-01T19:42:23.097859+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORDHA:2017:25
|
ECLI:NL:TNORDHA:2017:25ECLI:NL:TNORDHA:2017:25 Kamer voor het notariaat 02-11-2017 17-67nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2017-11-06Kamer voor het notariaat2017-11-06Wraking plaatsvervangend voorzitter van de Kamer.1Overigtuchtrechttuchtrecht/2017NotarissenDen Haag17-672017-11-02https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TNORDHA:2017:25/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2017_25.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORDHA:2017:25https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TNORDHA:2017:25/1/pdf/ECLI_NL_TNORDHA_2017_25.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TNORDHA:2017:25/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2017_25.xml2020-03-16T09:42:34.286722+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2022:98
|
ECLI:NL:TGZCTG:2022:98ECLI:NL:TGZCTG:2022:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 16-05-2022 C2021.052nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2022-05-17Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2022-05-17Klacht tegen verzekeringsarts. Tussen klager en de verzekeringsmaatschappij loopt een letselschadeprocedure over een aan klager uit te keren schadevergoeding na een auto-ongeluk waar klager als slachtoffer bij betrokken was. Drie specialisten hebben deskundigenrapportages uitgebracht die niet eenduidig zijn over de beperkingen van klager. Klager en de verzekeraar zijn overeengekomen dat de verzekeringsarts op basis van die deskundigenrapportages zal rapporteren over de omvang van de beperkingen die klager bij het ongeval heeft opgelopen. Volgens klager voldoet het deskundigenrapport van de verzekeringsarts niet aan de tuchtrechtelijke normen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.1Onjuiste verklaring of rapporttuchtrechttuchtrecht/2022GezondheidszorgDen HaagC2021.052Ongegrond/afwijzing2022-05-162022-05-17T19:28:29.127708+02:002022-05-17T19:28:28.23https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZCTG:2022:98/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2022_98.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2022:98https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZCTG:2022:98/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2022_98.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TGZCTG:2022:98/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2022_98.xml2022-05-17T19:28:29.228744+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696
|
ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696 kamer voor gerechtsdeurwaarders 06-09-2011 GDWverzet287.2011nl-NLkamer voor gerechtsdeurwaarderskamer voor gerechtsdeurwaarders2011-09-26kamer voor gerechtsdeurwaarders2011-09-26Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard. 1Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)tuchtrechttuchtrecht/2011YB0696GerechtsdeurwaardersAmsterdamGDWverzet287.20112011-09-06https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2011_YB0696.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696/1/pdf/ECLI_NL_RBAMS_2011_YB0696.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0696/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2011_YB0696.xml2020-03-16T08:57:53.404363+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35
|
ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 02-09-2014 G2014/02nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2014-09-04Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2014-09-04 Klacht tegen chirurg. Verweerder zou klager onfatsoenlijk hebben bejegend tijdens een gesprek over een operatie die had plaatsgevonden. Verweerder stelt dat het gesprek met een andere chirurg heeft plaatsgevonden. Dit blijkt ook uit het medisch dossier. Klacht is reeds hierdoor ongegrond.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2014GezondheidszorgGroningenG2014/02ArtsOngegrond/afwijzing2014-09-02https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2014_35.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35/1/pdf/ECLI_NL_TGZRGRO_2014_35.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TGZRGRO:2014:35/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2014_35.xml2020-03-16T09:21:13.537223+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2024:236
|
ECLI:NL:TAHVD:2024:236ECLI:NL:TAHVD:2024:236 Hof van Discipline 05-08-2024 240145nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2024-09-02Hof van Discipline 2024-09-02In deze spoedzaak ligt de vraag voor of verweerder vooruitlopend op de behandeling in hoger beroep van een tuchtrechtelijke veroordeling met onmiddellijke ingang moet worden geschorst in de uitoefening van de praktijk. De raad heeft het verzoek van de deken tot schorsing toegewezen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad gedeeltelijk en vernietigt de beslissing voor zover daarbij voorlopige voorzieningen zijn opgelegd.1Wat een behoorlijk advocaat betaamtWat een behoorlijk advocaat betaamtMaatregelentuchtrechttuchtrecht/2024Advocaten's Gravenhage240145Bezwaren van de dekenBezwaren van de dekenSchorsingBeklag2024-08-052024-09-02T19:38:57.801499+02:002024-09-02T19:38:56.804https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2024/ECLI:NL:TAHVD:2024:236/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2024_236.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2024:236https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2024/ECLI:NL:TAHVD:2024:236/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2024_236.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2024/ECLI:NL:TAHVD:2024:236/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2024_236.xml2024-09-02T19:38:58.046382+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZCTG:2023:90
|
ECLI:NL:TGZCTG:2023:90ECLI:NL:TGZCTG:2023:90 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 15-05-2023 C2022/1756 en C2022/1772nl-NLCentraal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2023-05-16Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg2023-05-16Klacht tegen een arts. De arts was van mei tot en met juli 2021 als opvolgend (bedrijfs-)arts betrokken bij de verzuimbegeleiding van klaagster. Eind mei 2021 heeft een persoonlijk consult plaatsgevonden, op grond waarvan de arts een week later een bijstelling probleemanalyse heeft opgesteld. Na contact met de werkgever over de tekst hiervan heeft de arts de probleemanalyse een paar dagen later gewijzigd. Halverwege juli 2021 heeft de arts een telefonisch consult met klaagster gehad. Daarvan heeft hij een week later verslag gedaan. Klaagster verwijt de arts in acht klachtonderdelen dat hij de probleemanalyse na inmenging – en beïnvloeding door de werkgever ten nadele van klaagster heeft gewijzigd, dat hij van het consult van halverwege juli 2021 een onjuist verslag heeft gemaakt, wat hij ondanks toezeggingen nooit heeft aangepast en dat hierdoor de gezondheidstoestand van klaagster is verslechterd en klaagster schade heeft geleden. Het RTG verklaart - zakelijke weergegeven - klachtonderdelen 1 tot en met 6 gegrond, verklaart klachtonderdelen 7 en 8 ongegrond, schorst voorwaardelijk de bevoegdheid van de arts om de aan de inschrijving in het BIG-register verbonden bevoegdheden uit te oefenen voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar, stelt daarbij twee bijzondere voorwaarden en bepaalt de publicatie. In de zaak C2022/1756 komt de arts in beroep tegen de zwaarte van de maatregel. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts. In de zaak C2022/1772 komt de Inspectie in beroep tegen de formulering van de bijzondere voorwaarden. Dit beroep wordt door het Centraal Tuchtcollege gegrond verklaard en de bijzondere voorwaarden worden aangepast.1Onjuiste verklaring of rapporttuchtrechttuchtrecht/2023GezondheidszorgDen HaagC2022/1756 en C2022/1772Gegrond, (voorwaardelijke) schorsing inschrijving register2023-05-152023-05-16T19:23:20.02429+02:002023-05-16T19:23:19.352https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZCTG:2023:90/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2023_90.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZCTG:2023:90https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZCTG:2023:90/1/pdf/ECLI_NL_TGZCTG_2023_90.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZCTG:2023:90/1/xml/ECLI_NL_TGZCTG_2023_90.xml2023-05-16T19:23:20.194029+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2019:205
|
ECLI:NL:TADRARL:2019:205ECLI:NL:TADRARL:2019:205 Raad van Discipline 22-07-2019 18-684nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2019-11-13Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2019-11-13Ongegrond verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.1Ontvankelijkheid van de klachttuchtrechttuchtrecht/2019AdvocatenArnhem-Leeuwarden18-684Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht2019-07-22https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TADRARL:2019:205/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2019_205.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2019:205https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TADRARL:2019:205/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2019_205.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TADRARL:2019:205/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2019_205.xml2020-03-16T09:49:42.444269+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014
|
ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014 kamer voor gerechtsdeurwaarders 28-10-2008 2008.156nl-NLkamer voor gerechtsdeurwaarderskamer voor gerechtsdeurwaarders2009-01-27kamer voor gerechtsdeurwaarders2009-01-27Wegens het ontbreken van een weerwoord van de gerechtsdeurwaarder moet als vaststaand worden aangenomen dat hij klager voor niets heeft laten wachten, omdat hij niet heeft gemeld dat het beslag roerende zaken niet doorging. De gerechtsdeurwaarder heeft daardoor niet zorgvuldig gehandeld. Eveneens staat daardoor vast dat klager de schuld waarvoor de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag heeft gelegd reeds had voldaan. Tot slot staat vast dat de gerechtsdeurwaarder brieven van klager niet heeft beantwoord. 1Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)tuchtrechttuchtrecht/2008YB0014GerechtsdeurwaardersAmsterdam2008.156Een berisping2008-10-28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2008/ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2008_YB0014.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2008/ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014/1/pdf/ECLI_NL_RBAMS_2008_YB0014.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2008/ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0014/1/xml/ECLI_NL_RBAMS_2008_YB0014.xml2020-03-16T08:51:25.601826+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 11-07-2019 2019/099nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2019-07-11Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2019-07-11Klager verwijt zijn voormalig huisarts dat hij onzorgvuldig en onprossioneel heeft gehandeld. In het bijzonder verwijt hij die huisarts dat hij klager ten onrechte niet heeft onderzocht op de ziekte van Lyme. Verweerder heeft verweer gevoerd. De klacht is kennelijk ongegrond verklaard.1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2019GezondheidszorgAmsterdam2019/099ArtsOngegrond/afwijzing2019-07-11https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2019_134.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2019_134.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2019/ECLI:NL:TGZRAMS:2019:134/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2019_134.xml2020-03-16T09:52:43.975398+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 27-06-2025 A2024/7671 nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2025-06-27Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2025-06-27Gegronde klacht van de IGJ tegen een arts. De IGJ is ontvankelijk en het rapport wordt in de beoordeling betrokken. De arts is werkzaam als arts aan gedetineerden en arrestanten. Het is aannemelijk geworden dat de arts twee bezoeken heeft afgelegd aan een patiënt met pijnklachten. Het verweer van de arts, dat hij patiënt maar één keer heeft gezien, is onvoldoende onderbouwd. De arts heeft op onzorgvuldige wijze off-label methadon verstrekt aan de patiënt die acute pijn had. Hij is daarmee afgeweken van de relevante richtlijnen en protocollen, zonder deugdelijke motivering. Daarnaast heeft de arts met betrekking tot de patiënt geen medisch dossier bijgehouden van zijn behandelcontacten met hem en de in dat kader voor de zorgverlening verrichte handelingen. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 6 maanden met omschrijving van bijzondere voorwaarden.1Overige klachtentuchtrechttuchtrecht/2025GezondheidszorgAmsterdamA2024/7671 Gegrond, (voorwaardelijke) schorsing inschrijving register2025-06-272025-06-27T23:18:26.320446+02:002025-06-27T23:18:11.801https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2025/ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2025_160.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2025/ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2025_160.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2025/ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2025_160.xml2025-06-27T23:18:27.97626+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37
|
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 07-02-2023 Z2022/5130nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2023-02-10Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle2023-02-10Klaagsters moeder behoeft aansluitend op ziekenhuisopname zorg in een zorginstelling. Klager stelt dat de verpleegkundige die vanuit het ziekenhuis verantwoordelijk was voor het zoeken van een zorginstelling die op korte termijn plek had hem onheus heeft bejegend door te zeggen dat er een vervelende situatie zou ontstaan als zijn moeder de de aangeboden plek (die niet haar voorkeur had) zou weigeren. De voorzitter oordeelt dat verpleegkundige heeft uitgelegd hoe het systeem feitelijk werkt. Moeder kon niet in het ziekenhuis blijven. Dat klager zich daardoor onder druk gezet voelde, maakt de bejegening niet onheus. De klacht is “kennelijk ongegrond”. De klacht is “kennelijk niet-ontvankelijk” voor zover klager namens zijn moeder klaagt. Moeder heeft de klacht niet meegetekend en is wilsbekwaam.1Onheuse bejegeningtuchtrechttuchtrecht/2023GezondheidszorgZwolleZ2022/5130Ongegrond, kennelijk ongegrond2023-02-072023-02-10T19:24:51.561479+01:002023-02-10T19:24:50.975https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2023_37.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37/1/pdf/ECLI_NL_TGZRZWO_2023_37.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TGZRZWO:2023:37/1/xml/ECLI_NL_TGZRZWO_2023_37.xml2023-02-10T19:24:51.729042+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2020:54
|
ECLI:NL:TAHVD:2020:54ECLI:NL:TAHVD:2020:54 Hof van Discipline 13-03-2020 190256nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2020-03-20Hof van Discipline 2020-03-20Verweerder heeft nagelaten uiteen te zetten welke zaken hij voor klaagster zou behandelen en welke strategie zou worden ingezet. Verweerder heeft klaagster voorts onvoldoende op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en is in zijn bijstand onvoldoende voortvarend geweest. Verweerder heeft de indruk gewekt dat hij de letselschadezaken adequaat en voortvarend zou oppakken, maar daar is geen sprake van geweest. Klaagster is daardoor benadeeld. Verweerder is daarmee op ernstige wijze tekortgeschoten in zijn bijstand en informatieverstrekking aan klaagster. Bekrachtiging beslissing raad, behoudens één klachtonderdeel, in zoverre vernietiging. Gedeeltelijk voorwaardelijke schorsing. Proceskostenveroordeling volgens nieuwe afspraken per 1 maart 2020.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliëntMaatregelenMaatregelentuchtrechttuchtrecht/2020Advocaten's-Hertogenbosch190256Vereiste communicatie met de cliëntKwaliteit van de dienstverleningKwaliteit van de dienstverleningSchorsingTuchtrechtelijk verledenOnvoorwaardelijke schorsing2020-03-13https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TAHVD:2020:54/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2020_54.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2020:54https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TAHVD:2020:54/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2020_54.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2020/ECLI:NL:TAHVD:2020:54/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2020_54.xml2020-03-19T11:57:02.117203+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2018:249
|
ECLI:NL:TADRARL:2018:249ECLI:NL:TADRARL:2018:249 Raad van Discipline 20-08-2018 17-878nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2019-01-07Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2019-01-07Geheimhoudingsplicht. Ter zitting hebben partijen toegelicht dat verweerder als familieadvocaat van klagers wordt beschouwd en hij in dat kader tevens als advocaat betrokken is geweest bij de strafzaak van hun inmiddels overleden zoon. Na deze nieuwe informatie ter zitting is de raad gebleken dat de beslissing van de voorzitter is gebaseerd op een onjuiste feitelijke basis en op een onjuiste duiding van de klacht van klagers door de deken in de aanbiedingsbrief. Op grond hiervan oordeelt de raad het verzet gegrond. Klagers beklagen zich erover dat verweerder met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht jegens hun overleden zoon weigert om de van hun zoon verkregen en mogelijk relevante informatie te gebruiken in een te entameren voorlopig getuigenverhoor namens klagers. De raad is van oordeel dat het meewerken door verweerder aan een voorlopig getuigenverhoor op basis van de hiervoor genoemde wens van klagers ook naar het oordeel van de raad leidt tot een schending van de geheimhoudingsplicht van verweerder jegens zijn cliënt. Het overlijden van de cliënt van verweerder maakt daar geen einde aan. Dat sprake is van zwaarwegende gronden, die een doorbreking van de geheimhoudingsplicht van verweerder zouden rechtvaardigen, is de raad niet gebleken; daartoe is onvoldoende gesteld. Ter zitting is door verweerder nog verklaard dat de zoon van klagers hem uitdrukkelijk had gevraagd om de informatie met niemand, ook niet met zijn ouders, te delen. Verweerder had ook nog aan die wens gevolg te geven. Daarbij merkt de raad op dat een veronderstelde toestemming van een kind aan zijn ouders in dit soort kwesties in het algemeen niet worden aangenomen, zoals klagers hebben betoogd. Klacht ongegrond.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2018AdvocatenArnhem-Leeuwarden17-878Geheimhoudingsplicht2018-08-20https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRARL:2018:249/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2018_249.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2018:249https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRARL:2018:249/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2018_249.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2018/ECLI:NL:TADRARL:2018:249/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2018_249.xml2020-03-16T09:43:38.17077+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2023:79
|
ECLI:NL:TADRARL:2023:79ECLI:NL:TADRARL:2023:79 Raad van Discipline 27-03-2023 22-655/AL/MNnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2023-04-05Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2023-04-05Tussenbeslissing. Ambtshalve voortzetting na intrekking wegens algemeen belang.1Tuchtprocesrechttuchtrechttuchtrecht/2023AdvocatenArnhem-Leeuwarden22-655/AL/MNHoger beroep niet mogelijkOverige (tussen)beslissingen2023-03-272023-04-05T19:22:10.575079+02:002023-04-05T19:22:09.947https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRARL:2023:79/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2023_79.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2023:79https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRARL:2023:79/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2023_79.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2023/ECLI:NL:TADRARL:2023:79/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2023_79.xml2023-04-05T19:22:10.681505+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2024:275
|
ECLI:NL:TADRARL:2024:275ECLI:NL:TADRARL:2024:275 Raad van Discipline 18-11-2024 24-276/AL/GLDnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2024-11-21Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2024-11-21Klacht over de eigen advocaat. De raad verklaart een klacht over de hoogte van de declaratie en de kwaliteit van de dienstverlening ongegrond. 1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2024AdvocatenArnhem-Leeuwarden24-276/AL/GLDKwaliteit van de dienstverleningFinanciënRegulier2024-11-182024-11-21T20:31:13.007301+01:002024-11-21T20:31:07.164https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2024/ECLI:NL:TADRARL:2024:275/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2024_275.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2024:275https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2024/ECLI:NL:TADRARL:2024:275/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2024_275.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2024/ECLI:NL:TADRARL:2024:275/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2024_275.xml2024-11-21T20:31:13.293934+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947
|
ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947 Raad van Discipline 20-06-2011 10-123nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem2011-09-06Raad van Discipline Arnhem2011-09-06Advocaat heeft onjuist gehandeld door zonder duidelijke mededeling vooraf zijn uurtarief drastisch te verhogen, temeer daar geen argumenten zijn aangevoerd die deze forse verhoging kunnen rechtvaardigen. Advocaat heeft ten onrechte een dubbel betaalde nota, die verweerder met nog gedeclareerde uren wilde verrekenen, niet gerestitueerd en heeft zonder dat daarvan een noodzaak is gebleken, althans zonder vooroverleg, op een zitting de zaak door twee advocaten laten behandelen en dubbele kosten in rekening gebracht. Klachten zijn gegrond. Berisping.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2011YA1947AdvocatenArnhem10-123FinanciënFinanciënFinanciënBerisping2011-06-20https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947/1/xml/ECLI_NL_TADRARN_2011_YA1947.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947/1/pdf/ECLI_NL_TADRARN_2011_YA1947.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1947/1/xml/ECLI_NL_TADRARN_2011_YA1947.xml2020-03-16T08:58:53.040383+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TACAKN:2014:86
|
ECLI:NL:TACAKN:2014:86ECLI:NL:TACAKN:2014:86 Accountantskamer 10-10-2014 14/703 Wtra PEnl-NLAccountantskamerAccountantskamer2014-10-10Accountantskamer2014-10-10 PE-zaak cyclus 2010-2012. Tekort 60 punten en het niet volgen van de verplichte PKI-cursus; berisping en geldboete van € 3.000,= .1tuchtrechttuchtrecht/2014AccountantsZwolle14/703 Wtra PEKlacht gegrond met berispingKlacht gegrond met geldboete2014-10-10https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TACAKN:2014:86/1/xml/ECLI_NL_TACAKN_2014_86.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TACAKN:2014:86https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TACAKN:2014:86/1/pdf/ECLI_NL_TACAKN_2014_86.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TACAKN:2014:86/1/xml/ECLI_NL_TACAKN_2014_86.xml2020-03-16T09:15:46.388475+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677
|
ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677 Hof van Discipline 02-09-2011 5943nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2012-04-29Hof van Discipline 2012-04-29Bezwaar van de deken dat verweerder ondanks een veroordelend vonnis en ondanks een toezegging aan de deken niet6 voldeed aan zijn verplichtingen jegens een oud medewerker. gegrond. 2 weken onvoorwaardelijke schorsing.1Wat een behoorlijk advocaat betaamtWat een behoorlijk advocaat betaamtWat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. derdentuchtrechttuchtrecht/2011YA2677Advocaten's-Hertogenbosch5943Wat in het algemeen niet betaamtBezwaren van de dekenFinancieel belanghebbendenOnvoorwaardelijke schorsing2011-09-02https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2011_YA2677.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2011_YA2677.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2011/ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2677/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2011_YA2677.xml2020-03-16T09:00:02.252476+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2022:115
|
ECLI:NL:TADRARL:2022:115ECLI:NL:TADRARL:2022:115 Raad van Discipline 07-06-2022 21-556/AL/MNnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2022-06-23Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2022-06-23Raadsbeslissing. Op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat klaagster voldoende door verweerder is geïnformeerd over de te volgen strategie, almede de kansen en de risico’s in de verschillende procedures in deze zaak. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij ter voorkoming van een misverstand, onzekerheid of geschil zijn advies ten aanzien van de proceskansen en kostenrisico’s schriftelijk vastlegt. Omdat verweerder heeft nagelaten de inschatting van de kansen en risico’s schriftelijk vast te leggen, kan de raad niet vaststellen of en in hoeverre verweerder klaagster hierover voldoende heeft geïnformeerd, wat voor risico van verweerder komt. Hiervan valt verweerder tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Voorts is uit het dossier gebleken en heeft verweerder erkend dat hij geen opdrachtbevestigingen aan klaagster heeft gestuurd. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.1Zorg voor de cliëntZorg voor de cliëntZorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2022AdvocatenArnhem-Leeuwarden21-556/AL/MNBeleidsvrijheidVereiste communicatie met de cliëntKwaliteit van de dienstverleningRegulier2022-06-072022-06-23T19:28:03.074586+02:002022-06-23T19:28:02.26https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRARL:2022:115/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2022_115.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2022:115https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRARL:2022:115/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2022_115.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2022/ECLI:NL:TADRARL:2022:115/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2022_115.xml2022-06-23T19:28:03.216909+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819
|
ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 28-02-2012 G2010/98nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2012-02-28Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2012-02-28Klager verwijt de arts dat zij heeft nagelaten om objectieve en deugdelijke medische onderzoeken te verrichten. Maatregel: waarschuwing.1Onjuiste verklaring of rapporttuchtrechttuchtrecht/2012YG1819GezondheidszorgGroningenG2010/98ArtsGegrond, waarschuwing2012-02-28https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2012_YG1819.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819/1/pdf/ECLI_NL_TGZRGRO_2012_YG1819.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1819/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2012_YG1819.xml2020-03-16T09:08:26.98126+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRAMS:2021:12
|
ECLI:NL:TADRAMS:2021:12ECLI:NL:TADRAMS:2021:12 Raad van Discipline 18-01-2021 20-985/A/NHnl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Amsterdam2021-01-29Raad van Discipline Amsterdam2021-01-29Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Aan klager kan worden toegegeven dat het lang heeft geduurd voordat verweerster bereid was tot dagvaarding over te gaan. Dit valt haar echter niet tuchtrechtelijk te verwijten. Verweerster is immers vanaf juni 2019 volop met de zaak van klager bezig geweest. De dagvaarding is uiteindelijk niet uitgebracht omdat klager en verweerster het niet eens waren over een aantal van de daarin op te nemen schadeposten en omdat klager nog voor de uitkomst van die discussie een klacht over verweerster had ingediend.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2021AdvocatenAmsterdam20-985/A/NHKwaliteit van de dienstverlening2021-01-182021-01-29T19:20:14.486983+01:002021-01-29T19:20:13.243https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRAMS:2021:12/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2021_12.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRAMS:2021:12https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRAMS:2021:12/1/pdf/ECLI_NL_TADRAMS_2021_12.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRAMS:2021:12/1/xml/ECLI_NL_TADRAMS_2021_12.xml2021-01-29T19:20:14.609668+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2014:55
|
ECLI:NL:TAHVD:2014:55ECLI:NL:TAHVD:2014:55 Hof van Discipline 21-02-2014 6822nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2014-03-13Hof van Discipline 2014-03-13Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klachten over dienstverlening en financiële afwikkeling.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2014Advocaten's-Hertogenbosch6822Kwaliteit van de dienstverlening2014-02-21https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TAHVD:2014:55/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2014_55.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2014:55https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TAHVD:2014:55/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2014_55.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2014/ECLI:NL:TAHVD:2014:55/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2014_55.xml2020-03-16T09:18:59.955675+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TAHVD:2021:144
|
ECLI:NL:TAHVD:2021:144ECLI:NL:TAHVD:2021:144 Hof van Discipline 23-08-2021 210031nl-NLHof van Discipline Hof van Discipline 2021-08-26Hof van Discipline 2021-08-26Klacht over kwaliteit van de dienstverlening van eigen advocaat. Hoger beroep verweerder. De zaak draait om een verzekeringskwestie waarbij het standpunt van klager afweek van het standpunt van zijn verzekeraar. Het hof oordeelt dat verweerder had moeten onderkennen dat zijn cliënt een ander standpunt had - of wilde innemen - dan de verzekeraar. Verweerder had zich tijdig moeten vergewissen van de zienswijze van zijn cliënt. Het valt verweerder te verwijten dat hij geen inhoudelijk contact heeft gezocht met klager om diens standpunt te vernemen. Het valt hem daarnaast te verwijten dat hij zich presenteerde als advocaat van klager, maar zich in wezen heeft beperkt tot de rol van de advocaat van de verzekeraar. Dit heeft hij gedaan zonder te onderkennen of na te gaan of sprake was van tegengestelde belangen. Verweerder heeft daarmee de kernwaarde van partijdigheid geschonden. Berisping (i.p.v. waarschuwing) en kostenveroordeling.1Zorg voor de cliënttuchtrechttuchtrecht/2021Advocaten's-Hertogenbosch210031Kwaliteit van de dienstverleningBerisping2021-08-232021-08-25T19:28:30.095863+02:002021-08-25T19:28:28.712https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TAHVD:2021:144/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2021_144.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TAHVD:2021:144https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TAHVD:2021:144/1/pdf/ECLI_NL_TAHVD_2021_144.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TAHVD:2021:144/1/xml/ECLI_NL_TAHVD_2021_144.xml2021-08-25T19:28:30.209298+02:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TNORDHA:2016:32
|
ECLI:NL:TNORDHA:2016:32ECLI:NL:TNORDHA:2016:32 Kamer voor het notariaat 12-10-2016 16-41nl-NLKamer voor het notariaatKamer voor het notariaat2016-10-31Kamer voor het notariaat2016-10-31Klager verwijt de notaris dat zij zonder rechtsgronden mutaties heeft verricht in het handelsregister.1Ondernemingsrechttuchtrechttuchtrecht/2016NotarissenDen Haag16-41Klacht ongegrond2016-10-12https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TNORDHA:2016:32/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2016_32.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TNORDHA:2016:32https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TNORDHA:2016:32/1/pdf/ECLI_NL_TNORDHA_2016_32.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2016/ECLI:NL:TNORDHA:2016:32/1/xml/ECLI_NL_TNORDHA_2016_32.xml2020-03-16T09:35:35.925758+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262
|
ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 24-07-2012 2010/334Tnl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2012-07-24Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam2012-07-24 De klacht houdt in dat de tandarts is tekortgeschoten in de tandheelkundige zorg die klaagster van haar mocht verwachten. Afwijzing1Onjuiste behandeling/verkeerde diagnosetuchtrechttuchtrecht/2012YG2262GezondheidszorgAmsterdam2010/334TTandartsOngegrond/afwijzing2012-07-24https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2012_YG2262.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262/1/pdf/ECLI_NL_TGZRAMS_2012_YG2262.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262/1/xml/ECLI_NL_TGZRAMS_2012_YG2262.xml2020-03-16T09:07:32.423984+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370
|
ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 23-10-2012 2011-242bnl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag2012-10-23Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag2012-10-23Klaagster verwijt de internist dat ten onrechte het infuus, en een dag later de infuusnaald zijn verwijderd en is overgegaan op orale medicatie, er sprake was van slechte communicatie en de patiënt geen eerlijke kans heeft gegeven op een mogelijk herstel. Klacht afgewezen. 1Geen of onvoldoende zorgtuchtrechttuchtrecht/2012YG2370GezondheidszorgDen Haag2011-242bArts2012-10-23https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370/1/xml/ECLI_NL_TGZRSGR_2012_YG2370.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370/1/pdf/ECLI_NL_TGZRSGR_2012_YG2370.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2012/ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG2370/1/xml/ECLI_NL_TGZRSGR_2012_YG2370.xml2020-03-16T09:08:44.49853+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2
|
ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 24-01-2017 G2016/105nl-NLRegionaal Tuchtcollege voor de GezondheidszorgRegionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2017-01-24Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen2017-01-24 Klacht tegen chirurg. IGZ verwijt verweerder dat hij een laparoscopische appendectomie uitvoerde met een instrument waarvoor hij geen bijscholing had gevolgd. Voorts verwijt de IGZ hem dat hij besloot de ontstoken appendix in de buik achter te laten toen hij die had verloren en niet kon terugvinden en tevens, dat hij tijdens de operatie geen collega-chirurg heeft geraadpleegd en dat hij tijdens de sign-out procedure geen melding heeft gemaakt dat de appendix was achtergebleven. Verweerder heeft bovendien de patiënte en haar familie niet juist geïnformeerd. Klacht grotendeels gegrond, berisping.1Geen of onvoldoende zorgtuchtrechttuchtrecht/2017GezondheidszorgGroningenG2016/105ArtsGegrond, berisping2017-01-24https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2017_2.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2/1/pdf/ECLI_NL_TGZRGRO_2017_2.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2017/ECLI:NL:TGZRGRO:2017:2/1/xml/ECLI_NL_TGZRGRO_2017_2.xml2020-03-16T09:41:25.716648+01:00
|
Tuchtrecht
|
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?ecli=ECLI:NL:TADRARL:2021:159
|
ECLI:NL:TADRARL:2021:159ECLI:NL:TADRARL:2021:159 Raad van Discipline 07-06-2021 20-428nl-NLRaad van DisciplineRaad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2021-08-19Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden2021-08-19Verzet ongegrond. De voorzitter noch de raad beschikten over kennelijk relevante medische stukken van klaagster zodat daarmee geen rekening kon worden gehouden. 1Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartijtuchtrechttuchtrecht/2021AdvocatenArnhem-Leeuwarden20-428Vrijheid van handelen2021-06-072021-08-19T19:24:57.412511+02:002021-08-19T19:24:56.687https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRARL:2021:159/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2021_159.xmlhttps://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI:NL:TADRARL:2021:159https://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRARL:2021:159/1/pdf/ECLI_NL_TADRARL_2021_159.pdfhttps://repository.overheid.nl/frbr/tuchtrecht/2021/ECLI:NL:TADRARL:2021:159/1/xml/ECLI_NL_TADRARL_2021_159.xml2021-08-19T19:24:57.509544+02:00
|
Tuchtrecht
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.